Half miljoen boete voor man die overstapte naar concurrent

PeggyMarco / Pixabay

Een werknemer van een handelsbedrijf die overstapte naar een concurrent moet een half miljoen euro aan boetes betalen. Dat meldde RTL Nieuws dinsdag. Volgens de rechter schond hij zijn concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbeding. Dat was even schrikken voor vele lezers die in de ICT werken, want daar zijn zulke bedingen schering en inslag. Kan dat dan zomaar? Nou ja, dit is het recht: er kan veel, maar zelden zomaar. En dit is wel een uitzondering.

De man werkte sinds 2017 bij het Leidse handelsbedrijf West Coast Supply, dat twee jaar eerder was ontstaan na splitsing van het Amsterdamse handelsbedrijf Van Caem Klerks Group (VCKG). Hij stapte in 2020 over naar de andere helft van de splitsing, Van Caem, en benaderde vanuit daar oude zakenrelaties. Dat kwam bij de oude werkgever terecht, die daarop erg boos werd en met de boeteclausule ging zwaaien.

Het vonnis laat zien dat dit niet eeen heel normale zaak was. Zo lees ik dat de man de bedrijfscontacten meegenomen had op een usb-stick, wat toch iets anders is dan toevallig een oud contact tegenkomen op Linkedin of een klant die je mailt omdat hij je bij de nieuwe werkgever op de site zag staan. Ook zie ik dat na een bewijsbeslag de man vroeg een urgent privételefoontje te mogen plegen, waarna hij de bedrijfsjurist van zijn nieuwe werkgever belde, die een Sanderinkje deed: de laptop en telefoon van het werk bleken volledig gewist. Na de proeftijd werd er nog wat gegoocheld met een holding en een verkapt zelfstandige-constructie, als ik het goed lees.

Dat zijn allemaal dingen waardoor rechters niet heel goed gestemd je rechtszaak ingaan, zeg maar. De ex-werkgever zette dan ook grof geschut in: niet alleen het concurrentiebeding overtreden, maar ook de relatie-, geheimhoudings- en antironselbedingen en de boetes daarbij maximaal doorberekend. De verweren waren zeg maar niet heel sterk, ik lees in het vonnis alleen gepiep over formaliteiten zoals dat het beding in het Engels was geschreven en dat de bedingen zo onduidelijk zijn dat ze tegen de openbare orde zouden zijn (art. 3:40 BW). Ook kwam ineens het verwijt naar boven dat hij weggepest was, iets dat in tegenspraak bleek met wat bij het exitgesprek was besproken.

Toch gaat de rechter een stukje mee: het concurrentiebeding was wel erg lang, en wordt dus beperkt naar 12 maanden. (Normaal is het raar dat een onredelijk beding van een arbeidscontract zo wordt beperkt in plaats van geschrapt, want als werkgever heb je dan geen prikkel om iets netjes te regelen. Maar hier was het beding uitgebreid onderhandeld en besproken.) Voor de rest is er weinig genade: het optellen van de overtredingen levert volgens de letter van het contract een totale boete op van een miljoen euro.

Dat is alleen niet billijk voor de rechter, dus moet de man een half miljoen betalen. Dit is waar techneuten en juristen uit elkaar gaan: dat je met een keurige formule tot bedrag M komt en vervolgens vanwege je onderbuik dat door twee doet. Maar dat is wel hoe het recht werkt. De rechter laat meewegen dat de impact van een en ander (de indirecte schade, zeg maar) niet heel sterk is onderbouwd, hoewel wel duidelijk is dat er enige schade is berokkend met dit overtreden van het contract. Wat ook van belang is, is dat de nieuwe werkgever al had toegezegd de boete op zich te nemen, in het jargon hem had gevrijwaard.

Voor al die ICT’ers die ook dergelijke bedingen hebben: ja, het is dus handhaafbaar maar realiseer je ook dat het pas zo hoog oploopt als je zelf ook bewust dingen doet die écht niet de bedoeling zijn. Dat ene als bewijs naar je privé geforwarde mailtje omdat je bang was voor een arbeidsgeschil of die oude usbstick van het werk die nog in een la op zolder ligt, dat is echt niet hetzelfde als wat deze meneer had uitgehaald. Maak je je zorgen of je aan zo’n beding gehouden kan worden, overleg dan (bij voorkeur na voorspraak met je rechtsbijstand of advocaat) met je werkgever of er een uitzondering op papier gezet kan worden. En je nieuwe werkgever kan ook zeker vaak bereid zijn het beding af te kopen.

Maar vooral: speel het volgens de juridische regels, en ga dus géén rare trucs uithalen zoals het op afstand wissen van de gegevensdrager waar de meegenomen informatie op staat. Neem sowieso geen informatie mee, want hoewel concurrentiebedingen (niet werken bij de concurrent) vaak onderuit gaan, blijven relatiebedingen (geen contact met deze klanten/leveranciers) en met name geheimhouding (niet meenemen wat je van werkgever kreeg) eigenlijk altijd overeind.

Arnoud

 

Ook berichten op de zakelijke telefoon kunnen privé zijn

Wat doe je als je als werkgever het vermoeden krijgt dat een personeelslid haar concurrentiebeding overtreedt? Dan ga je natuurlijk op zoek naar bewijs. Vandaag de dag is dan de laptop of zakelijke telefoon van die werknemer een handige bron van bewijs: deze biedt immers toegang tot mailaccounts, WhatsAppgespreken en ga zo maar door. Maar zoals uit dit vonnis blijkt, moet je als werkgever echt uitkijken met daar zomaar in gaan snuffelen.

De werknemer was in dienst bij een bedrijf voor tandheelkundige zorg. Op zeker moment kreeg het bedrijf een vermoeden dat de werknemer dingen ondernam voor een concurrent, en dat daarbij ook mogelijk vertrouwelijke informatie richting die concurrent zou zijn gegaan. Dat zou in strijd zijn met het concurrentiebeding uit haar arbeidsovereenkomst.

Tijd voor een onderzoek dus. De zakelijke telefoon bood een ingang: via die telefoon kon men eenvoudig toegang krijgen tot communicatie via Facebook, Gmail en Whatsapp. (Zo te lezen was de werknemer automatisch ingelogd vanaf die telefoon op deze diensten, zonder apart wachtwoord.) Na de werknemer op nonactief gesteld te hebben, kreeg men de telefoon terug en kon erop worden gekeken. Daaruit bleek dat er inderdaad communicatie was met werknemers en management van een concurrent.

Maar mag je nu in zulke informatie kijken? Nee, aldus de rechter. Ook al is het een zakelijke telefoon, die gesprekken zijn privé en daar heb je dus van weg te blijven als werkgever.

Nu whatsapp en hotmail tot de privé-domein van [gedaagde] behoren, heeft Ivory door zich daarin toegang te verschaffen zonder instemming van [gedaagde] zonder meer inbreuk gemaakt op haar recht op privacy (artikel 8 EVRM). Deze inbreuk is dermate ernstig, te meer nu [gedaagde] als gevolg daarvan zelf geen toegang meer had tot haar whatsapp en hotmail, dat het belang van Ivory bij de inbreuk, namelijk het achterhalen hoe ver de concurrerende activiteiten van [gedaagde] reiken, onvoldoende is om de ernst van de inbreuk te rechtvaardigen. Er is dan ook sprake van onrechtmatig verkregen bewijs.

Maar zoals wel vaker gezegd, dat betekent niet dat het bewijs dus buiten beschouwing blijft. In Nederland is onrechtmatig verkregen bewijs bruikbaar als bewijs. Dat je het bewijs onrechtmatig verkreeg, is iets waar je apart op afgerekend wordt.

In dit geval zitten er verder weinig consequenties aan, wat ik wel opmerkelijk vind. De berichten laten zien dat de werknemer inderdaad bezig was onder de duiven van de werkgever te schieten, onder meer door prospects door te spelen aan de concurrent zodat die ze over kon nemen. Ook werden financiële informatie en klantgegevens doorgemaild. Dat is vrij ernstig en inderdaad een overtreding van het concurrentiebeding. Mogelijk dat de rechter daardoor weinig sympathie meer over had om de werkgever af te rekenen op het onrechtmatig snuffelen? (Of het is zo simpel als dat er geen schadevergoeding werd gevorderd, dus ook niet kon worden toegewezen.)

Arnoud

Linkedinberichten sturen als overtreding van je relatiebeding

linkedin-connecties-contacten.pngWie een relatiebeding heeft, mag relaties na beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet zomaar meer benaderen. Ook niet via Linkedin. Duh, zou je zeggen. Maar toch: dit is internet, sterker nog de sosjale media dus is dit vonnis (via) een heel bijzondere uitspraak. Sorry, klink ik cynisch?

In deze zaak had een man ontslag genomen om vervolgens bij (zo te lezen) een concurrent aan de slag te gaan. Hij stuurde daarop een blij bericht naar zijn Linkedinconnecties, waaronder ook de nodige cliënten van zijn oude werkgever zaten. Het ging hier om de ‘inmail’, de berichtendienst, en niet de algemene statusupdate.

Vervolgens meldde zich de oud-werkgever met een claim van honderdduizend euro. In het contract stond immers

De werknemer zal gedurende een periode van 1 jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever geen cliënten van werkgever of de met werkgevers gelieerde onderneming(en), benaderen of bedienen dan wel doen bedienen, op een wijze gelijk of gelijksoortig aan de wijze van bedienen van de werkgever of de met werkgever gelieerde onderneming(en).

En welk bericht had meneer nu uitgestuurd naar vier relaties, met boete van €25.000 per bericht per relatie:

Ik ben verheugd jullie te kunnen melden dat ik per 1-6-2011 in dienst treedt bij [naam] te [plaatsnaam]. Eindelijk een werkgever die weet hoe het werkt in assurantieland. Alleen maar bedrijfsmatig klanten, goede binnendienst en vooral weer plezier in je werk en minstens zo belangrijk, een financieel solide bedrijf. Ik hou jullie op de hoogte van mijn nieuwe mobiele nummer en e-mailadres. Tijdelijk te bereiken op (…)

Is dit nu een persoonlijke mededeling via een toevallig zakelijk netwerk, of een op acquisitie/bedienen gericht bericht? De rechter ziet het als het laatste: dit bericht is “niet in het belang” van meneer zelf, maar eerder gericht op die relaties warm houden voor latere opdrachten vanuit de nieuwe werkgever. En tsja, als het verboden is mensen op dergelijke wijze te “benaderen of bedienen” (ongeacht medium) dan ga je ook nat bij een Linkedin-benadering.

Eén van de overtredingen komt echter te vervallen omdat de ontvanger geen “cliënt” was maar slechts een prospect. En het beding gaat nu eenmaal over klanten. Maar voor het overige heeft de rechter weinig sympathie voor de exwerknemer: drie overtredingen à € 25.000 zoals afgesproken als boete, dus € 75.000 te betalen. Auw.

Moeten we nu allemaal onze Linkedins gaan opheffen? Dat lijkt me nu ook weer niet. Ik zie werkelijk geen verschil tussen een e-mail met een mailprogramma en een mailtje via Linkedin. Als het vonnis over een status update zou gaan, dan zou ik het heel wat spannender vinden. Ik vind een algemeen bericht uitdoen geen “benaderen”. Jullie wel?

Arnoud

LinkedIn-contact toevoegen levert 10.000 euro boete op wegens schending relatiebeding

linkedin-relaties-contacten-connectieHet toevoegen van een relatie uit je vorige werkkring aan je LinkedIn-netwerk kan wel eens flinke financiële gevolgen hebben voor vele werknemers, las ik bij Jobbroker. De rechtbank Arnhem had namelijk gevonnist dat een werknemer een boete van 10.000 euro moest betalen omdat hij het relatiebeding had geschonden door iemand toe te voegen aan zijn LinkedIn-netwerk.

Een relatiebeding is een bepaling in een arbeidsovereenkomst waarin wordt afgesproken onder welke voorwaarden na afloop wel of niet relaties van de ex-werkgever mogen worden benaderd. Een relatiebeding moet schriftelijk en individueel worden afgesproken. En natuurlijk mag een relatiebeding niet zomaar contact met “iedereen tot in de eeuwigheid” verbieden. Er moeten redelijke grenzen worden gesteld. Zo zal een relatiebeding veelal beperkt zijn tot één of twee jaar na afloop van de arbeidsovereenkomst, en worden soms expliciet bedrijven genoemd waarmee nadrukkelijk geen contact gezocht mag worden.

In het arbeidscontract was in deze zaak een zeer breed relatiebeding voor vijf bedrijven opgenomen, waarin het de werknemer werd verboden na beëindiging van het contract

als particulier, als zelfstandig ondernemer, als werknemer in dienst van derden of in welke hoedanigheid dan ook, direct of indirect, rechtstreeks of zijdelings contact te hebben of te onderhouden, één en ander in de ruimste zin des woords, met de volgende (leverancier)relaties van werkgever [lijst van vijf].

De werknemer had op zeker moment een LinkedIn-connectie gelegd met een werknemer van een van die vijf bedrijven. Wanneer exact was onderwerp van discussie: de werknemer stelde dat dit nog tijdens het dienstverband was, en de werkgever dat dit pas na de beëindiging had gebeurd. Bij LinkedIn-profielen kun je niet eenvoudig de datum van een verbinding zien. Het enige dat je hebt, is de homepage met alle updates, waar in dit geval “32 minutes ago” stond. Maar door de wel genoemde data van andere updates te analyseren, komt de rechter tot de conclusie dat de update in september 2010 heeft plaatsgevonden. En dat was ná de datum van beëindiging (31 maart 2010).

De rechter ziet het geaccepteerde contactverzoek als een overtreding van het relatiebeding. Naar de letter van het beding is dat juist: iemand op LinkedIn toevoegen is “in welke hoedanigheid dan ook, direct of indirect, rechtstreeks of zijdelings contact hebben” met die iemand. Al was het maar omdat LinkedIn een updatemail stuurt dat je connectverzoek is geaccepteerd.

Of daarmee élke LinkedIn-verbinding een schending van een relatiebeding oplevert, betwijfel ik. Vonnissen bij arbeidsrecht zijn altijd heel erg gebaseerd op de specifieke feiten – en vaak ook het gevolg van reeds flink uit de hand gelopen ruzies en misstanden. Dit vonnis was een vervolg op een eerder vonnis waarbij óók al geoordeeld werd dat het relatiebeding was overtreden. Ik kan me goed voorstellen dat een rechter dan strenger vonnist, zeker bij een kort geding waarbij niet al te diep op de feiten ingegaan kan worden.

Ook moet je bij elk relatiebeding apart analyseren of het wel redelijk geformuleerd is en of deze specifieke connect een overtreding daarvan zal zijn. Een relatiebeding dat vijf bedrijven specifiek noemt, zal eerder redelijk zijn dan “verboden met enige relatie contact op te nemen”.

Wel zul je als ex-werknemer extra voorzichtig moeten zijn met het opnemen van relaties in je netwerk die eigenlijk van je werkgever zijn. Zeker als ze op zo’n expliciete lijst staan. Maar dat is niet LinkedIn-specifiek: dat mocht je ook al niet met de Rolodex met visitekaartjes tien jaar geleden.

Update het Hof Arnhem vindt ziet ook geen problemen in LinkedIn onder een concurrentiebeding/relatiebeding rekenen:

zal het hof de gedeeltelijke schorsing van het concurrentiebeding zo formuleren dat het [A] verboden is (blijft) zakelijk contact te onderhouden met klanten van Smeba. Daarbij maakt het niet uit van wie dat contact uitgaat en waarover het contact gaat, zodat ook het hebben van contact via een zakelijk netwerkmedium als LinkedIn onder dat verbod valt. Alleen contact dat zuiver in de privésfeer ligt valt niet onder het verbod.

Arnoud

Het foutgetypte concurrentiebeding

fence-hek-bord-afscheiding-blokkade-concurrentie-beding-verbod.jpgWie in de IT werkt, heeft er eentje in zijn contract: een concurrentiebeding. Daarmee kan een werkgever verhinderen dat je bij een concurrent aan de slag gaat. Op zich zijn concurrentiebedingen rechtsgeldig, maar de rechter stelt wel grenzen aan wat er mag. Zo kan je niet worden verboden om jarenlang niet in dezelfde branche te werken. Omdat een concurrentiebeding sterk in het nadeel van de werknemer is, worden fouten en onduidelijkheden dan juist weer in het voordeel van die werknemer uitgelegd. Maar dat is niet altijd zo, zo blijkt uit een recent arrest over een rare verschrijving in een concurrentiebeding.

In deze zaak gingen werkgever en werknemer op basis van een vaststellingsovereenkomst uit elkaar. Daarin was een concurrentiebeding opgenomen, met een uitzondering voor de werknemer. Hij mocht niet gaan werken bij concurrenten, maar wél bij Fietsnet (een internetfietsenwinkel). Alleen, de ex-werknemer was gaan werken bij Netfiets (een rijwielgroothandel) en werd aangesproken op de schending van het concurrentiebeding. Daartegen kwam de werknemer in het geweer: dit was een typfout geweest, er was duidelijk Netfiets bedoeld al die tijd dus een schending kon dit niet zijn.

Nu is het in Nederland zo dat een contract niet alleen maar wordt bepaald door wat er letterlijk staat. De wederzijdse bedoelingen en achterliggende gedachte van het contract wegen zeker mee bij de uitleg van het contract. Juristen noemen dit Haviltexen, naar het Haviltex-arrest dat als eerste bepaalde dat het bij contractsuitleg aankomt op

[wat partijen] in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten

Een typfout of onduidelijke omschrijving kan dus via de Haviltex-route alsnog gecorrigeerd of verduidelijkt worden. Als duidelijk is wat werd bedoeld (bv. op basis van de gebruikelijke betekenis van een term of hoe men eerder in de onderhandelingen de achtergrond had geschetst), dan beïnvloedt dat wat er staat.

Het Gerechtshof stelt voorop dat een schriftelijk onderhandeld en ondertekend beding dat op zichzelf genomen duidelijk is, in principe dwingend bewijs oplevert. Het is mogelijk om aan te tonen dat hier sprake is van een fout, maar dan zul je wel een héél goed verhaal moeten hebben. Het Gerechtshof gelooft daar niet echt in:

[De ex-werknemer heeft] zich tijdens de onderhandelingen over de beëindiging van het dienstverband laten bijstaan door een advocaat en deze advocaat in zijn (…) brief van 17 juni 2009 aan de advocaat van Odice (voorafgaand aan het moment waarop partijen de vaststellingsovereenkomst hebben getekend) tot twee keer toe uitdrukkelijk spreekt over Fietsnet.nl, als de op het concurrentieverbod geldende uitzondering, waar [de ex-werknemer] voornemens is te gaan werken.

Als je zó uitdrukkelijk die naam hebt gehanteerd, dan lijkt het me inderdaad nauwelijks nog verdedigbaar dat je eigenlijk een anderen naam had bedoeld. Dat het dan toch een fout is geweest, moet dan voor je eigen rekening komen.

Of beter gezegd: voor die van de advocaat, want dit lijkt me toch wel een erg domme fout voor een professional.

Arnoud