Cashback aan boekenkoper geen strijd met vaste boekhandelsprijs

splinq.pngInternetplatform SplinQ overtreedt niet de Wet op de vaste boekenprijs door mensen een cashback te geven bij een boekaankoop die via hun site tot stand komt. Dat blijkt uit een arrest van het Hof Amsterdam (via) in een zaak tussen SplinQ en het Commissariaat voor de Media. Daarmee wordt het vonnis vernietigd dat deze constructie juist wél in strijd met de wet verklaarde. (Maar de Telegraaf kletst uit haar nek met de stelling dat de vaste boekenprijs nu is afgeschaft.)

SplinQ exploiteert sinds februari 2008 websites waarop bedrijven adverteren ten behoeve van de verkoop van producten. De grap daarbij is dat SplinQ de advertentie-inkomsten deelt met de koper. Een cashbackconstructie (zoals dit heet) is op zich een prima regeling, alleen bij boeken ontstaat er dan een probleem. Een cashback kun je namelijk zien als een korting, maar het verlenen van kortingen op boekverkoop aan eindafnemers is namelijk alleen onder bijzondere omstandigheden mogelijk, zo blijkt uit de Wet op de vaste boekenprijs (Wvbp).

De korting werd echter niet verleend door de boekhandel, maar door SplinQ. Daarmee draait het om de vraag in hoeverre je het de boekverkoper kunt toerekenen dat deze cashback wordt verleend wanneer er via SplinQ een boek wordt verkocht. Het Hof vindt dat dit niet kan bij SplinQ, omdat de boekverkoper niets te zeggen heeft over wat SplinQ doet met de advertentie-inkomsten die het binnenhaalt.

Dat het riekt naar omzeilen van de strekking van de Wvbp, is voor het Hof geen reden deze wet dan maar om te gaan buigen:

Indien de verantwoordelijkheid van de boekverkoper zo ver strekt dat hij rekening moet houden met derden die de verkoop van boeken betrekken in een algemeen voor hun website geldend beloningssysteem, zoals hier aan de orde is, had de wet daarvoor een uitdrukkelijke grondslag moeten bieden.

En terecht. Zoals het Hof zelf ook al opmerkt, de Wvbp is een inbreuk op het Europese grondrecht van een vrij verkeer van goederen, en deze wet moet dus zo beperkt mogelijk worden toegepast. Bovendien gaat de Wvbp in principe alleen over de relatie boekverkoper-boekkoper, en in die relatie wordt geen korting verleend door de verkoper.

Een boekhandel mag dus adverteren op sites als SplinQ, ook als hij weet dat die sites een deel van de advertentie-inkomsten terugbetalen aan de koper van een boek.

Update (21 december 2012): de Hoge Raad laat het arrest in stand.

Voor een zo vergaande verantwoordelijkheid van de boekverkoper als door het Commissariaat bepleit – die zich zou uitstrekken tot de werkwijze van een derde (in dit geval SplinQ) – biedt de Wvbp geen wettelijke grondslag. Uitgaande van zijn hiervoor in 3.4, tweede alinea, gegeven oordeel heeft het hof met juistheid geoordeeld dat een beroep op de algemene doelstelling van de Wvbp niet volstaat.

Arnoud

DollarRevenue-affiliate krijgt 14.000 euro boete voor verspreiden reclameworm

Een affiliate van het beruchte DollarRevenue heeft van de rechtbank een boete van 14.000 euro gekregen, meldde Webwereld vorige week. De OPTA kwam tijdens het onderzoek naar spyware van DollarRevenue de namen tegen van twee Nederlanders die als affiliate stonden geregistreerd bij het bedrijf. Zij verspreidden tegen betaling de DollarRevenue-software, en de OPTA merkte ze daarom aan als zelfstandig verspreiders van spyware.

Eén van de beboete personen ging in beroep, maar ook de rechtbank acht hem schuldig. Alleen de hoogte van de boete wordt ietwat gematigd (van 16.000 naar 14.000 euro) omdat onvoldoende rekening was gehouden met het feit dat hij ten tijde van de overtreding psychisch in de war was.

Het maakte niet uit dat deze personen ‘slechts’ affiliates waren en dus andermans software promootten. Hun handelingen zorgden er namelijk voor dat de software werd geïnstalleerd op computers van eindgebruikers, en dat mag niet als daar niet expliciet toestemming voor is gekregen. Het boetebesluit van de OPTA legt uit hoe de affiliates werkten:

[E]en argeloze gebruiker kreeg een link toegestuurd naar de kwaadaardige software via één van de contactpersonen uit zijn MSN-contactenlijst. De gebruiker dacht dat dit een persoonlijke boodschap betrof met een link naar een foto. Zodra hij de link opende, werd advertentie- en verspreidingssoftware op zijn computer geïnstalleerd. De volgende keer dat de gebruiker het chatprogramma MSN opstartte, werd automatisch aan al zijn contactpersonen in de contactenlijst dezelfde link toegestuurd.

Dat is dus niets meer of minder dan een ordinaire worm die zichzelf verspreidt. En of je nu je eigen of andermans worm loslaat, het is en blijft een overtreding van de wet.

Zestien- of veertienduizend: het blijven forse boetes. Bij deze zaken krijg je wel altijd de vraag of ze echt effectief zijn. Deze spyware is op 180.000 computers geïnstalleerd en volgens Tech’n Security kreeg je

30 cents per install in the USA, 20 cents per install in Canada, 10 cents in the UK, 1 cent in China and .02 cents in other countries

Volgens Pay per Install geldt die “.02 cents” voor Azië, dus ik aarzel nu wat het Nederlandse bedrag is. Bij 10 cent per installatie (analoog aan de UK) is de revenue dus 18.000 dollar, maar bij 2 cent is het slechts 3600 dollar en dan heeft de boete toch wel aardige impact.

Arnoud