Twitter en Google niet aansprakelijk voor bitcoinscamreclames

Google en Twitter zijn niet aansprakelijk voor nepadvertenties voor zogenaamde investeringen in cryptovaluta met de naam en/of foto van bekende Nederlanders, onder wie @jortkelder en @AlexanderNL. Dat twitterde Bart Schellekens afgelopen woensdag. De platforms doen al genoeg om deze vervelende oplichterij tegen te gaan, meer kan niet echt worden verwacht dus handelen ze niet onrechtmatig. Dit nog los van de vraag of ze als platform überhaupt aansprakelijk zijn.

De nepadvertenties kennen de meeste mensen wel: een foto van een BN’er met een ietwat cryptische mededeling, zoals “Nederland neemt afscheid van Jort Kelder” of “Klöppings laatste investering jaagt bankiers angst aan” en pas na doorklikken kom je erachter dat het gaat om ‘beleggen’ in cryptovaluta. Waarbij de scam dan is dat je geld betaalt en er niets voor terugkrijgt.

Op Twitter en Facebook blijven deze dingen maar opduiken, en dat waren de heren meer dan zat. In navolging van onder meer John de Mol stapten ze naar de rechter. Maar waar die nog een succesje boekte in november 2019, krijgen de eisers nu nul op het rekest.

Kort gezegd doet Twitter al genoeg, maar scammers zijn slim en hoeven maar af en toe geluk te hebben:

Twitter International neemt in zijn algemeenheid allerlei maatregelen, onder meer met haar advertentie-beoordelingssysteem, waarmee scam tweets zo veel mogelijk worden geweerd. Een verwijzing naar bitcoin of andere cryptovaluta of financiële producten komt in de scam tweets overigens niet voor. De scam tweets bevatten vaak een onbegrijpelijke tekst. De naam van [eiser] komt daarin (op een uitzondering na) evenmin voor. Het systeem kan ook niet herkennen of een afbeelding het portret van [eiser] bevat. De scam tweets maken bovendien gebruik van een verhullende techniek, waarmee het advertentiebeoordelingssysteem wordt misleid door dat systeem te leiden naar een andere webpagina dan de pagina waarnaar de link in de tweet verwijst.
Tegelijk lijkt het erop dat het aantal scams behoorlijk afgenomen is: in deze procedure werd slechts een beperkt aantal scam tweets overgelegd. Die omstandigheden samen maakt dat Twitter niet onrechtmatig handelt, want gewoon je best doen en adequate resultaten laten zien tegen ongein is zoals het hoort. Perfectie wordt in het recht zelden verlangd.

De eisers hadden ook betoogd dat sprake was van een oneerlijke handelspraktijk door dit soort advertenties toe te laten. Oplichting is immers een vorm van oneerlijk handelen, en je kunt civielrechtelijk optreden tegen dat soort handelspraktijken. Alleen moet je dan wel een consument zijn (of een concurrent of toezichthouder), iemand die tegen wil en dank in de advertentie wordt opgevoerd is niet een van die categorieën en heeft dus geen bevoegdheid om hierover te klagen.

Helaas voor de heren dus, zowel Twitter als Google hoeven niet meer te doen dan ze al doen. Enig ongemak ook van deze soort moet je kennelijk voor lief nemen.

Arnoud

Gecorrigeerde Quote 500 ex parte offline gehaald door databankrecht

925-logo.pngDe Quote 500, de jaarlijkse rijkenlijst van het maandblad Quote, moet onmiddellijk van de website 925.nl worden gehaald, meldde nu.nl vrijdag. 925, de website voor “de betere kantoorknuppel” (dat zijn mensen die graag goedemoggel zeggen), had de volledige Quote 500 overgetypt en voorzien van een inflatiecrisiscorrectie online gezet. Het gebbetje van 925 werd uiteraard niet op prijs gesteld bij Quote, dat meteen een deurwaarder langsstuurde. Niet met een dagvaarding, maar met een heus ex parte bevel (via Boek 9) waarin meteen een verbod stond met een dwangsom van 50.000 euro per dag. 925 koos eieren voor haar geld en haalde de lijst offline.

Kan dat zomaar? Ja, dat kan zomaar. Het ex parte bevel is een min of meer uniek instrument dat je bij evidente inbreuk op intellectuele eigendomsrechten kunt inzetten. Artikel 1019e van het wetboek van Rechtsvordering biedt een rechthebbende de mogelijkheid om een “onmiddellijke voorziening bij voorraad te geven op een bij verzoekschrift gedaan verzoek” om aan een bepaalde inbreuk een einde te maken.

De vermeende inbreukmaker wordt niet gehoord of zelfs maar gemeld dat het verzoekschrift is binnengekomen. De rechter doet ook inhoudelijk zelf weinig met het verzoekschrift. Een marginale toets, heet dat juridisch. Klinkt het verhaal aannemelijk, dan wordt het verbod toegewezen en dan horen we het wel van de gedaagde. Jaja, dat gaat ver, maar alles is geoorloofd in de strijd tegen terrorisme, kinderporno, drugshandel en inbreuk op auteursrechten – de 3 ruiters en de ene voetganger van de Internet-Apocalyps*.

Het bevel is gebaseerd op het databankenrecht – de Quote 500 is een databank met 500 {naam, rijkdom}-tupels, volgens Quote. Volgens de definitie van “databank” uit die wet gaat dat strikt genomen wel op. Ook een papieren databank kan een databankrecht hebben. Wel is voor elk databankrecht vereist dat er een “substantiële investering” is gedaan om deze samen te stellen.

Substantieel is de investering van Quote zeker: volgens eigen zeggen 269.000 euro per jaar, plus nog eens 850.000 euro drukkosten, specifiek voor het verzamelen, samenstellen en drukken van de Quote 500. Waarom specifiek? Omdat je anders geen databankrecht hebt. Volgens het William Hill-arrest moet de investering namelijk gericht zijn op het maken van de databank, en niet op het verkrijgen of creëren van de individuele gegevens.

Hier liggen de kosten voor het creëren van de gegevens sterk verweven met het in de databank verwerken van die gegevens. Om de Quote 500 te maken, moet je weten hoe rijk de rijkste 500 mensen zijn. Uitzoeken wat iemands vermogen is, is best veel werk. Heb je die 500 gegevens eenmaal, dan is het op een rijtje zetten daarvan verder triviaal. Is dat uitzoekwerk nu een investering in het creëren van de gegevens (hoe rijk is persoon X) of een investering in het creëren van de databank (wie staat er dit jaar op positie Y)? Het antwoord op die vraag zou een leuke aanvulling zijn op de jurisprudentie.

Wat denken jullie? Mijn eerste gedachte is: nee, geen databankrecht. De investering gaat over het vaststellen van de rijkdom van mensen, en is daarmee gericht op het creëren van de gegevens. Men moet -zo staat in het bevel zelf- “uitvoerig onderzoek doen in openbare registers waaruit de financiële positie van de betrokkenen blijkt”, plus nog interviews met de betrokkenen zelf. Dat doet me denken aan de NVM-makelaars, die ook uitvoerig werk moeten doen om beschrijvingen en gegevens van huizen in Funda te kunnen stoppen, maar desondanks geen databankrecht hadden.

Kan 925 nog iets doen, behalve boos napruttelen op het bretellenblog? Op zich wel: het bevel vermeldt dat de verweerder op 14 november om 10:00 bij de rechter mag verschijnen om uit te leggen dat het verbod onjuist is. Hij kan natuurlijk ook zelf een nog eerder eigen kort geding te starten.

Arnoud<br/> * Vrij naar Bruce Schneier en Terry Pratchett.