Mag Wordfeud eigenlijk wel van Scrabble?

Winkeliers zijn dolblij met Wordfeud. Dankzij de hype rond de letterlegapp vliegt het originele Scrabble over de toonbank, meldde Metro. Of Mattel, de spellenfirma achter Scrabble®, daar ook blij mee is, is niet bekend. Maar stel dat ze dat niet zijn, kunnen ze dan wat doen tegen Wordfeud?

In principe kan er auteursrecht op een spel rusten. Het moet dan gaan om een creatief en origineel uitgewerkt ontwerp, en daarvan zal bij een bordspel al snel sprake zijn. De bordlayout, icoontjes, poppetjes en dergelijke zijn vrijwel altijd creatief lijkt me zo. In het arrest MB/Impag werd dat met zo veel woorden bevestigd. Een abstract spelconcept of idee is niet beschermd, de concrete vormgeving of uitwerking daarvan is dat wel.

Rust er auteursrecht op Scrabble? De bedenker is nog geen 70 jaar overleden, dus dat is goed mogelijk. Het bord is ook een creatief, origineel werk, want dat ontwerpen is zeker niet triviaal. Ook de uitgewerkte spelregels lijken me wel creatief, hoewel je daar goed over kunt twisten: waar ligt de grens tussen het idee “letters leggen” en de spelregels van Scrabble?

De punten die aan de letters worden toegekend, lijken me echter niet creatief. Die punten volgen uit de frequentie waarmee de letters in de Nederlandse taal voorkomen en zijn daarmee vooral een weerslag van feitelijke kennis. Je kunt voor een spelconcept met letters leggen niet anders dan de E maar één punt laten zijn en de Q tien. Net zo voor de woordenlijst: dat is een lijst met zo veel mogelijk Nederlandse woorden, en volgens het Van Dale/Romme-arrest is die niet beschermd.

Leggen we nu de Scrabble- en Wordfeud-borden naast elkaar, dan zie je zeker enige gelijkenis maar ook genoeg verschillen:

scrabble-wordfeud-vergeleken.png

Het voornaamste verschil is dat de vakjes met dubbele of drievoudige letter- of woordwaarde in een ander patroon liggen. Daarmee is de grootste angel vermeden: de layout van het bord is het grootste deel van het creatieve werk Scrabble, en die is hier duidelijk anders. De letters en hun punten zijn hetzelfde, maar dat is onvermijdelijk.

Auteursrechtelijk afwijken is echter niet genoeg. Er is ook nog de slaafse nabootsing, en laat daar nu net door Scrabble over geprocedeerd zijn. In 1960 was de vraag of het gezelschapsspel “Board Script” een nabootsing zijn van Scrabble. Auteursrecht stond hier niet ter discussie: de vraag was of Board Script wel genoeg had gedaan om af te wijken van Scrabble.

De Hoge Raad bevestigde in haar arrest nogmaals dat het onrechtmatig is om andermans spel na te maken, óók als daar geen auteursrechten op rusten. Het criterium daarbij is of je zonder technische of functionele problemen ook een andere vorm of keuze had kunnen maken bij het ontwerp van jouw spel. Je hoeft echter niet op álle punten anders te zijn als dat in theorie had gekund. Genoeg is dat je alles doet dat redelijkerwijs nodig is om af te wijken en aldus verwarring te vermijden.

Bij het Board Script-spel was dat zo. Belangrijk voor dat oordeel was dat de layout van de dubbel- en tripelwaardevakjes anders was. Ook kleur en begeleidende tekst was compleet anders. Bepaalde letters hadden daarnaast een andere waarde. En als laatste had het spel duidelijk een eigen naam die ook in de presentatie naar voren kwam. Vergelijk zelf maar:

scrabble-board-script.png

Met al deze verschillen was er voldoende afstand genomen van Scrabble (hoewel ik persoonlijk de grote S wel dubieus vind). Dat het wellicht niet netjes is om andermans spel na te maken, was volgens de Hoge Raad irrelevant. Concurrentie staat iedereen vrij, juridisch gezien. Sindsdien zijn er een hele batterij Scrabble-imitaties op de markt verschenen, en als daartegen geprocedeerd is dan kan ik het niet vinden.

Een Amerikaanse rechtszaak tegen Scrabulous (een soort-van Wordfeud avant la lettre) werd ingetrokken nadat de laatste het spel op een aantal punten had aangepast.

Wordfeud lijkt me dus zonder meer legaal.

Wie wel moeten uitkijken, zijn al die winkeliers die nu Scrabble gaan verkopen en daarbij de merknamen Wordfeud en Scrabble door elkaar gaan gebruiken. Een tekst als “Scrabble, het offline Wordfeud” is merkenrechtelijk dubieus. Net als al die sites die “online scrabbelen” zeggen om Wordfeud (of kloon daar weer van) aan te prijzen. Met Wordfeud wordfeud je, met Scrabble scrabble je. Pardon, speel je een gezelschapsspel waarbij de deelnemers op een bord woorden moeten vormen van losse letters.

Arnoud

Online scrabbelen mag alleen als het Scrabble® is

Screenshot van crabulousSpellenmaker Hasbro is een rechtszaak begonnen om de online variant Scrabulous van internet te krijgen, meldde Slashdot vorige week. De site was in 2006 begonnen maar kreeg veel aandacht doordat men een versie ontwikkelden voor de sociale site Facebook: 2.3 miljoen gebruikers. En dat vond Hasbro dus niet leuk, want het is hun spel. Toch?

Eerst maar het makkelijke deel: als je een bordspel waarbij je woorden moet leggen met letters “Scrabulous” noemt, en daarbij zegt “Play the world’s favorite word game here for free!”, dan is het wel duidelijk dat je op de populariteit van Scrabble® aan het meeliften bent. Dat is merkinbreuk en dat mag dus niet.

Maar goed, dan noemen ze het “Letterblock” of zo, een naam die de schijn van aanhaken bij “Scrabble” vermijdt. En ze geven de blokjes en het bord een andere kleur. Dan wordt het lastig. Want dan kan Hasbro alleen nog in stelling brengen dat hun spelconcept overgenomen is.

Een spelconcept is als zodanig niet auteursrechtelijk beschermd. Een uitgewerkt concept kan beschermd zijn. Je mag dus niet iemands handleiding overtypen, het bord natekenen of de speelkaarten onder het kopieerapparaat leggen en het resultaat als je eigen werk verkopen. Maar op basis van het concept een eigen spel maken, mag wel.

Waar ligt de grens? Dat is, zoals altijd in het recht, lastig aan te geven. “Ontlenen” kan ook doordat je hetzelfde werk op je eigen manier weergeeft. In de Engelse vertaling van deze blogpost zal geen woord van het origineel terug te vinden zijn (behalve het woord Scrabble dan misschien), maar toch is het inbreuk op het auteursrecht om dit te vertalen. Gelukkig maar dat mijn licentie dit toestaat.

De rechter zal kijken of de twee spellen erg veel op elkaar lijken. Hoe meer punten van overeenstemming er zijn, hoe groter de kans dat er afgekeken dan wel ontleend is natuurlijk. En als ze erg lijken, draait de bewijslast om: de aangeklaagde persoon moet dan bewijzen dat hij het spel helemaal zelf bedacht heeft.

In een geval als dit:

Vier op een rij vs Four wins

(uit Hoge Raad 29 juni 2001, MB v Impag, met dank aan Dick van Engelen) bleek dat niet te doen. En ik vrees dan ook het ergste voor Scrabulous: de layout, spelregels, alles eigenlijk is zo duidelijk afgekeken van het bordspel van Hasbro dat de rechter toch heel snel inbreuk op Hasbro’s auteursrecht zal aannemen.

Arnoud