Opvallende opmerking in rommelig rapport over status van F/OSS in Europa

Via Livre vond ik het rapport Current Status of F/OSS, in opdracht van de werkgroep ’towards Open Source adoption and dissemination’ (tOSSad). Opvallende quote:

One of the major obstacle against F/OSS deployment within public IT infrastructure is a legal one which stems from previously signed contracts.
Nu ken ik licentiecontracten die voorschrijven dat de software niet meer dan een zeker aantal computers geinstalleerd mag worden. Maar minimumcontracten?

Wie overweegt het 80 pagina’s lange rapport te lezen, ziet daar hopelijk vanaf na de recentie van Victor van Reijnswoud:

Het rapport geeft weinig nieuwe inzichten en biedt een bevestiging van de situatie die iedereen kent die zich met de promotie en invoering van F/OSS bezighoudt. Onder de beslissers bij overheden is er nog steeds veel weerstand tegen de invoering van F/OSS en de tegenargumenten wegen nog altijd zwaarder dan de argumenten voor.

Het rapport, dat rommelig en met veel herhalingen is geschreven, zal niet veel mensen kunnen overtuigen dat er snel grote stappen gemaakt moeten worden en geeft onvoldoende concrete handreikingen om actie te ondernemen. Het is duidelijk dat er nog veel moet gebeuren aan promotie en dat succesverhalen beter beschreven moeten worden om ‘zwevende kiezers’ over de streep trekken.

Arnoud

Hoe bewijs je internet-oplichting?

In september 2006 werden op markplaats.nl o.a. X-box 360 Premium pakketten, Sony PSP’s en Ipods te koop aangeboden. Eerst betalen, dan zou het product opgestuurd worden. Helaas voor de kopers ging het in dit geval niet om een bona fide aanbod, maar om “één of meer listige kunstgr(e)ep(en) en/of een samenweefsel van verdichtsels”. Oplichting dus.

Meestal is het lastig om iemand op te sporen als hij via Internet dingen uithaalt. Bij oplichting ligt dat iets anders. Je moet uiteindelijk wel het geld krijgen van je slachtoffers, anders heeft het niet zo veel zin om iemand op te gaan lichten. Nu kun je natuurlijk zeggen -zoals de verdachte hier ook deed- dat je van niets wist maar tot je verbazing ineens allemaal bedragen overgemaakt kreeg. Dat kan op zich, alleen zou je dan mogen verwachten dat je dat terug gaat proberen te storten. Als je het dan uitgeeft “aan leuke dingen”, roep je de verdenking over je af dat je te kwader trouw bezig bent.

Bovendien is er nog het IP-adres. De politie kan aan de hand van IP-adres en datum/tijdstip bij de provider opvragen welke persoon hier gebruik van maakte:

Uit het mailcontact, voorafgaand aan de koop van een XBOX pakket door een van de slachtoffers, is gebleken dat de verkoper onder het hotmail adres [adres] gebruik maakte van een IP adres 89.98.17.252. Blijkens een algemeen proces-verbaal d.d. 11 december 2006, is dit IP adres van de provider Chello gekoppeld aan het woonadres van verdachte te weten [adres en woonplaats].

Ook kun je het een en ander afleiden uit de tijdstippen van de oplichtingen versus de tijdstippen dat de verdachte een eerdere gevangenisstraf wegens oplichting uitzat(!).

Verdachte is eerder veroordeeld ter zake van oplichting op dezelfde wijze als thans aan de orde. De onderhavige oplichtingen zijn begonnen slechts enkele dagen nadat verdachte in vrijheid was gesteld na tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf. De oplichtingen zijn vervolgens gestopt op het moment dat verdachte in verzekering werd gesteld voor de nieuwe feiten.

Alles bij elkaar genoeg bewijs om te concluderen dat de verdachte inderdaad degene was die achter de oplichting zat. In het vonnis werd hij dan ook veroordeeld tot 15 maanden cel en het betalen van een schadevergoeding aan de slachtoffers.

Arnoud

Twee keer installeren of reservekopie?

De auteurswet bepaalt dat het maken van een reservekopie of backup van software in principe mag. Wel moet het maken van de reservekopie noodzakelijk zijn voor het beoogde gebruik (artikel 45k).

Er is weinig jurisprudentie over dit onderwerp, want wie gaat er nu procederen over iemands backup? Nou, Autodesk bijvoorbeeld. Het bedrijf Aztec bleek programma’s van Autodesk (AutoCAD, AutoCAD Lite, Inventor Pro) twee maal te hebben geïnstalleerd terwijl het maar over een licentie beschikte. Het verweer luidde dat de tweede als reservekopie bedoeld was.

De rechtbank ging hier niet in mee. Omdat de software op de harde schijf werd geïnstalleerd, was de aangeschafte CD-ROM eigenlijk de backup, zo luidde het vonnis. Aztec kon ook niet uitleggen waarom een extra kopie van de software, op een andere PC geïnstalleerd, noodzakelijk zou zijn voor het goed kunnen werken met het origineel. En daarmee was niet voldaan aan de eis van artikel 45k dat de reservekopie “noodzakelijk” is voor het origineel.

Arnoud

Big Brother is een zeur

George Orwell zat ernaast: die privacyschendingen zijn niet gevaarlijk, maar vooral irritant.

Ik stel me voor dat het terechtwijzen van een wildplasser ongeveer zo gaat:

‘Hallo, u daar!’

De wildplasser kijkt om en ziet… niemand. Hij kijkt nog eens in zijn halflege fles jenever en neemt zich plechtig voor nooit meer te drinken.

Lees verder bij Planet.

Arnoud

Open innovatie

Voor innoverende bedrijven is open innovatie cruciaal om te kunnen blijven innoveren. Geen enkel bedrijf kan het allemaal in zijn eentje doen. De uitdaging is dus hoe bedrijven samen moeten werken om innovaties te delen en elkaars innovaties te kunnen gebruiken om zo nieuwe producten op de markt te kunnen brengen. De term is bedacht door Henry Chesbrough, en de ideeën zijn uitgewerkt in zijn boeken Open Innovation (2003) en Open Business Models (2006).

Het artikel Wat en hoe inzake open innovatie van Vareska van de Vrande op Sync is een goede introductie. Zij schrijft:

Open innovatie houdt in dat bedrijven zowel interne als externe bronnen combineren voor de ontwikkeling en het op de markt brengen van nieuwe innovaties. Dit betekent dat bedrijven bij de ontwikkeling en commercialisering van nieuwe en/of verbeterde diensten of producten kennis durven aanwenden van buiten de muren van hun eigen organisatie.

En om dat durven gaat het natuurlijk. Het “Not Invented Here” syndroom moet worden doorbroken. Open innovatie is niet alleen maar een idee, maar een veranderproces. En dat valt niet mee. Zoals Van de Vrande het formuleert:

De transitie naar een meer open manier van innoveren is echter geen gemakkelijke weg. Concreet betekent dit dat er binnen het bedrijf een verschuiving plaats moet vinden in de manier waarop er naar het eigen bedrijf en daarbuiten gekeken wordt. Het gaat dus om een groot veranderingsmanagement traject, waar veel bedrijven niet erg bedreven in zijn.

Over vier weken mag ik daar zelf over vertellen. Patentday 2007 is een Scandinavische conferentie voor IP-mensen (octrooigemachtigden, R&D managers en consultants). De grote uitdaging wordt hoe je bij zo’n gevarieerd publiek concreet genoeg kunt worden.

Ik kies voor de octrooi-insteek. Te vaak hebben bedrijven octrooien enkel en alleen als bijproduct van hun onderzoek en ontwikkeling. Met octrooien kun je echter veel meer. Technologie kan worden verkocht of worden gelicentieerd als je een octrooi hebt. Daarmee zijn octrooien dus een cruciaal aspect van open innovatie. Kennis delen is één ding, er geld mee verdienen een tweede.

Daarnaast wil ik ook open source verwerken in het verhaal. Innovaties staan niet op zichzelf, maar vereisen een grote hoeveelheid onderliggende technologieën om tot een product gemaakt te kunnen worden. Om dat onderliggende platform te kunnen maken is dus een grote hoeveelheid technologie nodig. En die technologie kun je middels open source gezamenlijk ontwikkelen en onderhouden.

Arnoud

Belastingdienst: “Gebruik de DigiD van uw buurman maar”

Vanochtend op NU.nl: “Wie zijn belastingaangifte nog via internet wil indienen, maar geen DigiD heeft kan die van zijn of haar buurman gebruiken.”

Niet bepaald logisch, een DigiD is tenslotte je persoonlijke code voor vertrouwelijke communicatie met de overheid. “Schrijf uw DigiD nooit ergens op. Op deze wijze voorkomt u dat anderen al dan niet opzettelijk inzicht krijgen in uw persoonlijke wachtwoord.”, adviseert de DigiD site dan ook.

Een paar uur later kwam dan gelukkig ook de mededeling dat ‘Gebruik andermans DigiD’ een verkeerd advies was.

Commentaar van Wanda van Kerkvoorden van SOLV:

Dat lijkt mij een understatement. Ik zou het een redelijke blunder willen noemen. Met je DigiD moet je nu juist persoonlijk en vertrouwelijk met de overheid kunnen communiceren. Ook de “oplossing” die nu gesuggereerd wordt, om, zoals wordt gesteld, mensen toch enigszins tegemoet te komen, desnoods aan iemand anders te vragen om hun aangifte te versturen zonder dat ze inzage krijgen in de codes van de ander, kan mijns inziens niet door de beugel.

Arnoud

Anti-plagiaatdiensten plegen inbreuk op auteursrecht?

Steeds meer universiteiten (waaronder ook de mijne) gebruiken anti-plagiaatdiensten bij het controleren van werkstukken en papers. Nu blijken die diensten volautomatisch de ingeleverde papers toe te voegen aan de databank. Op zich slim, want de kans is groot dat zo’n paper een jaar later “hergebruikt” wordt door een collega-student. Maar mag dat eigenlijk wel?

Vier Amerikaanse studenten vinden van niet en hebben de Amerikaanse dienst Turnitin.com nu aangeklaagd wegens inbreuk op het auteursrecht. Vorig jaar september werd hier ook al over geklaagd. Maar gaat het echt om inbreuk op het auteursrecht?

“These students are giving their work to a company that’s making money and they are getting no compensation.”

Relevant is natuurlijk wel dat deze bedrijven geen hele papers opslaan, maar alleen een soort van cryptografische hash functie, een digitale code die uniek is voor elk paper. Omdat je uit zo’n code het paper niet kunt reconstrueren, zie ik niet hoe dit inbreuk op het auteursrecht kan zijn. Hoe je het ook wendt of keert, je kunt alleen inbreuk plegen als je een kopie van het werk maakt.

Arnoud

Open source boek: Perspectives on Free and Open Source Software

Interessant nieuw boek over de sociale kanten van open source. Er komen vijf hoofdonderwerpen aan bod: de motivatie van software-ontwikkelaars om open source te maken, de kwaliteit van open source, de tools en ontwikkelpraktijken, de business models en uiteraard toch weer even de juridische aspecten.

Bespreking op Livre (waar het uiteraard FOSS heet in plaats van open source): De sterke en zwakke punten van een (goedaardig) monster.

Joseph Feller en zijn collega editors Brian Fitzgerald, Scott Hissam en Karim R. Lakhani hebben weliswaar de meest vooraanstaande analisten en wetenschappers in het veld bij elkaar gekregen, maar slagen er niet in een coherent antwoord te vinden om de kracht van de FOSS-beweging te verklaren. (…)

Ondanks de kritiek is het boek het lezen waard. Een waaier van perspectieven wordt gepresenteerd en gezamenlijk geven zij een goed inzicht in de belangrijkste aspecten en controverses in de open source-beweging.

Een hele treffende conclusie over het ontwerpen van open source:

De resultaten van het onderzoek laten zien dat samenwerken aan een open-sourceproject eigenlijk niet anders is dan het bouwen van een praalwagen voor de carnavalsoptocht.
Maar dan wel een praalwagen waar ondertussen de halve wereld op meerijdt.

Bibliografische gegevens
Feller J., Fitzgerald B., Hissam S.E. and Lakhari K.R. (Editors)
Perspectives on Free and Open Source Software
Cambridge, MA: MIT Press, 2005
538 pagina’s, ISBN 0-262-06246-1
Boek website – Het gehele boek is als PDF-bestand gratis te downloaden.

Arnoud