Mag je door anoniem browsen een paywall omzeilen?

Een lezer vroeg me:

Laatst vond ik in een discussiegroep een link naar een artikel, maar dat bleek achter een paywall te zitten. Nadat ik me daarover beklaagd had, kreeg ik te horen dat ik met anoniem browsen het artikel wél gratis kon zien. Maar is dat geen computervredebreuk dan, ik omzeil dan toch een beveiliging?

De beveiliging waar het hier om gaat, is een cookie: je krijgt bij bijna alle paywall-sites een aantal artikelen gratis, en dat aantal wordt geteld in een cookie. Met anoniem browsen (“private mode”) worden cookies na elke sessie weggegooid, dus staat dat aantal elke keer op nul.

Van computervredebreuk is sprake wanneer je opzettelijk en wederrechtelijk binnendringt in een computersysteem. Een beveiliging of toegangscontrole omzeilen is een mogelijke manier om dat te doen, maar waar het uiteindelijk om gaat is of je weet of moest weten dat je ergens bent in het systeem waar je niet mag zijn.

Met enige fantasie is die cookie-teller als een beveiliging te zien, of kun je het weggooien van het cookie zien als een technische ingreep. Daarmee is aan dat deel van het delict computervredebreuk voldaan.

Blijft over de vraag: ben je wederrechtelijk binnengedrongen? Oftewel ben je ergens waar je niet mag zijn, en ben je daar zonder enige bevoegdheid?

Het lijkt me evident dat als iemand een truc uithaalt om een betaald bericht gratis voor ogen te krijgen, hij computervredebreuk pleegt. Denk aan het gebruik van andermans wachtwoord, of het kapen van iemands inlogsessie om zo die toegang te krijgen. Maar de truc hier is niet gericht op het zoamaar lezen van een betaald bericht; het gaat om het toegang krijgen tot een zesde bericht die maand terwijl je er maar vijf mag lezen.

Dat voelt toch net even anders. Deze berichten zitten niet echt achter een paywall, je staat te lezen in de tijdschriftenwinkel en de juffrouw (m/v) achter de balie snauwt je toe “het is hier geen bibliotheek meneertje (m/v)”. En nu doe je na elk artikel een andere jas aan zodat ze je niet herkent. Ik kan dat moeilijk op één lijn stellen met na sluitingstijd inbreken. Dus nee, ik denk niet dat dit een strafbaar feit is.

Arnoud

Engelse woorden als merknaam

Het gebruik van Engelse woorden is in Nederland tegenwoordig zo normaal dat je niet meer kunt zeggen dat een woord een merk (of handelsnaam) is omdat het Engelstalig is. Tot die conclusie kwam de kortgedingrechter eind december in de zaak van het Runner Hardloopcentrum (vonnis bij Volledig bericht, pardon Boek 9). In deze zaak draaide het onder andere om de woorden “Run” en “Runner” voor producten voor hardlopers. In 1993 vond de rechtbank nog dat “Runner” een onderscheidende naam was voor zulke producten, zodat het bedrijf bescherming had voor deze naam als handelsnaam.

Dit soort discussie speelt ook vaak bij domeinnamen. Het gebeurt nogal eens dat iemand een bestaand woord vastlegt als domeinnaam, waarna een merkhouder komt klagen omdat zij dat woord gebruiken voor hun product of dienst. Nu kan op zich een gewoon woord best een merk zijn, zolang het maar onderscheidend is voor de producten waar de merkhouder het voor gebruikt. “Apple” is onderscheidend voor muziekverkoop via internet, maar niet voor een fruitstal, om eens wat te noemen.

Een voorbeeld is de site Ouders Online, waarvan uitgeverij Spaarnestad vond dat die naam te veel leek op hun tijdschrifttitel “Ouders van nu”. Echter, gezien de doelgroep was het feit dat beiden het woord “Ouders” gebruikten, onvoldoende om merkinbreuk aan te nemen.

De Telegraaf had echter met haar merk Speurders® meer succes. Hoewel “speurder” nogal algemeen klinkt, is het in de context van advertenties een bekend begrip. De site speurder.nl (zonder s) moest de domeinnaam dan ook afstaan. Hetzelfde gold voor Mijnspeurder.nl.

Een wat eigenaardige uitspraak was die inzake het Juridisch Loket. Een stichting die juridisch advies gaf, had “juridischloket.info” geregistreerd. Dat mocht niet, omdat het in strijd was met de handelsnaam waaronder de stichting het Juridisch Loket opereerde. Dit was opvallend omdat “juridisch loket” nogal beschrijvend lijkt voor de dienst van het verstrekken van juridisch advies. Bij handelsnamen is de eis van een “onderscheidend” woord echter niet zo streng als bij merken. Bovendien kun je ook hier betogen dat mensen ondertussen de kreet “juridisch loket” associeren met Het Juridisch Loket en niet zomaar een raampje met daarachter een jurist.

Arnoud