Blogdialoog: Het kan, dus het moet (niet) (Toekomst van auteursrecht)

dinosaurus-innovatie-auteursrecht-skelet.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Deze week reageert FoC op mijn blog over conservatisme in het auteursrecht:

De contentindustrie bestaat uit machtsmisbruikende dinosaurussen, die met lede ogen toezien hoe het innoverende volk succesvol aan hun grip ontkomt. Het vermaledijde auteursrecht geeft ze een wettelijk middel om de markt voor content te verstoren en de massa naar hun pijpen te laten dansen. Die macht moet worden ingeperkt, zo vat ik Arnoud’s laatste reactie in onze gezamenlijke en goed op gang komende blogdialoog kort samen. Niet geheel tot veler verrassing deelt Future of Copyright die visie niet.

Lees verder bij Future of Copyright en reageer daarna daar of hier!

Arnoud

Blogdialoog: Het conservatisme in het auteursrecht (Toekomst van auteursrecht)

sony-betamax-vcr-video.pngAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

De entertainmentindustrie voldoet niet aan de behoeftes van haar klanten, maar daarom hoeft nog niet meteen alles als all-you-can-eat en tegen verplichte licenties via filesharing online. Zo vat ik de bijdrage van Future of Copyright van vorige week maar even samen. Ook in de comments alhier werd gesignaleerd dat het vooral in de uitwerking zou zitten en niet in de principes van het auteursrecht. FOC noemt dat de “krampachtige houding van de grote rechthebbenden”: die komen maar niet met nieuwe distributiemodellen, en zo wil de legale markt maar niet van de grond komen.

Tot op zekere hoogte hebben ze daarin gelijk. Als “Big Content” (zeg maar Hollywood plus de grote vier muziekmaatschappijen) zélf flexibele en innoverende diensten hadden gelanceerd aan het begin van dit decennium, dan hadden we deze discussie waarschijnlijk niet eens nodig gehad. Ongetwijfeld zouden er ook dan mensen zijn geweest die zonder te betalen werken zouden uitwisselen, maar dat was dan een marginaal verschijnsel gebleven, ongeveer net zoals er nu mensen gratis betaaltelevisie kijken of autorijden zonder wegenbelasting te betalen.

Maar of het spreekwoordelijke kopje koffie met de industrie genoeg zal zijn om ze over te halen nu dan alsnog met downloaddiensten en distributiemodellen te komen, betwijfel ik. Er is namelijk een heel fundamenteel probleem met auteursrecht. Dit probleem maakt het onwaarschijnlijk dat de industrie ooit uit zichzelf met innoverende internetdiensten zal komen.

Napster, KazaA, Bittorrent en al hun vrienden zijn wat economen verstorende technologieën noemen. Ze zetten de bestaande bedrijfsmodellen op hun kop. Geen innovatie in de vorm van een betere geluidskwaliteit of een sterkere compressietechniek, maar een innovatie die een andere vorm van afnemen, een andere vorm van zakendoen oplevert. Dat roept meteen weerstand op bij de gevestigde orde, want het tast meteen hún bottom line aan. Er is geïnvesteerd in productiemiddelen en afzetkanalen, er zijn winstprojecties gebaseerd op omzetverwachtingen, en die kunnen nu allemaal de prullenbak in.

Dit is natuurlijk niet uniek voor auteursrechten. Neem bijvoorbeeld de digitale camera. Deze technologie verstoorde de markt voor fotorolletjes en analoge camera’s. Omdat consumenten deze nieuwe technologie verkiezen boven de oude wint zij snel marktaandeel. Daar kan de gevestigde orde weinig aan doen. Er zit weinig anders op dan de nieuwe technologie omarmen en het verlies van de omzet aan fotorolletjes voor lief nemen. Het alternatief is de onvermijdelijke ondergang – verstorende technologieën kunnen bestaande markten compleet wegvagen.

Wél uniek voor auteursrechten is dat er niet echt één markt is die verstoord wordt. Er zijn twee produktgroepen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: afspeelapparatuur en inhoud. Verstorende technologiën vinden altijd plaats aan de zijde van de apparatuur. Denk aan videorecorders, computers, CD-branders, internetverbindingen, peer-to-peer uitwisseling, Bittorrent-distributie en ga zo maar door. De bedrijfsvoering die daardoor verstoord wordt bevindt zich echter grotendeels aan de andere zijde. De opkomst van televisie verstoorde bijvoorbeeld vooral de markt voor bioscopen en filmzalen. Een televisiekijker betaalde niet om een film te kijken, dus kon van een televisiezender niet hetzelfde bedrag voor vertoning van een film gevraagd worden als van een bioscoop. Daar gaat je winstprojectie.

En nu komt het: waar een camerafabrikant de verstoring in zijn markt met lede ogen aan moet zien, heeft een filmproducent een wettelijk middel om de verstoring tot staan te brengen. Hij deelt gewoon geen licentie uit. Dat is immers geen plicht onder het auteursrecht. Of hij gaat nog een stapje verder en begint een rechtszaak tegen die technologie omdat deze immers alleen maar bedoeld is zijn auteursrechten te schenden.

De makers van die technologie hebben dat maar te slikken, of moeten dan diep door het stof om alsnog toegang tot die inhoud te krijgen die de consument graag wil afnemen via die nieuwe technologie. Dit verklaart waarom nieuwe technologieën vaak van rare beperkingen voorzien zijn – van heffingen op lege dragers tot kopieerbeveiligingen op stekkertjes (HDCP), waarom nieuwe diensten jarenlang op zich laten wachten – zoals streamingvideodiensten zoals Hulu. Of waarom ze onderuit gaan nog voor ze een succes zijn – Napster of Kazaa. De markt krijgt geen kans, zoals bij digitale camera’s wel het geval was, om te beslissen wat zij beter vindt, maar blijft afhankelijk van de welwillendheid van de rechthebbenden.

Dit is een rechtstreeks en onvermijdelijk gevolg van het principe van “de auteur beslist” in de huidige auteurswetten. De mogelijkheid om “nee” te zeggen tegen verstorende technologie is een machtig wapen – en daarmee een gigantische rem op innovatie. Dat downloadverbod dat FoC steeds bepleit, versterkt alleen maar hun positie, zonder dat er enige prikkel is om zelf wél met een innovatief bedrijfsmodel te komen voor internet.

Ik geloof dus niet dat we de keuzes aan de rechthebbenden kunnen overlaten. Zij hebben er immers een te groot belang bij dat de situatie blijft zoals zij is. Om auteursrechtenprof William Patry te citeren:

I cannot think of a single significant innovation in either the creation or distribution of works of authorship that owes its origins to the copyright industries.

Innovatie is onvermijdelijk, en internetdistributie dus ook. Het enige dat de industrie bereikt met haar conservatisme, is dat anderen vóór haar gaan innoveren. De apparatuur is er, de distributiemechanismen ook, en die gaan echt niet meer weg. Wachten op de industrie is geen optie. Dus hoe krijgen we haar in beweging?

Arnoud (met dank aan Daniël Mantione)

Blogdialoog: Een goede markt voor digitale downloads (Toekomst van auteursrecht)

dvd-five-euro-counterfeit.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Deze week de reactie van Future of Copyright op mijn post Laat de maatschappij beslissen:

Ha, dat gaat goed. We hebben allebei één post geplaatst en de stellingen zijn ingenomen. De maker versus de massa. Het leuke van deze discussie is dat we eigenlijk hetzelfde willen. Commenters (dank voor jullie waardevolle bijdragen), Arnoud en wij willen allemaal een online omgeving met een goed, ruim en makkelijk toegankelijk aanbod aan mooie films, games, e-boeken, journalistiek, muziek en ga zo maar door. En daar willen we best voor betalen.

Het grote verschil zit in ieders geduld en de route die we kiezen naar het eindstation.

Lees verder bij Future of Copyright. En reageer dan ook alsjeblieft (hier of daar) want jullie comments zijn absoluut zeer waardevol.

Arnoud

Blogdialoog: Laat de maatschappij beslissen (Toekomst van auteursrecht)

anno-1912-steen-huis.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

“De maker beslist”. Dat is volgens Future of Copyright het uitgangspunt van het auteursrecht. En het klinkt zo logisch: wie bloed, zweet, tranen of venture capital investeert in de totstandkoming van een werk, mag toch zeker wel beslissen wat hij daarmee doet? Dat werkt voor alle eigendommen zo, van huizen tot de zaterdagse boodschappen. Dus waarom niet voor auteursrecht?

Simpel: auteursrecht is geen eigendomsrecht. Hoewel het vaak “intellectueel eigendom” genoemd wordt, is die term nogal misleidend. Eigendomsrecht is ingevoerd om het mijn en dijn te kunnen reguleren. Auteursrecht is om een heel andere reden ingevoerd, namelijk om te stimuleren dat er creatieve werken worden gemaakt en op de markt worden gebracht. Die stimulans werd gezocht in de wortel van het exclusieve recht: als jij nou je verhaal als boek uitgeeft, dan mag je iedereen aanklagen die zonder jouw toestemming dat boek kopieert. Zo kun je als auteur geld vragen voor dat kopiëren, en daarmee inkomsten verwerven.

Het elegante van dit systeem is dat het geen kwaliteitstoets nodig heeft, in tegenstelling tot systemen waarbij de overheid subsidie geeft aan bepaalde kunstenaars (wie kies je? welke werken koop je aan?) of waarbij je als maker een mecenas moet zoeken die je werk hopelijk leuk genoeg geeft. Met het auteursrecht in deze vorm beslist de markt. Als veel mensen je werk kopen, dan verdien je veel geld. Maak je werk waar niemand op zit te wachten, dan krijg je geen inkomsten en dan moet je maar wat anders gaan doen. Zo ontstaat er een markt voor werken waar iedere auteur/maker zich op kan begeven en via zijn auteursrecht kan proberen zijn of haar boterham te verdienen.

Het nadeel van dit systeem is echter dat er niet geregeld is hoe die werken op de markt komen. Dat lijkt een trivialiteit: natuurlijk komt een verhaal in boekvorm of als feuilleton in een tijdschrift, dat hoef je niet op te schrijven. En als er een nieuw nuttig medium komt, dan zal die auteur natuurlijk zijn werk daarvoor uitbrengen. Hij wil toch geld verdienen?

Maar nee, de industrie gaat “niet altijd even enthousiast met nieuwe technologieën” om, zoals FOC het noemt. Dat is bepaald een understatement. Elke nieuwe innovatie op distributiegebied, van de pianola tot de grammofoonplaat, de bioscoop, de audio- en videocassette tot bittorrent, werd verketterd als mechanisme voor piraterij. Van de grammofoonplaat zouden we onze stembanden verliezen, de videorecorder was een sluipmoordenaar op het auteursrecht, betaaltelevisie een monster. Pas na héél veel geduw en getrek wilde daar nog wel eens verandering in komen. Maar eigenlijk altijd was daar wel een wetswijziging voor nodig, die bv. verplichte licenties instelde of een toeslag op lege opslagmedia invoerde. Op Buma/Stemra/Sena valt veel aan te merken, maar ze hebben wel een markt op gang geholpen die voordien flink vast zat.

Bij de digitale omgeving ziet het er echter niet naar uit dat die wetswijzigingen er gaan komen. Dankzij steeds sterkere auteurswetgeving kunnen nieuwe businessmodellen en innovaties de nek om worden gedraaid voordat ze zich in de praktijk hebben kunnen bewijzen. Zo is het onmogelijk de politiek te laten zien dat die modellen waardevol zijn voor de maatschappij en dus óók bescherming verdienen.

Elektronische distributie van en toegang tot content is een groot goed, dat snel van de grond moet komen. Nieuwe modellen en technieken op dat gebied verdienen stimulans, geen ex parte verbod. Natuurlijk zitten er ook malafide groepjes tussen (de Pirate Bay-jongens zijn niet serieus te nemen), maar Kazaa en eerder Napster hebben het geprobeerd te regelen en kwamen nergens. Het feit dat we anno 2010 als enige legale voorbeelden iTunes en Spotify kunnen noemen, is eigenlijk een schande.

De samenleving heeft wensen, behoeften en rechten die voldaan en beschermd moeten worden, zoals Maarten Goudsmit het formuleerde. In het bijzonder is er nu een maatschappelijke wens om content in digitale vorm on-demand af te nemen. Niet “het product tv-avond” – gewoon, de film of serie die je wilt, wanneer je wilt. Er zijn nu genoeg kanalen die voorzien in die behoefte, maar die heten dan piraten en moeten keihard besteden worden. Een werkend alternatief lijkt nog ver weg.

Nieuwe businessmodellen en daarmee een wérkende markt zijn inderdaad essentieel. Maar waarom daar een signaal in de vorm van een downloadverbod voor moet worden afgegeven, begrijp ik niet. Als ik kijk naar wie er daadwerkelijk content naar de mensen brengt, en wie er dwars ligt, dan lijkt me een licentieplicht voor de contenteigenaren meer voor de hand te liggen. Napster, Mininova en Kazaa weten hoe je het publiek bereikt. Geef hen, en andere slimme jongens met nieuwe modellen, de ruimte om dat te doen, en geef de rechthebbenden geen kans om dat tegen te houden.

Dat betekent niet dat alles dus maar gratis en vrij moet worden. Het gaat me nu even om het verbodsrecht, dat centraal staat in de Auteurswet. Dat moet anders: minder macht bij de auteur en meer macht bij de distributeur en de maatschappij. Laat de maatschappij beslissen hoe zij content wil afnemen, en zorg dat de auteurs daarvoor een billijke vergoeding krijgen.

Arnoud<br/> (Met dank aan Daniël Mantione, MathFox en mijn andere commenters voor hun waardevolle reacties en discussie bij deel 1).

Blogdialoog met Future of Copyright: de toekomst van het auteursrecht

Auteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

FOC neemt vandaag de aftrap, en mijn antwoord lezen jullie volgende week hier.

De maker beslist

Dat is volgens ons het uitgangspunt van het auteursrecht. Wie bloed, zweet, tranen of venture capital investeert in de totstandkoming en ontwikkeling van een creatief werk, moet zelf kunnen beslissen wat er met zijn creatie gebeurt.

Lees verder bij Future of Copyright.

En reageer daarna daar en/of hier want zij zijn met een team en ik blog alleen 🙂

Arnoud