Kun je aansprakelijk gesteld worden voor bitcoindiefstal door je kinderen?

Een Amerikaan heeft de dieven van 16 bitcoins (destijds 2 ton in Euro’s) gevonden en klaagt nu hun ouders aan, zo meldde Krebs on Security onlangs. De man stak veel tijd in het opsporen van de bitcoindieven, maar wist met het nodige forensisch onderzoek te achterhalen dat twee Britse -destijds- minderjarigen de cryptomunten naar zich toe hadden weten te krijgen. Omdat de ouders niet reageerden op zijn verzoek tot terugbetaling, gaat hij nu over tot een civiele rechtszaak. Wat de vader van een “crypto hackende” dochter me bezorgd deed vragen: loop ik ook dat risico?

Even voor de duidelijkheid, het gaat hier dus niet om aangifte of strafvervolging tegen minderjarigen. Dat kan (in Nederland vanaf 12 jaar) maar dat zou een beslissing van het OM zijn. Het gaat hier om een civiele of burgerlijke zaak: ik heb schade geleden door uw kind, ik wil graag even afrekenen. En nee, dit is geen verzekeringswerk.

De truc die de twee gebruikt zouden hebben, was een crypto wallet app met een achterdeur: wanneer je een bitcoinadres kopieerde naar het Klembord, werd dit vervangen door een sterk gelijkend adres dat beheerd werd door de dieven. Je plakt dat dan in het walletprogramma en alles lijkt te kloppen, maar je geld ben je dus kwijt. Dit is een van de vele vormen van malware, diefstal en oplichting waar cryptogebruikers mee te maken hebben.

De man gooide er flink wat onderzoekscapaciteit tegenaan maar wist ze te vinden;

[The claimant’s] lawsuit lays out how his investigators traced the stolen funds through cryptocurrency exchanges and on to the two youths in the United Kingdom. In addition, they found one of the defendants — just hours after [his] bitcoin was stolen — had posted a message to GitHub asking for help accessing the private key corresponding to the public key of the bitcoin address used by the clipboard-stealing malware.
De leeftijd van de twee wordt niet gegeven, maar het speelde in 2018 en de twee studeren nu aan de universiteit, dus het zal niet om copypastende tienjarigen zijn gegaan. Dat is van belang, want aansprakelijkheid van ouders voor handelen van kinderen ligt een tikje ingewikkeld.

In Nederland trekken we een grens bij veertien jaar. Als een kind van onder die leeftijd iets onrechtmatigs doet, zijn de ouders daarvoor aansprakelijk. (Met als randvoorwaarde dat de vraag wel eerst is of het kind aansprakelijk zou zijn geweest als het meerderjarig was.) Ik heb geen twijfel dat het verspreiden van bitcoinstelende malware onrechtmatig is, of je dat nou doet “voor de lolz” of omdat je nieuwe fidget spinners wilt komen. Dus als die malwarecopypastende tienjarige inderdaad twee ton aan bitcoins had gestolen, dan zijn de ouders aansprakelijk.

Het andere makkelijke geval is de leeftijd zestien tot achttien, dan is alleen het kind aansprakelijk. Het doet er dan niet toe of het kind geen geld heeft en de ouders miljonair zijn. In theorie zouden de ouders aansprakelijk gehouden kunnen worden als blijkt dat ze hun ouderlijke zorgplicht hebben geschonden, maar dat is niet hetzelfde als “je kind stal mijn bitcoins en woonde bij jou thuis”. Het moet dan op zichzelf onrechtmatig zijn geweest dat de ouders niet ingrepen.

Vanaf achttien jaar is het kind meerderjarig en dus geheel als enige aansprakelijk voor zijn of haar fouten. Ook als het kind nog thuis woont en ook als de ouders alles betalen. Er is natuurlijk een ouderlijke zorgplicht tot 21 jaar, maar die betreft levensonderhoud en zorg en niet onrechtmatig handelen.

Als het kind veertien is (maar nog geen zestien) dan ligt het ingewikkelder, en dat komt met name omdat de wet een draak van een taalconstructie hanteert hiervoor:

Voor schade, aan een derde toegebracht door een fout van een kind dat de leeftijd van veertien jaren al wel maar die van zestien jaren nog niet heeft bereikt, is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent, aansprakelijk, tenzij hem niet kan worden verweten dat hij de gedraging van het kind niet heeft belet.
Het gaat hier dus om de vraag of je als ouder had moeten ingrijpen. Als je dat niet deed, en dat kan jou worden verweten (de “kom op nou”-toets) dan ben je dus aansprakelijk voor de fouten van je kind. Natuurlijk wederom met de voorvraag of het überhaupt een fout was, wat je kind deed.

In 2009 blogde ik over de ouders van een vijftienjarige die aansprakelijk werden gehouden voor een auteursrechtclaim: de jongen had een fotootje van Cruijff op zijn website gezet en de ouders moesten daarvoor betalen, aldus de fotograaf.  De rechter zag geen reden om aan te nemen dat de ouders hadden moeten ingrijpen:

Het gaat kennelijk om een handige jongen – zoals zoveel kinderen tegenwoordig zeer handig zijn in het omgaan met internet en alles wat met computers te maken heeft – die op deze wijze zijn liefhebberij mede vorm geeft. Dat is tegenwoordig niets bijzonders. Er zijn veel kinderen van (ongeveer) deze leeftijd die een website hebben. Het onderwerp van de site -voetbal- is onschuldig: volstrekt normaal voor een jongen van 15 jaar.
Een verschil met deze zaak zou dus zijn dat het onderwerp van de online activiteit iets minder onschuldig was. Je zou bij rare dingen van je puber eerder geacht worden een en ander te controleren: wat voor rare apps bouw jij, wat zit jij op dat giethub en hoe kom je aan al dat geld voor je nieuwe sneakers?

Met name het moment dat er bizar veel geld in bezit blijkt, zou voor mij het moment zijn dat je als ouders in moet gaan grijpen. De bestolen man uit het Krebs-artikel hanteert als primair argument dat hij de ouders had geïnformeerd en dat ze daarom aansprakelijk zijn omdat ze niets deden om het ongedaan te maken. Dat is in Nederland geen rechtsgeldig argument – het gaat immers om informeren over een reeds gepleegde onrechtmatige daad.

Een slachtoffer van na die brief zou er wellicht wel wat mee kunnen: je wist dat meneer A bestolen was door je zoon, je deed niets en daarna werd ik óók bestolen, dat kan jou dus worden verweten. Blijf je zitten met het feit dat de kinderen in het Verenigd Koninkrijk zitten en de bestolene in Colorado, USA, maar dat thema hebben we al een paar keer recent gehad op deze blog.

Arnoud

Hoe zwaar weegt gezichtsherkenning in het strafrecht?

Het lijkt erop dat degene die op 5 augustus 2017 om 2.31 uur bij de geldautomaat is gefilmd, ook in de politiedatabase staat: Thomas. Zo introduceert Nu.nl een strafzaak waarin gezichtsherkenning door het politiesysteem CATCH centraal stond in het bewijs. Nadat ook twee onderzoekers de gezichten met elkaar vergelijken, concludeert het Centrum voor Biometrie namelijk dat Thomas veel overeenkomsten en geen significante verschillen vertoont met de persoon die om half drie ’s nachts pint. Hebbes, zegt de statistiek. Nope, zegt de rechtbank Den Bosch.

De strafzaak (vonnis) gaat over een hele trits feiten, niet alleen een keer pinnen met andermans pinpas, maar ook witwassen en lidmaatschap van een criminele organisatie. De rechtszaak is namelijk onderdeel van een groter onderzoek naar een bende die bankrekeningen plundert. En kennelijk is ‘Thomas’ (de naam is nep) de leider van dat netwerk want hij heeft statistisch gezien gepind met een gestolen pas?

Herkennen van mensen van foto’s is natuurlijk altijd lastig. Maar hier werd niet door menselijke getuigen of rechercheurs gekeken; het gaat om een automatisch gezichtsherkenningssysteem dat CATCH heet. De cijfers zijn schokkend: jaarlijks gaan zo’n duizend foto’s van verdachten door de database met 1.3 miljoen mensen. En dat levert dan 98 keer een match op. Nee, niet 980 of 98%, acht-en-negentig. Net geen honderd. Ja, ik val ook van mijn stoel.

Waarschijnlijk komt dat lage aantal omdat de meeste beveiligingscamera’s de kwaliteit van een aardappel hebben, als ik de beelden van Opsporing Verzocht mag geloven. Plus, veel criminelen weten natuurlijk dat ze hun gezicht moeten bedekken om niet te makkelijk herkend te worden. En men zal vast ook alleen een match willen geven als het systeem het heel zeker weet.

Maar hoe zeker is zeker? Dat weten we niet, en dat is ook fundamenteel lastig. Al is het maar vanwege de vraag of de werkelijke dader wel in het systeem zit. Anders krijg je gewoon “de best matchende persoon is deze” en als dat ook een hoog percentage betrouwbaarheid geeft, dan is de conclusie “dit is hem” snel gelegd. Natuurlijk kijken er dan nog mensen naar, maar “even checken, dit is hem toch” is heel wat anders dan “hier zijn duizend gezichten, welke is het”.

De rechtbank is er dan ook héél snel klaar mee:

De rechtbank is van oordeel dat in dit geval de ‘hit’ op verdachte in het zgn. CATCH-systeem (Centrale Automatische Technologie voor herkenning) onvoldoende is om te concluderen dat verdachte – buiten redelijke twijfel – als pinner kan worden aangemerkt. De opmerking dat twee onderzoekers zagen dat er veel overeenkomsten waren en geen significante afwijkingen, acht de rechtbank niet zodanig overtuigend dat de ‘hit’ als basis voor een bewezenverklaring kan dienen. Nu er buiten de herkenning geen andere bewijsmiddelen voorhanden zijn die verdachte verbinden aan een van de ten laste gelegde feiten, is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken.

Bij een strafzaak moet het gaan om wettig en vooral overtuigend bewijs. Oftewel, geen redelijke twijfel. Enkel “hij lijkt best goed” is niet hetzelfde als “er is geen twijfel dat dit hem is”. Tussen de regels door lees ik dat de rechtbank alléén een fotoherkenning te weinig vindt. Had zijn telefoon even uitgepeild, een vingerafdruk genomen of iets anders dat hem op de plaats delict zet. Maar dit is echt te weinig.

Arnoud