Iets dat we steeds vaker gaan zien: je wilt van je installateur of beheerder af, maar die heeft de toegangscodes of wachtwoorden en die wil hij niet zomaar afgeven. Sta je dan in je recht om ze op te eisen? Dat is een juridisch lastige vraag, want zo’n code is niets. Het is immers niet meer dan data. Maar in een recente rechtszaak vond de rechter toch een praktische oplossing.
Uit het vonnis blijkt dat een onderhoudsbureau een onderaannemer had ingehuurd die onder meer de brandmelder had geplaatst in het Rotterdam The Hague Airport Wings Hotel (hierna: “het hotel”, sorry wat een mond vol).
Die melder functioneerde niet naar behoren volgens de klant, maar de onderaannemer was stellig dat er niets aan de hand was. Weliswaar stond permanent het storingslampje aan, maar dat bleek een spookmelding te zijn zonder daadwerkelijke gevolgen. Ook kon een extern bureau geen grote problemen vinden. De rechter ziet dan ook geen problemen met de levering door die onderaannemer, dus die moet gewoon betaald krijgen voor zijn diensten.
Tussen de regels door krijg ik het gevoel dat het bureau klachten kreeg van het hotel omdat het ding maar bleef piepen of moeilijk doen. Zo ging de melder een keer af toen het buiten 45 graden was op een extra zonnige dag, of door douchestoom. Dus dan voelt het als een logische volgende stap om toch van die onderaannemer af te willen.
Met een ander verder gaan mag, ook als er geen echte klachten zijn. Maar nu wordt het ICT-spannend: wil je dat brandmeldsysteem onderhouden, dan heb je een code nodig (hierna: “de code”) en die wilde de onderaannemer niet zomaar afgeven. Na enig aandringen toch wel, maar dan alleen onder de volgende voorwaarden:
acceptatie van de gevolgen van de overdracht van de code aan een andere installateur door [het bureau];
verval van garantie en iedere aansprakelijkheid van [gedaagde1] voor de BMI;
afstand van aansprakelijkheid, korting of verrekening als gevolg van terugzetten code;
finale kwijting ter zake de BMI.
Dit zijn op zich gebruikelijke eisen. Alleen, mág je dat wel stellen als voorwaarde om een toegangscode, hierna: “de code”, te moeten afgeven? Nou nee, want nergens in het contract staat geregeld dat je alleen dan de code hoeft af te geven.
De spanning stijgt: op welke grond houdt de onderaannemer de code nu onder zich? De rechter komt uit bij het retentierecht. Je mag spullen onder je houden die van een ander zijn zolang die ander een afspraak niet nakomt. Alleen, in het contract stond dat het retentierecht niet ingezet mag worden, dus dat kan de onderaannemer vergeten. Code afgeven, einde oefening.
Echter, dit is wel raar, want het retentierecht geldt voor fysieke zaken en een toegangscode is dat niet. Oh pardon, toch wel:
Hierbij wordt opgemerkt dat de voorzieningenrechter de code beschouwt als een zaak als genoemd in artikel 3:290 juncto 3:2 BW, nu de code in deze gelijk te stellen aan een fysieke sleutel.
Dat klopt formeel niet helemaal, maar praktisch gezien wel. En voorzieningenrechters zijn er voor praktische oplossingen. En het is ergens ook wel te verdedigen dat een sleutel een zaak is: hij is voor menselijke beheersing vatbaar, vertegenwoordigt waarde en is in de praktijk uniek/verplaatsbaar. Codes deel je maar in beperkte mate en meestal is er maar een iemand die hem weet (als het goed is, wordt hij na overdracht snel gewijzigd immers). Dus dan klopt het ook formeel.
Arnoud