De Automatisering Gids meldt dat verkiezingssoftwaremaker Groenendaal een kort geding heeft aangespannen tegen de actiegroep Wij vertrouwen stemcomputers niet en enkele van haar leden. De groep heeft namelijk Groenendaal’s software voor de Nedap-stemmachines online beschikbaar gezet.
Op het eerste gezicht een duidelijke zaak: op software rust auteursrecht, en software verspreiden zonder toestemming mag niet zomaar. Maar uit haar persbericht blijkt waarom de stichting dit gedaan heeft:
De stichting ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ heeft de ISS software in oktober 2006 op haar website geplaatst. De stichting heeft dat gedaan omdat zij van mening is dat alle aspecten van verkiezingen publiek bekend dienen te zijn. Dit geldt in bijzondere mate voor het tellen van de stemmen. Publicatie van de software is volgens de stichting noodzakelijk om te kunnen begrijpen hoe de stemmen in Nederland geteld worden. Bovendien is onderzoek naar de Nedap stemcomputer, waarover de stichting in oktober 2006 publiceerde, alleen uit te voeren en te begrijpen met behulp van de ISS software. De software op de website van de stichting is overigens alleen geschikt voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2006. Voor elke verkiezing brengt Bureau Groenendaal een nieuwe versie uit.
De vraag is dus, is het gerechtvaardigd om iemands software op Internet te zetten om aan te tonen dat deze slecht beveiligd is?
Dit valt niet onder een van de uitzonderingen op het auteursrecht. Er wordt niet geciteerd, er is geen sprake van een parodie, en voorzover ik weet wordt het werk ook niet gezongen tijdens een kerkdienst. En fair use bestaat niet in Nederland. Maar daarmee is niet alles gezegd.
Het komt niet vaak voor, maar als er een zwaarwegend belang is dat voor publicatie pleit, dan kan de rechter het auteursrecht daarvoor laten wijken. Het bekendste voorbeeld is het Scientology-arrest van 2003. Hierin werden ook werken (boeken, in dit geval) gepubliceerd zonder toestemming. De gedaagden deden een beroep op hun recht op vrijheid van meningsuiting (informatievrijheid): ze moesten kunnen waarschuwen voor misstanden bij de Scientology-beweging.
Het Hof oordeelde toen:
Ingevolge het tweede lid van artikel 10 EVRM kan het recht op informatievrijheid worden onderworpen aan beperkingen die in een democratische samenleving nodig zijn ter bescherming van onder meer de rechten van anderen. Onder die rechten valt in beginsel mede het auteursrecht, nu dit bij de wet is voorzien en dient ter bescherming van de rechten van anderen.In het geval van de Scientology-documenten vond het Hof uiteindelijk de publicatie gerechtvaardigd.
Denkbaar is dat er bijzondere gevallen zijn waarin de handhaving van het auteursrecht, zoals een inbreukverbod, moet wijken voor de informatievrijheid.
Het kort geding is gepland voor 22 mei.
UPDATE: verslag van de argumenten van eisers en gedaagden.
UPDATE: (14 juni) de stichting heeft het kort geding verloren en moet de software van haar site verwijderen.
Arnoud