Het wordt in de VS moeilijker om patentrechtszaken aan te spannen in districten die worden gezien als ‘gunstig’ voor de aanklager, las ik bij Nu.nl. Dit raakt met name patenttrollen, organisaties met patenten maar zonder eigen bedrijfsactiviteiten. Deze proberen geld los te peuteren van organisaties door te dreigen met rechtszaken in dergelijke jurisdicties, met name het Eastern District of Texas. Maar dat gaat niet meer zo makkelijk: in de Heartland-uitspraak bepaalt het Supreme Court nu dat alleen de rechtbank bevoegd is voor de plaats waar een bedrijf formeel opgericht is.
Een octrooitrol is een bedrijf dat niet zelf een uitvinding op de markt brengt en zichzelf beschermt met een octrooi, maar als enige bedrijfsactiviteit heeft het uitoefenen van haar octrooien tegen derden. Vaak zijn deze octrooien, of de claims jegens derden die men daarmee legt, van dubieuze waarde. De meeste bedrijven schikken echter toch, omdat octrooiprocedures in de VS tot de duurste ter wereld behoren en vele jaren kunnen duren. Bovendien geldt in de VS in beginsel geen proceskostenveroordeling voor de verliezende partij, zodat een bedrijf zelfs bij een overwinning duurder uit kan zijn dan het door de trol geëiste schikkingsbedrag.
Octrooitrollen of patenttrollen zijn berucht, met name in de ICT omdat patenten in die sector ook al een slechte reuk hebben. Dan krijg je dus dat mensen met een onzinpatent een claim leggen, en het toch goedkoper is om ze te betalen dan om naar de rechter te stappen. Zeker omdat je nooit kunt voorspellen of de mensen van de jury (die eigenlijk per definitie niets weten van techniek) niet tóch denkt dat het nieuw is, een hyperlink met je vinger aanklikken. En dan hang je voor een héleboel geld.
Trollen stappen ook naar de rechter als het moet: ongeveer de helft van alle patentzaken zou door trollen worden aangespannen. En dan is het mogelijk om een leuke plek te kiezen waar je dat doet, want uit allerlei statistieken is te achterhalen wie het gunstigt zou oordelen over de zaak.
Het Eastern District of Texas is daarbij berucht: ze zijn snel en deskundig, maar zeer vriendelijk voor eisers en zelden geneigd dingen ongeldig te verklaren. En het is makkelijk om daar uit te komen, want als er ook maar één product wordt verkocht in die buurt dan vindt de rechtbank dat ze bevoegd is.
De Supreme Court zet nu een dikke streep door die praktijk: “As applied to domestic corporations, “reside[nce]” in §1400(b) refers only to the State of incorporation.” Dus alleen de rechtbank in de staat waar een bedrijf opgericht is, is bevoegd om over dat bedrijf recht te spreken. En omdat bedrijven zelden opgericht worden in Texas, is daarmee dat Eastern District een vrijwel onmogelijke bestemming geworden. Het zal eerder de neutrale zakelijke rechtbank in Delaware worden of de technology-vriendelijke rechtbank in Californië.
Sowieso hebben patenttrollen al een tijdje problemen: sinds de Alice-uitspraak van 2015 is het vrijwel niet meer mogelijk om een softwarepatent er door te krijgen bij het USPTO, of bij de rechtbank overeind te houden. De cijfers blijven dramatisch: twee derde van alle patenten wordt bij de rechtbank ongeldig verklaard omdat het niet technologisch genoeg is. Dit is een nieuwe klap voor het businessmodel van de trol, en hopelijk de genadeklap.
Arnoud
About damn time…
En het was niet eens de daadwerkelijke fysieke verkoop van een artikel in Texas, als de website bereikbaar was in Texas oordeelden ze al dat ze jurisdictie hadden daar.
Als ik het goed begrepen heb is (was) ED van Texas zo populair omdat de rechter die daar de meeste zaken afhandeld nooit verzoeken om summary judgements behandeld voor dat de dure discovery gedaan is. Hierdoor was betalen zo vaak veel goedkoper dan de zaak door discovery voeren.
In technologie vriendelijk Californië proberen ze juist zoveel mogelijk zaken af te handelen dmv summary judgements voordat er aan discovery wordt gedaan. En terecht, waarom al die dure discovery als het patent als matter of law door de rechter ongeldig wordt verklaard voordat er zelfs maar een jury aan te pas komt?
Het gaat dus om waar het bedrijf is opgericht en niet om waar een vestiging zit? Dat is naar mijn idee nog wel een belangrijk verschil. Waar een bedrijf een vestiging heeft zou ik ook nog wel verdedigbaar vinden.
Kun je dan niet gewoon een nieuw bedrijf oprichten in Texas en je octrooien ‘verkopen’ aan de nieuwe onderneming?
Het gaat om het bedrijf dat wordt aangeklaagd, niet om de trolls. Die hadden op papier altijd al een vestiging in ED van Texas. De redenatie voor Texas is dan: kijk, wij zijn hier gevestigd en hun websit ekan je vanaf hier bekijken.
Mooie ontwikkeling, maar, even advocaat van de duivel spelend:
Stel je bent een uitvinder, en je doet een uitvinding waar potentieel veel geld mee te verdienen is. Je bent niet in dienst bij een groot bedrijf, althans niet een bedrijf waarvoor die uitvinding nuttig zou zijn. Je uitvinding is alleen nuttig in de context van een groot industrieel proces, en je hebt zelf niet de middelen om zo’n industrieel proces op te zetten. Dus neem je een octrooi op je uitvinding, in de hoop dat bestaande industrieën een licentie op jouw octrooi zullen nemen.
Je doet dan geen eigen productie op basis van je uitvinding; betekent dit dat je een patent-trol bent? Is dit niet het scenario waar octrooien ooit voor bedoeld waren, om een “kleine uitvinder” wat macht te geven tegenover grote industrieën?
Moeten we nou concluderen dat het patent-systeem niet werkt zoals het ooit is bedacht? Of dat we inmiddels niet meer willen wat we ooit wel wilden bereiken? Of zijn er bepaalde situaties (industrieën) waarin het patentsysteem (nog) wel naar wens functioneert, en andere situaties waarin dat niet (meer) zo is?
Dit is precies het argument tegen de term patenttrol: hij dekt ook kleine uitvinders die geen kans zien zelf de markt te betreden. Ik denk dat het onderscheid er vooral in zit of je een échte uitvinding hebt, waar mensen gewoon toestemming voor moeten vragen. Een fair en eerlijk gebruik van het systeem. Maar dat is een waardeoordeel waar het recht moeilijk wat mee kan. Het idee is dat alle patenten gelijk zijn, van zeg een waterstofmotor uitgevonden in de schuur die door de auto-industrie wordt gejat tot een met trucjes er doorheen geduwd patent op een faxmachine met emailkoppeling.
Ik denk dat een trol vooral bestaat omdat er inefficiëntie in het systeem zit. Het omver halen van een onterecht patent is zo duur dat je daar van kunt profiteren met een twijfelachtig patent. En dat patent is met name onterecht ingezet omdat je pas achteraf opduikt. Ik hoorde ooit “trolling is setting up toll booths where others will build roads”. Dat is het wel een beetje. Als jij een weg legt, dan mag je tol gaan vragen. Maar stiekem ergens een tolhuisje gecamoufleerd in het bos en dan vijf jaar later opduiken als een ander daar een mooie weg legde, dat is gewoon maatschappelijk onaanvaardbaar.
Ik heb al eerder beweerd, en vermeld het in deze discussie nogmaals: Alles staat of valt met een goede kwaliteit examinatie alvorens een octrooi wordt toegekend. Als de overheid wat beter zijn best doet om alleen terechte octrooien toe te kennen, is 80procent van de problemen al opgelost. In europa is dat zo, daar zijn dan ook nauwelijks patent trolls actief.
Ik ben octrooigemachtigde, ik kom regelmatig tegen dat een octrooi in de US wel heel gemakkelijk wordt toegekend. Fijn voor de klant, maar maatschappelijk ongewenst. Maar ik heb nu eenmaal de wettelijke plicht om de belangen van de klant maximaal te behartigen, dus ik kan niets met ‘maatschappelijk ongewenst’
Het hele octrooisysteem is gebaseerd op een reeks aannames over de manier waarop uitvindingen werken, waarvoor nooit bewijs is geleverd. In de praktijk blijkt dat de werking precies omgekeerd is: octrooien worden juist door grote partijen gebruikt om kleine, innovatieve partijen van de markt te houden. Grote bedrijven (ook als zij wel produceren) houden gigantische portefeuilles aan van octrooien, die worden ingezet tegen nieuwe partijen op de markt. Andere grote partijen hebben hier veel minder last van, omdat zij een licentie op hun eigen portefeuille kunnen uitruilen tegen een licentie op die van hun collega’s. Nieuwe initiatieven kunnen dat niet en worden in de kiem gesmoord, waardoor is het hele octrooisysteem een gedrocht dat innovatie verhinderd. Subiet afschaffen zal het beste zijn wat je kunt doen om innovatie te bevorderen. Helaas vraagt de politiek bij dit soort beslissingen altijd advies aan de zogenaamde experts: octrooideskundigen, die natuurlijk een gigantisch belang hebben bij het voortbestaan van het systeem… Vraag het eens aan economen: het hele octrooisysteem is een gedrocht.
Product aansprakelijkheid invoeren: laat dat VS patentbureau commercieel werken, maar dan wel verantwoordelijk zijn voor alle kosten als achteraf de rechter besluit het octrooi te vernietigen. Denk dat ze snel failliet zijn.
Naast de fundamentele bezwaren die ik heb tegen octrooien op software; is het ook nog eens zo dat 20 jaar veel te lang is voor software en de vernieuwing remt in plaats van stimuleert. Als je al perse software octrooien wil hebben, doe het dan voor twee a drie jaar, dat sluit beter aan op de productcyclus en is vergelijkbaar met 20 jaar bij veel andere bedrijfstakken waar de vernieuwing langzamer gaat.
Ik ben het met je eens dat een periode van 20 jaar voor een octrooi de vernieuwing danig kan remmen, zeker als het gaat om marginale uitvindingen/verbeteringen. Wellicht zou je de maximale duur van een octrooi afhankelijk moeten maken van de mate van vernieuwing (hoe en door wie zou de mate van vernieuwing moeten worden bepaald?)
Maar waarom “fundamentele bezwaren tegen octrooien op software”? Wat is er zo fundamenteel anders aan software uitvindingen t.o.v. uitvindingen met andere technologie? Waarom zou je geen octrooi op software moeten kunnen krijgen?
Compressie en encryptie zijn bijvoorbeeld niet gebaseerd op uitvindingen, maar op wiskundige regels en eigenschappen die ontdekt zijn, niet uitgevonden. De implementatie hiervan is creatief, niet innovatief en de wiskunde zelf is abstract en niet patenteerbaar.
Daarnaast is bijvoorbeeld het slide to unlock een voorbeeld waarom het leeuwendeel van de softwarepatenten (in de VS) niet uitgegevens zouden moeten zijn. Een idee is niet patenteerbaar, maar als je de iPhone hardware hebt en een software ontwikkelaar bent, dan is de implementatie van dat idee niet innovatief. En dat geldt eigenlijk voor alle software: de stap van idee naar implementatie is niet innovatief. Het kan en is dan een kwestie van skills en creativiteit om te implementeren en het kan niet omdat er in de hardware geinnoveerd moet worden om het mogelijk te maken. Dan heb je het echter over een hardware patent. Kort samengevat: software is niet inventief, het is of een gebruik van abstracte wiskunde of het is een nooit innovatieve implementatie van een idee. Voor een octrooi toekenning moet iets ‘Nieuw, Inventief EN Industrieel toepasbaar’ zijn, naar mijn mening faalt software altijd op die tweede eis en is het dus fundamenteel onjuist om octrooi te verlenen.
In de EU wordt de regel aangehouden dat als iets in hardware patenteerbaar is, het na vervangen van een deel door software het nog steeds patenteerbaar is. Dan is die software patenteerbaar, maar je kan die software dan m.i. niet lost zien van het specifieke gebruik. Je hebt dan dus niet het probleem bij veel ‘pure’ software patenten dat het patent voor gebruik A gegeven wordt en vervolgens het zo algemeen blijkt te zijin dat vervolgens iederen met gebruik B t/m Z aangeklaagd wordt.
“Uitvinden” en “ontdekken” verschillen niet zo veel van elkaar. Het enige verschil dat ik zou kunnen bedenken is dat een uitvinding altijd een bepaald beoogd nut heeft, maar zelfs dat verschil is niet zo heel fundamenteel. Bij praktisch elke ontdekking kan je wel een bepaald nut bedenken, al is dat nut bij sommige ontdekkingen wat abstracter dan bij andere ontdekkingen.
Het meest fundamentele verschil tussen software-patenten en hardware-patenten is dat software in wezen een machine-leesbare versie van een beschrijving van de gepatenteerde methode is; aangezien je de beschrijving vrij mag verspreiden zou dat ook voor de software-implementatie moeten gelden. Zo niet, dan wordt “machine-leesbaar” een relevant onderscheid, en dat is een groot grijs gebied. Je zou hooguit kunnen stellen dat het uitvoeren van de software mogelijk een inbreukmakende handeling is, niet het verspreiden van de software.
Verder zijn er vooral economische verschillen, en die zijn minder fundamenteel. Software kan heel goed gratis (en vrij!) zijn (zie bijvoorbeeld het succes van open source); een klein beetje licentiekosten voor een patent kan dan al desastreuze gevolgen hebben, en het model van “1 x programmeren, miljarden keren gratis kopiëren” om zeep helpen. Verder zijn de kosten van patenten, en van patent-onderzoeken misschien klein voor industriële toepassingen, maar in vergelijking met de relatief lage kosten van software-ontwikkeling kunnen ze een behoorlijk obstakel vormen. Wellicht zijn er ook niet-software gebieden waarin de verhoudingen zo liggen, en je kunt verwachten dat patenten ook in die gebieden extra schadelijk zijn.
Misschien ontwikkelt de wereld zich wel in een richting waarin patenten steeds schadelijker worden, doordat niet-patentgerelateerde kosten steeds lager worden. Met dingen als 3D-printen en customizable hardware kunnen kleine ontwikkelaars met een minimum aan investeringen al productie opstarten. Voor de kleine uitvinder zijn de (veelal onbekende, want patentonderzoek is te duur) patenten van anderen een grotere bedreiging dan de eigen patenten een bescherming kunnen zijn.
Uitvinden en ontdekken kunnen niet meer van elkaar verschillen: Voor de uitvinding van de interne verbrandingsmotor bestond deze niet. Voor de ontdekking van de stelling van pythagoras, voldeden de verhoudingen van de zijden van een rechthoekige driehoek ook gewoon aan deze stelling.
Vandaar dat het eerste een octrooi kon krijgen en het tweede niet.
De interne verbrandingsmotor is een methode om met de periodieke goed getimede verbranding in een aantal cilinders een roterende beweging op te wekken; de stelling van Pythagoras is een methode om uit twee zijden van een rechthoekige driehoek de derde zijde te berekenen. van beide methoden zou je zowel kunnen zeggen dat ze “ontdekt” als “uitgevonden” zijn.
Natuurlijk kan je de stelling van Pythagoras, in plaats van als “methode” ook zien als de onderliggende “waarheid”; als “waarheid” heeft het, in tegenstelling tot als “methode”, geen doel / inherent nut, en als “waarheid” bestond het ook al voordat het werd “ontdekt” / als methode werd “uitgevonden”. De interne verbrandingsmotor is een stuk complexer dan de stelling van Pythagoras, maar is ook gebaseerd op “waarheden”:
verbranding in een gas laat de temperatuur van het gas stijgen
bij gelijkblijvend volume en stijgende temperatuur neemt de druk toe
Bij een overdruk in een cilinder met zuiger wordt de zuiger naar buiten geduwd
Een kracht genereert een krachtmoment rond een rotatie-as
Het netto kracht-moment rond een rotatie-as versnelt de rotatiesnelheid
enz enz (vul maar in voor alle details rond kleppen, bougies, verbrandingseigenschappen van benzine/diesel, …)
Een stuk techniek zoals de interne verbrandingsmotor is een combinatie van waarheden (zoals hierboven) die ontdekt kunnen worden, gebruikt in een bepaalde combinatie om een bepaald doel te bereiken. Het uitzoeken van welke combinatie is geschikt is om een doel te bereiken is het normale engineering-werk. Zou je dat “uitvinden” noemen? Ik zie het als iets rechttoe-rechtaans, dat elke ingenieur zou moeten kunnen. Misschien niet alle concepten in 1 keer bedenken en dan demonstreren hoe nuttig het is, maar dat is ook niet hoe het is gebeurd: elke keer is, op basis van bestaande techniek en kennis een nieuw, klein stapje gemaakt. Je moet een ambitieus, maar haalbaar doel hebben van het type “ik wil een motor die dit/dat kan”, en dan gewoon kijken of je bekende concepten / kennis kan combineren om je doel te bereiken.
Vrijwel alle “uitvindingen” zijn marginaal. Mensen hebben een verkeerd beeld van uitvindingen, alsof er ergens iemand in zijn eentje heel slim is, en de techniek een grote stap vooruit helpt met een goed idee. In werkelijkheid zijn technische ontwikkelingen een “community”-proces, waarbij mensen, vaak onzichtbaar voor het grote publiek, op elkaars werk voortborduren, totdat iemand de laatste kleine verbeteringen doorvoert die de techniek geschikt maakt, en zichtbaar maakt, voor het grote publiek. Dit “community-proces” wordt ernstig verstoord door patenten.
Misschien zou je de situatie kunnen verbeteren als iedereen die een marginale verbetering doorvoert op een gepatenteerd idee automatisch een gratis dwanglicentie krijgt op het patent. Het is inderdaad nogal makkelijk om marginale verbeteringen te bedenken, en dit zou de waarde van patenten significant beperken, maar een heleboel marginale verbeteringen bij elkaar vormen juist meestal de kern van technologische ontwikkeling; je bevordert dus juist de technologische ontwikkeling. Bijkomend voordeel: de rechter hoeft niet meer te beoordelen of een verbetering wel/niet marginaal is, want elke verbetering telt mee.
Ik zie totaal gen community proces onderliggend aan gepatenteerde vindingen. Bijna alle gepatenteerde uitvindingen komen van R&D divisies van bedrijven of van eenzame uitvinders die in hun schuur dingen in elkaar knutselen. Beide verre van community efforts.
Er wordt dus helemaal geen community proces verstoord. Wel hebben community’s die de vindingen willen gebruiken vaak last van patent omdat community’s meestal geen licenties kunnen of willen nemen op uitvindingen van anderen maar ze wel graag willen gebruiken om de ideeën van anderen ook in hun producten op te nemen.
Ideeën van anderen gebruiken zou anders geen enkel probleem moeten zijn. Ideeën zijn immers niet patenteerbaar.
Dat het in de praktijk toch een probleem is, komt door de vele toegekende patenten die zo algemeen en vaag zijn opgesteld dat ze daadwerkelijk niet meer zijn dan een omschrijving van een idee. Bij software is dit al snel het geval …
Voor een paar miljoen kan je dan naar de rechter om het patent ongeldig te laten verklaren … en dat geld hebben communities dus niet.
Als voorbeeld zou ik de uitvinding van het vliegtuig willen noemen. Voordat de Wright Brothers hun eerste vlucht maakten was er al een hele internationale community van mensen die bezig waren vliegtuigen te ontwikkelen. De meesten deelden hun successen met anderen; de Wright Brothers hebben hier zeker van geprofiteerd. Hun eigen beidragen aan hun succes waren met name:
ze ontdekten fouten in veelgebruikte data van de eigenschappen van aerodynamische profielen, en gebruikten hun eigen, betere data
ze beschikten over een lichtgewicht verbrandingsmotor
ze onderkenden het belang van bestuurbaarheid om niet alleen te vliegen, maar ook heelhuids weer te kunnen landen
Zonder de Wright Brothers hadden anderen in de community binnen een paar jaar kunnen vliegen. Zonder de community waren de Wright Brothers nergens geweest.
Maar er zijn naast het vliegtuig zo veel voorbeelden. Zo veel zelfs, dat ik geen techniek kan bedenken die niet is ontwikkeld uit de incrementele verbeteringen van veel verschillende individuen.
Oh, en wat de Wright Brothers nog meer deden: ze patenteerden hun hele vliegtuig. Resultaat: ze hadden een monopolie in de VS op vliegtuigproductie. Concurrentie en echte innovatie ging alleen door in Europa. Na de eerste wereldoorlog begreep men in de VS dat dit onwenselijk was, en ik geloof dat de politiek toen wat maatregelen nam om een gezonde vliegtuigindustrie in de VS op te zetten.
Het aantal voorbeelden van octrooien die verdere innovatie frustreren zijn legio. Van de stoommachine, de FM radio tot RSA versleuteling: allemaal technieken die ernstig zijn vertraagt door octrooien. In de medische wereld is het nog erger: daar sterven jaarlijks zeer veel mensen onnodig door ontoegankelijke medicijnen, die voor een redelijke prijs gemaakt hadden kunnen worden, ware het niet dit verboden is, en dit verbod keihard wordt gehandhaafd. Ik zou zeggen: meewerken aan het octrooisysteem of het afdwingen ervan is moreel equivalent met meewerken aan genocide. Het is een misdaad tegen de menselijkheid.
Ik kan niet goed oordelen of dat klopt maar daar is ook een andere vraag relevant: Zouden al die vernieuwende medicijnen er überhaupt geweest zijn zonder de octrooiwetgeving?
Het voelt in ieder geval niet goed dat farmacautische bedrijven rechten krijgen om het gebruik van levensreddende stoffen in te perken.
Het grootste gedeelte van de echte innovatie in medicijnen gebeurt bij universiteiten en andere door de belastingbetaler gefinancierd onderzoek (net zoals vrijwel alle onderzoek voor de langere termijn). Hooguit 3 procent van het R&D budget van de farmaceuten gaat naar fundamenteel research. De rest is “development”, dwz. herverpakken, certificering en marketing. Het idee dat octrooien innovatie bevorderen is ook in de farmaceutische wereld een fictie.
Het vergt een aanzienlijke investering om een medicijn gecertificeerd te krijgen, maar octrooien zijn niet bestemd om dergelijk ontwikkelwerk te beschermen. Willen we veilige medicijnen op de markt hebben dan zal die investering in certificering op een of andere manier beschermd of vergoed moeten worden. Ik vind dat octrooien de leverancier een te sterke marktpositie geven en de generieke vervangers te lang van de markt kunnen houden.
De certificering zelf kun je zien als een vorm van bescherming. Je zult zien dat bedrijven die zelf kunnen voldoen aan strengere certificatie-eisen zullen lobbyen om deze voor de hele industrie geldend te krijgen (of dit nou medisch gezien zin heeft of niet). Het sleutelbegrip hier is “regulatory capture” een ander stukje gereedschap waarmee woekerwinsten gehaald kunnen worden over de ruggen van zieke mensen.
De medische markt is een rare omdat de productkeuze niet gemaakt wordt door de gebruiker en de betaling weer door een derde partij gebeurt… geen wonder dat er geen (of minimaal) kostenbesef is.
De huidige situatie is dat een leverancier aanzienlijke studies moet doen om een medicijn toegelaten te krijgen op de markt, maar zodra de toelating verkregen is concurrenten hetzelfde medicijn (van de medische wetgeving) ook op de markt mogen brengen. Met een octrooi kan een medicijnproducent zijn marktpositie beschermen, maar octrooien zijn nooit bedoeld om (niet-inventief) teolatingsonderzoek te beschermen.
Een alternatief zou zijn om octrooien op medicijnen te verbieden maar in plaats daarvan de producent die toelatingsonderzoek financiert de eerste twee of drie jaar na toelating een alleenrecht op de markt te geven. Zoiets kan meer markt-dynamiek opleveren, niemand verbiedt twee concurrerende ondernemingen om tegelijkertijd toelatingsonderzoek te doen.
Alles wat al bestond en bekend was vooraf aan hun ontdekking is prior art en werd niet beschermd door een patent. Hun patent kan dus alleen van toepassing geweest zijn voor vernieuwingen die zij zelf aan het vliegtuig hebben toegevoegd. Als ze daarmee een monopoly kregen op de hele vliegtuigindustire was de vernieuwing die zij hebben toegevoegd blijkbaar cruciaal voor het bouwen van vliegtuigen
Data kun je niet patenteren
Verdiep je eens in de hele discussie over “data exclusiviteit” mbt tot verdragen als TTIP, en hun relatie met medicijnpatenten.
Hypothetische vraag voor je hypothetische situatie: Heeft die uitvinder na zijn octrooiaanvraag ook bedrijven benaderd om zijn uitvinding te gaan gebruiken, of wachtte hij af tot bedrijven dat uit zichzelf deden?
“Afwachten” is natuurlijk trollerig: dan gaan bedrijven investeren in de techniek, niet wetende dat er een patent op rust, waarna ze alsnog een licentie moeten nemen, of anders is hun investering voor niets geweest. Het is alleen niet een absoluut verschil: een goedbedoelende uitvinder zal wellicht ook niet elk bedrijf benaderen, maar wel achteraf van elke gebruiker een licentie eisen.
En weer één: uitputting heeft een boost gekregen en geldt net als bij auteursrechten nu ook op producten die eerst buiten de VS op de markt zijn gebracht. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar op dit punt heeft de VS nu dus betere regels dan de EU!
Hangt natuurlijk van je perspectief af 🙂 Ook qua duur van het auteursrecht heeft de VS voorlopig nog betere regels: Alles uitgegeven voor 1923 is vrij van auteursrechten: een veel makkelijker te controleren criterium dan 70 jaar na de dood van de laatst meewerkende auteur. Als er geen wetswijziging komt, gaat in 2019 gaat dat jaartal weer opschuiven (naar 1924), en dan elk jaar tot 2074 een jaartje erbij, als de laatste auteursrechten onder het oude regime vervallen (dat is, uitgegeven in 1978). Met die akelige leven+70 regels van hier moet je de facto vaak rekenen met publicatie datum + maximale levensverwachting + 70 jaar, wat meestal uitkomt op ruim 150 jaar; dit leidt tot enorm veel “zombie” werken, waarop technisch geen auteursrecht meer rust, maar waarvan we dat niet weten, en we, vanwege de draconische wetgeving, dus geen gebruik kunnen maken: zo leidt auteursrecht tot vernietiging van cultureel erfgoed op een schaal waar de acties van ISIS bij vergeleken peanuts zijn.
Zoveel beter is het niet, ze hebben alleen de leven+70 regel niet met terugwerkende kracht toegepast. Na 1978 is hun wetgeving net zo slecht als de onze.
Maar ja geld spreekt blijkbaar, want anders hadden de dames en heren politici toch al lang de conclusie getrokken dat als werkelijk niemand zich aan de regels houdt de regels blijkbaar niet deugen?