Op de verdachte rust de verdenking dat hij een GPS-tracker onder de auto van zijn ex-partner heeft geplaatst, waardoor hij de locatiegegevens van haar auto heimelijk kon verkrijgen. Zo opende BijzonderStrafrecht over een ietwat aparte zaak rondom stalking. Onder meer omdat het OM dit niet stalking noemt maar aftappen van informatie. En nee, dat klopt niet.
De kern van de zaak was dat de de tracker op afstand kon worden uitgelezen om zo een actuele locatie van het slachtoffer (haar auto) te achterhalen. Dat dit niet de bedoeling is voelt iedereen op zijn klompen. Stalking is een bekende rode vlag die vooraf gaat aan femicide, iets waar het OM een prioriteit van maakt dit jaar.
De zaak draaide hier echter nadrukkelijk niet om het stelselmatig schenden van de persoonlijke levenssfeer, maar om het aftappen van gegevens (art. 139c Sr):
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens aftapt of opneemt die niet voor hem bestemd zijn en die worden verwerkt of overgedragen door middel van telecommunicatie of door middel van een geautomatiseerd werk.Het argument is dan dat hier locatiegegevens worden opgenomen die niet voor hem zijn (de locatie van de ex is immers niet zijn probleem) en dat hij dat via telecommunicatie (een sms) overdraagt naar zichzelf. Nee, die zie ik niet en het Gerechtshof ook niet:
Immers, zulks verlangt een (bestaande) gegevensstroom tussen twee partijen waar een derde kennis van neemt (driehoeksrelatie). Het gaat in de onderhavige zaak echter om een lineaire gegevensstroom, namelijk tussen de GPS-tracker en het telefoonnummer waaraan het sms-bericht steeds locatiegegevens heeft verstuurd.Het doel van dit wetsartikel is namelijk het beschermen van het telecomgeheim, de aftapper moet dus een derde zijn. Dat in brede zin iemands privacy wordt geschonden doordat de dader informatie krijgt, is niet genoeg om aan dit artikel te voldoen.
Is het stalking? Art. 285b Sr:
Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zie ik wel – steeds achterhalen waar iemand is, is evident een inbreuk op diens privacy. Het probleem zit hem bij de vraag of het wettelijk vereiste oogmerk er is. Ik denk dat daar wel aan voldaan is.
In een andere zaak (langdurig stiekeme camera-opnames) had de Hoge Raad immers geoordeeld dat sprake is van een vorm van ‘dulden’ als je langdurig heimelijk en onopgemerkt gefilmd wordt. Je mogelijkheid je te verzetten wordt je ontnomen omdat je niet wéét dat je wordt gefilmd, en dan is jouw gedrag een vorm van gedwongen dulden van het filmen.
Het kan immers zijn dat de verdachte, door bewust en gedurende langere tijd heimelijk en onopgemerkt te filmen, heeft willen bewerkstelligen dat die ander zich niet kon verzetten tegen het gefilmd worden en aldus werd gedwongen dat filmen te dulden.Als je “filmen” vervangt door “locatiepeilen” dan krijg je volgens mij precies deze casus.
Arnoud