Tiradeweek: Nee, Google moet zich gewoon ook aan onze wet houden

rantweek-tiradeweekWeinig uitspraken van het Hof van Justitie hebben zo veel losgemaakt als het vergeetrechtarrest. Zoekmachines als Google dienen (op grond van de privacywetgeving) zoekresultaten op te schonen wanneer deze over personen irrelevante of verouderde informatie bevatten. Termen als censuur en de opmaat tot boekverbrandingen zijn nog de lichtste kwalificaties die ik hierover heb gelezen van boze commentatoren. Maar eh joehoe is het écht zo veel gevraagd dat een bedrijf zich aan de wet houdt?

Google heeft met haar fantastische zoekalgoritmen een revolutie ontketend in wat je op internet kunt vinden. Ik was jarenlang fan van Altavista en had altijd nog drie zoekmachines bij de hand, maar toen Google met haar kale homepage opkwam was ik binnen een week verkocht. Gewoon vinden wat je nodig hebt, en nog het meest relevante resultaat eerst ook.

Met haar zoekmachine is zo ongeveer alle informatie vrij beschikbaar. En wel zo makkelijk als nooit te voren. Dat is geweldig, maar heeft ook een keerzijde: niets is meer privé te houden En zelfs als je zélf denkt je informatie netjes af te schermen, is er altijd wel iemand die je tagt in een foto, je naam in een bericht opneemt of een oude databank met tijdschriften of krantenartikelen online gooit.

Maar uitingsvrijheid is niet het enige grondrecht, en ook niet het belangrijkste. Privacy is er ook nog, en is minstens zo belangrijk als uitingsvrijheid. Daar heb je dus rekening mee te houden als je uitingen gaat produceren. Net zoals je met dingen als smaad, racisme of bedreiging rekening moet houden. Maar hoewel die dingen allemaal bestaan, zie je zelden dat een informatie-aanbieder iets doet om rekening te houden met de privacy. Waarom toch?

Het enige dat ik kan bedenken is dat hier een sterke Amerikaanse invloed in zit. Daar is freedom of speech zo ongeveer absoluut, leer je in elke uitleg en cyberlawguide. Hooguit wordt wat lippendienst beleden aan smaad, maar voor smaad moet daar wel bewezen zijn dat de uiting onjuist is. Oftewel dat speelt vrijwel nooit en programmeer dus maar alsof alles dat openbaar is, vrij gebruikt kan worden. (En voor irritante auteursrechthebbenden doen we wel een DMCA formuliertje.)

Ik zie geen enkele reden waarom Google informatie zou moeten tonen die irrelevant is als je zoekt op een persoon. Want nee, Google is geen neutraal doorgeefluik. Ze zijn geen bakje in de bieb waar je zelf eens in snuffelt en ziet wat je wel interessant lijkt. Google is een speurneus die zélf bepaalt wat belangrijk is, en jou dat op een presenteerblaadje aanreikt. Google bepaalt wat relevant is.

En vanuit dat perspectief is het héél gek dat de privacy van personen uit broninformatie niet wordt meegewogen bij de bepaling van die relevantie. De oplossing van het Hof van Justitie is dan ook zo gek nog niet. De broninformatie mag netjes blijven staan. Daar is niks mis mee (anders zouden we van smaad of laster spreken, een heel ander soort probleem) en bronarchieven zijn van grote waarde. De bron mag gerust ontsloten worden door zoekmachines als Google moet zorgen dat die broninformatie niet ontsloten wordt wanneer deze irrelevant is voor de zoekopdracht.

Natuurlijk is het een hele lastige om te bepalen óf informatie irrelevant dan wel verouderd is. En de vraag waarom Google dat moet beslissen, is dan ook een goeie.

Je zou kunnen zeggen dat de vraag beter bij een instantie als het Cbp neergelegd zou moeten worden. Logisch. Dat zijn professionals die objectief kunnen inschatten of iets wel of niet tegen de wet is. Alleen, dan wordt het weer gelijk zo’n zelfde circus als bij de rechter: discussies met advocaten, een heel gedoe, plus een grote kans dat de beslissing dan openbaar moet worden want rechtspraak moet dat nu eenmaal. En als er iets is dat niet handig is, dan is het wel het openbaar maken van een verzoek om iets privé te houden.

Het antwoord is dan overigens niet om in persberichten bekend te maken dat vooral rare snuiters hun verleden willen oppoetsen: verwijderverzoeken van oplichters, pedofielen en andere criminelen krijgen ruim de aandacht als je Google vraagt hoe het nu gaat met het vergeetrecht. Ook geen antwoord is bij zoekresultaten te zeggen “we hebben dingen weggelaten vanwege privacy” met een grote knop “Zoek op onze andere site waar je wél die dingen krijgt”. Dat soort grappen noemen ze in de VS “contempt of court” en het is stuitend dat een megabedrijf als Google dat niet inziet bij een uitspraak van de hoogste Europese rechter. Zijn grondrechten alleen belangrijk als ze je bedrijf goed uitkomen?

Arnoud

Mag je een eenmanszaak recenseren?

Een lezer vroeg me:

Op ons forum staat een discussietopic over een bedrijf (een eenmanszaak). Deze meneer heeft het nodige teweeg gebracht en dus zijn de recensies niet bepaald mals. Hij heeft zich via een advocaat bij ons gemeld en eist nu dat wij het topic verwijderen, omdat daarin zijn naam wordt genoemd. Dat klopt, want de bedrijfsnaam is gelijk aan zijn achternaam. Maar moeten we nu zomaar het hele topic verwijderen?

Het recenseren van en praten over bedrijven is gewoon toegestaan. Een bedrijf kan niet verbieden dat iemand een recensie plaatst, of zelfs dat iemand een site begint waar wordt uitgenodigd hem te recenseren.

Natuurlijk kun je wel wat doen aan smadelijke en lasterlijke recensies, of aan neprecensies, maar de bewijslast ligt dan wel bij jou dat daarvan sprake is. En dat zal niet meevallen, zie de vele discussies over boevenbendes en oplichting.

Als eenmanszaak heb je nog een troef achter de hand: ze noemen dan al snel je eigen naam, en die valt onder de Wet bescherming persoonsgegevens. En die is streng. Zonder toestemming mag je naam niet worden genoemd, punt.

Of nou ja, puntkomma, want er is een uitzondering. Als het echt dringend noodzakelijk is om je naam te noemen én die noodzaak weegt zwaarder dan je privacy, dan mag het toch. En die noodzaak wordt in dit geval gevonden in de vrije meningsuiting, óók een grondrecht. Daarom hoeven forums dus niet automatisch persoonsgegevens weg te halen. De afweging op grond van de privacywet is bij dergelijke discussies de ‘gewone’ afweging of sprake is van een rechtmatige publicatie. Het kan niet zo zijn dat iets op grond van de vrije meningsuiting wél mag en op grond van de privacywet niet.

Die regel gaat ook hier op, lijkt me. Je mag een bedrijf of persoon bespreken als daar aanleiding toe is, en je mag dan ook man en paard noemen omdat anders niemand snapt over wie het gaat. Bij een eenmanszaak betekent dat dus de privénaam van de persoon noemen. Dat kan niet anders, en ik zou daar toch “eigen schuld” willen zeggen want de eenmanszaak koos ervoor om zijn achternaam in de bedrijfsnaam op te nemen.

Arnoud

Werkelijk niemand heeft trek in de cookiewet

Er viel niet aan te ontkomen gisteren: de cookiewet is van kracht. Vanaf gisteren is het verboden cookies te plaatsen zonder toestemming (behalve voor “functionele cookies”, maar dat is hooguit 1% van de cookies). En prompt gaat iedereen als kip zonder kop rondrennen alsof ze niet al twee jaar hadden kunnen weten dat dit eraan zat te komen en ze nú acuut failliet gaan omdat het fundamenteel onmogelijk is om aan die wet te voldoen.

Maar toegegeven, het ís ook een rare wet. Het idee is leuk (bescherming tegen nare spionagebestandjes en meer algemeen het “wat moet dat op mijn pc”-gevoel), maar een uitwerking die gebaseerd is op het idee dat de gemiddelde internetter een zorgvuldige studie maakt van een cookieverklaring en daarna een weloverwogen beslissing maakt om al dan niet het cookie te accepteren, is gedoemd te falen. Op internet geldt: leg mensen een vraag voor in een popup en ze klikken “ja”. Oh sorry, ben ik nu weer te cynisch?

Weinig sites – tot en met de overheid zelf aan toe – lijken daadwerkelijk van plan iets te gaan doen met de cookiewet. Bij Opta.nl krijg je cookies zonder dat daarom gevraagd is, Rijksoverheid.nl idem, en ook de commerciële jongens en meisjes zetten gewoon vrolijk cookies alsof het niets kost. De enige opmerkelijke uitspringer was Fok!.nl, dat je een buitengewoon lompe tussenpagina geef en eist dat je toestemming voor hun cookies geeft.

Om de reden (update inmiddels aangepast, zie ook de reactie van Fok!-directeur Roodbol in de comments) moest ik erg hard lachen:

De reden dat FOK.nl alleen bezocht kan worden als je aangeeft alle cookies te accepteren, is dat het voor ons onmogelijk is te garanderen dat er geen cookies geplaatst worden. Onze bezoekers kunnen bijvoorbeeld zelf reacties plaatsen waarin plaatjes opgenomen kunnen zijn. Zelfs via die plaatjes kunnen er cookies op jouw computer terechtkomen.

Van alle redenen waarom je mensen zou willen weren die geen cookies accepteren, is dit zo ongeveer de enige die gewoon écht nergens op slaat. Ten eerste: Fok! is niet aansprakelijk voor zulke cookies, omdat zij geen kennis daarvan heeft of hoeft te hebben. Net zoals ze niet auteursrechtelijk aansprakelijk is voor de plaatjes zelf.

Ten tweede: het is juridisch volstrekt onmogelijk om toestemming te geven voor “alle cookies”, zeker als je daar ook cookies onder rekent die mogelijk gezet gaan worden door vage plaatjeshostingsites die je bezoekers uitzoeken. Toestemming moet namelijk specifiek zijn, en “ik wil alles” is niet specifiek.

Ik ben eerlijk gezegd vooral benieuwd hoe lang ze het volhouden – en of andere sites ze gaan volgen. Want ergens zie ik het nog wel werken bij een communitysite (behalve dan bij nieuwe leden), maar bij een nieuwssite is het commerciële zelfmoord. Vandaar dat Telegraaf.nl niet verder gaat dan een banner aan de bovenkant van de site, overigens met een impliciete toestemming die volgens mij niet geldig is in Nederland. En Nu.nl heeft alleen een opt-outmelding in haar privacy- en cookiebeleid (“Je hebt op dit moment één actief cookie, klik op opt-out om jouw keuze te wijzigen.”).

En de oplettend klikkende lezer is het wellicht al opgevallen: ja, we hebben een nieuwe site – Cookierecht.nl. Met zo ongeveer alles dat we de afgelopen tijd hebben geschreven over cookies, en heel wat meer ook.

Arnoud Arnoud

Commentspam door zogenaamde consumenten: oneerlijke handelspraktijk

plaats-nu.pngMarketingbureau Conversion Company bekent dat het discussiefora spamde om klanten als KPN en Douwe Egberts hoger in de zoekmachineresultaten te duwen, zo las ik bij Emerce. Vanaf fictieve accounts plaatste men zogenaamd persoonlijke bijdragen met daarin stiekeme backlinks naar websites van klanten. Volgens Molblog mogelijk een overtreding op de wet op oneerlijke handelspraktijken. Eerder betrapte het ondernemersforum Higherlevel.nl Groupon op deze praktijken.

Het gaat hier niet om pure reclame, wat met een beetje spamfilter er wel uit te houden is (dank je Akismet, ook al blokkeer je soms legitieme comments). Nee, het gaat hier om berichtjes als:

aangezien blackberry het al 2 dagen laat afweten, gaan we maar over!! Vraagje: ik zie net op de iphone 4s site van kpn dat er een inschrijving mogelijk, maar is dat een pre-order of krijg je gewoon de laatste info, zodra die beschikbaar is…? Of hang je aan een abo vast… Weet iemand trouwens of dat 1080p recording vet is? hoor het graag

In het origineel stond er dan een stiekeme link naar een KPN-aanbieding met de iPhone 4s, wat als bedoeling had dat de KPN-site hoger in zoekmachines zou komen en/of mensen eerder bij KPN zouden gaan bestellen.

Mag dat? Nee. Dit is inderdaad een oneerlijke handelspraktijk. Op de zwarte lijst van te allen tijde verboden praktijken voor bedrijven staat namelijk:

De volgende handelspraktijken zijn onder alle omstandigheden misleidend: ” op bedrieglijke wijze beweren of de indruk wekken dat de handelaar niet optreedt ten behoeve van zijn handel, bedrijf, ambacht of beroep of zich op bedrieglijke wijze voordoen als consument;

Het hierboven geciteerde berichtje lijkt van een consument die overweegt over te stappen en een legitieme vraag heeft. Maar het is dus in feite een bedrijfs- of beroepsmatig geplaatst bericht dat andere consumenten wil overhalen de iPhone 4S met abonnement bij KPN af te nemen. En dat is zonder enige twijfel bedrieglijk.

Toegegeven, een beetje ervaren forummer prikt door dat soort berichtjes heen (zoals bij Affiliateforum) maar de vraag is of de gemiddelde forummer dat doet. En dat lijkt me niet.

In reactie op de berichten van Molblog heeft Conversion Company besloten per direct het deelnemen aan internetfora te staken.

Arnoud

Prijsopvraagbotjes zijn geen inbreuk op databankrechten of geschriftenbescherming

wegolo.jpgRyanair kan niet verbieden dat handige jongens met botjes geautomatiseerd prijsopgaven komen opvragen. Dat bepaalde het Hof Amsterdam vorige week. Ryanair ligt al langer in de clinch met handige jongens met botjes. Het bedrijf Wegolo had een botje lopen dat bij een prijsverzoek op haar site gauw op de achtergrond bij Ryanair opvroeg wat dat zou kosten. Ryanair maakte daar bezwaar tegen, omdat zij wilde dat mensen bij haar eigen site boeken (zodat ze zelf kunnen upsellen met hotels en autoverhuur natuurlijk). Ryanair beriep zich op databankenrecht en geschriftenbescherming, maar het Hof wijst dat af.

In eerste instantie had de rechtbank beslist dat Wegolo de geschriftenbescherming van Ryanair schond door het herhaaldelijk opvragen van gegevens uit het “geschrift” (lees: de databank) van Ryanair met haar prijsinformatie. Dat is opmerkelijk, omdat met de Databankenwet de geschriftenbescherming eigenlijk gewoon dood had gemoeten. Maar de rechtbank vond een leuke kronkel: een databank die niet beschermd is onder de Databankenwet, mag beschermd blijven onder de geschriftenbescherming.

Het Hof beslist anders, en terecht, zeker nu het Europese Hof onlangs nog eens heeft bepaald dat auteursrecht alléén mag gelden wanneer een werk een “eigen intellectuele schepping van de maker” is.

Ryanair kan geen databankenrecht claimen op haar vertrektijden- en prijzenlijsten. Natuurlijk niet, zou je zeggen, maar ik herhaal het toch maar even om blaffende databankrechtadvocaten tegen de schenen te schoppen. Een databankrecht geldt alleen als er een substantiële investering is gedaan in de opbouw of het opschonen van de databank zelf. Investeringen gedaan voor het maken van de gegevens tellen niet mee. Ryanairs gegevens zijn vluchttijden en prijzen, en alle kosten die daarmee gemoeid gaan, vallen buiten het databankenrecht.

Ook het feit dat Ryanair een verkoopdienst aanbiedt bij haar databank, telt mee. De website is in feite een webwinkel voor vliegreizen, en de kosten van die website zijn dan kosten voor het runnen van de webwinkel. Dat zijn óók geen databankrechtelijk relevante kosten.

De informatie van Ryanair zijn “gewoon” geschriften, beter gezegd verzamelingen van gegevens. Op grond van artikel 24a Auteurswet mag de rechtmatige gebruiker deze verveelvoudigen als dat noodzakelijk is om toegang te verkrijgen tot en normaal gebruik te maken van de verzameling. Dit kan niet in een licentie worden verboden of ingeperkt. Een bezoeker van de Ryanairsite mag dus opvragen wat een vliegreis kost.

Oók Wegolo mag dit doen, omdat de manier die zij toepast precies is “zoals de klant dat zelf ook zou doen”. Wegolo kopieert geen gegevensverzameling, maar doet een onderwaterquery op Ryanair’s site en schraapt de resultaten naar haar eigen layout. Daar is niets mis mee. Wellicht dat dat anders zou zijn, zo overweegt het Hof, als Wegolo’s scrapen zou leiden tot overlast. Grootschalig e-mailadressen scrapen voor spamverzending is een voorbeeld van zulke overlast, net als het overbelasten van de servers van Ryanair.

Verder doet Wegolo ook niets anders dat onrechtmatig is. Ze mag de prijzen van Ryanairs vluchten tonen en mensen overhalen een vlucht daar te boeken (daar heeft Ryanair zelfs profijt van) en het is niet illegaal om daarbij dan zelf de upsells van huurauto’s en dergelijke te doen. Dat Ryanair dan provisie daarop misloopt, is gewoon vrije concurrentie.

Het Hof gaat niet zo ver om de geschriftenbescherming als geheel illegaal te verklaren, wat ik wel een gemiste kans vind maar het was in dit geval niet nodig. Had Wegolo nou de hele prijslijst van Ryanair gekopieerd, dan was dit nog een leuke geweest. Maar voorlopig blijft dit punt dus nog even in juridisch limbo hangen. Wel zijn er leuke juridische opinies te over.

Arnoud

Welke regels gelden er voor een commerciële product- of dienstenrecensiesite?

Een lezer vroeg me:

Op mijn website recenseer ik regelmatig bepaalde producten en diensten. Ik bestel wat bij webwinkels en test hun bezorgtijden, of ik laat foto’s printen en vergelijk de kwaliteit. Bij mijn testen kijk ik naar zelfgekozen criteria en selecteer ik een aantal winkels, want ik kan natuurlijk niet iedereen tegelijk vergelijken. Vervolgens plaats ik bij elke recensie een affiliatelink naar de bedrijven, zodat ik provisie krijg wanneer een van mijn websitebezoekers een aankoop plaatst bij de betreffende aanbieder.

Nu werd ik onlangs via e-mail benaderd door een aanbieder die niet op mijn website staat. Hij geeft aan dat ik consumenten misleid omdat ik de producten niet daadwerkelijk getest zou hebben (wat dus wel zo is) en daarmee suggereer dat andere aanbieders van dezelfde producten niet betrouwbaar zijn. Ook zegt hij dat de affiliatelinks bewijzen dat ik alleen maar geld wil verdienen, en dus geen objectieve tests kan doen.

Als je geen onwaarheden vertelt en duidelijk documenteert wat je hebt gedaan, dan zie ik niet wat je fout doet. Het kan handig zijn uit te leggen waarom je die vijf bedrijven test en geen andere. Als je kunt uitleggen waarom je niet alle aanbieders noemt, dan moet dat ook goed zijn. De Consumentenbond gaat ook niet alle webwinkels testen bijvoorbeeld, ze kiezen de tien bekendste of grootste. Dat mag jij ook natuurlijk. (Aan de andere kant, als er 13 aanbieders zijn en jij test er tien, dan zou ik ik overwegen die andere drie ook te doen.)

Het is misschien een idee om je testen te documenteren en als PDF online te zetten. Screenshots en foto’s van de bestellingen, plus een vergelijking van de resultaten. Dat bewijst dat je de test gedaan hebt, en het is informatief voor je bezoekers omdat ze je test op waarde kunnen schatten.

Geld verdienen met een test is niet verboden, dus die affiliatelinks kunnen echt geen roet in het eten gooien. De vraag is of je test objectief en eerlijk is, en of het voor lezers duidelijk is wat je test en waarop. Het is niet verplicht om de hele markt te recenseren.

De regels over vergelijkende reclame zijn hier ook geen probleem: het is geen vergelijkende reclame om bedrijven op een rijtje te zetten en onderling te vergelijken.

Arnoud

Je site aanpassen omdat Google hem fout samenvat?

Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat de website Miljoenhuizen.nl een pagina moet aanpassen vanwege de manier waarop Google eruit citeert, meldde Tweakers vorige week. Dit is het hoger beroep van de Zwartepoorte-zaak uit medio 2009. De uitspraak van het Hof dat Miljoenhuizen tóch de site moet aanpassen, heeft veel stof doen opwaaien, maar volgens mij is deze wel degelijk correct.

De website van Miljoenhuizen.nl bevatte een pagina over het bedrijf Zwartepoorte, waar rechts in een kolom “reacties op andere pagina’s” een zinnetje werd getoond waarin het faillissement van een ander bedrijf werd gemeld. Bij zoeken naar de woorden “Zwartepoorte” en “failliet” kwam deze pagina als eerste resultaat, met een Google-samenvatting die de zinsnede “Zwartepoorte Specialiteit: BMW ” Dit bedrijf is failliet verklaard, het is overgenomen door het motorhuis” bevatte.

Zwartepoorte eiste dat Miljoenhuizen.nl dit zou aanpassen omdat zij hiervan vreesde last te krijgen. De site weigerde dit echter, “om principiële redenen” zoals het arrest het noemt. De belangrijkste reden lijkt te zijn geweest dat dit toch Google’s stommiteit is en niet zijn handelen. Wat kun jij er nu aan doen dat een zoekmachine een gekke combinatie van citaten produceert?

Het Hof oordeelt echter dat Miljoenhuizen wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid heeft. Niet voor de Google-resultaten – voor het nalaten iets te doen nadat het probleem bij haar werd gemeld. Het Hof lijkt een tikje geïrriteerd door de manier waarop Miljoenhuizen de zaak in hoger beroep voorstelde:

Anders dan [Miljoenhuizen] in zijn inleiding op de grieven suggereert, gaat het hier niet om de vraag of [Miljoenhuizen ] aansprakelijk is voor de vertekende weergave door een zoekmachine, maar om de vraag of van [Miljoenhuizen] actie kan worden verlangd wanneer blijkt dat (los van enige vraag naar verwijtbaarheid) sprake is van een dergelijke, schade opleverende, vertekende weergave. Ook de stelling dat [Miljoenhuizen] als gevolg van het dictum van het bestreden vonnis aansprakelijk wordt gehouden voor onrechtmatig handelen door een derde, is derhalve niet juist.

Het punt is echter wel erg subtiel. Miljoenhuizen wordt niet aansprakelijk gehouden voor de Google-resultaten of voor schade als gevolg daarvan, maar alleen voor het feit dat ze niets deed toen ze te horen kreeg dat dit probleem bestond. En daarbij was belangrijk dat Miljoenhuizen naar eigen zeggen met een geringe ingreep de zoekresultaten (voor de toekomst) kon beïnvloeden. In zulke situaties kún je verplicht zijn om dan ook echt die ingreep te nemen, ook wanneer het niet jouw schuld is dat de zoekresultaten er zo uitzien.

De Hoge Raad gebruikte deze zelfde insteek in het Lycos/Pessers-arrest om een plicht voor providers te verzinnen om NAW-gegevens te moeten afgeven van klanten die iets onrechtmatigs doen. De provider kan niets doen tegen onrechtmatig handelen, maar als iemand de NAW-gegevens wil hebben dan is dat een eenvoudige maatregel. En onder bepaalde voorwaarden moeten die worden afgegeven. Dit was een verbijzondering van de algemene regel dat je wel eens verplicht kunt zijn in te grijpen als er zich ergens schade voordoet, ook als jij die niet hebt veroorzaakt. De advocaat-generaal beschreef het zo: het is weliswaar uitzondering om verplicht te zijn een ander voor schade te behoeden of om die bij te staan bij het beperken of ongedaan maken van schade, maar uitzonderingen kunnen zich voordoen wanneer men

– in een unieke dan wel (qua informatie) geprivilegieerde positie verkeert, en andere mogelijkheden om de schade af te wenden (of te beperken, of goed te maken …) niet, of niet op aannemelijke voorwaarden beschikbaar zijn;
– men zich voor het bieden van de verlangde hulp geen ernstige risico’s of onevenredige belasting hoeft te getroosten; en ook
– men zelf (al is het dan zonder dáárvoor aansprakelijk te zijn) aan de schade heeft bijgedragen of aan het verder oplopen van de schade bijdraagt, doordat men instrumenteel is aan de handelwijze (of andersoortige gebeurtenis) die de schade mede (heeft) veroorzaakt.

Zo werd bijvoorbeeld in het Veenbroei-arrest geoordeeld dat als je weet van (de mogelijkheid van) ernstig gevaar bij een stuk grond dat je beheert, je moet waarschuwen voor dat gevaar. Ook als het gevaar een natuurverschijnsel is (zoals veenbroei) waar je zelf niets aan kunt doen.

In de context van de Google-snippet geldt eigenlijk hetzelfde. Miljoenhuizen wist van de problemen en kon die met een triviale maatregel oplossen, maar deed dat niet. Dát wordt hem aangerekend. Niet dat de problemen zijn ontstaan of dat hij Google verkeerde informatie voerde of iets dergelijks.

Natuurlijk had Zwartepoorte ook naar Google kunnen stappen, en misschien had dat wel de eerste stap moeten zijn. Maar ik weet 99% zeker dat Google niets gedaan zou hebben met zijn verzoek. Google werkt met algoritmen die informatie combineren, en snoeit daar niet handmatig in. Googles helpteksten zijn volgens mij duidelijk zat:

Als u niet de eigenaar van de site bent, neemt u eerst contact op met de webmaster van de site en vraagt u hem de inhoud te verwijderen. Afhankelijk van het type verwijdering (zie hieronder) moet u mogelijk ook enkele andere wijzigingen aanbrengen. Zodra de wijzigingen zijn aangebracht, kunt u de verwijdering van de inhoud aanvragen.

Google doet dus niets als de site-eigenaar de inhoud niet aanpast. De enige uitzondering is een auteursrechtenclaim van een rechthebbende, maar dat is hier niet aan de orde. (Naar Amerikaans recht heeft een takedownverzoek alléén zin bij auteursrechten, niet bij andere soorten wetsovertredingen.)

Ik moet toegeven, destijds bij het vonnis was ik ook best kritisch, maar ondertussen denk ik dat het Hof – en eerder dus ook de rechtbank – gelijk had. En met internetcluelessness heeft dit niets te maken: de vraag is, als je andermans probleem kunt oplossen, wanneer moet je dat dan doen? Het Hof zegt hier: als je dat eenvoudig en zonder kosten kunt doen.

De enige m.i. interessante vraag is wat nu die triviale maatregelen waren waar Miljoenhuizen het destijds over had. Het weghalen van de reactie is altijd een optie, maar lijkt me een noodgreep en niet wenselijk als eerste stap. Mooier zou zijn als je kon zeggen “beste Google, indexeer dit stukje tekst maar niet want dat gaat over wat ongerelateerds” maar ik weet niet of die constructie er is (behalve voor speciale situaties). Meelezende SEO’ers misschien wel? Reageer en win een followlink vanaf deze blog!

Arnoud

Haalt Google de Belgische kranten uit haar index, is het weer niet goed

gnews-be.pngDiverse Franstalige kranten uit België zijn niet meer te vinden in de zoekresultaten van Google, meldde Nu.nl. Franstalige kranten als La Capitale (dat het een boycot noemt) zijn uit de complexe index van de zoekmachine verwijderd. Het Belgische Hof van beroep had in mei Google News inbreukmakend geacht, en volgens Google moet men nu zo handelen om aan dwangsommen te ontkomen.

Met dank aan Tweakers vond ik het arrest van begin mei dit jaar. Hoewel wat Google doet, best wel lijkt op citeren, is daarvan geen sprake. Google neemt telkens het “hart” van het artikel over volgens het Hof. Dat lijkt me echter onvermijdelijk bij nieuws: nieuwsberichten zijn eigenlijk altijd zo opgebouwd dat je in de eerste drie zinnen de kern leest, en pas als je dan doorleest krijg je meer achtergrond.

De persexceptie gaat ook niet op, want daarvoor moet het gaan om actueel nieuws dat nú nú nú gebracht moet worden. Google bewaart nieuws 30 dagen, daar is geen haast bij. Bovendien publiceert Google geen eigen nieuws, ze is meer een knipselkrant (wat het Hof onderbouwt met een link in het arrest naar een Frans Wikipedia-artikel ter onderbouwing).

Google herpubliceert volgens het Hof eenvoudigweg het nieuws, en zorgt er daarbij voor dat de bron inkomsten en bezoekers misloopt. Dat is dus in strijd met de driestappentoets (zie ook het Infopaq-arrest van het Europese Hof). Je mag stukjes uit andermans werk gebruiken maar zij mogen er geen boterham minder om eten.

Vanwege deze schendingen van het auteursrecht werd Google verplicht

à retirer des sites Google.be et Google.com, plus particulièrement des liens en cache visibles sur «Google Web» et du service «Google News», tous les articles (…)

Dit was in lijn met de eisen van de kranten, die ook hun pijlen hadden gericht op “tout ses sites (Google News et «cache» Google sous quelque dénomination que ce soit)”.

Het draait dus om “plus particulièrement” oftewel “meer in het bijzonder”. Bedoelt het Hof daarmee “deze specifieke diensten op Google.com/.be” of “alle diensten op Google.com/.be en met name maar niet alleen deze specifieke”? De dwangsom van 25.000 euro per dag dat niet voldaan wordt aan het bevel zou voor een gemiddeld bedrijf reden moeten zijn om de conservatieve interpretatie te kiezen.

Nu is Google geen gemiddeld bedrijf, maar ook voor hen lijkt me 25.000 euro per dag toch aan te gaan tikken. Hoewel men recent in Taiwan toch enige tijd de boetes voor schenden van het retourrecht op apps willens en wetens heeft laten oplopen, maar dat is nu ook gestopt. Het komt natuurlijk wél heel goed uit dat het vonnis hier net een tikje ambigu is.

Arnoud

Cashback aan boekenkoper geen strijd met vaste boekhandelsprijs

splinq.pngInternetplatform SplinQ overtreedt niet de Wet op de vaste boekenprijs door mensen een cashback te geven bij een boekaankoop die via hun site tot stand komt. Dat blijkt uit een arrest van het Hof Amsterdam (via) in een zaak tussen SplinQ en het Commissariaat voor de Media. Daarmee wordt het vonnis vernietigd dat deze constructie juist wél in strijd met de wet verklaarde. (Maar de Telegraaf kletst uit haar nek met de stelling dat de vaste boekenprijs nu is afgeschaft.)

SplinQ exploiteert sinds februari 2008 websites waarop bedrijven adverteren ten behoeve van de verkoop van producten. De grap daarbij is dat SplinQ de advertentie-inkomsten deelt met de koper. Een cashbackconstructie (zoals dit heet) is op zich een prima regeling, alleen bij boeken ontstaat er dan een probleem. Een cashback kun je namelijk zien als een korting, maar het verlenen van kortingen op boekverkoop aan eindafnemers is namelijk alleen onder bijzondere omstandigheden mogelijk, zo blijkt uit de Wet op de vaste boekenprijs (Wvbp).

De korting werd echter niet verleend door de boekhandel, maar door SplinQ. Daarmee draait het om de vraag in hoeverre je het de boekverkoper kunt toerekenen dat deze cashback wordt verleend wanneer er via SplinQ een boek wordt verkocht. Het Hof vindt dat dit niet kan bij SplinQ, omdat de boekverkoper niets te zeggen heeft over wat SplinQ doet met de advertentie-inkomsten die het binnenhaalt.

Dat het riekt naar omzeilen van de strekking van de Wvbp, is voor het Hof geen reden deze wet dan maar om te gaan buigen:

Indien de verantwoordelijkheid van de boekverkoper zo ver strekt dat hij rekening moet houden met derden die de verkoop van boeken betrekken in een algemeen voor hun website geldend beloningssysteem, zoals hier aan de orde is, had de wet daarvoor een uitdrukkelijke grondslag moeten bieden.

En terecht. Zoals het Hof zelf ook al opmerkt, de Wvbp is een inbreuk op het Europese grondrecht van een vrij verkeer van goederen, en deze wet moet dus zo beperkt mogelijk worden toegepast. Bovendien gaat de Wvbp in principe alleen over de relatie boekverkoper-boekkoper, en in die relatie wordt geen korting verleend door de verkoper.

Een boekhandel mag dus adverteren op sites als SplinQ, ook als hij weet dat die sites een deel van de advertentie-inkomsten terugbetalen aan de koper van een boek.

Update (21 december 2012): de Hoge Raad laat het arrest in stand.

Voor een zo vergaande verantwoordelijkheid van de boekverkoper als door het Commissariaat bepleit – die zich zou uitstrekken tot de werkwijze van een derde (in dit geval SplinQ) – biedt de Wvbp geen wettelijke grondslag. Uitgaande van zijn hiervoor in 3.4, tweede alinea, gegeven oordeel heeft het hof met juistheid geoordeeld dat een beroep op de algemene doelstelling van de Wvbp niet volstaat.

Arnoud

Adwords-arrest: “Travel card” beschrijvend voor tankpas, “Travelcard niet”

travel-card-multi-tank-card.pngDat gaat lekker zo met die Adwords-rechtszaken. Vorige week deed het Gerechtshof Amsterdam uitspraak in het hoger beroep van de TravelCard-zaak: is er sprake van merkinbreuk als je adverteert op “travel” en “card” voor een kaart die concurreert met TravelCard?

Adverteren op merken kan merkinbreuk zijn, zo weten we sinds het Google/Vuitton-arrest. Het hoeft niet: wie bijvoorbeeld vergelijkende reclame maakt of legitieme wederverkoper is, pleegt geen merkinbreuk. En we hadden natuurlijk ook nog de Cruise Travel-zaak waarbij een beschrijvende term (“cruise travel”) die voorkwam in een beeldmerk werd gebruikt in een Adwords-campagne.

De zaak hier lijkt daar een beetje op. Benzinepasmaatschappij Multi Tank Card (MTC) had geadverteerd op de termen “travelcard”, “travel card”, “travel” en “card”. Daar was concurrent Travelcard niet blij mee, en op grond van o.a. hun handelsnaam en het beeldmerk met de kreet Travelcard erin spande men een rechtszaak aan. In eerste instantie werden de eisen afgewezen omdat “travelcard” een zuiver beschrijvende term zou zijn voor tankpassen. Maar het Hof verwerpt dat argument: we spreken in de Benelux niet van travelcards maar van tankpassen.

Het teken ’travelcard” heeft in zoverre in dat specifieke kader wel (enig) onderscheidend vermogen en stelt aldus het relevante publiek in staat om de betrokken diensten als afkomstig van een onderneming te onderscheiden. Dat het relevante publiek bij het horen van de bestanddelen travel en card een verband zal leggen met reizen en betaal- en kredietkaarten is niet voldoende om hier anders over te oordelen.

Het woordmerk is dus beschermd. Heel sterk vind het Hof het merk niet, maar helemaal nul bescherming verdient het ook weer niet. Dan de volgende vraag maar: is er sprake van inbreuk?

Ja en nee. De woorden “travel” en “card”, los of naast elkaar geschreven, zijn gewoon beschrijvende woorden voor mensen die kaarten zoeken waarmee ze brandstof kunnen betrekken voor het vervoer/reizen per auto. Dat kan Travelcard niet monopoliseren. Maar als je dat aan elkaar schrijft, dan wel: met die spelling is het duidelijk dat je aanhaakt bij het merk van de concurrent. Het Hof noemt dat zelfs een “evidente verwijzing”, oftewel het “kom nou toch”-argument.

De merkenlogica volg ik niet: als “travel” en “card” de beschrijvende woorden zijn voor “(benzine bij het) reizen” en “betaalkaart”, waarom is dan de combinatie van die twee ineens níet beschrijvend? Een merk dat uit twee bestaande woorden bestaat, moet in de combinatie meer zitten dan alleen maar de twee woorden in hun gewone betekenis. Ik zou werkelijk niet weten wat voor creatiefs je krijgt door “travel” en “card” aan elkaar te plakken. (Ok, als het argument is dat “travel” niet beschrijvend is voor benzine tanken, dan snap ik de conclusie maar dan begrijp ik weer niet waarom “travel” op zich dan wél die tankbetekenis krijgt van het Hof.)

Hoe dan ook, MTC mag adverteren op de losse woorden – inclusief “travel card” – maar niet op de aaneengeschreven combinatie uit het merk van de concurrent. En, leuk detail: TravelCard mag dan weer wel adverteren op “tank card” hoewel dat de naam van MTC is: “tank card” is natuurlijk zo beschrijvend als wat voor tankcards.

Arnoud