Roep om grens aan uitverkoop, maar mag dat wel?

sale-afgeprijsd-uitverkoop.pngOp Facebook is een ondernemer de actie ‘Sale starts on 1 juli’ gestart, las ik bij de NOS. De vrijheid-blijheid rond uitverkoop kost veel kleine winkels de kop, zo meldt de initiatiefneemster. Het plan is dan ook “de handen ineen slaan en met elkaar besluiten de uitverkoop van de zomercollecties in te laten gaan op 1 juli, en de wintercollecties op 1 januari”. Maar mag dat wel?

Tot 1984 had Nederland een Uitverkoopwet(*) waarin strenge grenzen bepaald waren over wanneer je dingen in de uitverkoop mocht plaatsen als ondernemer. Die wet is bij ons afgeschaft, maar onze buren hebben deze nog steeds. In Duitsland is er twee keer per jaar Schlussverkauf, en in België mag de detailhandel slechts twee keer per jaar onder de naam solden uitverkoop houden. Maar die wet is in strijd met de Europese regels over oneerlijke handelspraktijken.

De Europese regels bepalen wat eerlijk en oneerlijk is in de handel. Deze regels formuleren een open norm, en voegen daar een zwarte lijst aan toe met dingen die in elk geval oneerlijk zijn. Elke lidstaat moet die regels in zijn eigen wet opgenomen hebben, en mag daar niet van afwijken. In 2010 bepaalde het Europese Hof dat een categorisch verbod op uitverkoop in strijd is met die richtlijn. Daarop verklaarde de hoogste Belgische rechter dan ook de sperperiode (het verbod op afprijzen buiten de solden) in strijd met de Europese wet en dus ongeldig.

Goed, wettelijk terug naar de Uitverkoopwet is dus geen optie. Maar “de handen ineen slaan” en weigeren tot afprijzen of uitverkoop over te gaan in onderling overleg, mag dat dan misschien wel?

Nee, ook niet. Een afspraak om geen korting te geven of uitverkopen te adverteren is een prijsafspraak, en als er iets is waar de mededingingswaakhonden van gaan blaffen dan zijn het wel prijsafspraken. Die bederven immers de concurrentie, en concurrentie zorgt voor lagere prijzen en dat is in het voordeel van de consument. En daar doen we het allemaal voor, uiteindelijk.

Hoewel. Het gaat er hier niet om de prijs kunstmatig hoog te houden om zo de consument uit te knijpen, maar om te voorkomen dat kleine winkels massaal failliet gaan in deze recessie. Minder winkels is óók niet echt in het voordeel van de consument. Dus ik begrijp goed de zorgen en het idee, maar juridisch gezien is dit kansloos zodra het boven de ‘bagatelgrens’ uitkomt van 5% marktaandeel. Want onder die grens mag je prijzen afspreken wat je wil.

Wat denken jullie? Is dit een wenselijk initiatief, even los van wat er wettelijk kan?

Arnoud<br/> PS: bij het nazoeken vond ik dit artikel met daarin “Bijna dertig jaar geleden werd de uitverkoopwet afgeschaft”. Auw. 1984 voelt voor mij niet als dertig jaar geleden. Ik ben oud. 🙁

19 reacties

  1. Ik zie het probleem niet echt. Als je als winkel je waren alleen kunt slijten door ze onder de kostprijs te verkopen omdat mensen het anders niet willen hebben, dan heb je toch gewoon geen economisch bestaansrecht en “verdien” je failliet te gaan? En als je als winkelier redeneert “deze schoenen zijn populair, die doe ik ‘in de uitverkoop’ tegen kostprijs maar hoop dan marge te pakken op alle klanten die denken ‘dat was zo goedkoop, dan neem ik dit truitje ook nog mee'” dan ben je toch gewoon slim bezig?

    Een winkel die luxe goederen verkoopt krijgt het in een recessie moeilijk, uitverkoop of niet, omdat dat nou eenmaal het 1e is waarop mensen gaan besparen als het geld op is (eten moet je altijd, en ook aan de huur/hypotheek ontkom je niet. Die broek kun je nog wel een keer repareren ipv gelijk een nieuwe te kopen, of je koopt er een bij de Zeeman ipv van Levi’s).

    Daarbovenop, als het echt zo erg is dat het gaat om “kortingen tot 70%” en ze het nog steeds hebben “over wel erg kleine marges” dan lijken mij de oorspronkelijke prijzen kunstmatig aan de hoge kant, ik vind dat nogal forse marges…

    1. Als jouw concurrent onder de prijs verkoopt kun jij niet meer tegen een normale prijs verkopen. Dat heet elkaar kapot-concurreren. De mededingingsautoriteit vindt dat overigens iets positiefs, die heeft namelijk alleen de consumentenprijs voor ogen. Ze publiceren trots dat ze 35 EUR per huishouden-jaar besparen.

      1. als de concurrent onder je eigen prijs verkoopt, koop je gewoon die handel op 🙂 in engeland gaat het dagelijks hard tegen hard in de pound & penny store land, daar is de beste klant die een winkel kan hebben je concurrent en volgende dag ligt iets van een 99cnt winkel weer gewoon te koop bij de pondstore, totdat die moet stunten vanwege houdbaarsdata met bv 3 voor de prijs van 2 en ligt er viceversa weer bij 99 winkel. dat is echt om gek van te worden.

      2. als de concurrent onder je eigen prijs verkoopt, koop je gewoon die handel op 🙂 in Engeland gaat het dagelijks hard tegen hard in de pound & penny store land, daar is de beste klant die een winkel kan hebben je concurrent en volgende dag ligt iets van een 99cnt winkel weer gewoon te koop bij de pondstore, totdat die moet stunten vanwege houdbaarheidsdatum met bv 3 voor de prijs van 2 en ligt er vice versa weer bij 99 winkel. dat is echt om gek van te worden.

        typo: houdbaarheidsdatum

            1. btw verreken je, bbc heeft er ook docu over gemaakt (Pound Shop Wars), best leerzaam inkijkje in modern g-tailing (outlet). maar ik denk dat er daarom landen zijn die gewoon liever normale winkel willen hebben die zich keurig houden aan getijden, maar het hele jaar door solden kan je niet tegenhouden daar heeft arnoud helemaal gelijk in. meeste goederen in zo’n poundstore komen uit failliete boedels van andere retailers, zo ook de panden. eerst zat er 1 grapjas die altijd uitverkoopt en op gegeven moment zijn de lokale winkels helemaal kapot geconcurreerd. EU wil toch ook dat een verkoper 2 jaar garantie geeft ? dan moet je wel enige zekerheid bieden dat winkels niet binnen 2 jaar failliet (de g-tailers nemen geen garanties over uit de boedel!!) gaan zodat concurrentie eerlijk verloopt, in dat licht is een sperperiode zo gek nog niet.

              1. In plaats van een sperperiode in te stellen kun je beter stellen dat winkels een uitverkoop eerst moeten aanmelden bij de gemeente (papierwerk, haten ze!) waarbij ze per jaar gedurende maximaal 2 maanden uitverkoop mogen houden. Meer dan genoeg voor de meeste winkels, lijkt mij. Wat de winkelier in de uitverkoop plaatst maakt verder niets uit, maar hij kan dan niet het gehele jaar door steeds verschillende producten in de uitverkoop plaatsen. De registratie bij de gemeente zorgt ervoor dat gemeentes ook daadwerkelijk kunnen controleren of winkels zich aan de gestelde periodes houden.

                1. Bij welke gemeente moet een webwinkel zijn uitverkoop melden?

                  Het makkelijke antwoord is: de gemeente waar hij statutair gevestigd is. Maar er is geen beletsel om in welke gemeente dan ook je winkel statutair te vestigen. Als webwinkelier ga ik dan gemeenteshoppen, ik zoek de gemeente met het makkelijkste beleid rond uitverkoop. Is dat dan nog wel eerlijk?

                  1. Wel, het gaat om stenen die in een bepaalde gemeente staan. Het melden ervan dient dus in de gemeente te gebeuren waar de stenen staan. Betreft het een winkelketen met stenen in meerdere gemeentes? Dan ook in meerdere gemeentes melden.

                    Overigens, het gaat om “melden”, niet “aanvragen”. Je hoeft geen toestemming te vragen maar je meldt het gewoon.

                    Betreffende uitverkoop via Internet… Daar maak ik mij minder druk om, simpelweg omdat veel winkels online verkopen niet erg prettig vinden. De verzendkosten maken kleine webwinkels vrij onrendabel vergeleken met bol.com of Coolblue. Die laatsten versturen immers zoveel producten dat ze een veel goedkoper verzend-tarief kunnen hanteren. Dus regels voor uitverkoop in de stenen panden is waar ik aan denk.

              2. Ik heb ooit aan een politicus voorgesteld in de discussie over een anti-dumpingwet (dat is geloof ik de economische term), om alle aanspraak op garantie te laten vervallen als je overduidelijk onder de prijs iets koopt. Een beetje het ouderwetse “de aanbieding wordt niet geruild”. (onder de prijs verkopen kan commercieel heel handig zijn, het probleem met anti-dumping-wetten is dat je restant-uitverkoop niet wilt verbieden) Het probleem speelt namelijk ook bij ZZP’ers die elkaar kapot-concurreren, en wat dacht je van de grote winkelketens, die gewoon hun inkoopprijzen eenzijdig omlaag doen (dat is ook onhandig om daar tegen te concurreren).

                1. het lijkt me beter om juist wel wettelijke garanties te stellen, ook aan de verkoper. service is een ander verhaal. als de koop niet voldoet krijgt een verkoper immers altijd problemen, en als veel klanten niet tevreden zijn een slechte reputatie, dus die kijkt wel 2x uit voordat die beneden kostprijs dumpt.

                  decentralisering kun je landelijk wel regelen, wettelijk zou je nog een uitverkoop tax in het leven kunnen roepen voor winkels die moedwillig stunten met prijzen om de markt te verstoren (juridisch overwegingen op basis van een of ander morele of maatschappelijke plicht), dan heb je geen waakhond meer nodig maar klachten commissies (dat een oordeel stuurt naar de belastingdienst die de ondernemer naheft), dat kun je op gemeentelijk niveau of via ondernemersplatformen wel regelen, als de gewraakte ondernemer het dan niet eens is kan deze altijd een rechtszaak aanspannen. lijkt me een perfecte oplossing.

  2. Lijkt wel of ik Tim Uilskuik hoor praten: “O noes, de concurrentie doet het beter dan wij en/of ons business model is outdated! Snel, laten we kijken of we de wet kunnen misbruiken om de concurrentie te blokkeren, onze winst te verbeteren en de consument meer te laten betalen!”

  3. Het probleem is dat kleinere winkels moeilijker uitverkoop kunnen houden omdat uitverkoop meestal een licht verlies oplevert omdat men van een bepaalde voorraad af wil, om zo toch nog enig geld binnen te krijgen. Maar kleine winkels hebben het sowieso lastig tegen de grotere winkelketens. Daarom moeten kleinere winkels zich vooral richten op de meerwaarde van het winkelen bij de kleine ondernemer. Dit kan b.v. met het aanbieden van bijzondere producten die in de supermarkten vrijwel niet te koop zijn. Ik denk dan aan Shop America waar je typisch Amerikaanse etenswaar kunt kopen. Of anders het aanbieden van diensten zoals het thuisbezorgen van bestellingen en de mogelijkheid om online in te kopen. Dat gebeurt nog steeds te weinig. Winkelen in de kleine winkels moet voor de klant een interessante ervaring zijn. Veel anders dan de sleur in de supermarkt.

  4. Even niet helemaal to the point, maar inhakend op de opmerkingen hierboven. Klinkt allemaal leuk en aardig dit soort uitspraken:

    Als je als winkel je waren alleen kunt slijten door ze onder de kostprijs te verkopen omdat mensen het anders niet willen hebben, dan heb je toch gewoon geen economisch bestaansrecht
    of:
    Snel, laten we kijken of we de wet kunnen misbruiken om de concurrentie te blokkeren, onze winst te verbeteren en de consument meer te laten betalen
    Maar zo simpel is het lang niet altijd. Steeds vaker zie ik dat het geen faire en echte concurrentie is die het bestaande ondernemers moeilijk maakt. Het is steeds vaker de overheid die een forse duit in het zakje doet.

    Hier bij mij in de woonplaats ken ik in ieder geval 2 personen die werkloos zijn geraakt. Eentje al bijna 2 jaar geleden, de ander ik schat een goed half jaar geleden. Nu zijn beide met goedkeuring (en uitkering) van het UWV een nieuw bestaan aan het opbouwen. Ze hebben allebei een webshop opgezet en zijn bezig “hun positie in de markt te veroveren”. Dat doen ze door prijzen neer te leggen waarvan niemand kan bestaan. Althans niet wanneer je niet gesponsord wordt. Fijn voor de consument, minder leuk voor de concurrent die zijn hand (nog) niet mag ophouden bij het UWV.

    En de laatste tijd lees ik steeds vaker verhalen over het verplichte werk voor mensen in een uitkeringssituatie. Die mensen worden dan niet zelden door gemeenten gedwongen om (bij ondernemers in het dorp) werk te doen wat direct concurreert met andere aanbieders die geen toegang hebben tot die gesubsidieerde pool van werklozen, simpelweg omdat ze niet in die gemeente gevestigd zijn.

    Toegestaan of niet, ik heb inmiddels wel begrip voor ondernemers die gezamenlijk een afspraak willen maken niet onder een bepaalde prijs te verkopen.

  5. Dus ik begrijp goed de zorgen en het idee, maar juridisch gezien is dit kansloos zodra het boven de ‘bagatelgrens’ uitkomt van 5% marktaandeel. Want onder die grens mag je prijzen afspreken wat je wil.
    Ik lees links en rechts dat de grens is verhoogd tot 10%.

    ( http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2011/10/28/kleine-bedrijven-mogen-meer-samenwerken.html )

    Maar wie bepaalt het marktaandeel en wat is dan het kader? Stel tien opticiens in Amsterdam maken prijsafspraken en hun omzet is samen 20 miljoen. Tegen welk bedrag wordt die 20 miljoen dan afgezet? De omzet van alle opticiens in de wijk, het stadsdeel, heel Amsterdam of misschien wel Nederland?

  6. Ik vroeg me af of onze buren in België of Duitsland geen folders in de bus krijgen van de supermarkt en de elektronicawinkel, waarin aanbiedingen staan (het aankondigen van kortingen). Media Markt heeft in Duitsland toch ook folders waarin TV’s worden aangeboden van 399,- voor 299,- euro.

    Wikipedia leert me echter dat het in beide landen slechts gaat om kleding, schoenen en lederwaren.

  7. De mededingingswet is heel erg sterk op de prijs voor de consument gericht, vooral de interpretatie door de NMa. Ik denk dat dit initiatief goed zou zijn, omdat het vooral het effect van de uitverkoop versterkt: nu gaat er niemand meer naar de stad voor de uitverkoop. Zie het als soort vlaggetjesdag bij de haring(mag dat dan wel?). Uiteindelijk zal de kledingprijs er niet van veranderen.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.