Terugblik: OM niet ontvankelijk in P2P-strafzaak (gastpost)

Vorige week vernietigde het Gerechtshof Den Haag het vonnis in de eerste strafzaak rond P2P-filesharing. In onderstaande gastbijdrage bespreekt jurist Maarten van Amerongen het arrest en de opmerkelijke achtergrond van de zaak. Maarten studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en werkt bij de Centrale Raad van Beroep als zittingsgriffier.

Op 22 december 2010 kwam middels het arrest van het hof Den Haag een einde aan een zes jaar (!) lopende procedure tegen zeven beheerders van twee e-Donkey indexeringsites; Releases4U en ShareConnector.

De rechtbank Rotterdam kwam in 2007 nog tot een veroordeling van een enkele verdachte. Ondanks de forse strafeis van de officier van justitie van ” 5000,- kwam de rechtbank bij slechts een enkele verdachte tot een matige veroordeling in de vorm van een boete van ” 250,- als gevolg van, naar het oordeel van de rechtbank, het verspreiden van enkele auteursrechtelijke werken. Van beroeps- dan wel bedrijfsmatigheid in het verspreiden van auteursrechtelijk beschermde bestanden en een criminele organisatie in de zin van artikel 140 Strafrecht was geen sprake. Voor een overzicht van de overige feiten verwijs ik naar het vonnis. Drie verdachten werden veroordeeld tot een boete, vier werden vrijgesproken.

Het vonnis vormde aanleiding voor de verdediging en het OM om hoger beroep in te stellen. Na meerdere zittingsdagen, een verhoor van deskundige J.A. Pouwelse, een heropening van het onderzoek en uiteindelijk zelfs het verhoren van totaal vier (hulp-)officieren van justitie wijst het hof arrest. Het OM krijgt rake klappen in de vorm van niet-ontvankelijkheid.

Het hof stelt in het arrest de gang van zaken vast die voorafgingen aan de aanhoudingen buiten heterdaad en de inbeslagname van servers en PC’s op 14 december 2004. Gedurende die periode werden diverse dossiers (bewust lijkt niet langer het woord “aangifte” gebruikt, zoals in het vonnis door de rechtbank werd gedaan maar voor het meer algemene woord “dossier” gekozen), door Stichting Brein aan de FIOD-ECD overhandigd. De FIOD-ECD doet eigen onderzoek naar het dossier en doet verzoeken bij de ISP van de verdachten om NAW gegevens te verkrijgen en na overleg met de officier van justitie wordt besloten tot aanhouding buiten heterdaad.

Bijna een jaar later wordt het overzicht van verdenkingen opgesteld waarin men als basis van de verdenking voornamelijk gegevens gebruikt die zijn verkregen ná aanhouding en inbeslagname van de PC.

Bij de beoordeling wijst het hof op de Aanwijzing Intellectuele Eigendomsfraude van het College van Procureurs-Generaal, in werking getreden op 1 april 2002. Hierin is verwoord dat bij auteursrechtenschending civielrechtelijke handhaving de norm is en strafrechtelijke handhaving enkel aangewezen in indien dit in het algemeen belang is. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien de volksgezondheid of veilige samenleving in het geding is.

Het hof stelt dat uit het dossier evenmin uit het getuigenverhoor naar voren is gekomen dat hiervan sprake is. Evenmin kan het hof vaststellen dat de FIOD-ECD een zorgvuldig onderzoek heeft verricht en aldus komt het hof tot de conclusie dat er op het moment van aanhouding buiten heterdaad géén feiten of omstandigheden bestonden waaruit de verdenking van enig strafbaar feit door de verdachten bestond. Van de gestelde beroeps- en bedrijfsmatigheid is het hof niets gebleken en ook de getuigenverhoren ter zitting brachten het hof niet tot een ander inzicht.

Al met al lijkt dit een misbruik van bevoegdheden geweest te zijn. Stichting Brein klaagt bij de FIOD-ECD over twee websites. De FIOD-ECD komt tot de conclusie dat artikel 31b Auteurswet de enige mogelijkheid is de noodzakelijke dwangmiddelen toe te passen om de verdachten aan te kunnen houden en baseert vervolgens de verdenking op basis van gegevens die verkregen zijn na onderzoek aan de in beslag genomen PC’s en verhoren van de verdachten. Dit alles brengt het hof tot de slotsom dat het OM in redelijkheid niet tot de vervolgingsbeslissing mocht komen en verklaart het OM niet-ontvankelijk in de vervolging. Naar mijn inzicht een terechte conclusie.

Civielrechtelijk zijn er inmiddels meerdere uitspraken aangaande dit onderwerp. Vele daarvan zijn reeds op het weblog van Arnoud genoemd. Op strafrechtelijk gebied blijft met dit arrest de vraag onbeantwoord. Ik meen dat geconcludeerd kan worden dat een beheerder van een indexeringsite in beginsel strafrechtelijk niet makkelijk te vervolgen is. Ik beschouw dit niet als een probleem. Stichting Brein heeft voldoende middelen om over te gaan tot civielrechtelijke handhaving en de wet verzet zich tegen de inzet van zware middelen in de vorm van het strafrecht. Ik vraag mij af wat de conclusie geweest zou zijn indien er wel een inhoudelijk oordeel zou zijn gekomen”

Maarten

Aanbieden van hashcodes door Shareconnector is onrechtmatig

BREIN vs ShareconnectorDe hashcode-site Shareconnector handelt onrechtmatig door structureel te verwijzen naar illegaal aangeboden films en andere werken op het eDonkey peer-to-peer file sharing netwerk, zo oordeelde de voorzieningenrechter gisteren. Dit is in lijn met de eerdere ZoekMP3- en Dutchtorrent-zaken. Ook daar bleek dat als je links, torrents of andere codes indexeert die verwijzen naar overwegend illegaal aangeboden materiaal, je al snel onrechtmatig handelt.

De rechter motiveert helaas niet of nauwelijks waarom het publiceren van een hashcode dan onzorgvuldig is. De eigenaren van Shareconnector schreven dit half januari:

The whole point is that ShareConnector solely indexes hashcodes (identification) of files that are already available on the eD2k network. Hashcodes are just a bunch of keywords that are initiated as a search in the eMule client when you click on them. The same files can easily be found by copy pasting the filename from legal sites like NFOrce.nl and performing the search in the eMule client/Google/etc. and get the same results. If that is illegal, than all indexing sites like Google should be shutdown as well and that would certainly kill the internet.

Dat is wel een beetje erg makkelijk. “Het is ook bij anderen te vinden, dus ik ben legaal bezig”.

Bovendien is een hashcode wel iets meer dan een trefwoord. Een eDonkey hashcode is een unieke aanduiding van een bestand dat via het eDonkey peer-to-peer file sharing netwerk wordt aangeboden. Een voorbeeld is ed2k://|file|The_Two_Towers-The_Purist_Edit-Trailer.avi|14997504|965c013e991ee246d63d45ea71954c4d|/<br/>

Op Shareconnector waren de hashcodes te vinden van films en andere werken die via het eDonkey peer-to-peer netwerk werden aangeboden. Door de codes in te voeren in je eDonkey client, kon je dan snel het juiste bestand downloaden. De client voert dan namelijk een zoekopdracht uit naar alle aangesloten computers die een bestand met deze code hebben. Vervolgens wordt aan al die computers gevraagd een kopie op te sturen.

Nu kun je wel zeggen dat die hashcodes gewoon trefwoorden zijn die gebruikers intypen in een zoekmachine, maar voor hashcodes is een vrijwel geheel geautomatiseerd systeem gebouwd waardoor je met 1 klik het proces in gang zet waarmee het bestand op je computer terechtkomt. Net zoals een webadres misschien wel een trefwoord is (“ga naar iusmentis.com en typ dan ‘auteursrecht hyperlinks’ in de zoekgleuf”), maar ook daar kan dat eenvoudiger (klik hier). Daarom zie ik een aanklikbare verwijzing die automatisch leidt tot een download als meer dan alleen een trefwoord.

Nu zijn hyperlinks legaal, behalve in bijzondere omstandigheden. En sites als Shareconnector zijn zo’n bijzondere omstandigheid. Shareconnector vergelijkt zichzelf met Google, maar dat gaat niet op. Google indexeert zonder enig filter elke site die zij tegenkomt. Wat Google laat zien, heeft geen kwaliteitsgarantie. Shareconnector zorgde wel voor kwaliteit door gebruikers te laten filteren uit de vele duizenden hashcodes voor materiaal op eDonkey. Zij geven aan welke hashcodes corresponderen met goede films en welke je absoluut niet moet hebben (bv. omdat er een virus in zit of omdat het Grieks nagesynchroniseerd met Perzische ondertiteling is).

Een linksite begeeft zich daarmee op juridisch glad ijs. Door de links inhoudelijk te controleren, kun je niet meer volhouden dat je geen boodschap aan de boodschap had. Google kan dat wel.

Opvallend is wel dat de zaak al sinds 2004 speelt en nu pas tot een kort geding komt. Normaal moet je een “spoedeisend belang” kunnen laten zien voor een kort geding, anders moet je een (langer durende maar grondiger) bodemprocedure aanspannen. BREIN had eerst de FIOD om een strafrechtelijk onderzoek gevraagd, wat leidde tot een strafzaak waarin bleek dat hashcodes aanbieden medeplichtigheid aan het misdrijf “opzettelijke inbreuk op het auteursrecht” kon zijn. De sitehouders werden echter vrijgesproken omdat niet bewezen was dat iemand van de aangeboden codes gebruik had gemaakt, en zonder plegers van inbreuk kunnen er natuurlijk geen medeplichtigen zijn. Dat was in juli 2007. Toch had BREIN in december 2007 nog steeds het voor een kort geding vereiste spoedeisend belang.

(Vonnis via Danny, bedankt!)

Arnoud