Nederlandse webwinkel krijgt boete van een ton vanwege nepreviews

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een boete van 100.000 euro opgelegd aan de webwinkel TrendX vanwege het misleiden van consumenten. Dat meldde Nu.nl afgelopen vrijdag. De webwinkel plaatste positieve reviews die nep waren en verborg negatieve reviews van echte klanten. Daarnaast vermeldde de webwinkel niet duidelijk wat de levertijd van het bestelde product was. TrendX maakte gebruik van dropshipping. De hoop is vooral dat de boete anderen zal afschrikken hetzelfde te doen.

In 2020 maakte de ACM bekend te gaan handhaven op nepreviews en -likes. Al in 2017 publiceerde de toezichthouder regels waaraan online reviews moeten voldoen. In het kort: wees transparant als je zelf vraagt om recensies wat je ermee gaat doen (alleen op jouw site of ook elders) en waren er beloningen in ruil voor de recensie? En als er dan niet genoeg gebeurt, dan wordt er eentje de sigaar, dan wel pineut, pisang, haasje, klos dan wel admiraal.

Het bedrijf TrendX (dat weinig goed scoort bij onafhankelijke recensiesites maar een 8,6 bij Bol.com heeft) verkoopt “de meest up-to-date voorraad in de gebieden van elektronica, sport, gaming en lifestyle.” Of nou ja, verkocht, want ze zijn gesloten sinds het onderzoek – inclusief de snel daarna opgezette kloonsite. Klachten via Consuwijzer hebben dus zin – bij genoeg klachten start de ACM een onderzoek, zoals hier. Allereerst regende het dus klachten over trage levering, wat kwam omdat men met dropshipping werkte maar dat niet bepaald duidelijk meldde.

Ook liep het niet helemaal lekker met de reviews:

Niet al deze reviews waren authentiek. Zo zijn met het emailadres [ VERTROUWELIJK ] 184 reviews  achtergelaten. Dit e-mailadres is van de heer [ VERTROUWELIJK ]. Hij werkte bij TrendX en was verantwoordelijk voor de reviews voor het bedrijf. De heer [ VERTROUWELIJK ] verklaarde dat hij deze 184 reviews heeft geschreven en heeft geplaatst op de website www.trendx.nl onder de naam ‘Tiel79’. Hiermee heeft de heer [ VERTROUWELIJK ] zich namens TrendX voorgedaan als consument terwijl de reviews niet gebaseerd waren op echte ervaringen van een echte consument. Daarnaast verklaarde de heer [ VERTROUWELIJK ] dat hij namens TrendX iemand in Venezuela de opdracht had gegeven om honderden reviews te plaatsen door deze te kopiëren van andere websites (bijvoorbeeld van de fabrikant van het product of van een andere leverancier van de producten) en deze op de website www.trendx.nl te plaatsen.
Wie toch een review achterliet, kwam er alleen niet doorheen als hij daarbij 1 ster opgaf. Dat zijn redenen genoeg om dit misleidend te noemen: consumenten krijgen zo een vertekend beeld van de recensies, en nemen daardoor een besluit dat ze anders niet zouden hebben genomen.

Tijd om in te grijpen dus. Er blijkt meermalen vruchteloos te zijn aangemaand om wat te gaan doen aan de site, maar omdat daar niets mee gebeurde kiest de ACM nu terecht voor een boete. Men komt daarbij volgens de regels uit bij een half miljoen, maar matigt dat gezien de financiële puinhoop bij het bedrijf (“niet duidelijk wat het resultaat van de handelspraktijken van TrendX is geweest”, hoe dan) tot 100.000 euro. Een duidelijk signaal, dat is het.

Arnoud

Ziggo krijgt last onder dwangsom vanwege ontbreken van vrije modemkeuze

USA-Reiseblogger / Pixabay

De Autoriteit Consument en Markt heeft VodafoneZiggo een last onder dwangsom opgelegd omdat niet alle eindgebruikers van de vrije modemkeuze gebruik kunnen maken. Dat meldde Tweakers vorige week. Vrije modemkeuze moet al geruime tijd mogelijk zijn, en om dat nu eindelijk voor elkaar te krijgen neemt de ACM deze stap. Als het niet op 1 juli mogelijk is, kan de last tot een half miljoen oplopen.

Je zou zeggen dat dit anno 2022 geen discussie meer moet zijn. De basis voor vrije modemkeuze komt uit deze Europese Richtlijn uit 2008. Vanaf dit moment wist iedereen (in theorie) dat uiterlijk in 2010 er in Nederland wetgeving moest zijn die hiermee overeenstemt. Dat is gewoon algemeen Europees recht. En in 2015 kwam er nog een Verordening (2015/2120) over hetzelfde onderwerp, dat is direct een Europese wet.

Nederland had nog even nodig, maar in 2016 kwam er een ministerieel besluit. Hierin staat grofweg “ga het regelen, details volgen”. Je zou dus zeggen dat iedereen dit al enige tijd in de lucht zag hangen. Maar zoals dat gaat: er gebeurde weinig, behalve een hoop gesteggel / lobbywerk / concerntrolling over wat precies een “eindapparaat” is. Daar kwam uit dat de definitie uit de Richtlijn van 2008 het gwoon goed zegt:

de apparaten die voor overbrenging, verwerking of ontvangst van informatie direct of indirect op de interface van een openbaar telecommunicatienet zijn aangesloten; in beide gevallen, direct of indirect, kan de aansluiting geschieden per draad, per optische vezel of via elektromagnetische golven; een aansluiting is indirect wanneer een apparaat geplaatst is tussen het eindapparaat en de interface van het net;
De strekking lijkt me duidelijk: het ding waar je de kabel in steekt die uit de grond komt. Maar er is ook met serieus gezicht voorgesteld dat het aansluitpunt voor de consument pas na het modem van de provider zou zijn, of zelfs na de mediabox van de provider (die op de modem aangesloten zit). De argumenten daarvoor kan ik niet met goed fatsoen samenvatten, dus laten we het erop houden dat de ACM de knoop heeft doorgehakt:
Het netwerkaansluitpunt is het fysieke punt aan het einde van de kabel dat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op locatie van de eindgebruiker binnen heeft gebracht. Het netwerkaansluitpunt is daarmee de grens van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (…) Als er een objectieve technologische noodzaak bestaat om (radio)apparatuur als onderdeel van het openbare netwerk te beschouwen, dan moet die (radio)apparatuur deel uitmaken van het openbare netwerk.
Je kunt je natuurlijk afvragen: waarom is dit zo belangrijk? De modem van de provider werkt voor veel mensen prima, en wie meer wil kan het ding in bridge-modus schakelen en eigen routers, wifidingen en wat al niet meer erachter haken. Leuk en aardig, maar in geen enkele vorm van dienstverlening accepteren we dat je eindapparatuur van de leverancier moet gebruiken. Gas, water en elektra komen binnen bij de meter en vanaf daar mag je het zelf uitzoeken. “Het gaat om het principe”, inderdaad.

Praktische redenen te over ook, maar die zijn vooral voor de tweaker interessant. Ik zie zelf meer in het argument dat er een markt hoort te zijn voor dit soort apparatuur, zeker omdat er geen technische redenen zijn waarom een Ziggo-kabel perse in een Ziggo-modem moet gaan. Natuurlijk is er een commerciële reden: de support is lastiger als je niet bekend bent met het modem van je klant. En gewoon nee verkopen gaat niet, praktisch niet en juridisch niet (omdat vrije modemkeuze een recht is).

Arnoud

Wat kan de ACM doen dat wél indruk op Apple maakt?

PeggyMarco / Pixabay

Apple moet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) opnieuw vijf miljoen euro betalen omdat het aan datingapp-aanbieders een onredelijke voorwaarde stelt, zo meldde Security.nl. De site berekende meteen waar de teller staat: het totaal van boetes en dwangsommen voor het techbedrijf is nu opgelopen tot twintig miljoen euro. Ik zou dat zelf een forse boete vinden, maar met een Q4 winst van 17,6 miljard euro (ongeveer tweeduizend Sywerts) is dat een belastingtechnisch verschoonbare afrondingsfout. De reacties van het soort “Apple betaalt en gaat verder” zijn dan ook niet van de lucht. Kan onze ACM meer doen dan nog meer zakgeld afpakken?

Het is natuurlijk niet echt zo dat Apple gewoon betaalt en doorgaat. Tikken op de vingers van toezichthouders komen bij beursgenoteerde bedrijven echt wel aan, ook al voelen de bedragen als symbolisch. Al is het maar omdat de aandeelhouders dan gaan piepen: die 20 miljoen had ook als dividend aan hen uitgekeerd kunnen worden, bijvoorbeeld.

Plus, het valt op, en er zijn vast Amerikaanse advocaten zich aan het warmlopen voor een massaclaim wegens securities fraud: Apple heeft de aandeelhouders nooit gewaarschuwd dat er miljoenen gaan weglekken in Calimero-landen, dus graag compensatie voor de koersdaling. Het feit alleen al dat Apple enige stappen doet om de ACM tegemoet te komen, laat zien dat men er meer van vindt dan muntgeld dat uit de broekzak lekt.

Maar los daarvan: zou de ACM meer kunnen doen dan steeds nog een paar miljoentjes erbij? Meer boetes kan, als Apple steeds met nieuwe overtredingen komt. Boetes zijn op zich wel aan maxima gebonden. In dit geval volgen die uit de Mededingingswet, de wet waaronder de ACM Apple aan de leiband wil krijgen (artikel 24). Die boete kan fors worden:

De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 900.000 of, indien dat meer is, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming, dan wel, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken en actief zijn op de markt die de gevolgen van de inbreuk door de vereniging ondervindt.
Doe je het binnen vijf jaar nogmaals, dan mogen de boetemaxima worden verdubbeld. Die 10% klinkt dan aanlokkelijk maar betreft de omzet in Nederland, wat natuurlijk niet in de buurt komt van die 17,6 miljard.

Meer dwangsommen dan? Daar zit geen grens aan. In een al wat ouder vonnis (2012) sprong de civiele rechter uit zijn vel toen IBM een teruggedraaid ontslag niet wilde accepteren, en gewoon de dwangsommen betaalde maar de ex-werknemer buiten hield. De dwangsom werd toen verhoogd van 50k naar vijf miljoen euro. Was die persoon dan nog niet toegelaten, dan zou de dwangsom opnieuw zijn verhoogd. De wet kent namelijk geen absoluut maximum aan wat aan dwangsommen op te leggen is, mits het maar proportioneel is. En bij wie bij herhaling dwangsommen negeert (of betaalt en negeert), wordt vanzelf heel veel proportioneel.

Er is nog een instrument: de bindende aanwijzing (art. 12j Mededingingswet). Bij een last onder dwangsom krijg je te horen “los dit anders op, anders betalen”. Bij een bindende aanwijzing is het bevel “doe het vanaf nu zo en niet anders, anders betalen”. Waarbij je na betaling alsnog moet doen wat er bevolen is. Dat zou dus nog vervelender zijn voor Apple, dan ben je echt je vrijheid als bedrijf kwijt om een overtreding op te lossen zoals voor jou goed uitkomt. Maar daar heb je het zelf dan naar gemaakt.

In theorie zijn er nog meer instrumenten, zoals een bevel geven de verkoop te staken, of zelfs lijfsdwang tegen de directie (in Nederland) totdat een en ander opgelost is. Dat is voor zover ik weet nog nooit gedaan, en dat komt natuurlijk omdat een boete van 10% van je omzet normaal een hele forse straf is, en de meeste bedrijven dan ook echt wel inbinden. Maar er is inmiddels een categorie techbedrijven dat zó veel geld binnenharkt dat financiële prikkels niet meer werken, en waar ook de inherente behoefte ontbreekt om lokale wetgeving na te komen omdat dat nu eenmaal hoort.

Wat zou volgens jullie de beste manier zijn om Apple te dwingen?

Arnoud

ACM verklaart bezwaar Dataprovider over zonefile .nl-domeinnamen ongegrond

JanBaby / Pixabay

Het besluit van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) de zonefile van alle .nl-domeinnamen niet aan het bedrijf Dataprovider hoeft te verstrekken blijft staan. Dat meldde Security.nl onlangs. Dataprovider zal dus met crawlers moeten blijven werken, en SIDN maakt geen misbruik van een machtspositie door verstrekking te weigeren.

In mei bepaalde de ACM dat SIDN de zonefile niet hoefde te verstrekken. Dataprovider wilde de zonefile van het .nl-domein omdat dit behulpzaam zou zijn bij het leveren van online merkbeschermingsdiensten, waarbij het direct kunnen signaleren van nieuw geregistreerde domeinnamen erg nuttig is. Dan hoef je niet te wachten tot iemand daadwerkelijk nepproducten gaat verkopen bijvoorbeeld.

SIDN biedt zelf ook merkbewakingsdiensten, waarmee je de .nl (en andere zones die SIDN beheert) domeinnamen die lijken op je merk kunt bewaken. Dat zag Dataprovider als een oneerlijke concurrent, en ze stapte naar de ACM om deze toezichthouder een eind te laten maken aan die situatie. Want SIDN heeft de macht over .nl en zou dan het misdrijf van leveringsweigering kunnen plegen, om zo een concurrent op afstand te houden.

Van de ACM kreeg Dataprovider ongelijk, en dat ongelijk is bevestigd in de bezwaarprocedure bij de toezichthouder. Deze bekijkt het handelen van SIDN door de bril van het mededingingsrecht. De ACM vat de casus als volgt samen. Stel SIDN heeft een machtspositie in de stroomopwaartse markt, zij beheert de toegang tot de zonefile. Dan noemen we wat ze doet tegen Dataprovider een leveringsweigering aan haar concurrent in de stroomafwaartse markt.

Binnen de huidige Europese jurisprudentie is dat een probleem als aan drie voorwaarden is voldaan:

  • de toegang tot de input waarvan de levering geweigerd wordt, moet onontbeerlijk zijn om te kunnen concurreren op de stroomafwaartse markt;
  • een leveringsweigering zal leiden tot het verdwijnen van alle effectieve mededinging op de stroomafwaartse markt;
  • er is geen sprake van een objectieve rechtvaardiging voor de leveringsweigering.
Het eerste probleem voor Dataprovider is natuurlijk dat toegang tot de zonefile weliswaar voordelig is maar niet onontbeerlijk. Ze biedt nu haar diensten al aan en dat gaat prima, dus hoe pest SIDN ze dan de tent uit, zeg maar. Met datzelfde argument is ook het tweede criterium snel van tafel: er is genoeg mededinging op de markt voor domeinbewaking, Dataprovider heeft vele concurrenten in binnen- en buitenland en die lijken hier geen last van hebben.

Dit is natuurlijk een tikje tweestrijdig: de klacht van Dataprovider gaat over meer kunnen, makkelijker kunnen werken. Dan is “maar het werkt toch zoals het nu gaat” een onbevredigend antwoord. En belangrijker, zou je dan echt moeten wachten tot de concurrentie weggevaagd is om dán pas te zeggen, zonder die zonefile kun je helemaal niets.

Maar het mededingingsrecht is niet bedoeld om het concurrenten makkelijker te maken, een volstrekt gelijk speelveld te creëren. Het is bedoeld om volstrekte blokkades op te heffen. Daarmee is de situatie niet ernstig genoeg om juridisch in te hoeven grijpen.

Arnoud

Wanneer is mijn reclamemail voor “gelijksoortige” producten toegestaan zonder opt-in?

Een lezer vroeg me:

Ik heb een webwinkel en wil meer reclame maken. Nu las ik dat je daarvoor normaal toestemming nodig hebt, maar niet als je “soortgelijke” producten adverteert aan je klant. Wanneer is het volgens de wet “soortgelijk”?
Voor veel ondernemers is deze uitzondering interessant, omdat het verzamelen van toestemming voor reclame toch vaak best pittig blijkt. Maar het is een heel beperkte, en ik denk dat je er weinig aan hebt. Zeg ik maar even vooraf.

De wet (art. 11.7 Telecommunicatiewet) staat toe om klanten (dus mensen die jou betalen) reclame te sturen zonder opt-in als het gaat om “eigen gelijksoortige producten of diensten” volgens de wet. Er is nooit een rechtszaak geweest waarin definitief hét criterium is toegelicht. Dat is ergens ook wel logisch, want wat zou dat dan moeten zijn in het algemeen? Je komt dan niet verder dan synoniemen voor die term.

De ACM heeft in haar richtsnoeren gezegd dat je vooral moet kijken naar de verwachting van de ontvanger: zou die gek opkijken als hij voor dát product reclame krijgt gezien zijn bestelling? Dat vind ik wel een mooie. Het idee van “gelijksoortig” is immers dat je iets relevants, iets logischerwijs erbij horends meestuurt.

In de Memorie van toelichting van de wet is gezegd dat je ook moet meewegen wat er is gecommuniceerd, hoe de winkel zich presenteert. Ben ik een brillenwinkel dan is reclame voor schoenen raar, ben ik de Bijenkorf dan kan het wel. Dan gaat het immers om mode in het algemeen, en bij een bril is een bijpassend paar schoenen niet zo raar als advies in een modewinkel.

De angel zit hem bij deze constructie in een ander aspect: je mag weliswaar zonder toestemming mailen, maar je moet het bij de bestelling hebben gemeld op het formulier en een áfmeldmogelijkheid (optout) hebben geboden. Dus na een paar jaar bedenken “ik wil meer reclame maken” is gewoon niet genoeg, je hebt dan nooit mensen dit gezegd laat staan ze een afmeldmogelijkheid gegeven. En dan kun je je niet op deze uitzondering beroepen.

Deze uitzondering is dan weer wel de reden waarom de “Ik wil de nieuwsbrief ontvangen”-aanvinkvakjes vooraf aangevinkt mogen zijn bij bestelformulieren. Het weghalen van dat vinkje is dan de opt-out.

Arnoud

ACM legt last onder dwangsom van 100.000 euro op aan webshop die neplikes kocht

De Autoriteit Consument en Markt heeft een voorwaardelijke boete van 100.000 opgelegd aan een webwinkel die neplikes gebruikte op sociale media, las ik bij Tweakers. De webshop is het bedrijf van influencer Mo Bicep, die neplikes en nepvolgers gebruikt om zichzelf op Instagram populairder te laten lijken dan hij daadwerkelijk is. Dit is volgens de wet alleen een oneerlijke handelspraktijk. Bicep moet deze neplikes en volgers verwijderen.

Het bedrijf van Mo, dat Bicep Papa heet, verkoopt voedingssupplementen en aanverwante producten via de website biceppapa.nl en maakt reclame via social media. Volgens het onderzoek van de ACM heeft Bicep Papa over de periode september 2018 tot en met augustus 2020 98.000 volgers en 27.000 likes gekocht. Deze volgers en likes zijn nep, omdat ze niet van echte consumenten afkomstig zijn.

Het voelt natuurlijk niet goed, dat je likes of volgers zou kopen. Het hele punt van vindikleukjes is dat het een weergave is van wat mensen van je product of bedrijf vinden. Idem voor volgers: dat zijn mensen die wat over jou willen weten. Maar goed, zo werkt het natuurlijk al een hele tijd niet meer. Zo ver zelfs dat het voor hele groepen mensen doodnormaal is dat je volgers of likes koopt.

De ACM trekt nu hard aan de bel, in wat hopelijk een wake-up call moet zijn voor influencers en iedereen die oneigenlijk hard wil groeien (de grap over voedingssupplementen en spieren kweken mag u zelf maken). Ik dacht zelf dat ze zouden gaan zitten op het “zich op bedrieglijke wijze voordoen als consument” (art. 6:193g sub v BW) maar dat gaat over zelf geschreven testimonials. Hier is wat anders aan de hand:

Het is verboden om informatie te verspreiden die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, onder andere ten aanzien van een verklaring of een symbool in verband met directe of indirecte sponsoring of erkenning van (de producten van) Bicep Papa. Ook is het verboden om misleidende informatie te verspreiden over de hoedanigheid en kenmerken van Bicep Papa of zijn tussenpersoon zoals zijn status, erkenning of connecties. Dit zijn overtredingen van artikel 8:8 Whc in samenhang met artikel 6:193c, eerste lid, onder c en f, BW.

Je mag immers mensen niet misleiden door onjuiste informatie te verstrekken over

de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de handelaar of zijn tussenpersoon, zoals zijn identiteit, vermogen, kwalificaties, status, erkenning, affiliatie, connecties, industriële, commerciële of eigendomsrechten of zijn prijzen, bekroningen en onderscheidingen;

De ACM zet hier dus een like of aantal volgers gelijk aan een “status, erkenning of connecties”, wat ik een hele mooie lezing van de wet vindt.

Arnoud

Zijn telecomproviders aansprakelijk voor gespoofte telefoonnummers?

Een lezer vroeg me:

Regelmatig wordt bericht over SMSjes of telefoongesprekken afkomstig van criminelen die gebruik maken van gespoofte telefoonnummers en zo hun geloofwaardigheid te vergroten. Denk aan nummers van banken of de overheid. Zijn telecombedrijven aansprakelijk wanneer zij dergelijke vormen van spoofing toestaan, en maakt het dan nog uit hoe actief zij daarop toezien?
Helaas komt het steeds vaker voor dat oplichters (“phishers”, in het jargon) gebruik maken van gespoofte telefoonnummers. In februari werd bijvoorbeeld bericht dat de politie samen met de Nederlandse grootbanken een onderzoek is gestart naar het spoofen van telefoonnummers van banken door oplichters. Ik heb nog geen resultaten gelezen, maar het laat de urgentie van het probleem zien. Wanneer een slachtoffer het werkelijke nummer van een bank als beller ziet, zal hij eerder het verhaal geloven natuurlijk.

Het doet raar aan dat een beller andermans telefoonnummer kan meesturen. Deze situatie bestaat echter al heel lang. Er zijn namelijk legale toepassingen, zoals wanneer een bedrijf bij alle uitgaande telefoontjes het centrale nummer meestuurt. Dan komen terugbellende klanten niet bij een specifieke medewerker terecht maar altijd bij de telefoniste.

Raar is wel dat daarbij in de praktijk geen enkele beperking wordt gehanteerd, zoals dat het ingestelde nummer ergens aan jouw bedrijf gekoppeld moet zijn in de administratie van de telecomprovider. Ik weet niet waarom dat niet gebeurt.

Aansprakelijk voor problemen als gevolg van zo’n nepnummer is een telecomprovider niet. In de wet staat immers dat partijen die toegang geven tot communicatienetwerken niet aansprakelijk zijn voor de doorgegeven informatie (art. 6:196c lid 1 BW), en dat geldt dus ook voor telefonieproviders. Onder “informatie” valt ook metadata zoals het nummer van de afzender/beller.

Ik begrijp dat de ACM (de toezichthouder in deze sector) al sinds 2018 bezig is met telecomproviders samen te werken hier wat aan te doen. Ik kan geen specifieke wettelijke regels of beleidsregels vinden waar dit onder zou vallen. Het lijkt mij een vrij eenvoudige regel om in te voeren, en gezien de opkomst van deze fraude ook geen gek idee. Of mis ik een reële case waarom mensen arbitraire nummers moeten kunnen meesturen met uitgaande telefoongesprekken?

Arnoud

Beter blijf je van je telefoon en WhatsApp af als de ACM binnenvalt

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft aan een bedrijf een boete van 1.84 miljoen euro opgelegd omdat ze een onderzoek van de ACM heeft belemmerd. Dat meldde de toezichthouder onlangs. Medewerkers van het bedrijf dat wordt onderzocht voor het maken van concurrentievervalsende afspraken, hebben WhatsApp groepen verlaten en chats gewist tijdens een inval van de ACM. Die viel daar binnen omdat het bedrijf werd verdacht van overtreding van de Mededingingswet, zeg maar kartelvorming. En dan is het natuurlijk wel héél erg de bedoeling dat iedereen van zijn spullen afblijft en geen bewijs gaat zitten vernietigen.

De inval gebeurde in 2018, het bedrijf wordt niet genoemd omdat het onderliggende onderzoek naar die kartelvorming nog niet is afgerond. Het bedrijf zou met andere bedrijven samenspannen om de markt te verpesten, maar vanwege anonimisering is niet precies duidelijk op welke manier. Het zou bijvoorbeeld prijsafspraken kunnen zijn (samen gelijkluidende offertes maken, of afspreken dat de rest even wat hoger offreert zodat jij deze keer de opdracht krijgt), of samen coördineren hoe een concurrent uit de markt te houden, of ga zo maar door.

In ieder geval iets dat de ACM ernstig genoeg vond om een onaangekondigde inval te doen. Doel daarvan is om bewijs te vergaren om de zaak rond te krijgen, iets wat lastig is omdat dergelijke verboden afspraken (“onderling afgestemde feitelijke gedragingen”) natuurlijk niet formeel in notulen vastliggen. In dit geval bleken medewerkers dus WhatsApp in te zetten om af te stemmen met die andere partijen – althans waarschijnlijk, want vlak na de inval bleken mensen uit relevante groepen te zijn gestapt en chats te hebben gewist.

De ACM was daar natuurlijk niet blij mee, maar het is goed te lezen dat de directie zelf dat ook niet was:

Volgens de advocaat hebben zij, toen hij en de leidinggevende medewerker rond 13:30 uur erachter kwamen dat één van de hierboven genoemde werknemers chats had gewist, de relevante werknemers van de Onderneming onmiddellijk de instructie gegeven van al hun app-berichten af te blijven en uit geen enkele app-groep te stappen dan wel berichten te wissen.

Het bedrijf gaf vervolgens volledige medewerking aan het onderzoek en verstrekte zelfs meer informatie dan waar ze van de wet verplicht toe waren. Dat laat voor mij wel zien dat dit geen bewuste tactiek was om die berichten te laten wissen en dan te zeggen “ja sorry eigengereide medewerker, had niet mogen gebeuren”.

Desondanks kiest de ACM er voor om een boete van 1.8 miljoen euro op te leggen, als duidelijk signaal dat dit écht niet door de beugel kan. En vooral als signaal dat je als werkgever moet zorgen dat je werknemers dit niet kunnen doen, ook niet op eigen houtje. Ik verwacht dus dat de nodige bedrijven nu beleid gaan maken dat WhatsApp niet meer mag en/of dat de chats centraal gelogd moeten worden. Maar ja, als mensen de Mededingingswet willen gaan overtreden dan verzinnen ze daar ook weer een oplossing voor.

Arnoud

ACM doet onderzoek naar prijsafspraken bij verkoop van tv’s in webwinkels

Televisiefabrikanten worden ervan verdacht in Nederland minimumprijzen op te leggen aan webwinkels om de prijzen kunstmatig hoog te houden. Dat meldde Tweakers vorige week. Samsung bevestigt dat er een onderzoek bezig is, Sony zegt niet betrokken te zijn en LG geeft geen commentaar. TP-Vision, de fabrikant die Philips-tv’s maakt, zegt niet op de hoogte te zijn van een onderzoek. Webwinkels zouden volgens bronnen worden aangesproken op te lage prijzen, wat een vorm van prijsafspraken is die de markt verpest en daarmee door de ACM als concurrentiewaakhond aangepakt kan worden. Het lijkt me wel ontzettend lastig te bewijzen.

Eind vorig jaar maakte de toezichthouder bekend onderzoek te doen naar prijsafspraken tussen fabrikanten, winkels en webwinkels die consumentengoederen aanbieden. Hierbij werden onder meer invallen gedaan bij winkels en fabrikanten, een veelgebruikte manier om bewijs te verzamelen van zulke afspraken. Dat is natuurlijk lastig omdat het zelden formeel op papier staat. Deze aankondiging lijkt daarop een vervolg te zijn, al is het dus onduidelijk welke fabrikanten er precies in de gaten gehouden worden.

Op zich staat het een fabrikant natuurlijk vrij om eender welke prijs te rekenen aan winkels bij levering. Het probleem hier is dat men vervolgens een minimumprijs voorschrijft, waardoor de winkel niet kan stunten of onder de concurrent gaan zitten. En dát is een probleem met de concurrentieregels, want dit verstoort de vrije marktwerking op het gebied van prijs. Sneaky is dat die prijsregel niet op papier staat, maar je merkt het natuurlijk wel: je wordt ineens geweigerd bij levering of je krijgt hogere inkoopsprijzen. Maar maak het maar eens hard.

In de comments las ik nog de leuke tip dat je bij webshops vaak wel korting krijgt op grond van individuele verzoeken. Dat suggereert dat er in ieder geval de nodige ruimte in de prijzen is, wat weer een aanwijzing is dat de prijzen kunstmatig hoog gehouden worden.

Arnoud

Mag de ACM met mystery shoppers internetwinkels gaan testen en domeinnamen laten afsluiten?

Met dit wetsvoorstel worden enkele aspecten ter uitvoering van verordening (EU) 2017/2394 (CPC-verordening) geregeld. Met die kandidaat voor saaiste zin ooit opent de internetconsultatie voor het stellen van nieuwe bevoegdheden voor toezichthouders onder het consumentenrecht, zoals onze Autoriteit Consument en Markt (ACM). Het voorstel noemt onder meer een expliciete bevoegdheid om met valse gegevens bestellingen te plaatsen (mystery shopping), maar kent ook nieuwe bevoegdheden om bij ecommerce zijdelings betrokken partijen bevelen te geven om mogelijke oplichting en fraude tegen te gaan. Zoals dus domeinnamen afsluiten.

De CPC-Verordening vereist vanuit Europa dat toezichthouders op het consumentenrecht beschikken over stevige middelen om in te grijpen bij marktpartijen die de boel belazeren. Natuurlijk kunnen ze al langer boetes uitdelen of specifieke bevelen (lasten) geven over hoe het gedrag aan te passen, maar bewijs verzamelen is daarbij nog wel eens een probleem. En ook heeft een last niet perse veel zin als die partij in het buitenland zit, onvindbaar is of onder een nieuwe bv gewoon verder gaat.

De mystery shopping-regeling moet aan dat eerste probleem tegemoet komen. Een opsporingsambtenaar mag onder opgaaf van valse gegevens een bestelling plaatsen, als dat relevant is voor een onderzoek naar marktgedrag. Hij mag daarbij geen uitlokking plegen, bijvoorbeeld door te vragen om levering van iets dat niet normaal in het assortiment zit omdat het in Nederland illegaal is dat te verkopen. Maar stel een webshop verkoopt verboden vuurwerk, dan mag de ambtenaar dat met een nepnaam bestellen om zo vast te stellen dát er verboden vuurwerk wordt verkocht. Op zich vind ik dit niet heel spannend.

Interessanter vind ik de nieuwe noodmaatregelen – want ze gelden alleen als laatste redmiddel – om handhaving van het consumentenrecht mogelijk te maken. Er worden drie maatregelen voorgesteld:

  1. Aanbieders van internetdiensten verplichten een bepaalde waarschuwing te tonen. Dit gaat volgens mij primair over sites als Marktplaats en andere handelsplatforms waar malafide partijen opduiken, niet op internetproviders die je netwerkverkeer moeten manipuleren om malafide shops herkenbaar te maken.
  2. Aanbieders verplichten bepaalde content niet te tonen of functionaliteit ontoegankelijk te maken. Dit is natuurlijk de volgende stap wanneer een waarschuwing niet effectief blijkt.
  3. Domeinregistries zoals SDIN verplichten een domeinnaam buiten gebruik te stellen of op naam van de ACM te zetten (inbeslagname). Dat is natuurlijk al helemaal het grof geschut.

De ACM mag deze bevoegdheden niet uitoefenen tenzij alle andere middelen geen doel treffen én als de rechter-commissaris in Rotterdam er een machtiging voor gegeven heeft. Dat is nog een opmerkelijke, want de R-C gaat over strafrecht en de ACM opereert als onafhankelijke toezichthouder onder het bestuursrecht. En die twee hebben weinig met elkaar te maken, het bestuursrecht is vele malen lomper en krachtiger dan het strafrecht. Ik ben benieuwd hoe dat uit gaat pakken.

Wat vinden jullie? Logisch idee gezien de markt, of zwaar overtrokken maatregelen?

Arnoud