Israël heeft het uploaden van seksueel getinte foto’s en filmpjes zonder toestemming van de personen in beeld verboden, om ‘wraakporno’ tegen te gaan, las ik bij Tweakers. Wie seksueel expliciete afbeeldingen van een ander publiceert, is strafbaar als hij geen toestemming heeft. Daarmee wil men het fenomeen ‘revenge porn’ oftewel wraakporno aan banden leggen: het publiceren van expliciet privébeeld om zo de ex-partner terug te pakken. En hoe zit dat in Nederland?
In Nederland is geen aparte wetgeving tegen wraakporno. Er zijn twee sporen waarlangs een dergelijke publicatie kan worden aangepakt: smaad en portretrecht.
Van smaad is sprake als je opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt. Dat kan ook per foto: in 2008 werd een man veroordeeld voor het verspreiden van naaktfoto’s van zijn exvriendin via internet. Door deze foto’s te voorzien van haar naam, was het duidelijk dat zijn doel was haar reputatie te beschadigen.
Wel moet daarbij sprake zijn van een publiek aanbieden, zo leerden we afgelopen juli. Een filmpje met één persoon delen via WhatsApp is geen smaad; daarmee komt het filmpje niet “voor het publiek” beschikbaar en dat is een vereiste bij smaad.
Een ander discusiepunt is of de publicatie wel bedoeld is om iemands reputatie te beschadigen. Dat klinkt evident, maar in de Manon Thomas-zaak werd in hoger beroep bepaald dat daar geen sprake van was. Kennelijk is het voor een BN-er een compliment als je naakt over internet gaat?
Thomas kreeg wél gelijk op het punt van portretrecht. Wie herkenbaar in beeld is (wat ook zonder je gezicht mogelijk is, bv. omdat mensen je naam erbij zetten), kan zich verzetten tegen publicatie van dat beeld. Daarbij onderscheidt de wet twee situaties. Als de foto’s in opdracht van het model zijn gemaakt, dan is toestemming nodig. Zijn de foto’s zonder opdracht gemaakt (zoals bij straatkiekjes) dan is een belangenafweging nodig tussen nieuwswaarde en privacy (of ander portretrechtbelang).
Veel wraakporno is door het slachtoffer zelf gemaakt of door diens toenmalige partner, je mag dan veronderstellen dat dit in opdracht is gemaakt. De expartner mag dit dan niet publiceren zonder toestemming. Echter, als de partner de foto’s stiekem maakte dan zou je inderdaad spreken van een portret zonder opdracht, zodat het slachtoffer zou moeten aantonen dat de privacy zwaarder weegt dan de publicatiewaarde. Maar de nieuwswaarde van zulke foto’s lijkt me minimaal en de privacyschending maximaal, dus dat zou wel een héél uitzonderlijke situatie moeten zijn die publciatie rechtvaardigt.
Een aparte wet tegen dit fenomeen lijkt me dus niet echt nodig. Maar ja, het klinkt stoer.
Arnoud