[Powerpoint zondag] Laat zien waar je over praat

Powerpoint zondag: een serie artikelen over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Niemand zit te wachten op iemand die “iets gaat vertellen”. Je geeft een presentatie om een bepaalde boodschap over te brengen.“Iets vertellen” is geen boodschap. Je publiek moet iets gaan doen met wat je ze vertelt. Niet alleen maar een warm gevoel krijgen van het nieuwe mission statement of te weten komen wat de jaarcijfers zijn. Je wilt ze ergens van overtuigen.

De cruciale vraag is dus: waar komt je publiek voor? Welke vragen hebben zij, wat willen zij weten?

Voor je dus ook maar één sheet maakt, moet je dus weten wat je hoofdboodschap zal zijn. Waar moeten ze mee naar buiten gaan? Waarom moet het publiek weten wat ik ga vertellen? Dat wordt de centrale focus van je presentatie. Om een boodschap goed over te laten komen is herhaling essentieel. De hoofdboodschap moet dus steeds terugkomen.

De vuistregel voor de opbouw is vertellen, vertellen, vertellen. Vertel wat je gaat vertellen, vertel het en vertel wat je net verteld hebt.

Een veel gebruikte manier om die lijn in je boodschap te krijgen, is de verhaaltechniek. Stel dat je afdeling gaat verhuizen naar een nieuw gebouw en het jouw taak is om mensen te “informeren over hun nieuwe werkplek.” Hoe breng je daar nu structuur in aan? Zet een fictieve werknemer centraal en bespreek diens dag in het nieuwe kantoor.

Maria is een 32-jarige medewerkster van de administratie. Ze komt ‘s ochtends met de auto of de fiets: waar parkeert ze? Of als ze met de bus komt, hoe ver is het lopen vanaf de halte? Laat de parkeerplaats, de halte en het nieuwe gebouw zien op een satellietfoto van Google Earth.

Op haar nieuwe werkplek heeft ze nu eindelijk de ruimte voor al haar dossiers. Foto van haar oude werkplek met stapels paperassen, en de nieuwe met keurig geordende stapeltjes. Natuurlijk begint ze de dag met een kop koffie. Foto van de nieuwe automaat. Door naar het kopieerapparaat. Het lunchrestaurant. Het park voor de wandeling. Dit geeft een logische structuur aan je verhaal en gaat uit van het publiek. Zo wordt voor hen meteen duidelijk wat het nieuwe kantoor hen op zal leveren.

Deze aanpak heeft één nadeel: je moet oefenen, oefenen, oefenen in wat je gaat zeggen. En met oefenen bedoel ik niet: door je sheets bladeren en zeggen “hier ga ik vertellen over onze nieuwe producten, hier iets over het nieuwe kantoor en hier sluit ik af met de verwachte verkoopcijfers.” Zeg het. Zet de presentatie aan en houd je verhaal. Dan merk je wat eigenlijk overbodig is, wat de onlogische overgangen zijn en waar een extra sheet toch wel handig zou zijn.

Arnoud

(Foto teleprompter: Luc van Braekel)<BR/> (Foto bureau: koneude)

[Powerpoint zondag] Laat je publiek nadenken

Powerpoint zondag: een serie artikel over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Sheets moeten laten zien waar je over praat. Dat betekent niet dat je alleen maar letterlijk mag tonen wat je vertelt. Je kunt je publiek juist beter prikkelen door een sheet te tonen die enig denkwerk vergt. Ik geef veel presentaties over octrooien en uitvindingen. Ik wil daarbij de juridische eis uitleggen dat een uitvinding niet voor de hand mag liggen, met andere woorden dat deze niet triviaal is. Dat onderwerp visualiseer ik zo:

Een andere manier om je publiek te prikkelen is het gebruik van citaten. Een relevant citaat �ver je boodschap is veel krachtiger dan een zin met je boodschap. Het dwingt je publiek om na te denken over waarom het citaat relevant is, en dat helpt ze bij het verwerken van je boodschap. Houd citaten wel kort. Je moet een citaat immers voorlezen, of uit je hoofd opzeggen.

Als je iets wilt laten zien bij het citaat, zorg dan dat de afbeelding relevant is voor het onderwerp van het citaat. Dus als je bijvoorbeeld Einstein?s citaat ?Alles moet zo simpel mogelijk gemaakt worden, maar niet simpeler? wilt gebruiken, laat dan eerder een apparaat met maar ��n knop zien dan Einstein?s hoofd. Of juist een apparaat dat overdreven simpel is:

Doorbreek clich�s. Een clich�beeld zet je publiek niet aan tot nadenken. Sterker nog, het kan storend werken omdat mensen het clich� herkennen en er op afknappen. Het grootste clich� over uitvindingen is natuurlijk de gloeilamp. Zulke presentaties beginnen dan ook altijd met een foto van een gloeilamp. Om dat clich� te doorbreken, begin ik zelf liever met deze afbeelding:

Dit zet mensen aan het denken. Eerst stellen ze zich voor dat iemand probeert met een lucifer zijn gloeilamp aan te steken. Dat roept het beeld op dat een uitvinding iets nieuws is, waar mensen nog helemaal geen verstand van hebben.

Arnoud

[Powerpoint zondag] Laat dat katheder los

Presenteren is een show. Maar shows zijn lastig te geven als je de hele tijd achter je computer moet staan om op het knopje ?Volgende sheet? te moeten drukken. Gebruik daarom een presenter zodat je vrij rond kunt lopen. Deze handige apparaatjes passen precies in je hand en hebben losse knopjes voor ?volgende sheet?, ?vorige sheet? en vaak ook een laserpointer. Ze werken draadloos via een ontvanger die je gewoon in de USB-poort van je laptop steekt.

Presenters zijn er in vele soorten en maten. Mijn persoonlijke favoriet is de Atek Tote presenter. Deze is klein, ligt goed in de hand en heeft een wieltje aan de zijkant waarmee je door de presentatie navigeert. De meeste andere presenters hebben hier knopjes voor, wat het nadeel heeft dat je je vinger moet verplaatsen als je een andere knop wilt indrukken. Dat maakt het allemaal net iets minder intu�tief.

De Atek Tote presenter

Drie andere populaire modellen zijn de Libra, Labtec en Keyspan presenters:

Het belangrijkste is om een apparaat te kiezen dat voor jou intu�tief werkt. Door je presentatie lopen moet zo glad mogelijk gaan.

Er zijn er ook met veel meer knopjes, zoals de Targus wireless multimedia presenter:

Ze doen me altijd denken aan de afstandsbediening van mijn televisie. Zo?n groot ding springt in het oog bij je publiek, en dat is nu net niet de bedoeling. Bovendien is bij zo veel knopjes de kans groot dat je op het verkeerde knopje drukt. En dat is wel het laatste wat je wilt middenin je presentatie.

Naast een draadloze presenter heb je natuurlijk ook een draadloze microfoon nodig als je rond wilt lopen. Probeer als het even kan een clip-on microfoon te regelen. Anders sta je met je presenter in je ene hand, en een microfoon in je andere hand, en dat is niet handig als je handgebaren wilt maken.

Bovendien krijg ik bij zo?n draagbare microfoon altijd het idee dat het publiek me voor Frans Bauer zal aanzien.

Arnoud

Plaatjes in je Powerpoint, dat moet, maar mag dat?

Plaatjes in een presentatie zijn erg verstandig. Wie de Powerpoint zondag-serie volgt, weet ondertussen wel dat ik het belangrijk vind om afbeeldingen te gebruiken in presentaties in plaats van tekst. Een afbeelding versterkt wat je zegt; een bolletje met tekst herhaalt het alleen maar. Gelukkig zijn er veel mensen die hier rekening mee houden en elke sheet opvrolijken met één of meer leuke plaatjes. Maar het is wel uitkijken met auteursrecht op afbeeldingen.

Ook het in het openbaar vertonen van een (kopie van een) afbeelding is namelijk inbreuk op het auteursrecht. Dat is een vorm van openbaarmaken. Je hebt daar dus toestemming voor nodig, tenzij je het echt in zeer beperkte kring doet:

Onder een voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar wordt mede begrepen die in besloten kring, tenzij deze zich beperkt tot de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring, en voor de toegang tot de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling geen betaling, in welke vorm ook, geschiedt. Hetzelfde geldt voor een tentoonstelling (art. 12 lid 4 Auteurswet).

Het citeren van een stukje van een afbeelding mag natuurlijk wel, als je iets over die afbeelding gaat vertellen in je presentatie.

Als je afbeeldingen als hoofdonderwerp of versiering van een sheet gaat gebruiken, dan moet je toch echt toestemming vragen. Of gebruik gratis stockfotosites zoals stock.xchng die je die toestemming bij voorbaat geven. Creative Commons-afbeeldingen bij Flickr zijn ook een dankbare bron voor beeldmateriaal in presentaties. En zolang je het beeld alleen laat zien en niet uitdeelt, hoef je alleen een bronvermelding te geven.

Meer tips en uitleg in mijn videopresentatie “Plaatjes op je website”:

Arnoud

[Powerpoint zondag] De boodschap achter de grafiek (2)

Powerpoint zondag: een serie artikel over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Met de juiste grafiek kun je een boodschap snel en duidelijk aan je publiek overbrengen, schreef ik schreef ik vorige maand. Je kunt trends laten zien, verhoudingen of absolute aantallen. Hoef je eigenlijk maar één cijfer te laten zien, vraag je dan af of je niet beter een sheet met alleen dat ene cijfer kunt laten zien.

Als je trends of verdelingen wilt laten zien, dan kunnen staafdiagrammen of taartdiagrammen een goed middel zijn. De meeste andere diagrammen lenen zich niet goed voor sheets.

Staafdiagrammen gebruik je om aantallen te vergelijken, bijvoorbeeld verkoopcijfers per regio of bevolking per land. Verticale staven kunnen langer zijn dan horizontale, wat de impact vergroot. Met een zogeheten gestapeld staafdiagram laat je de opbouw van de afzonderlijke staven zien. Gebruik dan liever horizontale staven.

Gebruik staafdiagrammen als de gegevens duidelijk aan een moment of evenement te koppelen zijn. Bijvoorbeeld verkoopcijfers per kwartaal of per regio, of bevolking per land. Lopen de gegevens door de tijd heen, gebruik dan liever een lijngrafiek.

Met een taartdiagram laat je zien hoe groot de delen van een geheel zijn. Beperk je daarbij tot de vier of vijf grootste delen. Voeg in de grafiek zelf met grote, duidelijke letters toe wat we zien. Bij “Overig” of “rest” hoeft geen legenda, dat snapt je publiek vanzelf. Laat het belangrijkste deel er uit springen. Pas op voor het Pacman-effect.

Met lijngrafieken laat je trends zien. Een lijngrafiek is alleen vaak erg lastig leesbaar door de dunne lijnen. Je zou het gebied onder de lijn van een kleur kunnen voorzien, zodat je de groei duidelijk zichtbaar maakt. Heb je meerdere lijnen die door elkaar lopen, dan wordt het erg lastig daar een goede sheet van te maken. Visualiseer dan liever de conclusie en bewaar de lijngrafiek voor het bijbehorende artikel.

Lijngrafieken werken alleen als je op de horizontale as de tijd of iets dergelijks laat zien. Bij verkoopcijfers per regio is een lijngrafiek niet zo zinvol. Gebruik dan liever een staafdiagram.

Lijngrafieken zijn niet geschikt om precieze cijfers te laten zien. Als er één of twee hoogtepunten (of dieptepunten) in de grafiek zitten, kun je deze markeren met een tekstballon. Maar vraag je dan wel af of het zin heeft de hele lijngrafiek te tonen.

Een variant van de lijngrafiek is de stapelgrafiek. Deze splitst een trend uit naar de verschillende bijdragen. Zo kun je bijvoorbeeld laten zien hoe de omzet gegroeid is over tijd, en tegelijk waar deze omzet vandaan komt. Stapel niet te veel categorieën in je stapelgrafiek. Houd het bij de vier of vijf belangrijkste.

Een bellengrafiek gebruik je als je drie variabelen hebt. Op de X- en Y-assen komt bijvoorbeeld tijd en omzet, of omvang bedrijf en investering in duizenden euro’s. De grootte van de bellen geeft de derde variabele aan. Stel je meet van een aantal bedrijven het aantal octrooien dat ze hebben, en je wilt laten zien hoe dat zich verhoudt tot zowel de omvang van het bedrijf als hun investering in onderzoek en ontwikkeling (R&D). In een bellengrafiek ziet dat er dan zo uit:

De grootte van de bellen laat dus het aantal octrooien zien, en de positie in de grafiek geeft aan hoe groot het bedrijf is en hoe veel het investeert. Bellengrafieken kunnen snel complex worden, dus wees hier terughoudend mee.

Arnoud

[Powerpoint zondag] De boodschap achter de grafiek

Powerpoint zondag: een serie artikel over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Grafieken kunnen helpen overtuigen. Een grafiek kan je boodschap ook ondersneeuwen met irrelevante gegevens. De eerste vraag bij een grafiek is daarom altijd of je die wel echt nodig hebt. Vaak heb je uiteindelijk maar één cijfer nodig.

Stel je presenteert over parttime werken, en je wilt de boodschap kwijt dat 75% van de parttimers vrouw is. Dan kun je wel een grafiek laten zien met alle gegevens van het CBS, maar het kan ook zo:

Bij grafieken moet je duidelijk aangeven wat we zien. Powerpoint laat daarom standaard een losse legenda zien. In veel gevallen is het duidelijker om in de grafiek zelf met grote, duidelijke letters toe te voegen wat we zien. Bij “Overig” of “rest” hoeft geen legenda, dat snapt je publiek vanzelf.

Vermijd 3D-effecten. Door het perspectief wordt het vaak juist lastiger om te zien waar het om gaat in de grafiek. Staven kunnen bijvoorbeeld achter elkaar wegvallen.

Zet je belangrijkste observatie in de titel. Titels zijn vaak veel te beschrijvend. Dus niet “Verkoopcijfers derde kwartaal 2006” maar “Snijmachines: 3 miljoen verkocht”. En vraag je dan meteen af of je de grafiek nog wel nodig hebt.

Ook bij grafieken geldt: laat zien wat je vertelt. En dan bedoel ik niet er een stukje clipart naast zetten. Stel je wilt laten zien waar medewerkers hun tijd aan besteden. Een taartdiagram is dan de logische keuze. Om dat krachtiger te maken, kun je een plaatje van een klok de achtergrond van het taartdiagram te maken. Projecteer de taartpunten daar overheen.

Gaat het om geld, dan kun je de staven bijvoorbeeld vervangen door stapels munten, of de staven vervangen door zakken met geld die net zo hoog zijn als de staaf.

Laat geen tabellen zien. Nooit. Niemand kan dat lezen, sterker nog niemand wìl dat lezen. Maak er een grafiek van. Wil iemand per se de cijfers zien, dan kun je een geprinte versie van de tabel uitreiken.

De volgende keer: welke soort grafiek is wanneer het meest geschikt?

Arnoud

[Powerpoint zondag] De regel der derden

Powerpoint zondag: een serie artikel over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Een goede afbeelding wordt nog beter als hij direct in het oog springt. Dit is een mooi voorbeeld van Presentation Zen:

Deze sheet maakt gebruik van de regel der derden. De regel der derden (rule of thirds) komt oorspronkelijk uit de fotografie, maar werkt ook heel goed bij sheets. De regel der derden verdeelt een beeld zowel horizontaal als verticaal in drie gelijke delen.

Dit levert drie horizontale en drie verticale banden op, en vier kruispunten (die toepasselijk genoeg de Power points genoemd worden). Deze regel verdeelt een beeld zowel horizontaal als verticaal in drie gelijke delen. Door nu de belangrijke elementen of in een band, of op een kruispunt te zetten, vallen ze veel beter in het oog.

In het linker voorbeeld ligt de horizon in de onderste band, terwijl de boot in de meest linkse band ligt. In het rechtervoorbeeld staat de tekst op de power points.

Je kunt dit in Powerpoint redelijk eenvoudig opzetten met de Liniaal. Trek twee horizontale linialen en twee verticale, elk op 1/3e van de sheet.

Natuurlijk moet je daarbij wel een afbeelding gebruiken die op die plek voldoende ruimte heeft voor de tekst. Tekst die een beeldelement overlapt, is lastig leesbaar.

Arnoud

[Powerpoint zondag] Neem de ruimte met je sheets

Powerpoint zondag: een serie artikel over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Wees niet bang om veel sheets te gebruiken. Liever twee of drie sheets met een paar elementen, dan eentje die volgebouwd zit met van alles. Toon dus één concept of idee per sheet. Heb je twee concepten, maak dan gewoon twee sheets. Dit was mijn introductie bij een presentatie over open innovatie:

Elke sheet blijft dus maar kort in beeld, want veel meer dan de tekst op de sheet valt er niet te vertellen. Omdat de tekst zo kort is, is dat geen probleem. Sterker nog, dat soort kernachtige boodschappen blijven juist beter hangen door een sheet te laten zien met alleen die boodschap er op. Als ik die twee zinnen als bolletjes onder elkaar had gezet, was dat een stuk minder krachtig geweest.

Dat werkt ook goed als je twee dingen wilt contrasteren, zoals hier het verschil tussen gesloten innovatie (“wij doen alles zelf”) en open innovatie (“wij werken samen”):

Heb je meerdere elementen die iets gemeenschappelijk hebben, visualiseer dan op basis van dat gemeenschappelijke thema. Bij een presentatie over merken wilde ik laten zien wat de drie waardevolste merken zijn. Dat kan met een lijstje, maar het kan ook zo:

Arnoud

[Powerpoint zondag] De kracht van de opening

Powerpoint zondag: een serie artikel over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Niemand zit te wachten op een presentator die “iets gaat vertellen”. Het publiek komt om iets te leren, om iets te gaan doen met wat je vertelt. Alles draait dus om de boodschap die je het publiek mee wilt geven. En dat begint al meteen met de opening.

Wedding Toaster Number One, door prozacblues We staan op de Keukenbeurs bij de productpresentatie van een nieuwe broodrooster. “Goedemorgen, mijn naam is Hans de Vries, senior product manager bij de afdeling Keukenapparatuur van Kitchenette. Onze afdeling is als volgt georganiseerd. Naast de productlijn Snijden & Hakken hebben we sinds 2003 ook de nieuwe productlijn Bakken, die volgend jaar zal samengaan met de nieuwe business unit Braden en Frituren.” Bent u ook al doorgelopen?

Toch is dit precies hoe de meeste zakelijke presentaties beginnen. Jezelf voorstellen is natuurlijk prima, maar waar jouw afdeling zit in het grote bedrijf, en dat je in 1920 getransformeerd bent van een houtzagerij naar een bank, is zelden relevant voor je publiek. Als de eerste dertig seconden saai zijn, haken mensen af en dan krijg je ze niet meer terug. Dus begin met een pakkende opening. “Goedemorgen, ik ben Hans de Vries en ik ga er voor zorgen dat uw toast nooit meer zwart wordt.” Kijk, nu heb je mijn aandacht.

Stel jezelf in één zin voor en geef meteen de hoofdboodschap. Doe dat op een prikkelende manier. Een intrigerend lokkertje, een teaser werkt vaak goed. “Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom de iPod wit is?”

Je kunt beginnen met een grap. Ik moest een keer een presentatie houden over information overload. Dan kon ik natuurlijk een overvol bureau laten zien. Maar dit werkte beter:

informationoverload.jpg

Een persoonlijke anekdote is een goede ijsbreker. Ik heb veel presentaties gegeven over softwareoctrooien, en begon die altijd met “Ik ben afgestudeerd in de informatica, dus ik weet wat software is. Ik heb doorgeleerd voor octrooien, dus ik weet wat een octrooi is. Ik heb alleen geen flauw idee wat een softwareoctrooi is.”

Een goede opening prikkelt dus je publiek, zodat men nieuwsgierig wordt naar de rest van het verhaal. En hoe je dat op een effectieve manier over de bühne krijgt, vertel ik de volgende keer.

Arnoud

[Powerpoint zondag] Powerpoint is geen autocue

Powerpoint zondag: een serie artikelen over hoe je op een effectieve manier van Powerpoint gebruik kunt maken.

Effectief. Dat wil zeggen dat het nut moet hebben om Powerpoint te gebruiken. Vaak wordt daar niet echt over nagedacht. Dan beginnen mensen met een presentatie door Powerpoint aan te zetten en kopjes en bolletjes te typen.

Veel sheets bevatten dan ook niet meer dan een samenvatting, of erger nog de letterlijke tekst van een presentatie. Je vervalt dan al snel in het voorlezen van die tekst. En zelfs als je je tekst beperkt tot steekwoorden, dan nog “moet” je elk steekwoord even noemen. Dat beperkt je dus ontzettend bij het geven van je presentatie.

Het is natuurlijk prima om een overzicht te maken met steekwoorden van wat je wilt gaan zeggen. Niemand zal eisen dat je je presentatie uit je hoofd geeft. Maar dat overzicht is voor jou, en niet voor je publiek. Powerpoint is geen autocue!

Je presentatie, je sheets, dienen om je gesproken tekst visueel aan te vullen. Niet om die te herhalen.

Mensen luisteren namelijk met hun linker hersenhelft, en ze kijken met de rechter. Zet je alleen tekst op je sheet, dan moeten mensen hun linker hersenhelft gebruiken om die te begrijpen. Terwijl ze dat doen, kunnen ze niet naar jou luisteren. Als ze dus naar jou luisteren en tegelijkertijd een sheet bekijken met een visuele boodschap, wordt het effect van jouw tekst versterkt.

Een sterke presentatie maakt gebruik van sheets met afbeeldingen, eventueel aangevuld met korte tekst. Gebruik dan ook geen plaatjes om tekst minder saai te maken. Begin met alleen beeld op je sheet te zetten. Beeld dat je gesproken tekst aanvult. Beeld dat de grote lijn bewaart en versterkt.

Gaat het over de voordelen van het nieuwe kantoor, laat dan geen bolletjeslijst zien maar foto’s van de werkplek, de koffiehoek en het kopieerapparaat. Introduceer je een nieuw product, dan ligt een foto van dat product voor de hand:

Dat wil niet zeggen dat tekst taboe is. Een korte, kernachtige tekst kan het beeld aanvullen of verduidelijken waar het om gaat. Het voordeel van standaards in netwerken kun je laten zien door een kluwen kabels te contrasteren met een rijtje keurig liggende kabels. Maar als het niet alleen over dat voordeel gaat, maar specifiek over waarom je mee zou doen aan standaardisatie, kun je prima een tekst gebruiken ter verduidelijking:

Wees concreet. Als je over een abstract onderwerp praat, zoek dan een aansprekend concreet voorbeeld en toon dat. Gaat het over de voordelen van het nieuwe kantoor, laat dan foto’s van de werkplek, de koffiehoek en het kopieerapparaat zien. Spreek je over de opwarming van de aarde, dan toon je een foto van een ijsbeer op een afkalvende ijsberg:

Bij abstracte onderwerpen krijgen mensen vaak de neiging om abstracte afbeeldingen te gebruiken. Je kent ze wel, de vier vlotte zakenmensen die gepast blij kijken bij een niet nader gedefinieerd werkoverleg. Altijd twee mannen en twee vrouwen, en als het goed is ook nog keurig etnisch in balans. En als er iets gepresenteerd wordt, is het altijd een vrouw. Die merkwaardig vaak een hippe bril heeft.

Die afbeeldingen zijn zo abstract dat ze overal bij passen, en daardoor eigenlijk nergens bij. Wat heeft een hordenloper te maken met de nieuwe bedrijfstargets? Zoek daarom naar een afbeelding die concreet past bij de targets van jouw bedrijf of de reorganisatie van jouw afbeelding. Wat ga je 20% meer verkopen? Waar komen die drie nieuwe medewerkers te zitten? Laat dát zien.

Het uitgangspunt is en blijft dat de sheet je verhaal moet ondersteunen, en niet moet herhalen. Beeld en zeker tekst komt dus pas op de sheet als je weet waarom dat je verhaal helpt. Ga je verhaal niet uittypen op de sheet!

Mijn vuistregel over hoe veel tekst is dat je sheets onbegrijpelijk moeten zijn voor mensen die het gesproken verhaal er niet bij horen. Het gaat namelijk om de mensen die er zijn: zij komen om jouw verhaal te horen. Wil je mensen iets te lezen geven, deel dan (na afloop) een artikel uit.

Arnoud

(Foto iPhone: Engadget)