De rechtbank in Amsterdam heeft een huurder die zijn appartement via Airbnb aan toeristen onderverhuurde veroordeeld tot ontruiming. Dat las ik bij AMS Advocaten. De rechtbank vond de overlast die dit veroorzaakte, samen met de overtreding van de huurovereenkomst, zo ernstig dat de verhuurder de huurovereenkomst mocht opzeggen. Ook moet de huurder een boete betalen van dik € 7.500.
Uit het vonnis blijkt dat de onderverhuur overlast veroorzaakte bij de buren, onder meer omdat de voor de onderhuurder aangebrachte WC op een te kleine leiding was aangesloten, waardoor ahem “de fecaliën met kracht uit de doucheput worden gedrukt” bij de buren. Goedemorgen.
De rechtbank beschouwt die overlast samen met de “aanzienlijke” omvang van de onderverhuur als voldoende reden om de huur te mogen opzeggen. Dit zijn ernstige overtredingen van de huurovereenkomst, en hoewel je in Nederland niet zomaar op straat komt te staan, was dit toch ernstig genoeg. Bovendien moet de huurder een boete betalen: dik 7.500 euro, zoals in het huurcontract opgenomen.
De verhuurder – Rappange – blijkt actief in de AirBNB-aanpak, zo las ik in Trouw:
Tientallen Amsterdammers die hun huurwoning op Airbnb plaatsten, kunnen een forse rekening tegemoet zien. Vastgoedbeheerder Rappange vermoedt van 35 huurders dat ze hun huis illegaal op de site hebben gezet. Het bedrijf eist tienduizenden euro’s op aan inkomsten van de illegale onderhuur.
Dat opeisen van de onderhuurinkomsten is in dit geval niet gelukt. De rechter oordeelt dat de verhuurder zijn schade vergoed mag krijgen, maar de winst genoten door de onderverhuur is geen schade geleden door de verhuurder. Het criterium hierbij is altijd, hoe zou men er financieel voor hebben gestaan als het onrechtmatig handelen niet zou zijn gebeurd? Hier zou dat neerkomen op, dan was er niet onderverhuurd en had hij netjes zelf de huur betaald. De winst is dus geen schade.
Weer een gevalletje “innovatie versus oude systemen” of “sinds wanneer rechtvaardigt een app het overtreden van de wet”?
Arnoud