Mag je grappen jatten of zit daar ook al auteursrecht op?

Arjen Lubach is voor het oog van 1,7 miljoen kijkers in Zondag Met Lubach fel tekeergegaan tegen online magazine Rumag. Dat meldde het AD afgelopen maandag. Rumag ligt sinds afgelopen week flink onder vuur, onder meer vanwege de verkoop van mondkapjes met teksten als ‘krijg de corona’, ‘coronalijer’ en ‘mondkappen nou’, zo legt de krant uit. Maar de opspraak ging ook over een shirt waarvan de opbrengst naar het Rode Kruis zou gaan, wat niet geheel bleek te kloppen, en vooral ook over het ‘jatten’ van grappen van Engels- en Nederlandstalige sites. Waar ik dus vragen over kreeg, want zit er op grappen nou wel of niet auteursrecht?

Dat Rumag werk van overal vandaan trekt, ontkennen ze zelf niet eens. De zinsnede dat ze werken volgens de normen van het internet was zowaar bijna grappig, voor een jurist dan. En Twitteraar @RuMagNietStelen laat zien hoe vaak het overnemen gebeurt. Niet netjes, maar is het legaal?

Auteursrecht rust op het resultaat van intellectuele creatieve arbeid, even heel algemeen gezegd. Dat kan prima ook gelden voor een mop, er is geen kwaliteitstoets of minimum aantal woorden. Het is meer, als je iets héél korts maakt, is er dan wel ruimte voor creativiteit. Een zinsnede als “mondkappen nou” is een typische woordspeling, kort maar er zit een poging tot pointe in dus ik zou er naar neigen dat creatief te noemen.

Lastig is natuurlijk aantonen dat jij die woordspeling bedacht hebt. Want dat is wel een vereiste om een auteursrechtclaim te brengen. En juist bij zulke korte grappen zie je dat er vaak veel mensen zijn die hetzelfde bedenken. Een club als Rumag kan dan gewoon achterover zitten, ze hoeven niet aan te geven waar het wél vandaan komt maar alleen maar te ontkennen dat het van jou komt.

En daar zit meteen ook de frustratie: dit soort zaken zijn per stuk te klein om een zaak over te beginnen, er is een afbreukrisico dat je verliest omdat je bewijsproblemen hebt, en je kunt ze niet bundelen omdat het om aparte werken gaat van verschillende auteurs. Nee, dat schiet niet op.

Dan liever maar zelf wat moppen bedenken. Ik broed al een tijd op juridische grappen (wat niet hetzelfde is als advocatengrappen), ik heb nu deze, wie weet er meer?

De redelijkheid en billijkheid zitten op een bankje. Zegt de billijkheid, zal ik in het midden gaan zitten?

Wat zei de Wet op de adeldom toen ze na vier jaar en 11 maanden een aanmaning ontving? Bah, stúitend.

Het consumentenrecht zit op een bankje te lezen. Komt de Mededingingswet aangeslopen, roept BOE! en bam krijgt een klap in het gezicht. Wat doe je nóu, klaagt de wet. Ja sorry, zegt het consumentenrecht, reflexwerking.

Een EULA komt een vaststellingsovereenkomst tegen. EULA: hey hoe gaat het? Vaststellingsovereenkomst: ach, ik mag niet klagen.

Arnoud

Attentie: 1-aprilgrappen op bedrijfssites zijn een oneerlijke handelspraktijk

1-april-grap-fool-jokeJa, 1 april is een lange traditie in Nederland en ik heb ook regelmatig grappen neergezet hier. Heel leuk allemaal, maar het mag niet. De wetgeving omtrent oneerlijke handelspraktijken verbiedt dit eenvoudigweg. Dat lijkt gek, want juist als het een traditie is zou je zeggen dat de wet daar rekening mee houdt. Maar ja, het gaat om Europese wetgeving en 1-aprilgrappen zijn niet echt een Europese traditie. Bovendien heeft de Europese Commissie weinig gevoel voor humor.

De wet oneerlijke handelspraktijken (geïmplementeerd in artikelen 193a t/m 196 van Boek 6 BW) is strenge wetgeving ter bescherming van consumenten. Doel is te voorkomen dat bijdehante ondernemers de argeloze consument (zoals gedefinieerd in het Gruber-arrest: een persoon met zwakke rechtspositie en gebrekkige juridische kennis, in vergelijking met de bedrijfsmatig handelende wederpartij) misleiden of met valse voorwendselen overhalen. En dat hoeft helemaal geen oplichterij (art. 326c Sr) te zijn: de outlet bij mij om de hoek met “OPHEFmakende UITVERKOOP” schendt de wet, dit wekt valselijk de indruk dat sprake is van een ophefFINGS-uitverkoop en dat mag niet (art. 6:193g onder o BW, zwarte lijst).

Een bekende grap is melden dat men zogenaamd gekocht is of samen gaat met een ander bedrijf. Dit is misleidend, zeker bij een beursgenoteerd bedrijf. Het kan beleggers misleiden die daardoor gaan kopen of verkopen, en beursmanipulatie (wat dit is) is gewoon strafbaar (art. 5:58 lid 1 Wft). “Het was maar een grapje” levert je niet veel sympathie op bij de strafrechter. Zie ook dit vonnis waarin het verweer “dat was ook de grap” (achterin, 2.3.2) bij een beursmanipulatie niet hielp; boete € 384.000. Daarnaast wordt in zo’n bericht vaak valselijk andermans merknaam gebruikt (art. 6:194a sub 2 onder h BW).

Ook worden op 1 april vele nieuwe producten gelanceerd, die dan bij nader inzien een grap blijken te zijn. Heineken had bijvoorbeeld ooit de bierpad, waarmee je zogenaamd bier met je Senseo kon zetten. Zeer serieus gebracht, en daarmee ontstaat bij de consument de indruk dat dit product werkelijk te koop is. Men kan dan afzien van een ‘gewone’ Senseo of biertap aan te schaffen, en daarmee wordt de concurrent geschaad. Zeker nu er valselijk de indruk werd gewekt dat Heineken samenwerkte met Philips (art. 6:194 sub j BW) en er werd ingehaakt op de bekende naam van Senseo® (art. 6:194a sub 2 onder h BW).

Een vergelijkbaar verhaal geldt de autoruit op sterkte van SpecSavers vorig jaar. De consument wordt hier vals geïnformeerd over de aard, samenstelling, hoeveelheid, hoedanigheid, eigenschappen of gebruiksmogelijkheden van het product (art. 6:194 sub a BW). Bovendien werden mensen daar verlokt hun naam en e-mailadres achter te laten, zonder dat de onder de Wbp verplichte privacyverklaring en goedgekeurde doelbinding aanwezig was (art. 8 Wbp). De privacywetgeving heeft, hoe gek dat ook klinkt, geen gevoel voor humor.

Ook de “onbeperkte mailopslag bij Gmail“-actie op 1 april wekte veel verwarring: was dit nu een grap of niet? Nee, maar de lancering op die dag gaf zo veel buzz en discussie dat het wel duidelijk is dat consumenten niet goed kunnen inschatten wanneer iets nu werkelijk een grap is en wanneer niet. En het is precies die gemiddeld oplettende geïnformeerde consument die de Wet oneerlijke handelspraktijken probeert te beschermen.

Daarbij komt dat een 1-aprilgrap zelden expliciet zal melden dat het gaat om een grap. Maar consumentenwetgeving is streng: iedere handelspraktijk waarbij essentiële informatie wordt weggelaten welke de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, is eenvoudigweg verboden. En het feit dat een actie een grap is, is vrij essentieel om deze als zodanig te kunnen herkennen.

Dus nee. Als bedrijf een 1-aprilgrap maken mag niet, als daardoor consumenten in verwarring kunnen worden gebracht. De enige manier om daar omheen te komen, is óf de grap duidelijk voorzien van een disclaimer (“Let op: 1 april!”) óf de KVK-inschrijving tijdelijk uitbreiden met cabaret of amusement.

Business-to-business 1-aprilgrappen zijn dus wel toegestaan, tenzij je zou betogen dat de zakelijke klant aanspraak kan maken op reflexwerking. Daarover is het laatste woord nog niet gezegd, maar zoals bekend hebben juristen weinig gevoel voor humor dus ik acht de kans reëel dat we hier wel een kort geding of twee over gaan zien.

Arnoud