Supermarkten in Sint-Jans-Molenbeek zullen dit jaar een belasting van 5.600 euro moeten ophoesten per zelfscankassa, las ik bij het Vlaamse Bruzz. Dit als ontmoedigingsbeleid, omdat zelfscankassa’s “gevolgen hebben voor de sociale samenhang in wijken waar veel ouderen wonen, omdat er geen contact is tussen klanten en werknemers.” Wat redelijk klinkt, maar wel bij velen de vraag opriep: mag je dat wel doen als gemeente, regels stellen aan de automatisering van een privaat bedrijf?
Een gemeente is bevoegd regels te stellen aan de huishouding van de gemeente (art. 124 Grondwet). De Gemeentewet werkt dit verder uit, maar de kern is dus dat een gemeente in grote lijnen veel vrijheid heeft in wat er wel en niet mag. De ene gemeente zal bijvoorbeeld inzetten op een ouderwets gezellig centrum met een leuke toestroom van dagjesmensen, de ander gaat voor rust en orde, enzovoorts. Dat is dus helemaal prima.
Uiteraard zitten daar grenzen aan. Juristen noemen dat de boven- en ondergrens. De bovengrens is waar hogere regelgeving geldt, met name de wetten uit Den Haag dus. Een gemeente mag niet zelf bepalen dat bij haar de maximumsnelheid in de bebouwde kom 100 km/uur is, omdat de Wegenverkeerswet daar al 50 als maximum stelt. (Verlagen tot 30 of woonerven aanwijzen mag wel, omdat de Wvw dat toestaat).
Hier gaat het om de ondergrens:
De ondergrens markeert het moment dat gemeentelijke voorschriften in (te) sterke mate treden in de ‘bijzondere belangen der ingezetenen’ en daarmee niet langer in het belang van de gemeente geacht kunnen worden te zijn. … de maatregel moet een relevantie hebben voor de door de gemeente te dienen (openbare) belangen.Men citeert het arrest ‘Anticonceptivaverordening’ uit 1962, waarin een gemeente (Bergen op Zoom) verbood dat winkels anticonceptiva aanboden. Dat had niets met openbare belangen te maken, maar ging uitsluitend om wat mensen privé thuis doen zeg maar. (Regels over onzedelijkheid in het openbaar mogen natuurlijk wel, maar dat staat dan los van of men het veilig of onveilig doet.)
De vraag is dus hier – als we het in Nederlands recht duiden – of het zo moeilijk maken van zelfscankassa’s een openbaar belang dient of alleen de belangen van ingezetenen, de ondernemers van die supermarkten, raakt. De gemeente noemt twee redenen: de lokale werkgelegenheid (zelfscankassa’s vereisen minder personeel) en de sociale cohesie (ouderen en laagopgeleiden zullen minder vaak naar de supermarkt gaan, want zelfscankassa’s zijn afschrikwekkend).
Zelf vind ik die tweede wel een redelijke kanshebber, omdat sociale cohesie ook raakt aan de openbare orde. Werkgelegenheid is ook een belangrijke maar vind ik minder direct relevant bij dit argument. Maar in Nederland lijkt er minder aandacht te zijn voor de problemen rond zelfscankassa’s dus ik ben benieuwd of hier ooit een verordening tegen komt.
Arnoud