Rechter oordeelt dat Trump op Twitter geen gebruikers mag blokkeren

President Donald Trump mag op Twitter geen gebruikers blokkeren, omdat dit in strijd is met de Amerikaanse grondwet. Dat meldde Nu.nl vorige week. “Op die manier wordt de vrijheid van meningsuiting daadwerkelijk, hoewel bescheiden, ingeperkt. Meer is er niet nodig om de grondwet te schenden.” aldus de rechtbank. Wanneer de overheid immers de burger toegang tot informatie weigert, is óók sprake van een stukje censuur. Een Amerikaanse ambtenaar die Twittert, mag dus geen mensen blokkeren vanwege hun opvattingen of reacties. En ja, dat zou in Nederland ook zo uitpakken, zij het via een iets andere route.

Zoals ik in augustus al blogde, wij hebben het Grondwettelijk recht van petitie: “Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.” Dat recht geldt ongeacht het kanaal en er vallen ook vragen en kritiekpunten onder. Die moet je te allen tijde kunnen uiten.

Twitter is een elektronisch medium en dus een geschrift in de zin van dit artikel. Daarmee heeft iedereen dus het recht om via Twitter verzoeken, vragen, klachten en complimenten bij het bevoegd gezag in te dienen. Dat laatste begrip betekent zo veel als de overheid, maar dat iemand politicus is, betekent nog niet dat hij “bevoegd gezag” is. Hij moet echt aan de overheid verbonden zijn, maar zitting hebben in een gemeenteraad, de Eerste of Tweede Kamer of minister/staatssecretaris zijn is daarvoor al genoeg. Wanneer een Nederlandse overheidsfunctionaris mensen zou blokkeren, zou dat dus strijd met dit artikel opleveren.

De Amerikaanse route komt erop neer dat Twitter gezien wordt als een “designated public forum”, een plek waarvan de overheid zegt, hier praten wij met de burger. En wanneer de overheid dat doet, mag ze vervolgens niet zeggen “maar jij moet je mond houden”. Je bent een publiek forum of niet, in die visie. Je mag hooguit mensen uitsluiten voor wangedrag dat ongerelateerd is aan de inhoud van wat ze zeggen.

Het is nog niet bekend of en zo ja wanneer Trump de blokkade gaat opheffen.

Arnoud

Mogen onze politici mensen op social media blokkeren?

Amerikaanse politici mogen van een rechter in de staat Virginia geen mensen blokkeren op sociale media, las ik bij Nu.nl. Dit is strijd met het 1st Amendment, de vrijheid van meningsuiting, omdat politici in een openbaar forum niet zomaar mensen mogen verbieden hun mening te uiten. En daaronder valt ook het als politicus jezelf afschermen voor die mening. Dat geldt op het dorpsplein maar ook op het virtuele plein van Twitter. Hoe zou dat bij ons uitpakken?

Bij ons gaat de vrijheid van meningsuiting niet zo ver dat de beoogde ontvanger naar je moet luisteren. Wie zich wil afschermen voor andermans uiting, staat in zijn recht. Dus dat Amerikaanse argument van het public forum gaat hier niet op.

Alleen specifiek politici, althans diegenen die je redelijkerwijs tot “de overheid” kunt rekenen hebben wel rekening te houden met een ander recht, namelijk het Grondwettelijk recht van petitie:

Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.

En nee, dat gaat niet alleen over formele petities en verzoekschriften. Ook het indienen van vragen en klachten – en complimenten, om in communicatiesfeer te blijven – is een Grondwettelijk recht. En opmerkelijk: aan dit recht zitten géén grenzen, zoals bij de vrijheid van meningsuiting die bijvoorbeeld moet wijken voor andermans eigendomsrecht (geen mening in de krant zonder toestemming van de eigenaar van die krant) of de privacy die moet wijken voor bijvoorbeeld de volksgezondheid.

Twitter is een elektronisch medium en dus een geschrift in de zin van dit artikel. Daarmee heeft iedereen dus het recht om via Twitter verzoeken, vragen, klachten en complimenten bij het bevoegd gezag in te dienen. Dat laatste begrip betekent zo veel als de overheid, maar dat iemand politicus is, betekent nog niet dat hij “bevoegd gezag” is. Hij moet echt aan de overheid verbonden zijn, maar zitting hebben in een gemeenteraad, de Eerste of Tweede Kamer of minister/staatssecretaris zijn is daarvoor al genoeg.

Het blokkeren van iemand op Twitter zorgt er voor dat de bevoegdgezaghebbende achter het account de berichten van de geblokkeerde in het geheel niet meer ziet. Ik zou dat wel durven aanmerken als een blokkade op dat recht om verzoeken in te dienen. Het komt immers niet meer aan. En nee, dat je nog steeds een brief kunt sturen is daarbij geen argument. Als de overheid zou zeggen, verzoekschriften alleen vrijdag in persoon afgeven tussen twee en vier dan zou dat ook geen toegestaan alternatief zijn voor gewoon elektronische of schriftelijke post.

Daar staat tegenover dat de overheid niet verplicht is om te antwoorden op een verzoek. In principe hoort dat wel, dat volgt uit de beginselen van behoorlijk bestuur zoals dat heet. Als je als burger een antwoord mag verwachten, dan mag je een antwoord verwachten. Maar een verplichting is het niet, tenzij uit andere wetgeving volgt van wel (denk aan een Wob-verzoek of een bezwaarschrift onder de Awb).

Lastig is natuurlijk dat zo’n recht zich goed leent voor misbruik, denk aan querulanten die de overheid bestoken met allerlei verzoeken met als geen ander doel overlast veroorzaken of dwangsommen incasseren. Dat bestrijden is een hele moeilijke, juist omdat toegang tot de overheid zo belangrijk is. Je moet het dan ook wel heel bont maken wil de rechter je verbieden contact te zoeken met politici.

Alles bij elkaar denk ik dus dat het nog best moeilijk ligt, om als politicus (verbonden aan de overheid) mensen te blokkeren op Twitter. De enige escape zou nog kunnen zijn dat je account persoonlijk is en niet aan de overheid gelieerd. Voor bijvoorbeeld het Twitter-account van de minister-president zie ik dat niet*, maar bij veel politici zie je eigenlijk alleen persoonlijke uitingen. Daar zou een blokkade dus niet gericht zijn op het tegenhouden van verzoeken bij het bevoegd gezag en dus wel toegestaan.

  • De RVD meldt desgevraagd dat het @MinPres account nul blokkades in Twitter ingesteld heeft.

Arnoud

Eerste digitale burgerinitiatief naar Tweede Kamer

Het eerste digitale burgerinitiatief wordt vandaag bij de Tweede Kamer ingediend, meldde Nu.nl gisteren. Intrigerend, want in maart vorig jaar werd een e-petitie nog ongeldig verklaard omdat de handtekeningen digitaal en niet op papier gezet waren. Het reglement van de Commissie Burgerinitiatieven is in de tussentijd niet aangepast, dus waarom mag het nu ineens?

De crux blijkt te zitten in de evaluatie van deze regeling die eind november verscheen. Daarin blijkt dat de eis om inktstrepen op papier te verlangen bij petities echt een probleem is en nu eindelijk eens afgeschaft moet worden. Op zijn ambtenaars:

Continuering van de regeling voor onbepaalde tijd noodzaakt daarom te onderzoeken hoe de Kamer in de gelegenheid kan worden gesteld elektronische handtekeningen te verifiëren.

In de tussentijd gaat men over op een compromismodel: petities mogen zonder fysieke handtekeningen worden aangeboden, maar de commissie kan steeksproefgewijs mensen op de lijst alsnog een handtekening laten zetten. Voor de meelezende wiskundigen en statistici nog een interessante passage:

Deze steekproefsgewijze controle moet op basis van statistische regels minimaal 385 fysieke handtekeningen omvatten. Om ervan uit te kunnen gaan dat 95% van alle digitale steunbetuigingen juist is, mogen er in deze controlegroep maximaal 19 fouten zitten, dat wil zeggen de gegevens van naam, adres en woonplaats onjuist zijn. Dan kan met 95% waarschijnlijk- heid mogen worden gesteld dat het benodigde aantal steunbetuigingen van 40 000 geldig is. Het aantal van 385 handtekeningen is ook nodig als sprake is van 55 000 of 70 000 handtekeningen.

Ik hoor graag of dit klopt of niet 🙂

En ik zit me nu af te vragen of er een systeem denkbaar is waarbij je ook zonder deze steekproef petities kunt organiseren zonder het al te makkelijk te maken om frauduleus 40.000 namen te genereren. Ik vrees dat je toch altijd uitkomt bij een eis om te controleren.

Hoewel, hoe gaat dat eigenlijk bij papieren petities? De paar keer dat ik zo’n ding teken (ik heb namelijk een hekel aan zeehondjes, of eigenlijk aan mensen die mij op zaterdagmiddag vragen of ik dat heb) is dat volgens mij best onleesbaar.

Arnoud

Petitie Vroeg Op Stap vanwege digitale handtekeningen ongeldig

De petitie van actiegroep Vroeg Op Stap blijkt ongeldig, meldt onder andere Nu.nl. De groep wil vervroegde horecasluitingstijden wettelijk laten vastleggen, en had daarvoor een website opgezet waar sympathisanten hun handtekeningen konden achterlaten. Met 40.000 handtekeningen kun je dan een wetsvoorstel op burgerinitiatief indienen.

Vroeg Op Stap had er meer dan 120.000. De commissie burgerinitiatieven weigerde het voorstel echter toch naar de Tweede Kamer te sturen, omdat de handtekeningen niet op papier stonden maar elektronisch waren. Ze waren daarom niet rechtsgeldig. Dat blijkt ook in de bij Postbus 51-folder te staan.

Wat flauw.

Artikel 9 van het reglement van deze commissie eist dat een burgerinitiatief van haar 40.000 of meer sympathisanten de “naam, adres, geboortedatum en handtekening” verzamelt. Er staat “handtekening”, en dat moet je in principe inderdaad lezen als “handgeschreven handtekening”. Digitale handtekeningen zijn toch rechtsgeldig, denkt u nu. Klopt, maar die regeling is gemaakt voor handtekeningen in het vermogensrecht en het handelsverkeer tussen burgers. Contracten, akten en dat soort zaken.

Interessant daarbij is dat een digitale handtekening, of wat de wet dan noemt een elektronische handtekening, meer is dan alleen die moeilijke wiskunde met certificaten en zo. Een ingetypte naam kan namelijk een geldige digitale handtekening zijn. Daarvoor moet je naar het doel kijken waarvoor de handtekening nodig is. Bij een contract zou je zware eisen kunnen stellen, bij een blogpost heel wat minder. Die naamsvermelding onderaan mijn blogposts is dus een geldige digitale handtekening. Het doel daarvan is aan te geven dat ik auteur ben van die blogpost. En voor dat doel is in de context van bloggen het intypen van de tekst “Arnoud” voldoende.

Artikel 3:15c BW bepaalt dat de regeling over digitale handtekeningen ook buiten het vermogensrecht toepasbaar is, “voor zover de aard van de rechtshandeling of van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.” Dit is bijvoorbeeld uitgewerkt in art. 2:13 Algemene Wet Bestuursrecht, dat zegt dat berichten tussen burgers en de overheid elektronisch mogen worden verstuurd tenzij er een specifiek wettelijk verbod of vormvoorschrift dat anders bepaalt. Artikel 2:16 Awb zegt dat een digitale handtekening geaccepteerd moet worden als deze “voldoende betrouwbaar” is voor het doel van het bericht waar de handtekening op staat.

Het doel van de handtekeningen op de petitie is uiteraard dat de commissie (steekproefsgewijs) kan verifiëren dat de handtekeningen echt zijn. Dat zegt commissievoorzitter Johan Remkes ook bij 3voor12: “Papieren handtekeningen zijn beter te controleren. Als we dat willen uitbreiden naar digitale handtekeningen, moet de Tweede Kamer eerst ons reglement veranderen.”

Die logica volg ik niet. Een elektronische lijst met ingetypte namen en adressen lijkt me een stuk beter te controleren dan handgeschreven namen en geboortedatums. De petitie van Vroeg Op Stap laat mensen naast hun naam en e-mail ook hun adres, postcode en woonplaats invullen. En daarmee zijn de gegevens prima te verifiëren. Sterker nog, het lijkt me juist beter om het op deze manier te doen dan de manier van de Postbus 51-folder. Het is niet eens verplicht om je adres in te vullen bij een papieren petitie!

Deze petitie afwijzen enkel en alleen omdat de handtekeningen geen onleesbare krabbels op papier zijn, vind ik dan ook bijzonder weinig vooruitstrevend. We willen toch een E-overheid?

Arnoud