Een bedrijvengids mag zich baseren op informatie van gebruikers, en hoeft niet per definitie in te grijpen als een dealer klaagt dat er onjuiste informatie staat over wie gerechtigd is een product te leveren. Dat blijkt uit een recent vonnis over de PompenGids. De rechtbank stelt de gids op één lijn met hostingpartijen en oordeelt dat deze pas aansprakelijk is als ze weet dat informatie onjuist is én dan onvoldoende doet om het probleem op te lossen.
Op de site PompenGids.net wordt informatie aangeboden over welke pompleverancier de juiste pomp voor de juiste klus heeft, en wie welk merk vertegenwoordigt in Nederland. Pompenleverancier VW&B ontdekte dat op PompenGids andere bedrijven vermeld stonden als leveranciers van de pompen waar zij het exclusieve verdeelrecht op had.
VW&B sprak de site daarop aan, waarna die snel een disclaimer toevoegde:
U mag binnen PompenGids onder uw eigen verantwoordelijkheid UITSLUITEND de door u gevoerde merken toevoegen waarvan u meent dat u daartoe gerechtigd bent. Door u niet gevoerde merken mogen niet toegevoegd worden.
Ook stuurde men een mail naar alle leveranciers die hadden gemeld de merken te leveren waarvan VW&B had gezegd de exclusieve dealer te zijn. Dat leverde voor VW&B te weinig op en zij stapte naar de rechter.
Die concludeert in het vonnis dat een partij als PompenGids niet automatisch aansprakelijk is voor foute informatie geplaatst door gebruikers:
Van onrechtmatig handelen door [PompenGids] is pas sprake als hij daadwerkelijk weet of redelijkerwijs moet weten dat de informatie in het register onwettig is en hij dan niet prompt handelt om de informatie te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te maken.
Dit is natuurlijk precies de formulering uit de wet voor hostingpartijen (art. 6:196c BW) en het verheugt me dat de rechter deze van toepassing acht op deze bedrijvengids.
De vraag is dan: als een dealer klaagt dat hij de exclusieve dealer is, moet de bedrijvengids dan ingrijpen? Moet hij dan weten dat de informatie van andere verkopers onjuist is? Nee, aldus de rechter: het is goed denkbaar dat een ander tóch ook die merkproducten mag verkopen. Hij kan ze legaal via parallelimport hebben verkregen of als subdealer optreden.
Dit betekent dat de enkele kennisgeving over de aanwezigheid van onrechtmatige informatie niet voldoende is voor de conclusie dat [gedaagde] wist of redelijkerwijs behoorde te weten dat de informatie een onrechtmatig karakter heeft.
Wel moet de PompenGids een onderzoek starten als ze een onderbouwde klacht als die van VW&B binnenkrijgt. Alleen maar een disclaimer toevoegen is niet genoeg: gezien het kleine aantal bedrijven waarover werd geklaagd (23 stuks) had hij ze meteen moeten navragen hoe het zit. De formulering in het vonnis (overweging 5.6) loopt wat raar, maar het komt er op neer dat hoewel de gids wat traag was, de rechter daar geen onzuivere motieven achter ziet en de handelwijze van de gids dus toch als correct bestempelt.
Komt er geen reactie van de bedrijven, dan zal de PompenGids toch zelf iets moeten doen. De korte tijd tussen dagvaarding, mails en zitting was te kort om daar nu iets over te zeggen. Een beetje jammer, want nu hebben we geen antwoord op de vraag of je uit stilzwijgen mag concluderen dat de klacht terecht is?
Alles bij elkaar een mooi vonnis, dat keurig weergeeft hoe de praktijk rond notice en takedown moet verlopen. Treed op bij serieus uitziende klachten en benader de klant: klopt dit, wat vindt u hiervan en graag binnen redelijke termijn uw reactie. Komt er geen reactie, dan zul je zelf moeten optreden. Ik dénk dat dat dan betekent dat je het bericht toch maar moet verwijderen, maar wel niet-destructief zodat het terug kan als er een verlate reactie binnenkomt.
Arnoud
“gezien het kleine aantal bedrijven waarover werd geklaagd (23 stuks) had hij ze meteen moeten navragen hoe het zit”
Maar dat heeft de pompengids toch ook gedaan? Want eerder in het stuk: “Ook stuurde men een mail naar alle leveranciers die hadden gemeld de merken te leveren waarvan VW&B had gezegd de exclusieve dealer te zijn.”
Verder begrijp ik nooit waarom dit soort zaken voor een rechter uitgevochten moet worden. Voor de pompengids is slechte informatie slechte reclame voor hun eigen product. Dus lijkt het mij dat als ze het niet aanpassen de klanten vanzelf weglopen.
Als ik pomp x nodig heb en daar bij bedrijf A, B , C en D een nee te horen krijg terwijl de ‘pompengids’ mij verteld dat ze wel pomp x verkopen, dan zal ik de volgende keer deze gids niet meer gebruiken, toch?
Klopt, Mark. Uit het vonnis blijkt dat ze pas na de dagvaarding die mails zijn gaan versturen, als ik het goed begrijp. En de rechter zegt dus dat dat eerder had moeten gebeuren.
Waarschijnlijk ging het de leverancier erom dat zijn concurrenten gewoon niet genoemd worden. Hij was de exclusieve dealer en meent dus recht te hebben op de enige vermelding voor die merken. Dat is logisch want dat is het idee achter exclusief dealer zijn. Maar er zijn nu eenmaal Europese regels over uitputting, plus bedrijven kunnen subdealer zijn.
@Arnoud, Als je subdealer bent en er is een exclusieve dealer. Ben je dan niet automatisch een subdealer van die exculsieve dealer? Die zou dan toch op de hoogte moeten zijn van jouw subdealerschap?
Om het verhaal compleet te maken:
Ook in hoger beroep zijn alle eisen van VW&B afgewezen. Kijk op http://www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BQ7287 voor de details.
Dank voor de update. PompenGids is niet verschenen en kreeg desondanks gelijk. Dan zat VW&B er goed naast: om bij een verstekprocedure te verliezen als eiser moet je toch wel je best doen.