Als je als consument een iPhone koopt en die blijft defect, hoef je geen genoegen te nemen met een refurbished toestel. Dat maak ik op uit een recent vonnis van de rechtbank Amsterdam. De winkel (in dit geval toevallig Apple zelf) moet een nieuw toestel leveren. Dit volgt uit het consumentenrecht. Apple zal haar beleid hierin dus moeten gaan aanpassen.
Een vrouw had een iPhone 6 gekocht die na een maand of acht niet meer wilde opstarten. Apple constateerde dat het toestel niet meer te repareren was, en bood ter vervanging een refurbished toestel aan: zo goed als nieuw maar niet 100% écht nieuw natuurlijk. De vrouw weigerde dit en stapte naar de rechter.
In Nederland hebben we een simpele regel als het gaat om defecte producten. Gedurende de gehele levensduur moet dat product voldoen aan de gewekte verwachtingen. Er is géén wettelijke termijn van zes maanden garantie (wel zes maanden omgedraaide bewijslast) en er is géén tweejaarstermijn (die staat in de Richtlijn waar onze wet uit komt, maar als minimum dus Nederland mag meer verlangen). En wat fabrikanten als garantie verzinnen is leuk en aardig maar verandert niets aan wat de winkel moet doen bij een defect.
De winkel ja, want als consument heb je alleen daarmee te maken. De winkel moet (art. 7:21 BW) het product herstellen of vervangen, en wel kosteloos. Nu waren partijen het erover eens dat herstel niet haalbaar was en dat er dus vervangen moest worden. Prima, maar waarmee? Je hebt twee opties: je pakt een nieuwe van de plank (wat de eiseres wilde) of je zoekt een zo-goed-als-nieuw ouder toestel van acht maanden oud (wat Apple aanbood).
Voor beiden valt wat te zeggen. Immers, als je toestel na acht maanden stuk gaat, heb je er al acht maanden van kunnen genieten. Krijg je dan een 100% nieuwe, dan krijg je dus eigenlijk meer dan je had gekocht. Dus eentje met zeg maar acht maanden op de teller is dan eigenlijk precies wat je had gehad. Na een reparatie had je eigen toestel er ook zo uitgezien.
De rechter kiest echter partij voor de vrouw, en wel op basis van het Quelle-arrest uit 2008 waar we al vaker felle discussies over hebben gehad.
Dit arrest bepaalde onder meer dat je geen reparatie- of herstelkosten mag rekenen onder welke noemer dan ook, maar er staat nog iets belangrijks in:
41 Ingeval de verkoper een niet-conform goed levert, voert hij de verbintenis die hij bij de verkoopovereenkomst is aangegaan, niet correct uit en moet hij dus opkomen voor de gevolgen van de slechte uitvoering van die verbintenis. Dat de consument, die de verkoopprijs heeft betaald en zijn contractuele verbintenis dus correct heeft uitgevoerd, een nieuw goed ontvangt ter vervanging van het niet-conforme goed, levert geen ongerechtvaardigde verrijking op. Hij ontvangt slechts met vertraging een goed dat in overeenstemming is met de bepalingen van de overeenkomst, een goed dat hij van meet af aan had moeten ontvangen.
Oftewel: Apple zat vanaf dag één fout met haar levering. De koper was een iPhone 6 beloofd die een aantal jaren probleemloos mee zou gaan, maar ze kreeg een iPhone die na acht maanden niet meer opstartte. Apple heeft daarmee dus niet geleverd wat was beloofd. Dat kan ze alleen maar goedmaken door nu dan toch eindelijk die iPhone te leveren met die aantal jaren probleemloos functioneren. Een nieuwe dus.
(In dit geval had de vrouw de overeenkomst al ontbonden, dus ze krijgt nu alleen haar geld terug. En bovendien moet ze de proceskosten van de vrouw (€377,98) vergoeden.)
Arnoud