Kan een ex-werknemer naamsvermelding eisen onder zijn oude blogs?

Nee, deze heeft niets te maken met die blog van laatst. In deze vraag via Linkedin kwam de kwestie voorbij dat een ex-werknemer juist wilde dat zijn naam bij oude blogs bleef staan, sterker nog dat eiste hij op grond van zijn auteursrecht. Nu ligt dat recht bij de werkgever, de blogs waren immers als deel van het werk geschreven, maar specifiek bij naamsvermelding ligt het iets complexer.

Het auteursrecht kent naast de gewone publicatierechten (“economische rechten”) ook de zogeheten morele of persoonlijkheidsrechten. Die omvatten het recht te eisen dat je naam ergens bij staat, hoewel je daar afstand van kunt doen. En de complicatie is dus dat een werkgever de economische rechten krijgt, maar niet perse de persoonlijkheidsrechten.

Als ik het zo inschat dan is vandaag de dag de opvatting dat de werknémer die rechten heeft, ook als het gaat om werken onder artikel 7 (dus waarvan de rechten naar de werkgever gaan) of waarvan je in je arbeidscontract hebt gezegd dat de rechten bij de werkgever liggen. En omdat persoonlijkheidsrechten niet overdraagbaar zijn, kan de werkgever die niet opeisen.

De enige ’truc’ is dat de werknemer afstand moet doen van die rechten in het arbeidscontract, maar die zin heb ik nog nooit gezien in een arbeidscontract. En als je als werkgever vervolgens toch mensen hun naam ergens bij gaat zetten, voelt het raar om daarna te zeggen “maar je deed afstand van het recht op naamsvermelding”.

Ik denk dus dat je als werknemer inderdaad kunt eisen dat je naam ergens bij staat. Wel met de nuance dat het een situatie moet zijn waarin het redelijk is dat je naam erbij staat. De salesbrochure van het nieuwe product, daar staat nooit een auteursnaam in, dus daar zou je eis tot naamsvermelding heel raar zijn. En ook zal zwaar meewegen hoe de publicatie bij dat bedrijf normaal gaat. Veel blogs kennen auteurs, maar grootzakelijke blogs vermelden hooguit “marketing” of zo als naam. Daar zul je ook weinig kunnen eisen.

(De AVG gaat de werkgever niet helpen, ik zeg het maar even, want er is een noodzaak of zelfs wettelijke plicht om die naam te laten staan als de werknemer dat eist. Ik stip het maar even aan.)

Arnoud

19 reacties

  1. Het lijkt me logisch om te stellen dat zodra er sprake is van auteursrecht, dus zodra een werk objectief het ‘stempel’ van de maker draagt, die maker ook kan eisen om genoemd te worden.

    Ik zie niet direct in waarom dat bij, bijvoorbeeld een salesbrochure, anders zou zijn. Oftewel het is zakelijk-functionele wervende tekst zonder stempel van de maker (maar dan valt het niet onder het auteursrecht), oftewel het is meer dan dat, een mooie tekst die niet iedereen zomaar zou kunnen maken, en dan is het logisch dat de maker daar trots op is en kan vragen vermeld wordt.

    Ik vind dit op zich wel een mooie randvoorwaarde aan het auteursrecht die een beetje de trend om iedere scheet onder het auteursrecht te laten vallen zal inperken. Zo van: ‘O, wil je je beroepen op het auteursrecht? Prima, maar realiseer je dan dat je de naam van de maker moet noemen als hij zij dat vraagt’

    1. Dat is ook logisch en daarom staat dat ook zo in artikel 25. De complicatie is alleen dat in artikel 7 staat dat de werkgever geacht wordt de maker te zijn, en dus niet de werknemer. Die was zeg maar het handje, meer niet. Dus de naam van de werkgever moet erbij, maar dat handje hoeft niet genoemd want die is niet de maker.

      1. Ik heb de auteurswet nog eens aan een close read onderworpen. Maar het is niet duidelijk.

        In Art 7 wordt de werkgever als de maker aangemerkt, en geeft A 25 aan DE MAKER een aantal niet (of beperkt) overdraagbare rechten. Dat zou dus betekenen dat die rechten onder A25 ook aan de werkgever toekomen, en niet aan het handje.

        Ik lees in A7 ook niets over een overdracht. A7 lijkt erop te duiden dat er in dergelijke omstandigheden geen overdracht is, alleen een juridische fictie waarin het makerschap vanaf het onstaan van het werk al bij de werkgever ligt, analoog aan A.6.

        Maar dit is niet in lijn met de geldende interpretatie van de persoonlijkheidsrechten.

        Dit kan alleen verzoend worden door aan het woord ‘de maker’ in de auteurswet twee verschillende betekenissen toe te kennen, namelijk de natuurlijke persoon die het gemaakt heeft en ook de (natuurlijke of rechts-) persoon die als maker wordt aangemerkt, en dan wordt het natuurlijk moeilijk om de wet te lezen.

        Uit nieuwsgierigheid: Waar komt de interpretatie vandaan dat A.25 persoonlijkheidsrechten geeft aan de natuurlijke persoon die het gemaakt heeft, als hij het werk als werknemer vervaardigd heeft? Daar is alleen een basis voor in A25 als je A7 als een overdracht beschouwt (en dat zie ik niet).

        1. Die opvatting komt vanuit de gedachte dat artikel 25 over persoonlijke rechten gaan, die inherent voor mensen zijn. De fictie van artikel 7 maakt van een werkgever nog geen mens dus kan hij geen persoonlijkheidsrechten bezitten. Dat is in strijd met de taalkundige strekking van deze artikelen (gelijke woorden hebben gelijke betekenis) maar het past beter bij het achterliggende doel.

          1. Kijk eens, weer een reden dat automatisering in de juridische praktijk heel erg lastig gaat worden. Als het de ene keer zo uitkomt wordt er na het doel geredeneerd, en als het een andere keer anders uitkomt wordt er naar de letter geredeneerd, omdat het zo goed “voelt”. Dat je daarmee tegenstrijdigheden in je systeem opneemt neem je dan voor lief, maar daar ploffen logische redeneersystemen op.

            In dit geval voel ik wel wat voor de redenatie dat persoonlijkheidsrechten bij een natuurlijke persoon horen. Voor mij zijn persoonlijkheidsrechten rechten eerder een variant van het merkrecht dan een logisch onderdeel van het auteursrecht (ook al vallen ze daaronder), omdat ze primair bedoeld zijn de reputatie te beschermen van de persoon die het werk gemaakt heeft. Een bedrijf kan voor datzelfde doel natuurlijk ook altijd zijn merkrechten inzetten.

            1. In het geval van conflicten tussen letter en geest hebben we ook nog zoiets als “maatschappelijke gebruiken” waaraan een rechter gedrag kan toetsen. Als op de blog de namen van de werknemers als auteurs genoemd worden en bij de verkoopbrochure of handleiding geen persoon, dan heeft een ex-werknemer recht om te vragen dat zijn naam onder zijn blogposts blijft staan.

              1. Maar toch is dat naar mijn rechtgevoel (en van de meesten denk ik) niet correct. Kortom: de Auteurswet is een draak en moet herschreven worden (ook over Artikel 8 is discussie: Is dit een de jure overdracht, of is dit een bepaling om een (voorlopige) maker te hebben totdat het echte makerschap bekend/bevestigd is? Het lijkt op het eerste, maar kanniewaarzijn want dat zou het wel heel makkelijk maken om een maker zijn eerlijke rechten te ontzeggen)

                1. Ja, dat dacht ook.

                  Maar uit een close-read van de Auteurswet volgt dat niet, in elk geval niet in het geval het werk gemaakt is in dienst van een opdrachtgever die een natuurlijke persoon is, zoals Arnoud lijkt te beamen.

                  Misschien maken we hier ‘auteurswet-history’! 🙂

    2. Waarom zou je als maker genoemd moeten worden in een salesbrochure? Als iedereen wiens ‘stempel’ ergens op staat genoemd zou moeten worden dan barst het in de wereld van de naamkaartjes. Overal in huis komen naamkaartjes van de tegelzetter, timmerman, loodgieter. Je kan geen website meer lezen zonder dat er namen van alle betrokkenen bij staan.

      Alleen als de tekst een (sterke) mening verkondigd is het handig dat het er bij staat

      1. Omdat, als je ervan uitgaat dat de persoonlijkheidsrechten niet (of alleen bewust en expliciet) overdraagbaar zijn, dit nu eenmaal een consequentie van A.25 1(a) van de auteurswet is.

        Dit is alleen niet het geval als dat niet redelijk is, volgens A.25. En ik kan me goed voorstellen dat de naam van de tegelzetter op de badkamervloer niet redelijk is, omdat dat de aard van de vloer (uniform beige) verstoort, maar, in kleine letters op de achterkant van de brochure de marketingmedewerker noemen, dat is toch helemaal niet onredelijk?

        (zoals ik enkele berichten hoger betoog, twijfel ik aan het genoemde uitgangspunt, maar het is wel het meest geaccepteerde uitgangspunt)

  2. Ik weet niet of het redelijk is te verlangen dat je naam ergens bij gezet wordt, maar ik vind het heel redelijk om te verlangen dat je naam niet verwijderd wordt. Dwz, als je naam bij een blog post stond toen je werknemer was, lijkt het me heel raar als die naam verwijderd wordt als je uit dienst treedt. Aan het artikel is immers niets veranderd.

    Als een bedrijf ervoor kiest überhaupt geen namen te vermelden bij artikelen dan wordt er ook niets verwijderd en heb je wat mij betreft geen recht tot klagen. Ik vind het persoonlijk sympathieker overkomen om het wel te doen, maar dat is een marketingtechnische overweging.

    Als derde alternatief kun je ook het artikel verwijderen, als je echt zo veel problemen hebt met het noemen van de naam van een ex-werknemer.

  3. Geldt dit overigens ook voor interne documenten? Ik denk hierbij aan software ontwikkelaars die functionele of technische documentatie in elkaar zetten om een project te beschrijven. Dan gebeurt het vaak dat er een naam bij staat zodat je weet bij wie je verdere vragen kunt stellen over het ontwerp. Maar als iemand dan vertrekt terwijl het project nog loopt, moet zijn naam er dan nog in blijven staan?

    1. Ik zou de naam van de auteur in de versiegeschiedenis laten staan; maar wel een nieuwe “documentbeheerder” aanwijzen, die zijn naam in de volgende versie van het document mag zetten. Maar omdat het om interne documenten gaat is naamsvermelding voor de auteur minder belangrijk (minder naamsbekendheid.)

      Dat naamsvermelding voor de auteur minder impact heeft is geen reden om aan geschiedvervalsing te doen.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.