13 reacties

  1. Dit vond ik ook wel interessant in de uitspraak:

    4.8. Bij die weging verdient aandacht dat het in casu gaat om een beperking van de uitingsvrijheid, op instigatie van de overheid, van een door de overheid als onwenselijk beschouwd type informatie (schadelijke misinformatie over Covid-19), via een bepaald type kanaal (sociale media platforms), vanwege de impact die juist de communicatie via dát kanaal op de samenleving kan hebben. Dit een en ander moet meewegen bij de vaststelling van de vrijheid die de platforms ter zake moet worden gelaten.

    1. Dat lijkt me juist essentieel bij discussies over uitingen? Anders kun je moeilijk toetsen waarom de rechter iets (on-)rechtmatig vindt?

      En ja, in gevallen als deze doet het wat futiel aan. Ik herinner me ook een vonnis over “zeilmeisje X” dat de wereld rond wilde, en “[eiser], minister-president van Nederland”. Maar ik ben wel blij dat ze bij de Rechtspraak niet zelf gaan bedenken wie bekend genoeg is om niet geanonimiseerd in vonnissen te hoeven.

  2. Ik weet niet hoe die “bagatellisering” er uit zag, maar voor discussie over statistieken en maatregelen is meer dan voldoende aanleiding. Verder lijkt me dat je als parlementariër alleen in je meningsuiting beperkt mag worden als je staatsondermijnende propaganda verspreid. Zolang er geen officiële noodtoestand is afgekondigd mag je over beleid alles beweren. Reglementering die dat onmogelijk maakt is een ondermijning van de democratie en zou niet van toepassing mogen zijn. Foute overweging van die rechter.

    1. Waar precies baseer je op dat een parlementariër overal alles mag beweren behalve als het “staatsondermijnend” is? En vooral: waarom moet een parlementariër dat kunnen bij private partijen die daar anders over denken? Er is jurisprudentie genoeg van een zalencentrum die een bijeenkomst van een politieke partij weigert te boeken. Moet ze dat kunnen?

      1. Inderdaad, juridisch is dit slecht geregeld zoals al eerder bleek. Aangezien private partijen een zeer belangrijke rol in de democratische publieke discussie spelen dienen zij wat dat betreft aan publiek recht onderworpen te worden. NB mijn naam en mailadres moet ik iedere keer opnieuw invullen…

        1. Oké, dus als ik een zalencentrum beheer dan moet ik iedere politieke partij toelaten, ook als ik die stroming helemaal zie zitten? Zit er dan nog een minimum aan mijn omvang of aan het aantal concurrenten in de regio? Het is namelijk nogal wat, dat je privaat eigendom tijdelijk gaat onteigenen en ze dwingt mensen te tolereren die ze niet willen.

          1. Ik denk dat je aan een overheid heel strikte voorwaarden moet opleggen, als het gaat om het beperken van uitingsvrijheid, en het niet laten gebruiken van faciliteiten. Als een overheid een gebouw verhuurd, dan zou die aan iedereen onder gelijke voorwaarden beschikbaar gesteld moeten worden — en ook niet met het smoesje van “heckler’s veto” — dan maar zorgen dat er genoeg politie op de been is om eventuele geweldadige tegenstanders in bedwang te houden.

            Voor een particulier partij geld echter gewoon dat ook die zijn vrijheid heeft om partijen te weren als de standpunten uitdragen waar die het appert mee oneens is. Natuurlijk heb je de beschermde kenmerken, zoals huidskleur of religie, maar dan nog moet een zalenverhuurder een anti-abortus club moeten kunnen weigeren, omdat hij nou eenmaal niet achter dat standpunt staat (en vice-versa).

            Je raakt een schemergebied op het moment dat een particuliere partij een monopoliepositie heeft bereikt: het is volgens mij de primaire taak om van een overheid om dergelijke monopolieposities te voorkomen, en als dat niet lukt, dan kan je wat mij betreft zo’n monopolistisch zalencentrum verplichten een huurder te accepteren waar die het niet mee eens is, de enige oplossing zijn — om daarna dat monopolie af te breken. Als de alle zalen in handen zijn van een fundamentalistisch kerkgenootschap, dan moet die desnoods dwingen om een bijeenkomst van de Atheistenbond toe te staan. (Zal in de praktijk niet zo snel spelen, maar bij social media komt het aardig in de buurt).

            De rechter doet dat hier trouwens ook niet: hij gooit het gewoon op het onbehoorlijk uitvoeren van een overeenkomst, door vage criteria voor uitsluiten te hanteren.

            1. Eens met de verhouding van overheid als verhuurder. Bij de particuliere verhuurder speelt de complicatie mee dat politieke voorkeur óók een bijzonder/beschermd persoonsgegeven is. Je mag niet discrimineren op politieke voorkeur, net zo min als op religie of lidmaatschap van een vakbond. Dat is lastig want politiek is wel een vreemde eend in die bijt en we vinden het legitiem dat mensen andere politieke opvattingen hebben. Maar je mag dus formeel niet zeggen “ik weiger de Atheistenbond want ik moet geen atheïsten”.

              1. Ik had het niet over zalenverhuur, maar over invloedrijke media (en daar hoort LinkedIn wel bij) die een serieuze rol spelen in de publieke (politieke) discussie. Particuliere zalenverhuur valt daar niet onder. Wel gesubsidieerde instellingen die een serieuze rol spelen zoals De Balie of Pakhuis de Zwijger. Er is sprake van een ongelijk democratisch speelveld en dat is heel voor de democratie. Mijn kritiek betreft allereerst onvoldoende wetgeving, maar er is ook sprake van het niet (willen) benutten van de marges die de huidige wetgeving biedt. (NB Ik herhaal nog een keer mijn vraag over het opnieuw moeten invullen van naam en mailadres. Zou natuurlijk aan een plugin van mijn browser kunnen liggen.)

              2. Meestal zal zo’n eis dan ook geformuleerd zijn als “De huurder respecteert de grondslagen van onze instelling,” oid. Ik kan me heel goed voorstellen dat een zalenverhuurder niet de nogal schokkende posters van de anti-abortus beweging (of, een ander voorbeeld, de radikale dierenactivisten) in mijn pand willen zien, of geboycot worden door tegenstanders van bepaalde controversiele huurders.

                Anders zou het een leuke hobby worden om te proberen kerkgebouwen te gaan afhuren voor de bijeenkomsten van de Satanskerk, en als ze dat weigeren, rechtzaken vanwege discriminatie te beginnen (als ze die gebouwen wel verhuren aan andere christelijke denomities).

                1. Dat is waar. Ik vraag me wel af of het dan anders uitpakt bij een neutrale zalenverhuurder, zeg een Van der Valk hotel waar iemand een grote vergaderzaal boekt voor “een bijeenkomst” en dat blijkt dan de jaarvergadering van de Nederlandse Nazipartij (of de “Nederland 100% Woke” beweging) te zijn. Daar staat vast niets over in de AV, maar er komt herrie van natuurlijk.

                  Praktijkvoorbeeld van een kerk (2016):

                  De Evangelie Gemeente Utrecht (EGU) mag zaalverhuur aan homoseksuelen niet weigeren op grond van hun geaardheid … De jongerenvereniging van het COC, Jong & Out, deed aangifte tegen de kerk. De groep huurde een zaal in het kerkgebouw, maar mocht niet komen toen de EGU ontdekte dat het om een homobijeenkomst ging.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.