Al te hard blaffen = geen proceskostenvergoeding

Onlangs kwam ik een kantonzaak uit Groningen tegen waarin de eisende jurist wel heel hard blafte: u pleegt plagiaat, u schendt de auteurswet, cliënt heeft de mogelijkheid om een civiele procedure tot veroordeling tot staking van de inbreukmakende handeling en/of betaling van schadevergoeding en/of een strafrechtelijke procedure aanhangig te maken. Bovendien zou aangifte worden gedaan.

Maar wat nu precies overgenomen was en waarom dat inbreuk zou zijn, bleek niet uit die brief. De gedaagde vroeg om verduidelijking: om welke teksten of passages zou het gaan en dan zou ze dat aanpassen. Het antwoord: woef, maar dan juridisch – u moet alle teksten weghalen binnen een week anders gaan we aangifte doen en een rechtszaak beginnen.

Uiteindelijk kwamen er dan toch twee stukjes tekst boven tafel die inbreukmakend zouden zijn. Die werden verwijderd, en toen (woef!) kwam er een schadeclaim van 2000 euro voor de overname en 1785 euro aan kosten voor juridische bijstand.

Daar maakt de kantonrechter in zijn vonnis gelukkig korte metten mee. Allereerst staat niet vast dat de betreffende teksten auteursrechtelijk beschermd zijn. De gebruikte woorden en frases (geluk, hoop, liefde, verdriet, etc) zijn zo gebruikelijk bij dit soort diensten dat er geen stempel van de maker (pardon, eigen intellectuele schepping) in de overgenomen tekstjes te herkennen is.

Belangrijker: de blaffende jurist krijgt zijn kosten niet vergoed. Want:

Om voor vergoeding in aanmerking te komen is het criterium of het maken van die kosten redelijkerwijs verantwoord was. De kantonrechter verstaat onder redelijkerwijs ondermeer dat men aan de wederpartij duidelijk maakt wat men van haar verlangt en haar in de gelegenheid stelt daaraan te voldoen voordat men kosten gaat maken. Uit de gang van zaken blijkt dat [gedaagde] zich van het begin af aan bereid heeft verklaard om de teksten aan te passen, maar dat [Eiser], nog voordat zij aan [gedaagde] had duidelijk gemaakt wat zij gewijzigd wilde zien de zaak ter behandeling aan [jurist] had overgedragen. Daar komt bij dat de eerste twee brieven van [jurist] wel dreigementen bevatten maar geen duidelijkheid gaven hoewel [gedaagde] daar uitdrukkelijk naar had gevraagd.

De eiser mag dus zelf de 2000 euro voor deze jurist betalen.

Een goeie zaak, wat mij betreft. De regels voor proceskostenvergoeding bij auteursrechtzaken is me al lang een doorn in het oog. In tegenstelling tot ‘gewone’ rechtszaken krijg je als verliezer bij een auteursrechtzaak namelijk de werkelijke rekening van de advocaat van de andere partij gepresenteerd. En dat pakt zuur uit bij veel bloggers die (al dan niet uit onwetendheid) een plaatje of tekst overnemen. Hoewel de schadevergoeding misschien beperkt kan worden vanwege bv. het kleine aantal bezoekers, blijven de advocaatkosten torenhoog. Dit maakt het bijzonder moeilijk om tot een fatsoenlijke schikking te komen. Elk uur onderhandelen is immers voor je eigen rekening als inbreukmaker.

Arnoud