Wat gaan we nou eens doen met die cookiewet?

cookie-bril.jpgNederlandse websites schenden massaal de privacywetgeving door informatie over surf- en klikgedrag van bezoekers, zonder hun toestemming, door te geven aan advertentiebedrijven, meldde NRC gisteren. Grote woorden: het gaat zo te lezen om de inzet van Google Analytics en dergelijke tools, niet om drones die bij de bezoeker in de slaapkamer het gedrag livestreamen naar Dumpert.nl. De reacties van enkele sites zijn dan ook schouderophalend. Uiteraard schuimbekken de politici – het is immers verkiezingstijd – over deze grove schending. Maar eh jongens wat gaan we nou eens dóen met die stomme cookiewet?

De cookiewet is in 2012 aangenomen in de verwachting dat websites dan minder cookies zouden droppen, want toestemming vragen was toch best vervelend en de privacy van de bezoeker staat toch hoog in het vaandel bij elke site, getuige immers hun privacyverklaringen. Maar de reactie was een massaal “deze wet is gek” en veel partijen gingen gewoon door met cookies zetten, of plaatsten een niet te ontwijken toestemmingsknop op hun site om zo die toestemming af te dwingen. Ik ken geen site die heeft gezegd, wat een goed idee die cookiewet, wij stoppen met het tracken van onze bezoekers.

Dat dit niet mag, staat boven kijf. De cookiewet eist dat je toestemming hebt verkregen om cookies te mogen plaatsen, en wanneer zo’n cookie gebruikt wordt voor tracking of profiling dan val je ook nog eens onder de Wet bescherming persoonsgegevens met haar eisen over inzage, correctie en zorgvuldige verwerking.

Om toch te kunnen tracken, wrong menig site zich in allerlei bochten. De populairste bocht was bovenaan een zwarte balk met “Wij zetten cookies, daar gaat u mee akkoord door deze site te blijven gebruiken”. En heel vaak roepen dat deze opt-out een opt-in was, hielp daar ook bij. Maar vooral het feit dat de OPTA – tegenwoordig ACM – geen zichtbare actie ondernam tegen sites die op deze manier de wet schenden, was een grote klap voor de geloofwaardigheid van die wet.

De doodsteek kwam toen de minister een wetsvoorstel aankondigde om analyticscookies buiten de wet te plaatsen. Cookies met als doel “informatie verkrijgen over de kwaliteit of effectiviteit van een geleverde dienst van de informatiemaatschappij” die “geen of geringe gevolgen” voor de privacy hadden, zouden dan legaal zijn zonder toestemming. Volgens de minister mag dat van Europa, omdat het doel van de cookiewet is de privacy te waarborgen dus hoeven privacymetrustlatende cookies niet onder de wet te vallen. Dat de Europese cookiewet expliciet naar álle cookies verwijst en mede als doel heeft te zorgen dat er geen informatie op iemands harddisk komt zonder toestemming, zal ik dan maar niet te hard zeggen.

De ophef en frustratie – om niet te zeggen sábotage – bij de cookiewet is ergens wel begrijpelijk want het voorziene systeem is onwerkbaar. En we zijn zó gewend aan uitgebreide analytics en monitoring van onze websites dat het voelt alsof we weer terug moeten naar paard en wagen. En ook als privacymindende gebruiker heb ik een hekel aan de cookiewet: waar ik vroeger met een cookieblocker prima kon surfen, krijg ik door diezelfde blocker nu elke keer die stomme balken in beeld. Ik moet nu dus akkoord geven op privacyschendingen die ik voorheen kon voorkomen. Hoe is dat vooruitgang?

Goed. Ja ik ben alweer rustig. Maar de vraag blijft: wat gaan we doen met die cookiewet? Het lijkt me duidelijk dat het ding niet werkt zoals verwacht. En als een wet zó massaal wordt genegeerd en gepasseerd, dan wordt het lijkt mij de hoogste tijd eens wat aan die wet te gaan doen (u krijgt nog de groeten van de Auteurswet 1912). Ik zou alleen niet weten wat.

De belangrijkste beperking die ik zie, is dat het systeem van toestemming fundamenteel niet werkt. Mensen willen geen ja of nee zeggen tegen privacy-dingen, ze willen hun plaatje of filmpje of grappig artikel. Denken dat mensen met voldoende uitleg en knoppen wél gaan nadenken hierover, vind ik uitermate naïef. De enige reële route is volgens mij in de wet opnemen wat er wel en niet mag, bijvoorbeeld via een grijze en zwarte lijst van privacyschendingen. Zwartelijstverwerkingen mogen dan nooit (bv. individuele profielen die gezondheidsinformatie bevatten aan verzekeraars geven) en grijzelijstverwerkingen mogen dan alleen als de verwerker kan aantonen een groot belang te hebben én de privacyinbreuk wordt geminimaliseerd (bv. Google Streetview met opt-out). Dan hoef je het de mensen niet meer te vragen en voeren we het debat over privacy waar het hoort: in het parlement, bij het maken van een wet hierover.

Ja, ik kan lang wachten op zulke lijsten, ik weet het. Maar wat gaan we dan wél doen met die cookiewet?

Arnoud

In strijd met het goed fatsoen – maar wiens fatsoen?

cartoon-new-yorker-mick-stevensVandaag weer even een filosofisch iets, en dat mag want ik ben jarig. Ik las een intrigerend artikel in de NY Times:

Impermium, a Silicon Valley company that helps Web sites deal with unwanted reader comments, has begun marketing technology that identifies “all kinds of harmful content — such as violence, racism, flagrant profanity, and hate speech — and allows site owners to act on it in real-time, before it reaches readers.” Impermium will police the readers — but who will police Impermium?

Steeds meer handhaving van regels en normen gebeurt automatisch. En wanneer je dat wilt doen, moet je harde regels invoeren anders kan de computer er niks mee. Voor IT-ers is het dus doodnormaal dat je normen vertaalt naar criteria en die vervolgens inprogrammeert en handhaaft.

Maar juristerij werkt niet zo. Neem bijvoorbeeld het citaatrecht: je mag “niet meer dan nodig” overnemen. Hoe veel tekens dat is, hangt dus af van wat je overneemt en waarom. Dat is niet te programmeren. Vragen “hoe veel tekens mag je overnemen” is dus een juridisch niet te beantwoorden vraag. Toch komt ‘ie bij mij bijna wekelijks langs, en mensen willen dan graag gewoon horen dat het 200×150 is mits met bronvermelding. Want dan kunnen ze hun botje en plaatjesverkleinscript afronden en de site live zetten.

Een ander voorbeeld dat men noemt is de autocomplete/autosuggest functie van Google. Woorden die rieken naar seks of onwelvoeglijkheid of ongepastheid naar Amerikaanse normen en waarden, worden niet aangevuld. Wie “amateu” intypt, krijgt er geen r bij want dat kan wel eens tot porno leiden. En nou ja dat is vast meestal ook wel zo, maar hoe wéét je dat als algoritme?

Een vergelijkbaar probleem doet zich voor bij de breinbotjes – ik bedoel de auteursrechthandhavingsagents die het internet afschuimen en sites een notice & takedown sturen op basis van automatisch getrokken conclusies. Dat gaat niet per se goed, zie dit artikel waarin een volledig legale livestream van de Hugo awards offline werd gehaald door zo’n automatische actie.

Gaat dat ooit werken, met algoritmes normen handhaven? Ik zie het niet gebeuren.

En zelfs wanneer je het aan mensen overlaat, loopt het niet per se lekker. Neem het plaatje rechtsboven (tekening van Mick Stevens). Gewoon een cartoon zou je zeggen, maar deze cartoon mocht niet op Facebook vanwege aanstootgevend. Hoezo? Nou ja, het afbeelden van ontblote vrouwenborsten is tegen de normen op Facebook. En ja die zwarte stipjes dat zijn blote borsten. (Mannenborsten mogen dan weer wél bloot, kennelijk.)

Hier wringt natuurlijk ook een stuk Amerikaans versus Europees fatsoen. Waar geweld geen enkel probleem is maar naakt des te meer. Bij ons lijkt dat eerder andersom te zijn. Dus wiens normen gebruik je dan als wereldwijde dienstverlener? De grootste gemene deler van alle normen ter wereld is nogal beperkt zeg maar.

Arnoud

Gebruikers Google Analytics schenden Nederlandse privacywet

analytics-cookie.pngGebruikers van Google Analytics hebben volgens de wet een aparte bewerkersovereenkomst nodig, maar Google weigert dit, zo las ik bij Webwereld. In een onderzoek van de privacytoezichthouder naar persoonsgegevensverwerkende smart TV’s kwam ook voorbij dat je zo’n overeenkomst moet afsluiten als je met Google Analytics werkt. Niemand doet dat, sterker nog niemand kán dat doen want Google vindt dat er geen sprake is van een privacyschending.

Wanneer je het verwerken van persoonsgegevens uitbesteedt, heet die andere partij een bewerker. De verantwoordelijke bepaalt wat er gaat gebeuren en hoe (doel en middelen), en de bewerker voert dat uit. Dit is geschreven voor situaties waarin je bv. een bedrijf inhuurt om een papieren mailing uit te doen naar je relaties of om een stukje van je dienstverlening uit te kunnen besteden. Maar de definitie past ook prima bij een clouddienst: de cloudgebruiker bepaalt wat er moet gebeuren en kiest de middelen – de clouddienst – en de dienstverlener voert dat simpelweg uit.

De wet schrijft voor dat je verplicht een bewerkersovereenkomst moet sluiten tussen verantwoordelijke en bewerker. Hierin komt te staan wat de bewerker mag doen (en wat vooral niet), welke beveiligingsmaatregelen hij moet nemen en hoe de verantwoordelijke op een en ander toezicht houdt. Dat moet dus ook in de cloud, en daar gaat het al snel mis want geen hond (cloudhond?) die zich daaraan houdt.

Nu zou je zeggen dat een partij als Google dat eenvoudig kan fixen. Maak een standaard bewerkersovereenkomst, zet die naast de gebruikersvoorwaarden (hij mag er niet ín, het moet een aparte overeenkomst zijn) en klaar is Sergey. Maar nee, Googles bedrijfsbeleid is dat Google Analytics geen persoonsgegevens verwerkt en men herkent zich niet in de mening van het Cbp.

Je kunt je afvragen óf er wel persoonsgegevens worden verwerkt met deze dienst. Zoals Webwereld schrijft,

TP Vision gebruikt first party cookies in plaats van third party tracking cookies, verwijdert het laatste octet van alle IP-adressen voordat ze worden opgeslagen, heeft de optie ‘gegevens delen’ in Google Analytics uitstaan en maakt geen gebruik van Google AdWords en AdSense.

Dit is de best practice van hoe je zo privacyvriendelijk mogelijk Google Analytics inzet. Maar nee, aldus het Cbp:

Voor Google zijn deze gegevens op zichzelf persoonsgegevens. De toegepaste maskering van het laatste octet van het IP-adres leidt weliswaar tot verminderde herleidbaarheid (een groep van maximaal 254 verschillende gebruikers), maar er is, door de aanwezigheid van bijkomende gegevens als tijdstip en URL-referrers, gedurende de verzameling van de gegevens door Google, geen onevenredige inspanning nodig om het surfgedrag en appgebruik tot een individuele betrokkene te herleiden.

Het feit dat Google het kán herleiden maakt Analyticsdata dus persoonsgegevens, ook als Google via de uitstaande optie ‘gegevens delen’ belóóft het niet te doen. Tsja. Dan houdt het wel een beetje op inderdaad met dit soort diensten, want herleiden kán vrijwel altijd.

Exit Google Analytics? Nou, dat denk ik niet. Net als met de cookiewet gaat dit massaal genegeerd worden. Het Cbp kan het wel een “waarschuwing aan de hele branche” noemen maar zonder boetes en handhavend optreden is dat geen echt compliance-afdwingende waarschuwing.

Arnoud