Wordle door New York Times gekocht, maar wat dan precies?

Het razend populaire spelletje Wordle is gekocht door The New York Times, meldde RTL Nieuws onlangs. The New York Times meldt wel dat het om ‘een bedrag met zes nullen’ gaat. De krant belooft dat het spel “for the time being” gratis blijft. Een oplettende lezer (dank) dook in de broncode (niet schrikken) en ontdekte een open source-vermelding van Microsoft. Vandaar de vraag: wat koop je dan, als je Worldle koopt?

Om maar even met die OSS vermelding te beginnen: inderdaad staat in de broncode van Wordle een copyrightvermelding met een BSD licentietekst op naam van Microsoft. Dat betekent: er is software van Microsoft gebruikt, en die staat dat toe mits je die copyrightvermelding laat staan. Zoals ook netjes is gebeurd.

Dat wil niet zeggen dat de hele broncode (de software dus) eigendom is van Microsoft. Josh Wardle heeft zelf de nodige functionaliteit toegevoegd, en heeft daar dus zelf auteursrecht op. De BSD licentie staat dat toe zonder enige eis (behalve dus die vermelding laten staan) dus dat verandert niets. Wardle kan de door hem geschreven code gewoon verkopen.

Maar zelfs als die OSS licentie de GPL was, dan nog zou dat mogen. De GPL zou hem verplichten een ieder de broncode van de software te geven én toe te staan deze onder de GPL te hergebruiken. Maar nog steeds behoudt Wardle de auteursrechten en die kan hij dus verkopen (in juridische taal: het is een vermogensrecht en dus overdraagbaar). Hooguit zou een koper de rechten minder waard vinden omdat iedereen de software mag hergebruiken, maar dat is een zakelijk onderhandelpunt.

Over de originaliteit van de naam en de vormgeving hebben we het al gehad, maar ik heb er geen twijfel aan dat Wardle ook hier auteursrecht kan claimen. Een merkdepot op de naam zie ik niet, maar dat was natuurlijk dan ook gewoon overdraagbaar.

Arnoud