Bijtertjesblog 925 daagt haarklovende advocaten van Permission Machine uit voor auteursrechtzaak

| AE 10705 | Intellectuele rechten | 29 reacties

Hoi haarklovende advocaten van Permission Machine, komt u naar de zitting op 23 maart. Aldus werkendemannenblog 925. De site is tegen een bekend internetprobleem aangelopen: je hebt als internetpublicatie veel beeldmateriaal nodig, en als je dan een keer niet oplet dan krijg je gelijk een hap van een advocaat die geld wil zien namens een fotograaf die zich ernstig in zijn exclusieve rechten getast voelt. In dit geval een hap van maar liefst € 840.011, maar iets gebruikelijker zijn bedragen van enkele honderden tot een paar duizend euro. Exclusief advocaatkosten, want dat komt er dan ook nog eens bovenop.

Wie deze blog al wat langer volgt, weet van deze problematiek. Internet is gegroeid op het idee dat foto’s vrij beschikbaar zijn, en fotografen zijn er relatief laat achter gekomen dat het internet dat vond. Dat heeft tot een héle serie aan claims en ruzies geleid, waarbij elke keer de conclusie was dat de Auteurswet nu eenmaal streng is en dat je (zeker bij zakelijk gebruik) gewoon moet betalen als je iemands foto overneemt. Dat je niet wist van de rechten of dat je terecht meende rechtenvrije foto’s te hebben, of welk argument dan ook, deed daar niet aan af.

Veel bedrijven zien daar op zich het punt wel van in, maar verslikken zich vervolgens in de hoogte van de claim. Want waar je rechtenvrij beeld normaal koopt voor hooguit enkele tientjes, blijkt zo’n overgenomen foto altijd minstens 255 euro te kosten en als je niet uitkijkt 999. En daar bovenop komt dan nog eens de scrabbleclaim: 2x of 3x de beeldwaarde omdat dat in de algemene voorwaarden staat of “omdat overnemen zonder toestemming niet beloond moet worden”, onder verwijzing naar stapels jurisprudentie (of, met een beetje pech, Mr. Reid, John Reid) die dat zou legaliseren.

De claim tegen 925 maakt het wel erg bont met dik acht ton, maar van facturen van 5000 euro voor één foto van 300×300 pixels kijk ik werkelijk niet meer op. Wat er uiteindelijk van overblijft bij de rechter blijft vooralsnog een spannende, al is mijn ervaring dat wie ernstig overvraagt vaak het deksel op de neus krijgt. Desondanks, frustrerend blijft het om te zien hoe dit elke keer maar mis en mis blijft gaan.

Arnoud

Moet je een .nl domeinnaam afstaan als een Amerikaanse merkhouder dat vraagt?

| AE 7653 | Intellectuele rechten | 29 reacties

ok-benzine-domeinnaamEen lezer vroeg me:

Ik heb al tien jaar een .nl domeinnaam geregistreerd maar nooit gebruikt. Nu krijg ik een brief van een Amerikaans bedrijf dat naar Nederland wil komen en ‘mijn’ domeinnaam al jaren als bedrijfsnaam voert in de VS. “Under current domain name jurisprudence we own the rights to the Domain Name” schrijven ze, en ik moet deze nu afstaan. Doe ik dat niet binnen een week, dan gaan ze 8000 euro schade bij me vorderen. Wat nu?

Deze claim is echt onzin, een typisch voorbeeld van een blafbrief: veel geblaf, weinig specifieke onderbouwing, korte deadlines en zware dreigementen als je niet meteen meewerkt. Oh, en steeds vaker: gebruik van in wollige taal omschreven termen waarin van alles bij gehaald wordt (hierna te noemen: “Dreigend Klinkende Definities”) zodat men verderop met deze Dreigend Klinkende Definities extra scherp door de bocht kan gaan.

Het is onjuist dat iemand met een merknaam ergens ter wereld automatisch alle domeinnamen in alle landen kan opeisen. Op zijn minst is dan nodig dat je in het land waar die domeinnaam bestaat, een ouder merk of handelsnaam hebt. En dat is niet genoeg, want er moet óók sprake zijn van iets dat inbreuk pleegt op het merk of de handelsnaam.

In maart zagen we dit bij een rechtszaak over OK.nl. Deze domeinnaam was al 15 jaar in handen van de gedaagde, en eiser Fuelplaza (handelsnaam: OK) wilde deze opeisen omdat men zelf met een onhandiger domeinnaam moest werken en de gedaagde er al jaren niets mee deed. Bovendien had men een merk én een handelsnaam, en nog in Nederland ook. Dus inbreuk, en inleveren graag.

Zo snel gaat dat niet, aldus de rechtbank: er moet wel iets gebeuren dat als inbreukmakende handeling aan te merken is. Enkel het hébben van een domeinnaam is nog geen inbreuk, want welke handeling verricht je dan? Worden er producten geadverteerd van de concurrent? Wordt er verwezen naar benzinestations of iets anders waardoor mensen kunnen denken “hee, heeft de OK een nieuwe website” (onjuiste associatie, verwarring) of “nou, wat een prutsers daar bij OK” (afbreuk aan reputatie).

Als restcategorie is er dan nog “misbruik van recht” waar ooit 112.nl het op verloor. Als je iets doet zonder legitiem doel en een ander heeft er nadeel van, dan kan dat misbruik van je recht om dat te doen opleveren. Maar ook dat vereist meer dan alleen het registreren van een domeinnaam of het weigeren die af te staan(!).

Ik snap dat het voor een merkhouder erg vervelend is om niets te kunnen doen tegen domeinslapers, maar soms heb je gewoon pech.

Arnoud

Mag je een merknaam noemen in een kritisch artikel over een bedrijf?

| AE 6496 | Ondernemingsvrijheid, Uitingsvrijheid | 13 reacties

logo-startersleningOh noes, las ik bij Das Kapital. De financiëlenieuwssite kreeg een blafbrief van een internetondernemer omdat men in een kritisch artikel het had gewaagd een screenshot te tonen, de geregistreerde merk- en handelsnaam te noemen en ook nog eens te línken naar de site. Een tactiek die ik vaker zie: in plaats van inhoudelijk in te gaan op de kritiek, beroept men zich op een auteursrecht of merkrecht in de hoop zo de hoster of uitgever te laten schrikken en snel actie te nemen.

Het artikel van Das Kapital zette vraagtekens bij een SBS6-programma waarin de diensten van Starterslening.nl aan de orde kwamen. Zo wordt er verwezen naar de leningen middels de term ‘subsidie’, en wordt gesteld dat kopen goedkoper is dan huren. Das Kapital kwam met argumenten, en tegen argumenten zijn natuurlijk altijd tegenargumenten in te brengen, maar in plaats van tegenargumenten kwam er bij de provider van Das Kapital een notice/takedownbrief die spreekt van “illegale content en inbreuk op onze merk- en handelsrechten”.

Wat er precies illegaal is aan de content van DK is me onduidelijk; het enige dat ik uit de brief kan halen is dat een screenshot van de video van Starterslening.nl wordt gebruikt en dat de handelsnaam wordt genoemd. Ook spreekt de brief van merknamen, maar een woordmerk van Starterslening kan ik niet ontdekken bij het BBIE. Het enige merk dat ik vond, is het hiernaast getoonde beeldmerk. En niet voor niets is dit een beeldmerk: een generieke kreet als “starterslening” voor, eh, leningen aan starters, krijg je echt niet als merk vastgelegd. Zo’n huisje op zich wel, maar geeft geen rechten op een generieke term die bij het huisje geschreven is.

Maar Arnoud, mag jij dan dat gedeponeerde Merk® daar wel tonen zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van Starterslening.nl®TM©? Ja, dat mag ik, en wel om dezelfde reden als dat Das Kapital een screenshot uit de reclamevideo mag tonen: het citaatrecht. Ter illustratie of onderbouwing van een betoog mag je tekst of beeld van derden gebruiken, ook als dat als merk is vastgelegd. Het merkenrecht is bedoeld om te verhinderen dat concurrenten bij je naam (of logo) gaan aanhaken, niet om te verhinderen dat mensen over je praten. Dat Das Kapitaal een advertentiegesponsorde uitgave is, is daarbij niet relevant.

Waarom gebruiken mensen dit soort tactieken? Tsja. Mijn gedachte daarbij is dat sommige mensen denken dat een merk of auteursrecht een absoluut recht is – logisch, want die term staat in de juridische handboeken. Alleen betekent hij daar “een recht dat je tegen iedereen kunt inzetten, en niet alleen tegen één specifiek persoon (een relatief recht)”. En niet “een recht dat zonder nuance te allen tijde boven alle andere rechten gaat”. Oftewel: een merk/auteursrecht zou je een juridische joker geven waarmee je elke discussie wint: hela, je noemt mijn Merk®, dat mag niet, haal maar weg. En door dat op te fleuren met wat juridische taal heb je dan een reële kans dat de wederpartij denkt, oh jee, weghalen dus maar. Zeker als je naar een hoster mailt, waar niet per se juridische kennis aanwezig is en niet iedereen zin heeft in discussies met blafbriefschrijvers.

Maar het is onzin. Serieus. Kritiek leveren mag, mits die kritiek natuurlijk voldoende basis in de feiten heeft. Is de kritiek voldoende onderbouwd, dan mag ook de naam van de betrokken partij worden genoemd of relevante screenshots/teksten/citaten worden opgevoerd. Vaak is dat zelfs onvermijdelijk: de onderbouwing veréist meestal dat je man en paard noemt, omdat deze anders niet verifieerbaar is.

En over dat linkverbod kan ik kort zijn: linken is legaal, punt.

Arnoud

Gaat een merk boven een voornaam?

| AE 5232 | Ondernemingsvrijheid, Uitingsvrijheid | 32 reacties

Via Twitter een intrigerende: journalist Marie-Claire van den Berg had een domeinnaam geregistreerd met haar voornaam erin, en kreeg meteen een blafbrief van de Franse tijdschriftuitgever: ‘clearly an operation of cyber squatting’, meteen inleveren die domeinnaam en ongetwijfeld ook nog advocaatkosten geclaimd. Maar zo zegt ze op twitter, ze wilde er alleen een persoonlijke homepage… Lees verder

Mag ik citeren uit blafbrieven?

| AE 2858 | Intellectuele rechten, Privacy, Uitingsvrijheid | 21 reacties

Regelmatig krijg ik mails van mensen die boze brieven ontvangen van advocaten of zich benadeeld voelende partijen. Soms zijn die terecht, soms niet. En de ontvanger wil dan vaak het geschil delen met zijn publiek, en knalt die brieven dan online. Maar mag dat zomaar? Een brief (of mail) is bedoeld als privécorrespondentie. Die online… Lees verder

Ben je aansprakelijk voor gegeven advies op een blog?

| AE 2376 | Ondernemingsvrijheid, Uitingsvrijheid | 8 reacties

Gisteren las ik op GoT een leuke vraag: Ik schrijf in de Nederlandse taal op mijn persoonlijke blog over ICT gerelateerde zaken. Hierbij komt het wel eens voor dat ik aanbevelingen doe, bijvoorbeeld om op bepaalde wijze te handelen of een bepaald product te gebruiken. Dit doe ik naar beste weten en met de beste… Lees verder

Al te hard blaffen = geen proceskostenvergoeding

| AE 1812 | Intellectuele rechten | 4 reacties

Onlangs kwam ik een kantonzaak uit Groningen tegen waarin de eisende jurist wel heel hard blafte: u pleegt plagiaat, u schendt de auteurswet, cliënt heeft de mogelijkheid om een civiele procedure tot veroordeling tot staking van de inbreukmakende handeling en/of betaling van schadevergoeding en/of een strafrechtelijke procedure aanhangig te maken. Bovendien zou aangifte worden gedaan…. Lees verder

Communitysites geven te gemakkelijk toe bij auteursrechtclaims

| AE 1534 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 35 reacties

Communitysites zoals Hyves, Web-log en Myspace geven veel te makkelijk toe aan claims van derden over inbreuk op auteursrechten. Zonder enig overleg met de gebruiker of zelfs maar controle van de juistheid van de claim verwijderen de beheerders materiaal waarover geklaagd wordt. Dat blijkt uit een onderzoek (PDF) onder de zeven belangrijkste communitysites dat (mijn)… Lees verder

De waarde van de blafbrief

| AE 1484 | Informatiemaatschappij | 7 reacties

Half februari ontdekte About:Blank dat collega-blog Spraakloos in zijn geheel offline was gegaan. Spraakloos bleek een aanvaring met de Orde der Transformanten te hebben gehad, waarbij het blog door de advocaat van de orde aansprakelijk werd gesteld voor reacties op de blog. Naar aanleiding hiervan schreef ik een gastbijdrage voor About:Blank in hun Linkdump revisited,… Lees verder