Eergisteren bij de Rijdende Rechter: een auteursrechtenkwestie, “Wat een bevalling“. Een doula plaatst op haar site een foto van een beschuit met muisjes, gevonden op een gratisfotosite. Enige tijd later krijgt ze een sommatie van het Belgische Permission Machine (“the Graphic Detective”), gevolgd door een sommatie van 820 euro wegens auteursrechtinbreuk. Wat zal het oordeel zijn van Mr. Reid?
De zaak zelf is een standaardverhaal. Een kleine ondernemer zoekt een plaatje bij haar site, vindt die op een kennelijk gratis site en/of denkt niet na over auteursrechten, en krijgt na enige tijd een forse factuur van een fotograaf of een foto-incassobureau met een rare naam. In dit geval de Permission Machine uit Brussel.
Wie een auteursrecht schendt, moet de schade vergoeden. Dat is voor iedere jurist een axioma, en dat de maatschappij ondertussen heel anders denkt over auteursrecht of plaatjes op internet, dat doet er niet toe. Het is dan ook niet gek dat Rijdende Rechter Mr. Reid, John Reid, concludeert dat er gewoon sprake is van inbreuk op dat auteursrecht.
Vervolgens het altijd heikele punt: de schadevergoeding. Menig rechthebbende grijpt zo’n geval aan om eens lekker uit te pakken: eindelijk eens zo’n kwajongen te pakken die in mijn tuin voetbalt, daar zullen we eens een voorbeeld van maken. Daarom komen foto’s van €45 routinematig boven de 500 euro schadeclaim. Ik snap die ergernis maar blijf erbij dat het juridisch niet klopt.
Een voorbeeld stellen, dat doen we niet in het Nederlands schadevergoedingsrecht. Behalve dan in het auteursrecht, want dat kent zijn eigen regels lijkt het wel. Ook Mr. Reid gaat hierin mee. De hoofdregel van de Hoge Raad is dat de schade bij inbreuk op een IE-recht gelijk is aan de normaal te betalen vergoeding. Immers, dat is wat je had gehad als er wél een licentie was gekocht, en het verschil tussen hoe het is en hoe het had moeten zijn bepaalt wat de schade is.
Maar dan komt ‘ie:
Als slechts de misgelopen licentievergoeding als schade zou worden toegewezen, zou schending van het auteursrecht voor de dader een “niet-geschoten-is-altijd-mis” kwestie worden.
Daar zit natuurlijk wat in. Je kunt een foto overnemen zonder te vragen, en als de rechthebbende zich meldt dan zeg je sorry en betaal je zijn normale vergoeding. En stel dat slechts 10% van de rechthebbenden zich meldt, dan heb je dus flinke winst als inbreukmaker. Dat stuit rechters natuurlijk tegen de borst.
Het punt is alleen: dit noemen juristen ‘generale preventie’, oftewel afschrikken door een stevige boete op te leggen. Maar dat is een principe uit het strafrecht. Boetes zijn eenvoudigweg geen schade en het schadevergoedingsrecht is niet bedoeld om mensen af te schrikken. Het is bedoeld om schade te vergoeden, de situatie te brengen naar waar hij had moeten zijn.
De ergernis over dit punt bracht me twee keer ertoe om onderzoek te doen. En daaruit blijkt dat het tégen de jurisprudentie is om zo’n 200% verhoging op te leggen met als motivatie dat je mensen moet afschrikken. Wat wel mag, is een extra vergoeding voor overlast, voor gemaakte kosten of voor ontbrekende naamsvermelding. Erg jammer dat dát niet meegenomen is in het bindend advies.
Arnoud