Af en toe kom je gekke zaken tegen als je op ‘internet’ zoekt op Rechtspraak.nl. Zo ook deze zaak over een relatief simpele afpersing zo lijkt het: een man breekt in bij een bedrijf, kopieert persoonsgegevens en eist bitcoins anders zal hij deze openbaar maken. Je zou zeggen dat dat strafbaar is, en omdat hij nog gepakt werd ook zouden we dat gaan zien. Maar wat zegt de rechtbank: niet strafbaar, want nergens in de wet staat dat zulk openbaar maken verboden is. Eh, wat?
De man wist binnen te dringen in de webserver van een verhuurmakelaar middels een PHP-zwakheid. Hij kon daardoor bij de database en wist gegevens van 18.500 klanten te downloaden (waaronder emailadressen, bankrekeningnummers, werkgeversverklaringen en kopieën van identiteitsbewijzen van personen die zich hadden ingeschreven). Vervolgens nam hij contact op met het bedrijf en eiste 10.000 euro in bitcoin onder het dreigement dat hij de gegevens anders op internet zou zetten.
Omdat dat contact onder meer per telefoon ging, wist de politie de man te achterhalen. Hij werd vervolgens vervolgd voor afpersing (art. 317 Sr). Dat is normaal dreigen met geweld om zo iets te krijgen dat niet van jou is maar er is ook een digitale variant in lid 2:
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die de dwang, bedoeld in het eerste lid, uitoefent door de bedreiging dat gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, onbruikbaar of ontoegankelijk zullen worden gemaakt of zullen worden gewist.
Al die exploitanten van ransomware zijn dus strafbaar onder dit artikel. Maar deze man had een iets andere insteek: niet wissen, maar openbaar maken oftewel reputatieschade (en mogelijk een AVG boete) als je niet betaalt. En daarvan zegt de rechtbank terecht, dat stáát er niet, in lid 2. Zo werkt strafrecht, dit wetboek lezen we heel letterlijk om te voorkomen dat mensen worden veroordeeld voor iets dat niet expliciet verboden was verklaard.
Ik blijf dan wel even bladeren om te zien hoe meneer wél voor dit feit veroordeeld had kunnen worden. Een mogelijkheid is artikel 318:
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt als schuldig aan afdreiging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Je zou dan zeggen dat deze klantendatabase een “geheim” (bedrijfsgeheim) is, en er wordt dan gedreigd met openbaarmaking daarvan. Dan kom je dus bij afdreiging en dat is strafbaar. Maar ik kan geen jurisprudentie vinden die dat punt maakt.
Arnoud