Scheiding van tafel en website

Volgens mij de eerste keer dat een website deel is van een boedelscheiding: de rechtbank Limburg oordeelde vorige week in een echtscheiding dat de vrouwelijke partner de website uit de boedel mocht hebben. Juridisch niet heel gek, hoewel het wel nogal informeel omschreven is, maar het roept wel vragen op.

Een website is juridisch geen fysiek ding zoals een tafel (of een hond, die ook moest worden toebedeeld). Wat het wél is, dat is niet met één woord te zeggen. Een site valt uiteen in content, software, domeinnaam en vast nog een aantal niet-tastbare componenten. Ik denk dat je dan al snel uitkomt bij het auteursrecht voor de content en software, en bij het algemene vermogensrecht voor de domeinnaam.

Dergelijke immateriële rechten zijn deel van een boedel als je in gemeenschap van goederen bent getrouwd. Ze zijn gemeenschappelijk eigendom (art. 3:166 BW). Dat betekent dat je ze niet los van je partner kunt exploiteren. Binnen het huwelijk geen probleem, maar ga je scheiden dan moeten ze worden verdeeld anders ontstaat een onwerkbare situatie.

Het meest logisch bij zo’n boedelverdeling is dat de rechten naar partner gaan die feitelijk de werken gemaakt heeft, maar een echt harde regel is dat niet. En als beide partners ergens hebben gewerkt aan de site, dan wordt het natuurlijk helemáál een lastige kluwen om te ontwarren.

Ik ben trouwens benieuwd wanneer er voor het eerst een Facebookprofiel moet worden opgedeeld in een echtscheiding. Van wie zijn de daar geposte berichtjes, foto’s en vrienden?

Arnoud

Het auteursrecht na een scheiding

Een lezer vroeg me:

Tijdens mijn echtscheiding kwam ook de verdeling van de foto’s aan bod. Fotografie is mijn hobby en heb dus door de jaren heen veel foto’s gemaakt. Kan mijn ex-echtgenote aanspraak maken op die foto’s?

Een auteursrecht kun je bezitten, weggeven, verkrijgen, vererven en ga zo maar door. Het is geen ‘zaak’ die je in eigendom kunt hebben, maar wel een recht – een vermogensrecht zoals de wet het noemt. Zulke rechten kunnen in een boedel vallen bij faillissement, en in het gemeenschappelijk vermogen als je trouwt in gemeenschap van goederen.

Aangenomen dat er niets geregeld is (bv. huwelijkse voorwaarden), zijn de auteursrechten dus gemeenschappelijk eigendom van de fotograaf en zijn partner. Dat volgt uit artikel 3:166 BW, en lid 2 daarvan zegt ook nog eens dat de verdeling 50/50 is.

Bij een gemeenschappelijk auteursrecht is exploitatie alleen mogelijk met instemming van beide partijen. Op grond van artikel 26 Auteurswet kan namelijk iedere rechthebbende los van de ander tegen inbreuk optreden. Ook uit het algemene burgerlijk wetboek (art. 3:170 BW) volgt dat het beheer “door de deelgenoten tezamen” moet gebeuren.

Bij een scheiding moet de boedel opgesplitst worden. Het is niet handig als de ex dan los van de feitelijk maker de auteursrechten kan exploiteren, dus op grond van de redelijkheid & billijkheid (art. 6:2 BW) zou je dan kunnen zeggen dat de rechten allemaal naar de maker moeten. Wel heeft de ex dan recht op een vergoeding. Zie ook Spoor/Verkade/Brein, p. 418.

Overigens, als de auteursrechten toch bij de fotograaf en niet zijn ex lijken te liggen, dan zou de ex nog wel kopieën mogen maken van foto’s waar zij op staat. Op grond van het portretrecht is het toegestaan (artikel 19 lid 1 Auteurswet) om een portret te kopiëren:

Als inbreuk op het auteursrecht op een portret wordt niet beschouwd de verveelvoudiging daarvan door, of ten behoeve van, den geportretteerde of, na diens overlijden, zijne nabestaanden.

De fotograaf hoeft echter niet de originelen af te geven om dit mogelijk te maken.

Naast het advies om je auteursrecht in je testament te zetten zou ik dan bij deze ook willen adviseren om auteursrecht mee te nemen in je huwelijkse voorwaarden. 🙂

Arnoud