Voor het eerst heeft een huurder van een rechterlijk college te horen gekregen dat hij zijn schotelantenne moet verwijderen omdat er via internet voldoende alternatieven zijn, las ik in de Telegraaf. Ehm, nee. Dit is geen nieuws, het is niet voor het eerst en dit soort zaken zijn niet vernieuwend of moeilijk. Hooguit tentamenvragen voor eerstejaars studenten ICT-recht. Maar het is kennelijk wel nieuws want “Het vonnis zou wel eens bepalend kunnen zijn in vergelijkbare zaken”. Dat kan immers met elk vonnis.
Het probleem dat mensen schotelantennes ophangen aan hun appartement en de verhuurder (of de buren) dat niet mooi vinden, is volgens mij al zo oud als, eh, schotelantennes. Uitgangspunt is dat het ophangen van een schotelantenne valt onder de informatievrijheid, een grondrecht (EHRM 16 december 2008, NJ 2010, 149). Dit mag dus alleen worden verboden als daar zwaarwegende belangen voor zijn (én er een duidelijke grondslag voor is, bv. een clausule in het huurcontract). Enkel dat je eigenaar bent van het pand, maakt je niet bevoegd huurders te verbieden een schotel op te hangen.
Bij veel zaken zetten ze echter de boel op z’n kop: de vraag is dan “is de schotel wel nodig” maar de vraag moet zijn “is het inroepen van het verbód wel nodig”. Maar nou ja, uiteindelijk komt het altijd neer op een afweging van belangen. Hoe ernstig is de schotel nodig en hoe belangrijk is het mooie aanzicht van het pand en de belangen van de buren die ineens zo’n wit ding hebben in plaats van een uitzicht.
Al in 2010 blogde ik over een vergelijkbare zaak waarin “ga maar internetten” als argument werd gebruikt om een schotel eraf te laten halen:
Voorts geeft artikel 10 EVRM geen recht op gratis informatie. Huurder heeft niet gesteld of aangetoond dat de kosten van de alternatieven zodanig hoog zijn dat hij deze redelijkerwijze niet kan betalen, terwijl bovendien van hem verlangd kan worden de mogelijkheden van het internet te beproeven.
Desondanks stortte de wereld niet in en gingen verhuurers zich niet massaal op dit “bepalende” vonnis beroepen. Sterker nog, in een zaak uit 2011 oordeelde de rechtbank juist dat de “zuiver esthetische belangen” van een antenneloos pand en de boosheid van andere bewoners dat hun antenne er wél af, samen niet genoeg grond waren om de antenne van de eiser uit deze zaak weg te laten halen.
Maar toegegeven, in recente zaken zie je wel vaker het argument “u kunt dit toch allemaal via internet bekijken, waarom moet er dan zo’n overlastgevende schotel”? En dat snap ik ergens wel: als je dezelfde kwaliteit en kwantiteit informatie kunt krijgen via een niet-overlastgevend kanaal, dan is het wel reëel om te verlangen dat je dat eens probeert. Toch?
Ik begrijp de overweging dus van de rechter, maar om nou te zeggen dat dit een verrassend vonnis is, nee.
Arnoud