Depot van idee bij notaris – wat heb je er aan

Hoe bescherm je een idee? Een veelgehoorde suggestie is dat je het idee moet opschrijven en bij de notaris moet deponeren. Daarmee kun je dan bewijzen dat jij het idee als eerste had, zodat je anderen kunt aanpakken die “je idee stelen”. Inderdaad heb je dan bewijs met een datum, maar daarmee heb je nog helemaal geen recht!

Dat ondervonden ook de gedaagden in een recent kort geding over het idee van een paardrijspel (“voor meisjes”). Dat spel zou een “first-person” spel moeten worden, waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving. Dat idee bleek niet nieuw. Bovendien:

Voor zover gedaagden met hun beroep op de inbewaringgeving van ideeën bij notaris [(naam notaris)] hebben betoogd dat de reeds gedeponeerde ideeën auteursrechtelijk zijn beschermd, faalt dat verweer. Slechts wanneer een idee is uitgewerkt in een concrete uiting kan het bescherming als werk in de zin van de Auteurswet genieten (vgl. HR 29 december 1995, NJ 1996, 546 (Decaux/Mediamax; Stadsmeubilair)). De overgelegde kopie van het document dat [gedaagde 2] op 9 januari 2004 bij de notaris heeft gedeponeerd, bevat wel het idee voor een spel waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving – er wordt de vergelijking met een flight simulator gemaakt – maar dat idee wordt in het document niet, althans onvoldoende, geconcretiseerd. Er wordt niet gedetailleerd beschreven hoe het spel eruit moet komen te zien. Daardoor is het document geen werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt (vgl. HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Van Dale/Romme)). Dit geldt te meer omdat gedaagden niet de stelling van eisers hebben weersproken dat er al realistische “first person” computer paardrijdspellen op de markt waren voordat [gedaagde 2] haar ideeën heeft gedeponeerd.

Een idee beschermen kan niet. Een volledig uitgewerkt idee wordt beschermd door het auteursrecht. Iemand die die uitwerking leest en er mee aan de haal gaat, pleegt inbreuk en kan daarmee worden aangepakt. Maar je moet dan wel bewijzen dat die iemand het idee van jouw uitwerking heeft gekregen.

Arnoud

Kan een verbod op gewelddadige spellen zoals Manhunt 2?

Jeroen Dijsselbloem reageert op de gaming-community. Eind juni heeft dit PvdA-kamerlid kamervragen gesteld over de juridische mogelijkheden om in Nederland het gewelddadige en sadistische spel Manhunt 2 te verbieden. De gaming-community was daar unaniem zeer negatief over. De site Gamez.nl schreef bijvoorbeeld onder de veelzeggende titel Vijanden van de game-industrie een nep-aanklacht dat “Jeroen D.” zou oordelen zonder enige verdieping in de materie en de grondbeginselen van de vrijheid van meningsuiting zou hebben aangetast. Met name dat eerste stak veel mensen: het spel is nog niet uit, kun je op basis van reclame en wat mensen er over bloggen concluderen dat het spel wel veel te gewelddadig zal zijn?

In zijn reactie schrijft Dijsselbloem:

Ik heb niets tegen games, integendeel. En ik zie meer nadelen dan voordelen van een verbod. Principiële bezwaar is natuurlijk dat een verbod de vrijheid van meningsuiting en van de persoonlijke levensfeer zou beperken. Praktische bezwaar is dat een verbod helemaal niet te handhaven zou zijn.

Hij zoekt echter naar de mogelijkheden van een verbod op dit spel omdat het een goed voorbeeld is van games die steeds geweldadiger en sadistischer zijn. Dat zou het risico van gedragbeïnvloeding bij jongeren vergroten, zeker als de beelden heftiger zijn en de speler minder stabiel is. Hij verwijst naar onderzoek, wat in de comments sterk in twijfel getrokken wordt.

Spellen doen wel degelijk iets met mensen. Zo berichtte PCM in november 2006 over een onderzoek dat aantoonde dat het spelen van gewelddadige videogames wel degelijk invloed heeft op de hersenactiviteit:

Door het spelen van gewelddadige videogames wordt het gedeelte van de hersenen dat over de emoties gaat geactiveerd, terwijl het gedeelte van de hersenen dat gaat over zelfbeheersing, focus en concentratie gaat in activiteit afneemt.
Dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat jongeren dus gewelddadig worden van het spelen van games. Zeker omdat games vaak gespeeld worden als uitlaatklep, juist om agressie kwijt te kunnen. En nee, je gaat er ook niet minder van lezen.

Juridisch gezien zal een verbod op spellen als deze uiterst lastig worden. Joop Atsma (CDA) stelde dat dit zou kunnen op grond van “aanzetten tot geweld”. Het is verboden om een foto, film of spel “waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar” aan minderjarigen te tonen. Ook mag een omroep geen programma’s uitzenden “die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar ernstige schade zouden kunnen toebrengen”. In de Eerste Kamer is daarover gezegd dat deze inderdaad zien op zaken zoals excessief geweld en (harde) pornografische scènes.

De bewijslast voor zo’n verbod is echter zeer gecompliceerd. Al was het maar omdat Joop Atsma dan ook verboden moet worden omdat hij Arjan Dasselaar aanzet tot geweld. En dat moeten we natuurlijk niet hebben.

Arnoud

Korea heft BTW op Real Money Transactions voor spellen

De Koreaanse belastingdienst gaat BTW heffen op inkomsten uit handel in virtuele goederen, zo meldt Tweakers. Het gaat alleen om Real Money Transactions of Real Money Trading, transacties waarbij echt geld gebruikt wordt om virtuele objecten te verkopen. Wie in een spel dus grof goud verdient met een leuk harnas of een virtuele tandenborstel, hoeft geen BTW af te dragen. Maar wie dat goud (of dat harnas) overdraagt aan een ander in ruil voor echt geld, kan een belastingaanslag verwachten.

Hoe zit dat in Nederland?

Iemand die bedrijfsmatig goederen verkoopt of diensten levert, moet BTW afdragen. Of zo’n virtueel object leveren nu “leveren van een goed” of “verrichten van een dienst” is, maakt daarom niet zo veel uit. De leverancier krijgt er echt geld voor, en moet daarom BTW afdragen. Ook als het via Internet gebeurt. Dus een transactie via je website is in principe hetzelfde als het verkopen van een virtueel harnas in een online spel.

De grote vraag is natuurlijk (zoals altijd bij de belasting): komen ze er achter?

Een woordvoerder van de Korea National Tax Service meldt namelijk dat de dienst mogelijkheid heeft om alle transacties van virtuele voorwerpen te volgen. Dat lijkt me wat optimistisch: ik kan tenslotte op tientallen manieren afspreken dat ik 10 euro zal krijgen wanneer ik iemand in een spelletje een goudklomp of die virtuele tandenborstel geef.

Real Money Transactions zijn controversieel in de gaming industrie. Het maakt het bijvoorbeeld wel erg makkelijk om aan dingen te komen als je niet zo goed bent in het spel. Ook stimuleert het dingen als “gold farming“, de hele dag goudklompjes uit een mijn halen en die verkopen aan mensen die snel geld nodig hebben.

Arnoud