Terugblik: OM niet ontvankelijk in P2P-strafzaak (gastpost)

| AE 2369 | Intellectuele rechten, Regulering | 28 reacties

Vorige week vernietigde het Gerechtshof Den Haag het vonnis in de eerste strafzaak rond P2P-filesharing. In onderstaande gastbijdrage bespreekt jurist Maarten van Amerongen het arrest en de opmerkelijke achtergrond van de zaak. Maarten studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en werkt bij de Centrale Raad van Beroep als zittingsgriffier.

Op 22 december 2010 kwam middels het arrest van het hof Den Haag een einde aan een zes jaar (!) lopende procedure tegen zeven beheerders van twee e-Donkey indexeringsites; Releases4U en ShareConnector.

De rechtbank Rotterdam kwam in 2007 nog tot een veroordeling van een enkele verdachte. Ondanks de forse strafeis van de officier van justitie van ” 5000,- kwam de rechtbank bij slechts een enkele verdachte tot een matige veroordeling in de vorm van een boete van ” 250,- als gevolg van, naar het oordeel van de rechtbank, het verspreiden van enkele auteursrechtelijke werken. Van beroeps- dan wel bedrijfsmatigheid in het verspreiden van auteursrechtelijk beschermde bestanden en een criminele organisatie in de zin van artikel 140 Strafrecht was geen sprake. Voor een overzicht van de overige feiten verwijs ik naar het vonnis. Drie verdachten werden veroordeeld tot een boete, vier werden vrijgesproken.

Het vonnis vormde aanleiding voor de verdediging en het OM om hoger beroep in te stellen. Na meerdere zittingsdagen, een verhoor van deskundige J.A. Pouwelse, een heropening van het onderzoek en uiteindelijk zelfs het verhoren van totaal vier (hulp-)officieren van justitie wijst het hof arrest. Het OM krijgt rake klappen in de vorm van niet-ontvankelijkheid.

Het hof stelt in het arrest de gang van zaken vast die voorafgingen aan de aanhoudingen buiten heterdaad en de inbeslagname van servers en PC’s op 14 december 2004. Gedurende die periode werden diverse dossiers (bewust lijkt niet langer het woord “aangifte” gebruikt, zoals in het vonnis door de rechtbank werd gedaan maar voor het meer algemene woord “dossier” gekozen), door Stichting Brein aan de FIOD-ECD overhandigd. De FIOD-ECD doet eigen onderzoek naar het dossier en doet verzoeken bij de ISP van de verdachten om NAW gegevens te verkrijgen en na overleg met de officier van justitie wordt besloten tot aanhouding buiten heterdaad.

Bijna een jaar later wordt het overzicht van verdenkingen opgesteld waarin men als basis van de verdenking voornamelijk gegevens gebruikt die zijn verkregen ná aanhouding en inbeslagname van de PC.

Bij de beoordeling wijst het hof op de Aanwijzing Intellectuele Eigendomsfraude van het College van Procureurs-Generaal, in werking getreden op 1 april 2002. Hierin is verwoord dat bij auteursrechtenschending civielrechtelijke handhaving de norm is en strafrechtelijke handhaving enkel aangewezen in indien dit in het algemeen belang is. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien de volksgezondheid of veilige samenleving in het geding is.

Het hof stelt dat uit het dossier evenmin uit het getuigenverhoor naar voren is gekomen dat hiervan sprake is. Evenmin kan het hof vaststellen dat de FIOD-ECD een zorgvuldig onderzoek heeft verricht en aldus komt het hof tot de conclusie dat er op het moment van aanhouding buiten heterdaad géén feiten of omstandigheden bestonden waaruit de verdenking van enig strafbaar feit door de verdachten bestond. Van de gestelde beroeps- en bedrijfsmatigheid is het hof niets gebleken en ook de getuigenverhoren ter zitting brachten het hof niet tot een ander inzicht.

Al met al lijkt dit een misbruik van bevoegdheden geweest te zijn. Stichting Brein klaagt bij de FIOD-ECD over twee websites. De FIOD-ECD komt tot de conclusie dat artikel 31b Auteurswet de enige mogelijkheid is de noodzakelijke dwangmiddelen toe te passen om de verdachten aan te kunnen houden en baseert vervolgens de verdenking op basis van gegevens die verkregen zijn na onderzoek aan de in beslag genomen PC’s en verhoren van de verdachten. Dit alles brengt het hof tot de slotsom dat het OM in redelijkheid niet tot de vervolgingsbeslissing mocht komen en verklaart het OM niet-ontvankelijk in de vervolging. Naar mijn inzicht een terechte conclusie.

Civielrechtelijk zijn er inmiddels meerdere uitspraken aangaande dit onderwerp. Vele daarvan zijn reeds op het weblog van Arnoud genoemd. Op strafrechtelijk gebied blijft met dit arrest de vraag onbeantwoord. Ik meen dat geconcludeerd kan worden dat een beheerder van een indexeringsite in beginsel strafrechtelijk niet makkelijk te vervolgen is. Ik beschouw dit niet als een probleem. Stichting Brein heeft voldoende middelen om over te gaan tot civielrechtelijke handhaving en de wet verzet zich tegen de inzet van zware middelen in de vorm van het strafrecht. Ik vraag mij af wat de conclusie geweest zou zijn indien er wel een inhoudelijk oordeel zou zijn gekomen”

Maarten

Embedden nu toch openbaar maken?

| AE 1939 | Intellectuele rechten | 17 reacties

Weet u nog, die site MyP2P waar je handige hyperlinks naar illegaal doorgegeven televisieprogramma’s kon vinden? Eerst ex part verboden en toen in de echte rechtszaak wegens overmatige complexiteit niet veroordeeld. In hoger beroep heeft het Hof Den Bosch er minder moeite mee (PDF; en is dat een typemachine?). Hoewel MyP2P er niet voor wordt veroordeelt, laat het Hof zich wel ontvallen dat embedded links nieuwe openbaarmakingen zijn.

Een juridisch omgwtfbbq-momentje? Ik weet het niet. De enige onderbouwing die men geeft is

In de rechtspraak en juridische literatuur wordt betrekkelijk eensgezind aangenomen dat een embedded link wel een openbaarmaking inhoudt. Immers, het materiaal is dan te bekijken of beluisteren binnen de context van de website van degene die de link heeft geplaatst, waardoor diegene die de vertoning van het achterliggende werk zozeer “voor zijn rekening neemt” dat dit niet meer als een enkele verwijzing is te beschouwen.

maar welke rechtspraak of literatuur wordt gebruikt, blijft in het midden. Toevallig verscheen zeer onlangs in tijdschrift Mediaforum (2010, 1) een artikel van auteursrechtenadvocaat Dirk Visser over embedden van Youtube-filmpjes. Hij tussenconcludeert:

Het is dus mogelijk om “embedden”, evenals hyperlinken, niet als auteursrechtelijk relevant openbaar maken aan te merken. Het is ook mogelijk, bijvoorbeeld via een bepaalde invulling van het begrip ‘nieuw publiek”, “embedden” wél als (secundaire) openbaarmaking aan te merken, waarbij men uit moet gaan van een functionele benadering van het openbaar- makingsrecht, waarbij vermoedelijk de indruk van het publiek over wie openbaar maakt van belang is. Het Hof van Justitie der EG zal hierover uiteindelijk moeten beslissen.

Visser lijkt er niet aan te willen dat iedere embedding een nieuwe openbaarmaking is, maar houdt voor commerciële sites zoals MyP2P diverse slagen om de arm (de cynische lezer zou zeggen om zijn broodheer BREIN niet in gevaar te brengen) in zijn conclusie. Zijn onderscheid tussen commerciële en private partijen is op zich sympathiek maar verhoudt zich maar moeizaam met de strenge Auteurswet, die dit onderscheidt niet kent. Iets is openbaarmaking of niet, en de al dan niet bedrijfsmatige status van de openbaarmaker is daarbij niet relevant. Pas bij diverse verweren (openbaarmaking in private kring bijvoorbeeld) of bij regelingen van bv. Buma/Stemra wordt dat belangrijk. Maar de vraag of iets openbaarmaking is, moet zonder aanzien des persoons worden bepaald.

Ik heb even zitten zoeken, maar afgezien van de Nieuw Rechts– en Voeljeniksvan-zaken ken ik er geen waar embedden of inline linken als openbaarmaken werd gezien. En die twee zaken vind ik wat te mager om te zeggen dat “betrekkelijk eensgezind aangenomen” wordt dat dit het geval is.

Oh kijk, de advocaat van MyP2P kwam zelf met deze stelling:

In de rechtspraak en juridische literatuur wordt betrekkelijk eensgezind aangenomen dat een embedded link wel een openbaarmaking inhoudt. Immers, het materiaal is dan te bekijken of beluisteren binnen de context van de website van degene die de link heeft geplaatst en door de plaatsing wordt over het algemeen een nieuw publiek bereikt.

Ik neem aan dat hij het dan ook in het verweer zo heeft geformuleerd en dat het Hof dit via copy&paste heeft overgenomen.

Omdat “niet is gebleken” dat MyP2P embedded links aanbiedt, worden ze hiervoor niet veroordeeld. Waarom erover beginnen, denk je dan. Wel is het onrechtmatig om structureel links aan te bieden naar illegaal aangeboden streams met televisieprogramma’s, geen verrassing gezien de Mininova- en Pirate bay-uitspraken.

Arnoud

Linken naar P2P stream: te complex voor kort geding

| AE 1475 | Intellectuele rechten | 5 reacties

myp2p-televisie-kijken-links.pngIk voel het vonnis al aankomen, schreef ik eind januari over linksite MyP2P. Nu is er een vonnis, maar dat is van een andere zaak tegen datzelfde MyP2P. Canal+-aanbieder C More vond dat MyP2P met haar verwijzingen naar P2P-streams om gratis Canal+ te kijken, inbreuk maakte op haar auteursrechten of in ieder geval onrechtmatig handelde. Ze spande daarom een kort geding aan om hier een einde aan te maken, maar de kortgedingrechter wijst de eis af omdat de zaak “zowel feitelijk als juridisch” te complex is. Ga het maar in een bodemprocedure uitzoeken, met andere woorden.

MyP2P biedt zelf geen werken ter download of streaming aan, maar verwijst naar andere sites waar dat wel kan. En de rechter vindt het terecht een lastige vraag of MyP2P daarmee onrechtmatig handelt. Waar een externe website naar linkt, is tenslotte niet MyP2P’s verantwoordelijkheid.

Daarnaast vond ik nog deze opmerking in het vonnis:

Bovendien zou kunnen worden gezegd dat er mogelijk grondrechtelijke aspecten zijn te onderkennen in die zin dat een vonnis waarbij de vorderingen zouden worden toegewezen, zou kunnen worden aangemerkt als een beperking van een of meer grondrechten van een of meer gedaagden wat de noodzaak van een deugdelijke grondslag van een dergelijk vonnis onderstreept.

Ik weet niet zeker of dit nu gaat over het verbod om de hele site te sluiten, of specifiek over de eis om hyperlinks te verwijderen. In het laatste geval zou ik het wel opmerkelijk vinden: wordt het grondrecht van vrije meningsuiting aangetast als je niet mag verwijzen naar inbreukmakende materialen?

Al met al een interessant vonnis, zeker voor andere sites die claims krijgen dat hun linkverzameling inbreuk zou maken op rechten van derden. Het is niet gezegd dat die linksites nu legaal zijn, maar zomaar een kort geding tegen je krijgen en verliezen zal ook niet gebeuren.

Arnoud

Onderzoek toont aan: filesharing positief voor cultuur en welvaart

| AE 1425 | Innovatie, Intellectuele rechten | 32 reacties

De economische effecten van file sharing op de Nederlandse welvaart op de korte en de lange termijn zijn per saldo sterk positief, zowel op korte als op lange termijn. Consumenten krijgen als gevolg van file sharing toegang tot een breed scala aan cultuurproducten. Daar staat tegenover dat een daling van de omzet uit de verkoop… Lees verder

Hoe een printer aangeklaagd werd voor auteursrechteninbreuk

| AE 1188 | Intellectuele rechten, Security | 3 reacties

Een netwerkprinter aan de University of Washington kreeg een DMCA takedown notice omdat deze zich bezig zou hebben gehouden met illegale verspreiding van films via peer-to-peer netwerken. Nee, niet door ze uit te printen. Netwerkprinters hebben ook IP-adressen, en die adressen kunnen opduiken in filesharing netwerken, waar organisaties zoals Mediasentry weer door getriggerd worden om… Lees verder

Hosten van onrechtmatige torrentsites ook onrechtmatig

| AE 1131 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 6 reacties

Helemaal vergeten te melden, sorry. Twee weken terug werd provider Leaseweb in een arrest in hoger beroep veroordeeld wegens het hosten van de site Everlasting, waar torrentbestanden naar illegaal aangeboden films, muziek, software en dergelijke te vinden waren. In eerste instantie werd Leaseweb verplicht de site te sluiten en de NAW-gegevens van de klant aan… Lees verder

Prutsers van Torrentspy krijgen $110 miljoen boete

| AE 1031 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 1 reactie

Een Amerikaanse rechtbank heeft p2p-site Torrentspy een boete opgelegd van 110 miljoen dollar (72 miljoen euro), meldden Nu.nl en Tweakers. De site bood links aan waarmee films en tv-programma’s kunnen worden gedownload. Toch zegt dit weinig over de legaliteit van andere filesharing sites. Torrentspy kreeg deze schadevergoeding vooral opgelegd vanwege haar klunzige manier van omgaan… Lees verder

Afgifte persoonsgegevens door providers toegestaan, maar niet zomaar

| AE 822 | Intellectuele rechten, Privacy | Er zijn nog geen reacties

Europese landen mogen geen ongenuanceerde regels hanteren dat internetproviders persoonsgegevens van klanten altijd moeten afgeven bij rechtszaken, zo oordeelde het Europese Hof van Justitie gisteren. Een instantie als BREIN, of iemand die zich beledigd voelt, heeft dus niet per definitie recht op persoonsgegevens van een klant. Zij zal moeten aantonen dat afgifte gezien de specifieke… Lees verder

Aanbieden van hashcodes door Shareconnector is onrechtmatig

| AE 805 | Intellectuele rechten, Ondernemingsvrijheid | 10 reacties

De hashcode-site Shareconnector handelt onrechtmatig door structureel te verwijzen naar illegaal aangeboden films en andere werken op het eDonkey peer-to-peer file sharing netwerk, zo oordeelde de voorzieningenrechter gisteren. Dit is in lijn met de eerdere ZoekMP3- en Dutchtorrent-zaken. Ook daar bleek dat als je links, torrents of andere codes indexeert die verwijzen naar overwegend illegaal… Lees verder

Bittorrent: inbreuk op auteursrecht in groepsverband?

| AE 756 | Intellectuele rechten | 19 reacties

Tijdens een discussie op Tweakers over de werkwijze van BREIN in 2007 kwam een deelnemer met een slimme opmerking over Bittorrent. Bij de meeste file sharing netwerken download je het bestand van één iemand. Zijn er meerdere aanbieders, dan moet je er eentje kiezen en maar hopen dat die de beste snelheid levert (en ook… Lees verder