WeChat en AliExpress in VS op zwarte lijst vanwege nepartikelen

De Verenigde Staten hebben de Chinese diensten WeChat en AliExpress op de zwarte lijst gezet, las ik bij Nu.nl.Dat blijkt een lijst van de U.S. Trade Representative’s office te zijn, waarop 42 online marktplaatsen (en 35 fysieke) vermeld zijn die volgens de TRO grootschalig namaak (“counterfeit”) merkproducten verkopen. Klinkt stoer, maar heeft het ook daadwerkelijk effect?

Ik moest ook even drie keer nagaan om welke federale organisatie het ging. Ik dacht eerst de Federal Trade Commission (FTC), die vergaande bevoegdheden heeft om de consument te beschermen en op kan treden tegen grootschalige namaak (inbreuk op IE-rechten). Of de federale International Trade Commission (ITC) die expliciet de mogelijkheid heeft om geïmporteerde namaak tegen te houden. Maar het is dus de USTR, de Office of the United States Trade Representative, in Nederlandse termen een onderdeel van het kabinet van de president (executive office).

De Review of Notorious Markets for Counterfeiting and Piracy is sinds 2006 een Amerikaans ‘dingetje’. Formeel is het slechts een rapport, samengesteld op basis van input van industriegroepen zoals de RIAA (muziek) en MPAA (film en televisie). Het bevat wel aanbevelingen die pijn kunnen doen, zoals het nemen van handelssancties tegen landen die niet snel beter hun best gaan doen Amerikaanse rechten te respecteren. Dat merkte China vorig jaar juli toen men vanwege de vorige editie sancties nam.

Gezien de hoeveelheid aan sancties die er al ligt, is het voor mij wel de vraag wat de extra gevolgen kunnen zijn van deze vermelding. Er is geen wettelijke regeling dat bijvoorbeeld ISP’s nu Alibaba.com moeten blokkeren of dat Amerikanen niet meer mogen handelen op het platform. Dus in dit geval is het voor mij voornamelijk spierballentaal.

Arnoud

Facebook moet 3,83 miljoen euro betalen aan ontwikkelaar wegens kopiëren Nearby

Een Italiaanse rechtbank heeft in hoger beroep bepaald dat Facebook 3,83 miljoen euro moet betalen aan de Italiaanse softwareontwikkelaar Business Competence. Dat las ik bij Tweakers. Een Italiaanse rechtbank vonniste dat de dienst het auteursrecht op een app (genaamd Faround) heeft geschonden door haar eigen concurrerende dienst. Opmerkelijk aspect: dat lijkt met name het geval te zijn geweest omdat BC haar app ter goedkeuring moest voorleggen, en Facebook zo een en ander kon afkijken.

Mijn Italiaans is niet zo sterk, maar het lijkt te zijn gegaan om een combinatie van auteursrechten en oneerlijke concurrentie. En dat laatste is met name waar Facebook vaker commentaar op heeft gekregen (en Amazon ook trouwens): mensen moeten hun app via jou aanbieden, en jij kunt dan kijken wat  er wel en niet werkt – en bij Facebook ook gewoon hoe het werkt. Dat is dan makkelijk scoren, anderen nemen het risico en als het wat oplevert dan maak je het snel na, met inside kennis.

Het is opmerkelijk dat dit Italiaanse bedrijf Facebook aanklaagt, ik ken geen eerdere zaken hierover. Ik vermoed dat veel mensen bang zijn dat Facebook ze dan verbant van hun platform, wat natuurlijk een enorm bedrijfsrisico is.

Uit het vonnis haal ik dat de rechtbank met name het auteursrecht op de databank die achter de app zit, geschonden ziet. Dit gaat om de gegevens over bedrijven en winkels die in de buurt zijn van de Facebook-gebruikers, zodat die snel naar een relevante shop kunnen als ze ergens zijn.

De originaliteit van Faround bestond erin een reeks criteria te hebben opgesteld van selectie, organisatie en presentatie van gegevens die zijn ontworpen om te werken met categorieën gegevens die worden gehost op het sociale netwerk van Facebook. Eerdere programma’s verwerkt door Facebook (Facebook Places) en derden (Foursquare en Yelp) bezitten deze niet.
De kern van het bezwaar is dan ook dat Facebook deze manier van werken heeft afgekeken, en wel door de verplicht te overhandigen broncode van Faround te inspecteren. Dit werd aangetoond door een deskundige die constateerde dat de nieuwe app van Facebook wel heel veel leek – en bovendien geheel anders was dan die eerdere apps van Facebook zelf. Dat is natuurlijk nogal verdacht.

In zo’n situatie mag de rechtbank de bewijslast omkeren: Facebook, laat je broncode zien zodat we kunnen kijken of er daadwerkelijk iets is overgenomen dat auteursrechtelijk beschermd is bij de klager. Alleen wilde Facebook daar niet aan meewerken. En dat wordt ze zeer kwalijk genomen, zo zeer zelfs dat de rechtbank concludeert dat er dan wel inbreuk moet zijn. Dat kan, hoewel het nogal een stevige conclusie is.

De redenering is dan, we zien dat Facebook veel sneller dan normaal een concurrerende app met sterk gelijkende functionaliteit op de markt heeft, nadat ze geprivilegieerde toegang heeft gehad tot de concurrent én terwijl ze weigert in detail aan te tonen dat ze het echt geheel apart heeft gemaakt. Dan ligt het meer voor de hand dat men toch heeft gekopieerd, dan dat men het echt zelf heeft gemaakt.

Arnoud

 

Chipleverancier FTDI saboteert namaakchips met firmwareupdates, mag dat?

ftdi-chip-brick-fakeChipmaker FTDI heeft een geupdate Windowsdriver uitgebracht die klonen van hun chips brickt, oftewel onbruikbaar maakt. Als de driver concludeert dat de chip nep is, verandert hij een fabrieksinstelling in de chip waardoor deze niet meer te lezen is. Dat is best wel vervelend omdat deze chip een van de meest gekloonde ter wereld is in consumentenelektronica en het uitschakelen dus vele onschuldige consumenten treft.

De update aan de Windowsdriver zorgt ervoor dat de productidentifier op nul wordt gezet, waardoor besturingssystemen deze niet meer herkennen nu dat op basis van deze identifier gaat. Deze aanpassing is erg moeilijk te resetten door gewone gebruikers, en als de chip in een apparaatje zoals een router zit dan houdt het vrijwel altijd op voor eindgebruikers.

FTDI zal stellen dat dit pech gehad is, omdat het nu eenmaal niet toegestaan is om chips na te maken. Waarom deze chips nu precies ‘counterfeit’ zijn, is me niet duidelijk. Het meest voor de hand ligt dat er ten onrechte de merknaam van FTDI op staat. En op zich hebben ze dan een punt: het is niet toegestaan te handelen in namaakmerkproducten of deze te gebruiken voor commerciële doeleinden. (Maar als consument zonder winstoogmerk zo’n namaakproduct gebruiken valt buiten de merkenwet.)

Een van de rechten die een merkhouder heeft, is het opeisen van inbreukmakende artikelen zodat hij deze zou kunnen vernietigen of wat hij maar wil (art. 2.21 lid 3 BVIE). Je zou in theorie kunnen zeggen dat bricken van zulke artikelen effectief hetzelfde is als het opeisen en onder een stoomwals gooien. Alleen zit je dan nog met het punt dat hier wel een rechter tussen moet zitten:

De rechter kan bij wijze van schadevergoeding op vordering van de merkhouder bevelen tot de afgifte aan de merkhouder, van de goederen die een inbreuk maken op een merkrecht, alsmede, in passende gevallen, van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de productie van die goederen zijn gebruikt. De rechter kan gelasten dat de afgifte niet plaatsvindt dan tegen een door hem vast te stellen, door de eiser te betalen vergoeding.

Zelfstandig inbreukmakende producten opeisen kan dus niet, dit moet door de rechter goedgekeurd worden. En evenzo mag het bricken van zulke producten niet (als je zegt bricken==opeisen) zonder tussenkomst van de rechter.

Omgekeerd, is het verboden wat FTDI doet? Het voelt als iets onwenselijks, maar een specifiek wetsartikel hiertegen kan ik zo niet bedenken. Je zou van vernieling van computersysteen (art. 161sexies Strafrecht) kunnen spreken maar dat voelt wel wat gezocht. Wellicht dat de cookiewet hier een optie biedt: het is verboden om software via een netwerk te laten installeren zonder toestemming en zonder informatie over wat de software gaat doen. En het lijkt me best relevant te weten dat deze software namaakchips gaat uitschakelen.

Nu staat er natuurlijk iets in de EULA van de driver hiervoor:

Use of the Software as a driver for, or installation of the Software onto, a component that is not a Genuine FTDI Component, including without limitation counterfeit components, MAY IRRETRIEVABLY DAMAGE THAT COMPONENT

maar zoals bij Ars Technica al opgemerkt, niemand die dat zal lezen. En dat is dan een wettelijk probleem: dergelijke informatie moet duidelijk worden aangereikt, en mag niet zijn verstopt in een EULA, privacyverklaring of ander juridisch document.

Ik ben zelf altijd geneigd pas kwade opzet te vermoeden als incompetentie uitgesloten kan worden. Het is denkbaar dat de update dit bricken als een onbedoeld bijeffect heeft, omdat men bij het programmeren alleen rekening hield met het gedrag van de eigen chips. Maar gezien de breed gevoelde woede twijfel ik daar nu toch aan.

Arnoud