Hoe verwijder je sneller maar wel eerlijk ongewenste content van internet?

Voor mensen die geconfronteerd worden met onrechtmatige content op het internet is het moeilijk om deze snel verwijderd te krijgen, zo opent het WODC in een nieuwsbericht over deze lastige problematiek (via). 15 procent van de Nederlanders heeft direct of indirect ervaring met schadelijke, en mogelijk onrechtmatige, content die hen persoonlijk raakt, zoals bedreigingen, privacy-inbreuken en wraakporno. Daarvan overweegt slechts 1,4 procent juridische stappen te zetten. Het WODC deed onderzoek naar oplossingen voor dit probleem die óók recht doen aan de positie van de plaatser en de tussenpersoon.

Het onderzoek is uitgevoerd door het Instituut voor Informatierecht als onderdeel van het speerpunt van de Minister voor Rechtsbescherming om de positie van slachtoffers van onrechtmatige uitingen op het internet te verbeteren. De kern van het probleem is natuurlijk dat er nooit één partij is die je gewoon met één rechtsgang aanspreekt, zoals je zou doen wanneer iemand op een zeepkist gaat staan en wat over jou gaat roepen. Er zijn vele routes met voor- en nadelen, zoals dit schema uit het onderzoek laat zien:

(klik voor schema)

Er zijn enerzijds procedurele routes die snel, laagdrempelig en schaalbaar zijn, en anderzijds procedures die optimale rechtstatelijke waarborgen bieden. Een combinatie van al deze kwaliteiten in één procedure lijkt uitgesloten, aldus het rapport. Dat vind ik ook niet gek gezien de verschillende partijen en hun belangen in dit proces.

Wat voor mij met name wringt, is de lage waarborgen bij de notice&takedown procedure, die voor mij toch de eerst aangewezen stap zou moeten zijn. Snel en effectief, en volgens de wet inclusief een beoordeling door de tussenpersoon die de notice krijgt of de eis wel terecht is. Maar daar gaat het dus vaak mis:

Dit alles bijeengenomen maakt dat mogelijk veel rechtmatige en toegestane uitingen verwijderd worden. Vervolgens wordt degene die de vermeend onrechtmatige content geplaatst heeft, niet altijd de mogelijkheid geboden zich te verdedigen of zich na verwijdering te verzetten. Ook bleek uit de bovenstaande uiteenzetting over de transparency reports dat het nog zeer moeilijk is zicht te krijgen op het daadwerkelijk functioneren van de Notice and Takedown-procedures van de verschillende grote internetdiensten.
Een belangrijke factor is daarbij dat veel takedowns automatisch plaatsvinden. Dat komt denk ik met name omdat dat het goedkoopste en snelste is, en vanuit de Amerikaanse achtergrond het meest logisch: onder de DMCA Notice & Takedown procedure is het weghalen na klacht de verplichte stap, en pas daarna ga je de discussie voeren. Die discussie verzandt vaak in standaardantwoorden, maar het materiaal is dan al weg. Eigenlijk moet de discussie inhoudelijk worden gevoerd (“nee, dit was legitieme kritiek” bijvoorbeeld) vóórdat de tussenpersoon besluit het materiaal weg te halen. Maar als je systeem gebouwd is volgens de Amerikaanse norm, dan gebeurt dat dus niet.

Hoe moet het dan wel? Het rapport doet een aantal voorstellen. Allereerst het verder normeren en codificeren van Notice and Takedown-procedures en het daarvoor geldende afwegingskader, bijvoorbeeld dus door expliciet op te schrijven dat een takedown niet automatisch op klacht mag gebeuren. Een simpele verbeterstap daarbij is providers verplichten op duidelijke en eenvoudige manier te publiceren hoe een takedown verzoek gedaan kan worden en wat er dan gebeurt, iets dat nu al geldt als best practice bij hostingproviders. Een experimentele opzet bij de kantonrechter (een soort supersnelrecht) vond ik ook een hele leuke, dan heb je wel gerechtelijke toetsing maar heel laagdrempelig. Hierbij speelt natuurlijk wel dat je vervolgens dan ook snel het vonnis bij de tussenpersoon uitgevoerd moet kunnen krijgen.

Het rapport gaat niet in op wat volgens mij een hele belangrijke factor is: de anonimiteit en daarmee onbereikbaarheid van de plaatser van de content. Logisch gezien de scope, maar wel meteen een sterk complicerende factor. Tegelijk besef ik ook dat een plaatser vaak internationaal kan zijn, zodat de naam en woonplaats weinig toevoegen.

Arnoud

17 reacties

  1. Ik heb een vraag m.b.t. jurisdictie: Zou je (als Nederlands(talig)e YouTuber) in Nederland een rechtszaak vanwege onrechtmatige daad kunnen aanspannen tegen een Amerikaanse organisatie die in de VS valse DMCA-verwijderverzoeken bij YouTube indient? Hoe zit dat wanneer die valse claim uit een automatisch filter komt?

    1. Dat zit ik me ook al een tijdje af te vragen. Je moet dan in Nederland schade hebben geleden van die onrechtmatige daad. Dat zou dan het leugenachtige verwijderverzoek moeten zijn, dus het schadebrengende feit is dat je video offline is. Dat kan alleen schade opleveren in de vorm van gemiste advertentie-inkomsten (als je professioneel vlogger bent). De meer abstracte “mijn vrijheid van meningsuiting werd onterecht gesmoord” claim is lastiger financieel te onderbouwen denk ik.

      Ik denk dat de claim makkelijker te onderbouwen is als het geheel geautomatiseerd ging, dat is onzorgvuldig en mogelijk in strijd met de AVG (artikel 22) want het raakt mij substantieel.

      Ja, ik zie er wel wat in. Je zet dan in op rectificatie en een plicht tot intrekverzoek sturen naar Youtube, ongedaan maken van het schadebrengend feit. Een schadeclaim tot geld zie ik minder. Oh, en je kunt erbij zetten dat als die plicht niet wordt nagekomen dat het vonnis dan in de plaats daarvan bij Youtube mag worden ingezet. Precedent: https://blog.iusmentis.com/2013/01/23/rechter-verbiedt-smaadpleger-socialemediaprofielen-te-hebben/

      1. Ik denk vooral aan een kort geding waarin de vlogger naast rectificatie en intrekken van het DMCA verzoek ook een verbod op het doen van nieuwe valse DMCA verzoeken eist. (Zo’n verzoek moet je wel goed formuleren zodat je gefundeerde verzoeken niet verbiedt.) Het voordeel van een Nederlands kort geding is dat het relatief snel is; de uitspraak is enkele weken na de dagvaarding.

        Ja, een schadevergoeding wordt niet snel toegekend in kort geding. Ik zie na een positief vonnis in KG wel aanzienlijke ruimte om te schikken met een goede schadevergoeding.

        1. Ik vind schadevergoeding echt lastig. Afgezien van gemiste advertentie-inkomsten kan ik geen reële schadeposten bedenken, namelijk. Als ik als privépersoon gewoon zeg mijn kritiek op een bedrijf wil geven, en die video wordt verwijderd wegens een evident verzonnen auteursrechtinbreuk, welke financiële schade heb ik dan?

          1. De schade is dat je moet gaan betalen (advertentieruimte kopen) om die op zich legitieme mening in de openbaarheid te krijgen.

            De referentiesituatie is dat de mening openbaar gemaakt mag worden. Alles wat redelijkerwijs nodig is om de referentiesituatie te bereiken is potentiele schade.

          2. Ik ben het met je eens dat schadevergoeding voor een amateur er in het Nederlandse recht niet snel in zit. Bij iemand die een (kleine) bijverdienste heeft aan zijn filmpjes is financiële schade aanwijsbaar. Als je aan een Amerikaanse advocaat een voor Nederlandse begrippen nette schadevergoeding vraagt (zonder verdriedubbelaars) zal hij vanuit zijn ervaring al heel snel zijn cliënt adviseren akkoord te gaan.

            Ik denk dat voor de meeste Youtubers de rectificatie van en een verbod op herhaling van een DMCA verzoek meer waard zijn dan de schadevergoeding.

      2. Het probleem is alleen dat Youtube niet verplicht is om jouw video’s te hosten. Zij kunnen dus altijd zeggen dat ze geen zin meer hebben om die specifieke video van jou te hosten en dus kunnen ze het terugplaatsbevel negeren. Vandaar dat ze ook soms de counter-notice negeren.

        Een ander bron van misgelopen inkomsten zouden sponsoring contracten kunnen zijn of misgelopen donatie inkomsten omdat je met een strike op je account niet meer kan live-streamen. Helemaal wanneer deze leugenachtige verwijderverzoek net de derde strike oplevert en dus je hele account verwijderd word.

        1. Sterker nog; YouTube zwaait wel met de DMCA. Maar alle bezwaren worden juist via YouTube’s eigen regels afgehandeld. Die volgen voor een groot deel de DMCA. Onder de DMCA heb je bepaalde rechten waar je bij YouTube naar kunt fluiten.

  2. Tja, dit soort gedoe wordt nog eens de doodsteek van de “platformen” — het kat-en-muis spel tussen mensen die onrechtmatige zooi op de platforms plaatsen, de media-conglomeraten die daar wat aan tegen doen zonder zich te bekommeren om nevenschade in de vorm van allerlei materiaal dat ten onrechte onderdrukt wordt, en een rechtssysteem dat geld als de maat van alle dingen ziet. Hoewel vrijheid van meningsuiting misschien moeilijk te kwantificeren is in geld, moeten we wel effectieve middelen hebben om ze handhaven. Al is het maar de mogelijkheid om volledige processkosten vergoed te krijgen in zulke gevallen, zodat een legertje no-cure no-pay advocaten achter dit misbruik van “take-down” mechanismes kunnen aangaan.

    Nog liever zie ik de hele platform business verdwijnen en dat mensen hun eigen servertje in hun eigen meterkast krijgen, waarbij zij hun materiaal met vrienden en familie delen, zonder dat derden daar inzage in kunnen krijgen. Stuk beter voor de privacy. Zij kunnen dan ook dingen voor de hele wereld publiceren, en dan zijn zij gewoon gelijk het juiste aanspreekpunt voor eventueel onrechtmatige inhoud.

    1. Ik zou dit toejuichen. Ik zit wel met twee problemen:

      1) Hoe vinden mensen dan al deze individuele sites? Zoekmachines en startpagina’s worden dan de nieuwe platforms, met exact dezelfde problemen op het gebied van vindbaarheid, voorkeursplekken, valse trucjes, takedowns et cetera. 2) Hoe bied je anonimiteit aan de individuen die dat verdienen, zoals klokkenluiders, terwijl de mensen die misbruik maken van hun uitingsmogelijkheden wel juridisch aangesproken kunnen worden?

      1. Die problemen zie ik inderdaad ook, en ik geloof zelf dat de hele opkomst van platformen (naast het stukje gemak dat ze bieden met kant-en-klare software) vooral te danken is aan de efficientie van gecentraliseerde zoek/vind functionaliteit. Er zijn wel wat pogingen gedaan om dit soort functionaliteit te decentraliseren, maar buiten niche toepassingen (bijvoorbeeld DHT om torrents te vinden) is dit nog niet doorgebroken. Dit kan veranderen als de strijd om de platformen zich verhardt. Voor sociale netwerken is het probleem wat minder: je deelt materiaal voornamelijk binnen je eigen kringen, en het vinden van mensen die daarbij horen is meestal niet zo controversieel. (En volgens de theorie van “Six degrees of separation” zal echt interessant materiaal ook in zo’n wereld redelijk snel zijn weg vinden en “viraal” gaan.)

        Klokkenluiders hebben ook in het huidige systeem een heleboel beperkingen, afhankelijk van de ernst van de mistand en de verbetenheid van de organisatie waar de misstand plaatsvind. Dan is ook nu nog vaak de beste weg via een journalistieke of andere organisatie met een goede redactionele voorselectie en behoorlijk wat juridische vechtcapaciteit de beste weg. Als je mistanden denkt op facebook of twitter de wereld in te moeten helpen verzuipen ze vaak toch in de stortvloed aan nepnieuws en complottheorieen. Het belangrijkste probleem is vaak voldoende publiek te vinden dat je claims serieus neemt, en er wat aan kan doen.

      1. Diaspora werkt nog steeds met servers waar je je materiaal op andermans servers zet, en al is het meer gedecentraliseerd, het gaat mij nog niet ver genoeg. Ik ga echt voor een model waarbij je alleen je eigen materiaal op je eigen server bij je thuis zet, en naar materiaal van anderen refereerd (bv via content-hashes), of kopieerd en overneemt. Daarnaast is het opzetten van zo’n Diaspora server voor veel mensen nog veel te lastig.

    2. Nog liever zie ik de hele platform business verdwijnen en dat mensen hun eigen servertje in hun eigen meterkast krijgen, waarbij zij hun materiaal met vrienden en familie delen, zonder dat derden daar inzage in kunnen krijgen.

      Dat kan al, dus: ga je gang.

      Maar: je zit wel vast aan de voorwaarden van de access provider, ipv hosting provider.

      1. Dat doe ik al. Ik heb thuis een server staan, en host ook al zo’n 20 jaar een website bij een hosting provider. Heb in al die tijd nooit een DMCA notice gehad (omdat ik er geen inbreukmakende dingen op zet) en slechts een keer een blaf-mail van een advocaat die het namens een klant niet eens was over iets wat ik had geschreven en wat onzinnige dreigementen uitte (op mijn reactie: ga lekker procederen als je het niet laten kunt heb ik nooit meer wat gehoord).

        Een hosting partij verdient aan mij, niet aan adverteerders, dus heeft minder redenen om mij zomaar te verwijderen (en scant ook niet permanent al mijn inhoud), hetzelfde geldt voor een access provider, en die kan zelfs niet scannen wat ik op mijn thuisserver heb staan — al het end-to-end verkeer is versleuteld.

        Blijft het probleem dat zolang niet een groot deel van je contacten over is op eigen servers, je noodgedwongen moet kiezen tussen meedoen met de platformen, of in een isolement komen.

  3. Bits of Freedom heeft in 2004 het “Project Multatuli” gedaan, om te onderzoeken hoe providers omgaan met die takedown-verzoeken. Ze hebben een tekst van Multatuli (publiek domein sinds 1957) bij tien verschillende providers gehost. Vervolgens heeft een niet bestaande juridisch adviseur vanaf een hotmail-adres een klacht gestuurd over die tekst. Zeven providers haalden de teskt offline zonder te controleren of de klacht inhoudelijk wel terecht was. Het zou goed zijn dat onderzoek eens te herhalen.

    1. Dat was hilarisch (en schokkend), de zogenaamde juridische adviseur heette Mr. Johan Droogleever, een variant op een naam uit de Max Havelaar, Droogstoppel. Inderdaad tijd om te herhalen, maar nu met een andere, niet minder bekende tekst, bijvoorbeeld de werken van Joh. Kieviet, Vondel, of de Burgersdijk vertaling van Shakespeare.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.