Is het idee van een slechte-sloganverkiezing juridisch beschermd?

veronica-deukIk kan niet eens meer naar de radio luisteren zonder aan werk te moeten denken. Gisterochtend op radio Veronica een telefonische fittie met de organisatie van de Verkiezing Slechtste slogan 2013: het Veronicaprogramma Rick in de Morgen had immers dat idee bedacht, en dat werd hier dus even keihard gestolen.

Dat gaat hem niet worden, juridisch dan. Een idee is niet te beschermen, dat mág worden ‘gestolen’ en nagedaan, geïmiteerd of gekopieerd.

Een idee kun je eigenlijk alleen in abstracto beschermen door het geheim te houden. Deel het met zo min mogelijk mensen en áls je het al deelt, doe dat dan onder geheimhouding (NDA). Dat werkt maar is voor een publieksverkiezing natuurlijk niet echt werkbaar.

Een uitwerking van een idee kan beschermd zijn. “Een boek over een jongen die naar toverschool gaat” is niet beschermd, maar de boeken van Harry Potter wel. Die uitwerking is creatief en origineel en krijgt daarom auteursrechtelijke bescherming. “Een telefoon die het gesprek aanneemt als je hem openklapt” is een niet te beschermen idee, maar een constructie met sensors en een koppeling naar de firmware is dat wel, met een octrooi. (Helaas is Star Trek dan waarschijnlijk prior art maar dat terzijde.)

De naam of het logo van een idee kan als merk worden vastgelegd. Wel moet het dan een creatieve naam zijn, en de naam “De Slechtste Slogan van 2013” voor de verkiezing van eh, de slechtste slogan van 2013 is niet bepaald creatief te noemen. De standaardtruc is dan die naam in een creatief logo opnemen, en vervolgens alsnog iedereen gaan dreigen met merkinbreuk omdat ze de tekst uit je logo overnemen. Juridisch dubieus.

Dus nee, dit gaat hem niet worden. Meer dan die ander bellen en zeggen dat je het niet leuk vindt, zit er juridisch niet in. En dat is dan ook precies wat er gebeurde op de ochtendshow.

Persoonlijk vond ik Veronica’s “Een deuk van heb ik Joustra” (zie foto rechtsboven, bron Veronica) inderdaad een heel stuk slechter, eh beter, dan “We do our business in your mouth” wat uit die tweede verkiezing kwam. Maar dat terzijde.

De verkiezing van de slechtste slogan voor een ict-advocatenkantoor of juridisch adviesbureau is bij deze geopend.

Arnoud

Mag Wordfeud eigenlijk wel van Scrabble?

Winkeliers zijn dolblij met Wordfeud. Dankzij de hype rond de letterlegapp vliegt het originele Scrabble over de toonbank, meldde Metro. Of Mattel, de spellenfirma achter Scrabble®, daar ook blij mee is, is niet bekend. Maar stel dat ze dat niet zijn, kunnen ze dan wat doen tegen Wordfeud?

In principe kan er auteursrecht op een spel rusten. Het moet dan gaan om een creatief en origineel uitgewerkt ontwerp, en daarvan zal bij een bordspel al snel sprake zijn. De bordlayout, icoontjes, poppetjes en dergelijke zijn vrijwel altijd creatief lijkt me zo. In het arrest MB/Impag werd dat met zo veel woorden bevestigd. Een abstract spelconcept of idee is niet beschermd, de concrete vormgeving of uitwerking daarvan is dat wel.

Rust er auteursrecht op Scrabble? De bedenker is nog geen 70 jaar overleden, dus dat is goed mogelijk. Het bord is ook een creatief, origineel werk, want dat ontwerpen is zeker niet triviaal. Ook de uitgewerkte spelregels lijken me wel creatief, hoewel je daar goed over kunt twisten: waar ligt de grens tussen het idee “letters leggen” en de spelregels van Scrabble?

De punten die aan de letters worden toegekend, lijken me echter niet creatief. Die punten volgen uit de frequentie waarmee de letters in de Nederlandse taal voorkomen en zijn daarmee vooral een weerslag van feitelijke kennis. Je kunt voor een spelconcept met letters leggen niet anders dan de E maar één punt laten zijn en de Q tien. Net zo voor de woordenlijst: dat is een lijst met zo veel mogelijk Nederlandse woorden, en volgens het Van Dale/Romme-arrest is die niet beschermd.

Leggen we nu de Scrabble- en Wordfeud-borden naast elkaar, dan zie je zeker enige gelijkenis maar ook genoeg verschillen:

scrabble-wordfeud-vergeleken.png

Het voornaamste verschil is dat de vakjes met dubbele of drievoudige letter- of woordwaarde in een ander patroon liggen. Daarmee is de grootste angel vermeden: de layout van het bord is het grootste deel van het creatieve werk Scrabble, en die is hier duidelijk anders. De letters en hun punten zijn hetzelfde, maar dat is onvermijdelijk.

Auteursrechtelijk afwijken is echter niet genoeg. Er is ook nog de slaafse nabootsing, en laat daar nu net door Scrabble over geprocedeerd zijn. In 1960 was de vraag of het gezelschapsspel “Board Script” een nabootsing zijn van Scrabble. Auteursrecht stond hier niet ter discussie: de vraag was of Board Script wel genoeg had gedaan om af te wijken van Scrabble.

De Hoge Raad bevestigde in haar arrest nogmaals dat het onrechtmatig is om andermans spel na te maken, óók als daar geen auteursrechten op rusten. Het criterium daarbij is of je zonder technische of functionele problemen ook een andere vorm of keuze had kunnen maken bij het ontwerp van jouw spel. Je hoeft echter niet op álle punten anders te zijn als dat in theorie had gekund. Genoeg is dat je alles doet dat redelijkerwijs nodig is om af te wijken en aldus verwarring te vermijden.

Bij het Board Script-spel was dat zo. Belangrijk voor dat oordeel was dat de layout van de dubbel- en tripelwaardevakjes anders was. Ook kleur en begeleidende tekst was compleet anders. Bepaalde letters hadden daarnaast een andere waarde. En als laatste had het spel duidelijk een eigen naam die ook in de presentatie naar voren kwam. Vergelijk zelf maar:

scrabble-board-script.png

Met al deze verschillen was er voldoende afstand genomen van Scrabble (hoewel ik persoonlijk de grote S wel dubieus vind). Dat het wellicht niet netjes is om andermans spel na te maken, was volgens de Hoge Raad irrelevant. Concurrentie staat iedereen vrij, juridisch gezien. Sindsdien zijn er een hele batterij Scrabble-imitaties op de markt verschenen, en als daartegen geprocedeerd is dan kan ik het niet vinden.

Een Amerikaanse rechtszaak tegen Scrabulous (een soort-van Wordfeud avant la lettre) werd ingetrokken nadat de laatste het spel op een aantal punten had aangepast.

Wordfeud lijkt me dus zonder meer legaal.

Wie wel moeten uitkijken, zijn al die winkeliers die nu Scrabble gaan verkopen en daarbij de merknamen Wordfeud en Scrabble door elkaar gaan gebruiken. Een tekst als “Scrabble, het offline Wordfeud” is merkenrechtelijk dubieus. Net als al die sites die “online scrabbelen” zeggen om Wordfeud (of kloon daar weer van) aan te prijzen. Met Wordfeud wordfeud je, met Scrabble scrabble je. Pardon, speel je een gezelschapsspel waarbij de deelnemers op een bord woorden moeten vormen van losse letters.

Arnoud

Zijn cijferpuzzels auteursrechtelijk beschermd?

binaire-puzzel.pngEen lezer stuurde me een forumbericht met een vraag over puzzels. De plaatser daar schrijft:

Ben “uitvinder” van de cijferpuzzel Binero. In 2006 heb ik het concept laten registreren door de Belgische federale overheid. Sinds 2008 wordt het onder mijn naam ondermeer gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift EOS. Thans wordt het op grote schaal en schaamteloos gebruikt door Denksport (Keesing) die weigert mijn auteursrechten te respecteren.

De vraag is natuurlijk: heeft deze uitvinder een auteursrecht en kan hij daarmee het publiceren van puzzels voorkomen?

Ik moest even zoeken, maar de term “Binero” verwijst naar cijferpuzzels die beter bekend zijn als binaire puzzels: in een grotendeels leeg raster moeten enen en nullen worden ingevuld zodanig dat elke rij uniek is en bestaat uit evenveel nullen als enen. Daarbij mogen steeds maximaal 2 nullen of enen naast elkaar staan.

Op het niveau waarop ik het hierboven uitleg, kan geen auteursrecht uitgeoefend worden. Iedereen mag de principes van zo’n puzzel uitleggen in eigen woorden en puzzels maken die volgens deze principes opgelost worden. De naam Binero kan als merk gedeponeerd worden, zodat concurrenten een andere naam moeten gebruiken.

Een concrete zelfgemaakte puzzel kan wel degelijk beschermd zijn door auteursrechten. Er gaat immers de nodige creativiteit zitten in het opzetten van zo’n raster: waar vul je alvast de nullen en enen in, en hoe moeilijk wil je het de puzzelaar maken? Dergelijke creativiteit levert auteursrechtelijke bescherming op voor de puzzel.

Binaire puzzels zijn echter ook prima met software te maken. Hoewel zulke software ook beschermd is, zijn de puzzels die uit die software komen dat niet. Die puzzels zijn immers zonder menselijke creativiteit gemaakt. Héél misschien ligt dat anders als je een heel creatief algoritme bedenkt om deze puzzels te maken, maar dan moet die creativiteit wel blijken uit de puzzel. En dat lijkt me bij deze puzzels lastig denkbaar.

De vraagsteller heeft volgens mij dus auteursrechtelijk geen punt om op te staan als Denksport alleen het concept van de binaire puzzel gebruikt en zelf de puzzels genereert.

En oh ja, die registratie. Ik vermoed dat dat net zoiets is als bij ons een registratie bij de Belastingdienst of een i-Depot. Mensen denken vaak dat dat rechten geeft, maar dat is dus niet zo. Zo’n registratie legt alleen vast wat er bestond op die datum, maar schept zelf geen auteurs- of andere rechten.

Arnoud

Hoe word ik rijk met mijn idee?

Een lezer vroeg me:

Ik heb een idee bedacht dat volgens mij echt super origineel en waardevol is. Het moet alleen nog worden uitgewerkt. Dus nu dacht ik, ik laat het vastleggen en dan kan ik het verkopen voor veel geld. Maar wat is de beste manier, en hoe promoot ik het idee?

Deze vraag, in diverse varianten, krijg ik zo ongeveer elke week de laatste tijd. Ik snap waarom mensen het vragen, maar ik ben toch wel erg skeptisch over de achterliggende gedachte.

Een idee heeft op zichzelf nul waarde, hoe origineel of creatief het ook is. En nee, een depot voegt daar niks aan toe. Van een idee naar een uitgewerkt concept kost een hoop tijd en geld, en het is en blijft een open vraag of dat concept ook echt een succes gaat worden. In de situatie van de vraagsteller worden alle risico’s in feite bij de koper gelegd, en die mag daar nog geld voor betalen ook. Ik zie werkelijk niet in waarom dat een aantrekkelijke deal is.

Als je je idee uitwerkt, dan ligt er een concreet iets waar potentiële kopers wat van kunnen vinden. Het kan dan zeker een commercieel aantrekkelijke deal zijn om te betalen voor die uitwerking, want dat spaart je tijd en geld die je anders nodig had gehad om die uitwerking zelf te maken.

Rijk worden van een idee alleen kun je dus wel vergeten.

Arnoud

Hoe bescherm ik mijn idee tegen mijn programmeur?

Een lezer vroeg me:

Al een tijd werk ik aan een internetspel. Het concept is uniek en de uitwerking heb ik in de vorm van schetsen en een draaiboek. Maar nu moet de site worden gebouwd, en daar heb ik een designer/programmeur voor nodig. Alleen: ik ben bang dat die er vandoor gaan met mijn idee. Hoe kan ik dit spel nu vastleggen zodat dit niet mogelijk is?

Een idee, zoals een spelconcept, is moeilijk te beschermen. Hoe verder het is uitgewerkt, hoe meer bescherming mogelijk is. In dit geval is er een duidelijke uitwerking: schetsen van het spelverloop en een draaiboek met spelregels en andere concrete zaken. Dat is waarschijnlijk wel genoeg om auteursrecht te kunnen claimen op het spel. En daarmee kan de vraagsteller anderen verbieden het idee te kopiëren.

Of beter gezegd, verbieden zijn uitwerking te kopiëren. Want als die ander het idee achter dat spel neemt en daar zijn eigen draaiboek bij maakt, is dat geen inbreuk op het auteursrecht. Ideeën zijn vrij, ook als je het idee tegenkwam in een auteursrechtelijk beschermd werk. Wel moet je als overnemer natuurlijk uitkijken dat je werkelijk het idee en niet de uitwerking overneemt.

Als je iemand inhuurt om werk voor de realisatie van het spel te doen, is er meer mogelijk. Je kunt dan in het contract vastleggen dat hij geheimhouding over het spelconcept zal betrachten, dat de realisatie jouw eigendom wordt en bovendien dat hij geen concurrerende spellen zal ontwikkelen gedurende een zekere periode. Natuurlijk is de andere partij vrij om die eisen af te wijzen, maar dan krijgt hij de opdracht niet. En tekent hij wel, dan zit hij er aan vast.

Arnoud

Deponeer uw idee online via het i-Depot

Sinds eind november is het mogelijk om online een i-depot te doen. De i-depot envelop blijft bestaan maar een elektronisch depot is goedkoper, handiger en sneller.

Het i-depot is een vorm van ideeregistratie, aangeboden door het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Het BBIE omschrijft het zelf als

een middel dat kan dienen als officieel bewijs, waarmee iemand kan aantonen dat hij op een bepaalde datum een bepaald idee, concept of uitvinding heeft ontwikkeld

maar dat is niet helemaal juist. Ik kan tenslotte prima andermans idee, concept of uitvinding opsturen naar het BBIE en dan krijg ik keurig een i-depot registratiebewijs. Het is dan maar te hopen voor die ander dat hij bewijs heeft van nog eerdere datum, want in zulke gevallen zal de rechter snel geneigd zijn de persoon met de oudste datum als bedenker of uitvinder aan te merken.

Een idee beschermen blijft dus een lastige zaak. Zoals dit voorbeeld laat zien, levert depot van een idee op zichzelf nog geen recht op. Het bewijst alleen dat iemand op de datum van depot in het bezit was van de gedeponeerde tekst of afbeelding.

Sommige mensen denken dat je net zo goed het idee in een envelop naar jezelf kunt sturen. De datumstempel van de post zou dan het bewijs zijn. Niet helemaal. Je kunt tenslotte enveloppen opsturen die niet dichtgeplakt zijn, en dan op een later moment er elke brief instoppen die je wilt.

Ook bij aangetekende post zou ik twijfelen. Mag je niet-dichtgeplakte enveloppen aangetekend versturen? Of is het mogelijk zo’n envelop nadien open te weken en weer dicht te plakken?

Het grote voordeel van een i-Depot is dan ook dat het BBIE een uitspraak doet over de inhoud die men op de de datum van depot ontving. Omdat het BBIE onafhankelijk is, zal de rechter dan minder snel twijfelen aan de datering.

Arnoud

Vraag het Mr. Ras: Elektronisch registratieproces SIDN (bij ISPam.nl)

Wanneer voldoet een ISP aan de regels van de SIDN en de wet voor een papierloos registratieproces? In de serie Vraag het Mr. Ras op ISPam.nl beantwoordt Steven Ras van ICTRecht vragen over internetrecht.

Deze keer gaat het antwoord over elektronische registratie van domeinnamen, alhoewel het antwoord ook op andere elektronische registraties en aanvragen van toepassing kan zijn.

De SIDN maakt het mogelijk om het registreren van .nl-domeinnamen elektronisch af te handelen. Natuurlijk stelt de SIDN wel een aantal voorwaarden aan het elektronisch registratieproces. Zo dient er een rechtsgeldige elektronische overeenkomst tot stand te komen en de voorwaarden van de SIDN dienen op een juiste wijze ter beschikking te worden gesteld. Daarnaast dient de identiteit van de klant met enige zekerheid te worden vastgesteld.

Een elektronische overeenkomst tussen de ISP en een klant komt op papier tot stand door aanbod en aanvaarding. Langs elektronische weg komt de overeenkomst tot stand door aanbod, aanvaarding en bevestiging. De klant heeft de mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden zolang de geplaatste order nog niet is bevestigd.

Lees verder in Elektronisch registratieproces SIDN.

Arnoud

Depot van idee bij notaris – wat heb je er aan

Hoe bescherm je een idee? Een veelgehoorde suggestie is dat je het idee moet opschrijven en bij de notaris moet deponeren. Daarmee kun je dan bewijzen dat jij het idee als eerste had, zodat je anderen kunt aanpakken die “je idee stelen”. Inderdaad heb je dan bewijs met een datum, maar daarmee heb je nog helemaal geen recht!

Dat ondervonden ook de gedaagden in een recent kort geding over het idee van een paardrijspel (“voor meisjes”). Dat spel zou een “first-person” spel moeten worden, waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving. Dat idee bleek niet nieuw. Bovendien:

Voor zover gedaagden met hun beroep op de inbewaringgeving van ideeën bij notaris [(naam notaris)] hebben betoogd dat de reeds gedeponeerde ideeën auteursrechtelijk zijn beschermd, faalt dat verweer. Slechts wanneer een idee is uitgewerkt in een concrete uiting kan het bescherming als werk in de zin van de Auteurswet genieten (vgl. HR 29 december 1995, NJ 1996, 546 (Decaux/Mediamax; Stadsmeubilair)). De overgelegde kopie van het document dat [gedaagde 2] op 9 januari 2004 bij de notaris heeft gedeponeerd, bevat wel het idee voor een spel waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving – er wordt de vergelijking met een flight simulator gemaakt – maar dat idee wordt in het document niet, althans onvoldoende, geconcretiseerd. Er wordt niet gedetailleerd beschreven hoe het spel eruit moet komen te zien. Daardoor is het document geen werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt (vgl. HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Van Dale/Romme)). Dit geldt te meer omdat gedaagden niet de stelling van eisers hebben weersproken dat er al realistische “first person” computer paardrijdspellen op de markt waren voordat [gedaagde 2] haar ideeën heeft gedeponeerd.

Een idee beschermen kan niet. Een volledig uitgewerkt idee wordt beschermd door het auteursrecht. Iemand die die uitwerking leest en er mee aan de haal gaat, pleegt inbreuk en kan daarmee worden aangepakt. Maar je moet dan wel bewijzen dat die iemand het idee van jouw uitwerking heeft gekregen.

Arnoud