Stel je schrijft je in voor een opleiding, die maar liefst €3.630 kost. De opleiding valt fors tegen, en dan ontdek je ook nog dat de opleider zichzelf op een bekende vergelijkingssite met nepreviews flink de hemel in geprezen heeft. Je zou om minder boos worden. En je zou denken dat je dan de cursus wel geannuleerd krijgt, dat is toch een vorm van bedrog om een cursus zo vals voor te spiegelen? Maar uit een recent vonnis (via) maak ik op dat dit juridisch niet mee zal vallen.
Dat sprake was van neprecensies, komt al snel vast te staan als ik het vonnis lees. Sterker nog, de gedaagde van het opleidingsinstituut gaf toe dat ze had “geëxperimenteerd met deze vorm van reclame”. Daarmee is buiten twijfel dat de neprecensies zijn geplaatst om de verkoop te bevorderen, en dat is juridisch te kwalificeren als een bedrieglijke handeling. Dus dan zou het een inkoppertje moeten zijn dat je als student er vervolgens van af kunt.
Toch niet helemaal. De wet (art. 326 Strafrecht, oplichting) eist namelijk dat er een “causaal verband” is tussen de bedrieglijke handeling en het uiteindelijke besluit, in dit geval om zich tot de cursus in te schrijven. En daarvan was geen sprake, althans dat kon de cursist niet aantonen. Tussen de regels door maak ik op dat hij pas ná de inschrijving ontdekte dat er óók nog eens neprecensies waren geschreven, naast de prutscolleges die hij had gevolgd. En dan gaat het dus juridisch mis, want als je niet door de truc bent overgehaald om de cursus te doen, dan doet het er dus niet toe hoe legaal of illegaal de truc was.
Persoonlijk had ik ingestoken op de oneerlijke handelspraktijk. Dan ben je sneller rond met het bewijs, voldoende is dan dat je aantoont dat de handelaar zich op “bedrieglijke wijze voordoen als consument” (art. 6:193g sub v BW). En dan is de overeenkomst direct vernietigbaar. Maar het probleem is uiteindelijk hetzelfde: de overeenkomst moet dan “als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk tot stand [zijn] gekomen” en dat geeft hetzelfde bewijsprobleem.
De volgende keer dus vóóraf zoeken naar dubieuze reviews, en daarnaar verwijzen in je inschrijving onder “Hoe heb je ons gevonden”. Of ben ik nu te cynisch?
Arnoud
Niet volledig eerlijke, of zelfs volledig verzonnen, testimonials zijn volgens mij van alle tijden. Helemaal niet eerlijk/netjes, en niet goed voor de reputatie van de aanbieder, maar om daar nu een ontbinding op de baseren, zowel in de tijd van mondelinge of gedrukt reclame of nu in het digitale tijdperk, gaat me wat ver.
Je hebt als klant ook een onderzoeksplicht, en als je alleen op een paar positieve reviews ergens op een site afgaat en daar een aankoop van een paar duizend euro op baseert…. Tja.
Als je het vonnis leest zul je zien dat de student trouwens wel gelijk heeft gekregen omdat de opleiding ondermaats was, dus een wanprestatie was er wel degelijk.
Alleen de link tussen de valse reviews en de aankoopbeslissing was niet voldoende aangetoond door de cursist (en was er waarschijnlijk niet eens).
Kortom: Goede beslissing, lijkt me. (Zelfs zodanig goed voor de cursist dat ik me afvraag of de beslissing ten gunste van de cursist op basis van ’tekortkoming in de nakoming’ niet een beetje is beinvloed door de onfrisse praktijken van de aanbieder die eigenlijk juridisch niet relevant waren)
Nu de aanbieder erkend heeft de reviews zelf te hebben geschreven zijn dat uitlatingen van de aanbieder over de kwaliteit van zijn product of dienst. Je mag als afnemer dan uitgaan van de juistheid van deze uitlatingen (met een marge voor verkooppraat).
Dwaling bij het sluiten van het contract zie ik niet; misleiding vereist dat je moedwil kunt aantonen, in dit geval lijkt het meer op incompetentie van de aanbieder. Uiteindelijk krijgt de klant een dienst die niet aan de gewekte verwachtingen voldoet, hetgeen reden tot ontbinding is.
Wanprestatie dus.
Los van de juridische kwalificatie (dwaling, bedrog, wanprestatie) komt het probleem hierop neer dat de rechter het niet bewezen achtte dat er een verband was tussen die neprecensies en het feit dat de cursist die opleiding kocht. De cursist had dus niet bewezen dat hij zonder die recensies de opleiding niet gekocht had, of dat die recensies op de een of andere manier deel uitmaakten van de afspraken met de leverancier. Uiteindelijk is de koop trouwens wel ontbonden omdat de opleiding niet overeenkwam met wat in de syllabus stond (wanprestatie).
Ik ben er nog niet uit wat ik van valse positieve reviews vind, maar ikzelf zoek juist altijd de negatieve reviews op en kijk of ik de bezwaren van de reviewer voor mijzelf onoverkomelijk vind. Met name bij software is het dan ook relevant of die negatieve (juist) over de huidige versie gaan.
Doe ik ook altijd, aan de meeste positieve reviews heb je niet zo veel. ‘Ik heb hem net binnen en hij ziet er prachtig uit!’ versus ‘Ik heb hem net 6 maanden en hij doet het niet meer.’ En daarnaast natuurlijk de nep-recensies maar die kunnen in principe ook negatief zijn.
meestal wordt de valsheid niet erkent, ging in dit geval wel heel makkelijk. feiten daaromheen zijn ietwat kort.
Het wordt langzaamaan tijd dat in de wet komt te staan dat liegen strafbaar is. Bij oneerlijke handelspraktijken zou de handelaar eigenlijk per definitie aan het kortste eind moeten trekken. Dan was het gauw afgelopen met verkoop-prietpraat en commerciële manipulatie. consumenten willen eerlijke handel, in plaats van “eigen schuld-dikke-bult, had je maar je onderzoeksplicht moeten uitoefenen.” Omgedraaide wereld is dit. En flink aan de schandpaal. De wereld mag weten dat je gelogen hebt. Misschien houden bedrijven zich een beetje in als ze hun reputatie te beschermen hebben.
Als liegen strafbaar moet worden, dan wel in alle omstandigheden. Ook bijvoorbeeld bij verhoren door politie…
De politie mag ook door rood rijden als dat nodig is, dus ik zie niet in waarom dat voor liegen anders zou moeten zijn als (als het doel is andermans leugen te ontmaskeren). Gelukkig komen ze bij de politie al langzaam tot inzicht dat het nodeloos onder druk zetten van een verdachte geen betrouwbare informatie oplevert.
Als de politie mag liegen, is zij fundamenteel onbetrouwbaar, en ondermijnd zij daarmee haar eigen gezag. Daarmee moet je als burger altijd rekening houden dat agenten tegen je staan te liegen, wat de samenwerking en het vertrouwen op zijn zachts gezegd niet zal bevorderen. Het is vrijwel nooit nodig om te liegen en toch geen informatie te geven als dat niet gewenst is. (Ik kan me voorstellen dat het voor undercover operaties iets anders ligt, maar ook dan moet de politie goed opletten of zij niet aan het uitlokken slaat.)
In beginsel moet de politie (en het OM) de waarheid spreken. Maar bluffen en valse voorstelling geven tijdens een verhoor van een verdachte mag, als het gaat om een ernstig misdrijf en de leugen geen ernstige inbreuk op een goede procesorde geeft. Dus “je maat heeft al bekend, ik zou maar snel ook bekennen” kan prima ermee door bij een roofoverval. Bij een willekeurige passant “meneer geeft u even DNA af, dat moet van de Wet op het DNA Onderzoek 2018” zeggen zou echt niet kunnen.
Het arrest met de regels over liegen door de politie.