Hoe bescherm ik mijn idee voordat ik het ga vertellen?

Een lezer vroeg me:

Ik heb een innovatief idee uitgewerkt om contactloos pinbetalen tegen afluisteren en dergelijke te beveiligen. Ik wil dat nu aan een paar banken voor gaan stellen, maar ik wil natuurlijk niet dat ze er met mijn idee vandoor gaan zonder mij te betalen. Hoe doe ik dat het veiligste? Is een i-depot nodig, kan ik een goed geheimhoudingscontract gebruiken of moet ik auteursrecht aanvragen?

Algemeen geldt: als je een idee hebt, dan kunnen en mogen anderen daarmee vandoor. Het is juridisch eigenlijk niet mogelijk een idee te beschermen tegen overname of afkijken, en wie adverteert dat het bij zijn dienst wel zo werkt, is een oplichter.

De enige juridische remedies tegen ongewenst overnemen zijn het idee onder een IE-recht beschermen of een contractuele afspraak te maken. Of beschermen mogelijk is, hangt helemaal af van het soort idee. Een technisch protocol (wat hier lijkt te spelen) kun je met een octrooi oftewel patent beschermen; anderen mogen dat protocol dan niet ook implementeren. Een auteursrecht beschermt tegen kopiëren of namaken van een tekst, foto of video – maar alleen de concrete uitwerking daarvan niet het onderliggende idee.

Een contractuele afspraak doe je meestal met een geheimhoudingscontract oftewel NDA (non-disclosure agreement). Daarin belooft de ontvanger om de verkregen informatie nergens voor te gebruiken, vaak op straffe van een contractuele boete. Het is toegestaan dat je jezelf een beperking oplegt die de wet niet kent, dus zo’n contract is legaal. Alleen: waarom zou je dat tekenen als ontvanger? Welk voordeel haal je eruit?

Ik zou zelf alleen adviseren om met een idee-leverancier in zee te gaan als deze concrete technologie heeft om in licentie te nemen. Dan weet je waar je voor tekent: snelle toegang tot iets dat werkt. Dat scheelt ontwikkelkosten bij jou, dus prima dat dat wat kost. Maar betalen voor enkel een idee dat je zelf nog moet uitwerken? Nee, vergeet het maar.

Een ander probleem met een NDA tekenen is dat je wellicht als ontvanger al met iets dergelijks bezig was. Toevallig las ik recent deze zaak waarin een man de Rabobank had benaderd met een anti-skimming idee. Naast dat er discussie was of überhaupt geheimhouding was overeengekomen, bleek de bank er al geruime tijd zelf mee bezig te zijn. Dan is het natuurlijk wel héél raar om te zeggen dat het jouw idee is.

Arnoud

Denk je een tip te geven, krijg je een knorrige bedrijfsjurist op je dak

grumpy-cat-no-nee-weigering-juristAls je de directeur van AT&T een tip durft te geven, dan krijg je een knorrige bedrijfsjurist op je dak, las ik bij Ars Technica (dank, tipgevers!). “AT&T has a policy of not entertaining unsolicited offers to adopt, analyze, develop, license or purchase third-party intellectual property… from members of the general public,” zo klonk het korzelig in reactie op een eenvoudige suggestie om een nieuwe abonnementsvorm in te voeren. Stapte hier iemand met het verkeerde been uit bed, of is dit beleid? Het is beleid.

Ene Alfred Valrie had de CEO gemaild op het mailadres dat al jaren publiek geadverteerd wordt, om te suggereren dat het bedrijf een all-you-can-download DSL-abonnement zou moeten introduceren en bij voorkeur ook beperkte SMS-bundels voor mensen die zelden SMS’en. De bedrijfsjurist reageerde meteen, maar niuet zoals Alfred had verwacht:

AT&T has a policy of not entertaining unsolicited offers to adopt, analyze, develop, license or purchase third-party intellectual property… from members of the general public, … Therefore, we respectfully decline to consider your suggestion.

Bedrijven doen dit omdat er in de VS een angst heerst dat als je iemands idee aanneemt, ze achteraf schadeclaims gaan indienen omdat het “hun IP” is. Dat is juridisch onzin – op ideeën als zodanig kún je geen intellectueel-eigendomsrecht claimen. Maar praktisch gezien moet je dan toch weer van die rechtszaak af, en dat gaat tijd en geld kosten. Het is dan beter (vanuit bedrijfsjuridisch perspectief) om dit voor te zijn en meteen “lalala wij willen u niet horen, ga weg” te roepen. Dat dit bepaald onvriendelijk is, is dan een secundaire factor.

Eigenlijk zou die jurist dus een analyse moeten maken, kán men hier rechten op claimen, en als dat niet zo is, de directeur lekker enthousiast laten reageren. Alleen, ook in dat geval blijft er het risico van een claim. Mensen kunnen immers frivole claims indienen, en dat blijft dan toch boven je bedrijf hangen. Dus wat moet je anders als jurist?

Arnoud

Is het idee van een slechte-sloganverkiezing juridisch beschermd?

veronica-deukIk kan niet eens meer naar de radio luisteren zonder aan werk te moeten denken. Gisterochtend op radio Veronica een telefonische fittie met de organisatie van de Verkiezing Slechtste slogan 2013: het Veronicaprogramma Rick in de Morgen had immers dat idee bedacht, en dat werd hier dus even keihard gestolen.

Dat gaat hem niet worden, juridisch dan. Een idee is niet te beschermen, dat mág worden ‘gestolen’ en nagedaan, geïmiteerd of gekopieerd.

Een idee kun je eigenlijk alleen in abstracto beschermen door het geheim te houden. Deel het met zo min mogelijk mensen en áls je het al deelt, doe dat dan onder geheimhouding (NDA). Dat werkt maar is voor een publieksverkiezing natuurlijk niet echt werkbaar.

Een uitwerking van een idee kan beschermd zijn. “Een boek over een jongen die naar toverschool gaat” is niet beschermd, maar de boeken van Harry Potter wel. Die uitwerking is creatief en origineel en krijgt daarom auteursrechtelijke bescherming. “Een telefoon die het gesprek aanneemt als je hem openklapt” is een niet te beschermen idee, maar een constructie met sensors en een koppeling naar de firmware is dat wel, met een octrooi. (Helaas is Star Trek dan waarschijnlijk prior art maar dat terzijde.)

De naam of het logo van een idee kan als merk worden vastgelegd. Wel moet het dan een creatieve naam zijn, en de naam “De Slechtste Slogan van 2013” voor de verkiezing van eh, de slechtste slogan van 2013 is niet bepaald creatief te noemen. De standaardtruc is dan die naam in een creatief logo opnemen, en vervolgens alsnog iedereen gaan dreigen met merkinbreuk omdat ze de tekst uit je logo overnemen. Juridisch dubieus.

Dus nee, dit gaat hem niet worden. Meer dan die ander bellen en zeggen dat je het niet leuk vindt, zit er juridisch niet in. En dat is dan ook precies wat er gebeurde op de ochtendshow.

Persoonlijk vond ik Veronica’s “Een deuk van heb ik Joustra” (zie foto rechtsboven, bron Veronica) inderdaad een heel stuk slechter, eh beter, dan “We do our business in your mouth” wat uit die tweede verkiezing kwam. Maar dat terzijde.

De verkiezing van de slechtste slogan voor een ict-advocatenkantoor of juridisch adviesbureau is bij deze geopend.

Arnoud

Zelden zo zitten lachen om een uitspraak van de rechter

slotfather-zoomeffectHet gebeurt niet vaak dat je in een vonnis de tekst “verweer uit de categorie roept u maar” ziet staan. Of een rechter die zelfreflecterend opmerkt dat “Zelfs de voorzieningenrechter weet dat er ontelbare computer games zijn en dat die allemaal zijn bedacht en ontworpen.” En ook in hoger beroep wordt het gewapper en gedreig met auteursrechten tot de grond toe afgefakkeld. Wát was u denkende.

Twee bedrijven waren actief in de goksoftware, “digitale slotmachines”. Daarin zat een zoomfeature die werd geactiveerd bij een winnende combinatie (zie plaatje, het middelste icoon), en op die feature claimde de eiser Betsoft auteursrecht. Iedereen die deze blog leest, weet dat dát hem niet gaat worden. Een dergelijk idee zou wellicht octrooieerbaar kunnen zijn (mits voldoende technisch vernuftig uitgewerkt) maar er is geen octrooi te vinden hierover.

Om de stelling kracht bij te zetten, kwam Betsoft met een specifiek verweer: er is concreet broncode overgenomen. En dát mag natuurlijk niet van het auteursrecht. Vervolgens zag Betsoft aanleiding om klanten van Bubble alvast te informeren over deze vermeende inbreuk, en Bubble stapte daarop naar de rechter want zij vond dit ‘wapperen’: evident zonder grond dreigen dat er IE-inbreuk plaatsvindt.

Ter onderbouwing van de inbreuk werd gewapperd met een deskundigenrapport van een of ander ABCitsupport dat concludeert dat de overname inderdaad integraal was. Maar je hóórt de rechter dat stuk papier heen en weer draaien en gefronst bekijken:

De voorzieningenrechter constateert tevens dat het overgelegde rapport niet is ondertekend. Wie of wat ABCitsupport precies is staat er niet in en de persoon of de personen die het onderzoek hebben gedaan zijn er niet in vermeld.

Dus daar gaan we weinig mee doen. Er waren nog meer stukken, zoals een bewijs van depot bij het US Copyright Office en een ontvangstbevestiging van het Europees octrooibureau, maar wát daar dan was ingediend blijft volstrekt onduidelijk. Ook de advocaatkeuze verbaasde de rechter: Betsoft is op Cyprus gevestigd en laat een advocaat op Curacao het eveneens op Cyprus gevestigde Bubble aanschrijven. Alles bij elkaar wordt de rechter hier niet vrolijk van:

De veelheid aan kwestieuze bewijsstukken waarvan Betsoft zich in dit kort geding heeft bediend hebben bij de voorzieningenrechter de indruk gewekt dat Betsoft hierin willens en wetens onzorgvuldig opereert. De houding van Betsoft is niet bepaald van het type “foutje, bedankt”.

In hoger beroep werd het nóg leuker. Want weet u nog, dat ABCitsupport rapport? Daar waren wel een paar héél opmerkelijke dingen over te vinden. De gelijkenissen tussen de code van Bubble en de door Betsoft aan dat ABC gegeven code waren zó groot dat het niet mooi meer was. Daarop werden de eigen programmeurs van Bubble gevraagd hoe dat kon, en die kwamen met de opmerkelijke conclusie dat Betsoft een programma van Bubble – althans het op het inzoomeffect betrekking hebbende deel daarvan – had gedecompileerd en dát met het spel Dr. Magoo van Bubble heeft laten vergelijken. Tsja, en als je een programma met zichzelf vergelijkt dan zullen de gelijkenissen best groot zijn.

Toen nam het Hof een korte pauze om even op Wikipedia na te lezen wat “reverse engineering” en “decompilen” is (“niet bij wijze van bewijs, doch teneinde meer inzicht te verkrijgen”). Daarna pakte men de originele door Betsoft in de VS gedeponeerde computercode erbij. Als je Amerikaans auteursrecht wilt kunnen uitoefenen dan moet je het werk namelijk deponeren bij de Copyright Office van de Library of Congress. En daar kwamen tien bladzijden computercode vandaan die met een blauw lint bij elkaar waren gebonden. En laat nou díe code totaal niet lijken op de code die in het ABCitsupportrapport werd vergeleken.

Dus ja, dan begin je toch nattigheid te voelen als rechtbank. Twee verschillende broncodes, geen duidelijkheid hoe de te vergelijken broncode tot stand kwam en we weten niet eens wie of wat dat ABCitsupport nu eigenlijk is. “Mitsdien is er zelfs geen begin van bewijs aanwezig dat met de spellen van Bubble inbreuk wordt gemaakt op de broncode van Betsoft”, aldus het Hof. Wacht, we zetten even de vaststaande punten op een rijtje en dan mag u zich nu díep gaan schamen:

  • Van inbreuk, gepleegd met software van Bubble, op de (op het Expandicon-effect betrekking hebbende) broncode van Betsoft is niet gebleken.
  • Betsoft weet dat er van zodanige inbreuk op de broncode geen sprake is.
  • Betsoft legt willens en wetende aan de rechter rapporten voor waaraan gemanipuleerde uitgangspunten ten grondslag liggen.
  • Betsoft geeft er blijk van bereid te zijn om derden te benaderen met de stelling dat met van Bubble afkomstige computerspellen inbreuk wordt gemaakt op intellectuele eigendomsrechten van Betsoft, terwijl Betsoft weet dat ofwel van zodanig intellectueel eigendomsrecht, ofwel van inbreuk daarop geen sprake is. Het hof verwijst naar het door Betsoft zelf aangehaalde citaat (mvg sub 23) uit het arrest HR 29 september 2006, LJN AU6098 (Stork-Bakels).
  • BubbleBetsoft* schrijft waar ook ter wereld, met het inschakelen van waar ook ter wereld kantoorhoudende advocaten, andere partijen aan en beticht deze van auteursrechtinbreuk als het gaat om spellen welke qua effect ook maar in de buurt komen van Betsofts eigen inzoomeffect, zonder haar eigen acties te vervolgen en zonder te reageren op verzoeken van de aangeschreven partijen om toelichtingen waaruit van het bestaan van het auteursrecht van Betsoft en/of de inbreuk door van Bubble afkomstige spellen kan blijken
  • Update (8:54) Het arrest vermeldt ‘Bubble’ maar het lijkt me evident dat Betsoft bedoeld is.

Dus ja. Moet ik daar nog iets aan toevoegen? Ik moest lachen maar het is eigenlijk diep triest als je met zulke feiten de rechtszaal in gaat.

Wie nog meer juweeltjes in vonnis of arrest weet te vinden: ik hoor het graag!

Arnoud

Mijn idee is gestolen!

brievenbus-deponeren-idee.jpgEen lezer vroeg me:

Ik heb een tijd terug een bedrijf een voorstel gedaan voor een idee waar zij veel geld mee kunnen verdienen. Maar afgezien van een standaard bedankmailtje hoorde ik niets meer van ze. En vorige week zag ik ineens dat ze doodleuk met mijn idee de markt gaan betreden! Oké het is op details iets anders maar het is duidelijk van mij gestolen. Wat kan ik nu doen?

Een idee mág worden gestolen. Alleen de concrete uitwerking mag niet worden gekopieerd. Dus als men de mail heeft gelezen en toen dacht, leuk dit doen wij ook, dan is dat legaal als ze het daarna zelf hebben uitgewerkt.

Het maakt daarbij niets uit of je het idee hebt gedeponeerd als i-Depot, bij de notaris of Belastingdienst hebt laten dateren of bij een commerciële dienst ‘bescherming’ hebt aangevraagd. Zo’n depot of datering bewijst alleen dat het idee bestond, het geeft geen eigendomsrechten.

Met een geheimhoudingsverklaring sta je sterker, als ze dat tekenen dan belóven ze dat ze het idee niet hergebruiken. En dan kun je ze daarop aanspreken. (Protip: neem een boeteclausule op, dan krijg je geen discussie over hoe veel het idee waard was of hoe veel schade je hebt geleden.)

Maar het is maar zeer de vraag of een bedrijf die tekent als iemand zich zomaar meldt met “ik heb een idee en ik wil graag geld”. Waarom zou je immers betalen voor een idéé? Je moet als ontvanger van het idee nog steeds alle investeringen doen en daarbij alle risico’s nemen. En dat terwijl de ideegever achterover kan zitten en wachten tot hij geld krijgt. Dat is slechts heel zelden een faire verdeling van de verantwoordelijkheden.

Natuurlijk, als je een uitgewerkt idee hebt of al een business hebt draaien met dat idee, dan is een geldbedrag voor overname of participatie daarin gerechtvaardigd. Maar dan hebben we het allang niet meer over het “verkopen van een idee”.

Ik raak er steeds meer van overtuigd dat “verkopen van een idee” een wensdroom is, net als alle plannen om snel rijk te worden. Rijk worden als ondernemer kan wel maar is heel hard werken.

Arnoud

Help, de Belastingdienst dateert geen documenten meer, wat nu?

wtf-stempel.jpgPer 1 januari kun je bij de Belastingdienst geen onderhandse akten meer laten dateren. Alleen enkele akten waarvan datering verplicht is, kunnen nog worden gedatumstempeld door de fiscus (met name pandrechten). En voor mensen die langs deze weg dachten “hun intellectueel eigendom vast te leggen”, is dat jammer – nu moeten ze betálen om een zinloze datum te krijgen.

Want nee, het heeft geen enkele waarde als bewijs dat iets je (intellectuel) eigendom is, zo’n datumstempel van de Belastingdienst. Ook een i-Depot, een registratie bij CCproof, een “voor gezien”-akte of proces verbaal door de notaris of een naar jezelf gestuurd aangetekend poststuk betekent juridisch eigenlijk niets. Waarom mensen dit met zulke graagte doen, is me nog steeds een volslagen raadsel.

Eigenlijk is de hele term “intellectueel eigendom” misleidend, tenzij je een juridisch vakgebied wil omschrijven. Er is niet zoiets als een wet dat het IE beschermt; enkel en alleen specifieke wetten over auteursrecht, merken, octrooien of kwekersrechten kunnen je een juridische bescherming tegen overname/afkijken/namaken bieden.

Bij bijna al die wetten is een of andere vorm van registratie verplicht – met uitzondering van het auteursrecht. Dat krijg je als je het werk maakt, mits het voldoende creatief en uitgewerkt is. Dat bewijzen is niet altijd eenvoudig, maar een datumstempel vergemakkelijkt het niet. Drie regels opschrijven en laten dateren is net zo onbeschermd als drie regels zónder datumstempel.

De enige situatie waarin een datumstempel relevant kan zijn, is wanneer twee partijen twisten over wie het werk gemaakt heeft. Degene met het oudste datumstempel op zijn kopie zal wel de maker zijn. Maar een harde regel is dat niet, en bovendien hóef je niet per se een datumstempel van zo’n dienst te hebben om bewijs te leveren. Het overleggen van negatieven, RAW bestanden of conceptversies is ook prima bewijs.

Misschien is een verklaring dat mensen denken “het is in ieder geval íets” of dat ze zich laten misleiden door kreten als “bescherm uw intellectueel eigendom” en menen dat registratie wél verplicht is. Ik krijg in ieder geval regelmatig vragen van het soort “waar registreer ik mijn auteursrecht” of “hoe vraag ik copyright aan”. Wie denkt dat dat moet, kan best geloven ook dat de datering bij zo’n dienst een waardevolle juridische stap is.

Arnoud<br/> PS: Meelezende ICT-ers, vacature hieronder al gezien? 🙂

Nee, vastleggen van je idee in een i-depot gaat je écht niet helpen

idepot-vastleggen.pngNatuurlijk wil je voorkomen dat een ander je idee steelt en daarom wil je het beschermen, las ik bij “Goed idee – iDepot”. Maar hoe doe je dat, vraagt de site zich retorisch af. Nou, met een i-Depot natuurlijk. Want als je je idee maar opschrijft op een bierviltje, dan kun je “aantonen dat het idee op dat moment al in jouw bezit was.” Ehh, ja. En wanneer is dat ook alweer praktisch relevant?

Even verderop:

Na het indienen van je i-DEPOT kun je over je idee gaan praten met bijvoorbeeld een potentiële partner of investeerder. Je hebt immers jouw gedetailleerde omschrijving van een uitvinding, idee of concept in een i-DEPOT vastgelegd. Je kunt dus altijd aantonen dat het idee op dat moment al in jouw bezit was.

Maar het ZEGT HELEMAAL NIETS DAT HET IDEE IN JOUW BEZIT WAS. Juridisch is dat VOLSTREKT irrelevant. Een idee kun je op honderd manieren gedeponeerd hebben, maar ideeën zijn vrij en MOGEN dus worden overgenomen ook als je ze van een ander hoort. En ook als ze bij het BBIE in een envelop liggen.

Het enig juiste advies staat een zin verderop: “Het is wel verstandig om daarnaast ook een geheimhoudingsverklaring te laten tekenen.” maar ik zou nog verder willen gaan: het is niet verstándig maar het is veréist om een geheimhoudingsverklaring (sponsored link) te laten tekenen als je ook maar iets van bescherming voor je idee wil. Want als je afspreekt een idee niet verder te vertellen, dan mag je dat niet – ook niet als het idee zelf niet beschermd is.

Natuurlijk, een uitgewerkt idee (niveau draaiboek) is wél beschermd als auteursrechtelijk werk. Men mag dan dat werk niet nabootsen, verveelvoudigen of openbaarmaken. Alleen: als het in de kluis bij het BBIE ligt in zo’n i-depot envelop, dan is het best moeilijk nabootsen. En wie het idee onafhankelijk opnieuw bedenkt en uitwerkt, schendt nimmer het auteursrecht.

Je kunt een uitgewerkt technisch idee beschermen via een octrooi, maar dat is een dure grap. En een i-depot voegt daar niets aan toe, behalve in de zeer specifieke situatie van voorgebruik misschien. Maar dat zal bij deze doelgroep in 99% van de gevallen niet spelen.

Ik maak me hier regelmatig kwaad om commerciële depotdiensten die roepen “bescherm je idee” en de indruk wekken dat een recht ontstaat om anderen je idee te ontzeggen als je bij hen nu maar het idee vastlegt. Het i-Depot is van een overheidsinstantie en werd altijd keurig neutraal in de markt gezet: wij zetten er een stempel op en wensen u veel succes. Deze promotiedienst schoot me dan ook flink in het verkeerde keelgat. Nu wekt potverdorie het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom de indruk dat het deponeren van ideeën je een recht geeft waar je wat aan hebt!

Goed. Tijd voor koffie.

Update (2 maart) ik lees bij IE Forum dat i-Depot een elektronische handtekening is en daarom “als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures wordt toegelaten in alle 27 landen van de Europese Unie”. Gast. Echt. Om mijn bloeddruk onder controle te houden zeg ik daar niet meer over dan dat ook documenten zónder handtekening worden toegelaten als bewijsmiddel.

Arnoud

Waarom zou je een idee deponeren?

brievenbus-deponeren-idee.jpgVele, vele lezers vragen me:

Ik heb een geweldig idee voor [iets] en dat wil ik graag beschermen. Ik las dat je het bij de Belastingdienst, het BBIE of de notaris kunt deponeren, dus dat heb ik gedaan. Ben ik nu beschermd of kan ik nog meer doen?

Nee, met een depot bij een van die diensten (of bij een commerciële club zoals File-reg) ben je niet beschermd. Je krijgt géén wettelijk recht dan waarmee je anderen kunt verbieden je idee te gebruiken.

Dat kan ook helemaal niet, want ideeën zijn niet beschermbaar.

Een uitgewerkt idee kan beschermd zijn via het auteursrecht, en als het een technisch idee is dan is een octrooi (dat wél moet worden aangevraagd) wellicht een optie. Met auteursrecht of octrooi kun je verbieden dat anderen hetzelfde gaan doen. Maar voor die rechten is deponeren bij zo’n dienst niet nodig.

Als je een idee wilt beschermen naar een specifieke partij toe, dan kun je dat onder geheimhouding doen. Je sluit dan een geheimhoudingsovereenkomst (NDA) met de wederpartij en vertelt hem dan wat je wilt delen.

De enige reden om een idee, een tekst of iets dergelijks te deponeren is om sterker bewijs te vergaren dat het idee bestond op de datum van depot. Een datum van een onafhankelijke derde heeft meer waarde dan een zelfgeschreven datum op het origineel. Alleen: dergelijk bewijs is zelden nodig. Je ziet vrijwel nooit discussie over “wanneer bestond dit”. Heel soms bij informatie onder NDA, omdat van geheimhouding uitgezonderd is informatie die de ontvanger zelf al had voordat de NDA werd getekend.

Discussie over “wie heeft het bedacht” speelt iets vaker, en daarbij kan een datum van een deponeringsdienst handig zijn. Alleen, formeel bewijst dat depot niets: ik kan bij elk van die diensten, en bij elke commerciële dateringsdienst, een kopie van de nieuwste Harry Potter deponeren en daar zetten zij dan braaf een datum op. En iedere dateringsdienstverlener die vertelt dat zijn dienst wél iets van bescherming pretendeert, faalt op dit punt.

Arnoud

Mag Wordfeud eigenlijk wel van Scrabble?

Winkeliers zijn dolblij met Wordfeud. Dankzij de hype rond de letterlegapp vliegt het originele Scrabble over de toonbank, meldde Metro. Of Mattel, de spellenfirma achter Scrabble®, daar ook blij mee is, is niet bekend. Maar stel dat ze dat niet zijn, kunnen ze dan wat doen tegen Wordfeud?

In principe kan er auteursrecht op een spel rusten. Het moet dan gaan om een creatief en origineel uitgewerkt ontwerp, en daarvan zal bij een bordspel al snel sprake zijn. De bordlayout, icoontjes, poppetjes en dergelijke zijn vrijwel altijd creatief lijkt me zo. In het arrest MB/Impag werd dat met zo veel woorden bevestigd. Een abstract spelconcept of idee is niet beschermd, de concrete vormgeving of uitwerking daarvan is dat wel.

Rust er auteursrecht op Scrabble? De bedenker is nog geen 70 jaar overleden, dus dat is goed mogelijk. Het bord is ook een creatief, origineel werk, want dat ontwerpen is zeker niet triviaal. Ook de uitgewerkte spelregels lijken me wel creatief, hoewel je daar goed over kunt twisten: waar ligt de grens tussen het idee “letters leggen” en de spelregels van Scrabble?

De punten die aan de letters worden toegekend, lijken me echter niet creatief. Die punten volgen uit de frequentie waarmee de letters in de Nederlandse taal voorkomen en zijn daarmee vooral een weerslag van feitelijke kennis. Je kunt voor een spelconcept met letters leggen niet anders dan de E maar één punt laten zijn en de Q tien. Net zo voor de woordenlijst: dat is een lijst met zo veel mogelijk Nederlandse woorden, en volgens het Van Dale/Romme-arrest is die niet beschermd.

Leggen we nu de Scrabble- en Wordfeud-borden naast elkaar, dan zie je zeker enige gelijkenis maar ook genoeg verschillen:

scrabble-wordfeud-vergeleken.png

Het voornaamste verschil is dat de vakjes met dubbele of drievoudige letter- of woordwaarde in een ander patroon liggen. Daarmee is de grootste angel vermeden: de layout van het bord is het grootste deel van het creatieve werk Scrabble, en die is hier duidelijk anders. De letters en hun punten zijn hetzelfde, maar dat is onvermijdelijk.

Auteursrechtelijk afwijken is echter niet genoeg. Er is ook nog de slaafse nabootsing, en laat daar nu net door Scrabble over geprocedeerd zijn. In 1960 was de vraag of het gezelschapsspel “Board Script” een nabootsing zijn van Scrabble. Auteursrecht stond hier niet ter discussie: de vraag was of Board Script wel genoeg had gedaan om af te wijken van Scrabble.

De Hoge Raad bevestigde in haar arrest nogmaals dat het onrechtmatig is om andermans spel na te maken, óók als daar geen auteursrechten op rusten. Het criterium daarbij is of je zonder technische of functionele problemen ook een andere vorm of keuze had kunnen maken bij het ontwerp van jouw spel. Je hoeft echter niet op álle punten anders te zijn als dat in theorie had gekund. Genoeg is dat je alles doet dat redelijkerwijs nodig is om af te wijken en aldus verwarring te vermijden.

Bij het Board Script-spel was dat zo. Belangrijk voor dat oordeel was dat de layout van de dubbel- en tripelwaardevakjes anders was. Ook kleur en begeleidende tekst was compleet anders. Bepaalde letters hadden daarnaast een andere waarde. En als laatste had het spel duidelijk een eigen naam die ook in de presentatie naar voren kwam. Vergelijk zelf maar:

scrabble-board-script.png

Met al deze verschillen was er voldoende afstand genomen van Scrabble (hoewel ik persoonlijk de grote S wel dubieus vind). Dat het wellicht niet netjes is om andermans spel na te maken, was volgens de Hoge Raad irrelevant. Concurrentie staat iedereen vrij, juridisch gezien. Sindsdien zijn er een hele batterij Scrabble-imitaties op de markt verschenen, en als daartegen geprocedeerd is dan kan ik het niet vinden.

Een Amerikaanse rechtszaak tegen Scrabulous (een soort-van Wordfeud avant la lettre) werd ingetrokken nadat de laatste het spel op een aantal punten had aangepast.

Wordfeud lijkt me dus zonder meer legaal.

Wie wel moeten uitkijken, zijn al die winkeliers die nu Scrabble gaan verkopen en daarbij de merknamen Wordfeud en Scrabble door elkaar gaan gebruiken. Een tekst als “Scrabble, het offline Wordfeud” is merkenrechtelijk dubieus. Net als al die sites die “online scrabbelen” zeggen om Wordfeud (of kloon daar weer van) aan te prijzen. Met Wordfeud wordfeud je, met Scrabble scrabble je. Pardon, speel je een gezelschapsspel waarbij de deelnemers op een bord woorden moeten vormen van losse letters.

Arnoud

Zijn cijferpuzzels auteursrechtelijk beschermd?

binaire-puzzel.pngEen lezer stuurde me een forumbericht met een vraag over puzzels. De plaatser daar schrijft:

Ben “uitvinder” van de cijferpuzzel Binero. In 2006 heb ik het concept laten registreren door de Belgische federale overheid. Sinds 2008 wordt het onder mijn naam ondermeer gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift EOS. Thans wordt het op grote schaal en schaamteloos gebruikt door Denksport (Keesing) die weigert mijn auteursrechten te respecteren.

De vraag is natuurlijk: heeft deze uitvinder een auteursrecht en kan hij daarmee het publiceren van puzzels voorkomen?

Ik moest even zoeken, maar de term “Binero” verwijst naar cijferpuzzels die beter bekend zijn als binaire puzzels: in een grotendeels leeg raster moeten enen en nullen worden ingevuld zodanig dat elke rij uniek is en bestaat uit evenveel nullen als enen. Daarbij mogen steeds maximaal 2 nullen of enen naast elkaar staan.

Op het niveau waarop ik het hierboven uitleg, kan geen auteursrecht uitgeoefend worden. Iedereen mag de principes van zo’n puzzel uitleggen in eigen woorden en puzzels maken die volgens deze principes opgelost worden. De naam Binero kan als merk gedeponeerd worden, zodat concurrenten een andere naam moeten gebruiken.

Een concrete zelfgemaakte puzzel kan wel degelijk beschermd zijn door auteursrechten. Er gaat immers de nodige creativiteit zitten in het opzetten van zo’n raster: waar vul je alvast de nullen en enen in, en hoe moeilijk wil je het de puzzelaar maken? Dergelijke creativiteit levert auteursrechtelijke bescherming op voor de puzzel.

Binaire puzzels zijn echter ook prima met software te maken. Hoewel zulke software ook beschermd is, zijn de puzzels die uit die software komen dat niet. Die puzzels zijn immers zonder menselijke creativiteit gemaakt. Héél misschien ligt dat anders als je een heel creatief algoritme bedenkt om deze puzzels te maken, maar dan moet die creativiteit wel blijken uit de puzzel. En dat lijkt me bij deze puzzels lastig denkbaar.

De vraagsteller heeft volgens mij dus auteursrechtelijk geen punt om op te staan als Denksport alleen het concept van de binaire puzzel gebruikt en zelf de puzzels genereert.

En oh ja, die registratie. Ik vermoed dat dat net zoiets is als bij ons een registratie bij de Belastingdienst of een i-Depot. Mensen denken vaak dat dat rechten geeft, maar dat is dus niet zo. Zo’n registratie legt alleen vast wat er bestond op die datum, maar schept zelf geen auteurs- of andere rechten.

Arnoud