Wanneer iemand YouTube-video’s plaatst op zijn persoonlijke website, eist Sabam een vergoeding. Dat las ik in de Morgen gisteren (haha). Het gaat hier om het embedden (via de gewone Youtubeknoppen) van op Youtube geplaatste video’s. Maar hee, dat mocht toch van het Svensson- en Bestwater-arrest? Inderdaad, maar Sabam ziet dat anders.
In die arresten werd bepaald dat het embedden van video’s (of ander materiaal) geen inbreuk is op het auteursrecht. Althans, wanneer de bronsite deze ook voor het algemene publiek aanbiedt. Wordt een video slechts voor een beperkt publiek aangeboden middels een betaalmuur of dergelijk middel, dan is een embedden (of linken) waarmee dat middel wordt omzeild, niet toegestaan.
Wat zegt nu Sabam echter, zoals in de Morgen staat:
Wij hebben YouTube voor onze inhoud een exploitatierecht toegekend tegen een procentuele vergoeding, maar enkel voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. Als een gebruiker die inhoud op zijn website gebruikt met bijvoorbeeld een banner bovenaan, dan haalt die persoon een economisch voordeel uit onze inhoud.
Ik lees dit als: er is wél een nieuw publiek want wij hadden niet bedoeld dat mensen video’s embedden en er dan geld mee verdienen. Maar sorry, zo werkt het arrest niet. Het nieuw publiek is gedefinieerd als een publiek dat anders is dan het publiek dat je op de bronsite wilde bereiken met de site zoals daar gebouwd. Dus bijvoorbeeld alleen je betalende abonnees, of wellicht alleen mensen wiens IP-adres aan Duitsland te relateren is of aan Shell-medewerkers. (Ik twijfel of dat genoeg is maar ik weet geen beter voorbeeld.) Het gaat nadrukkelijk niet om de status van dat publiek, alleen consumerende particulieren of ook commercieel hergebruikende partijen.
Ik geloof onmiddellijk dat Sabam niet bedoeld had om Youtube-gebruikers toe te staan video’s te embedden. Hun afspraken met Youtube lijken dat ook te ondersteunen. Alleen: dat is dan het probleem van Sabam met Youtube. Of Youtube leeft het contract niet na (oeps aan hun kant) of Sabam heeft niet laten vastleggen wat zij hadden bedoeld (oeps aan Sabam’s kant). Je kunt dat een eindgebruiker niet verwijten, net zo min als je een embedder kunt tegenhouden met “het was onze bedoeling dat dit artikel achter een betaalmuur zou komen”.
Het is precies die ergelijke gewoonte van rechthebbenden om elk hen tegenvallend uitspraak als een niet relevante specifieke feitengebonden uitspraak te zien die nog maar eens aangevochten moet worden (en natuurlijk elke uitspraak in hun voordeel als dé jurisprudentie die voor nu en altijd bepaalt dat zij nog meer rechten hebben) waardoor de hekel aan auteursrecht alleen maar groter wordt.
Arnoud