Vijf EULA-clausules waar je je koffie van tegen het scherm zult spugen

1. Geen iTunes voor jou, Kim Jong-Il
Ik begin met een klassieker: Apple verbiedt in de iTunes voorwaarden het gebruik van de software bij de productie of ontwikkeling van massavernietigingswapens:

You also agree that you will not use these products for any purposes prohibited by United States law, including, without limitation, the development, design, manufacture or production of nuclear, missiles, or chemical or biological weapons.

Dit is een mooi stukje cargo culting: high-end software kan onder exportverboden of dual use regelingen rondom wapenhandel en -ontwikkeling vallen. Om te voorkomen dat je software in die categorie komt, kun je maar beter je klant verbieden Dus komt er een verbod daarop in de licenties voor die software. En dat komt dan ook in de voorwaarden voor gewone software.

2. Dit verbod vervalt bij de Zombie Apocalyps
Maar deze kende je nog niet: ga je via de Amazon marketplace in hout handelen, dan geldt ook zo’n verbod tegen gebruik of handel met militaire doeleinden. Echter, dit vervalt wanneer de Zombie Apocalyps zich voor zal doen:

However, this restriction will not apply in the event of the occurrence (certified by the United States Centers for Disease Control or successor body) of a widespread viral infection transmitted via bites or contact with bodily fluids that causes human corpses to reanimate and seek to consume living human flesh, blood, brain or nerve tissue and is likely to result in the fall of organized civilization.

3. Jouw testresultaten zijn van mij
Je zou zeggen dat als je kijkt hoe software werkt, dat dan jouw toegenomen kennis is. Sommige EULA’s – zoals die van analyticspakket Crobox – denken daar anders over:

10.5 The Customer acknowledges that details of the Product, and the results of any performance tests of the Product, constitute Crobox’s Confidential Information.

Dit is juridisch bindend maar natuurlijk wel heel vervelend.

4. Tot de dood van de Koningin ons opzegt
Een Engelse softwarelicentie – die ik helaas niet mag publiceren – bevatte een wel heel aparte einddatum:

This license shall be in force for the period ending at the expiry of 21 years from the death of the last survivor of all the lineal descendants of her Majesty Queen Elisabeth II who have been born on the date of this agreement, whichever comes later.

Dit blijkt dus een in Engeland niet ongebruikelijke clausule. Onder Engels recht zijn eeuwigdurende overeenkomsten problematisch, maar door het op te hangen aan een gebeurtenis die technisch niet eeuwig hóeft te zijn zou je dat dan omzeilen.

5. Op voorwaarde van persoonlijke groei en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid De “Replace Tekst” softwarelicentie eist een zoektocht naar zingeving:

You agree to admit your own fallibility and to embrace personal growth to the benefit of yourself, and those around you.
You agree to act responsibly towards the environment and to help improve the environment however you see fit.
You agree to treat all people with respect and to help other people in whatever way you are most passionate about.

In een zakelijke context minder gek; menig inkoopcontract bij een groot bedrijf eist dat je maatschappelijk verantwoord onderneemt, geen kinderarbeid toepast, milieuvriendelijk werkt en je bedrijfsprocessen continu verbetert. Waarom dan niet je persoonlijke mentale processen?

Arnoud

Weer zo’n disclaimer die nergens op slaat

Regelmatig sturen mensen me “De directie stelt zich niet aansprakelijk”-bordjes, waarvoor mijn dank. Af en toe zitten er ook varianten tussen waar ik schele juridische jeuk van krijg, zoals deze (dank GJ):

scholieren-tassen-eigen-risico

Waar te beginnen. Allereerst dat het een geprint tekstje is, dus iemand die dacht “dat ga ik eens even régelen, dan is het afgelopen met dat gezeik”. Altijd mooie motivatie voor allerhande bordjes.

Daarnaast het ontbreken van een punt en het gecentreerd zijn van alle tekst. Ergerlijk.

Juridisch belangrijkst is natuurlijk de combinatie van “je moet het afgeven” met “wij zijn niet aansprakelijk”. Ehm, nope. Je aansprakelijkheid afwijzen is sowieso al moeilijk met bordjes, maar als je mensen verplicht iets bij jou af te geven dan ben je daar verantwoordelijk voor. De wet noemt dat een bewaarnemingsovereenkomst en de bewaarnemer is gewoon aansprakelijk voor verlies of diefstal.

Wie nog meer van dit soort maffe bordjes heeft: ik houd me aanbevolen!

Arnoud

Jezelf voordoen als de klantenservice, mag dat?

klantenserviceEven blijven liggen: de facebookpagina ‘Klantenservice’ maakt al een tijdje het leven zuur van veel grote Nederlandse bedrijven en hun klagende klanten, las ik bij het AD. Een ‘satirisch protest tegen domme mensen’ noemen ze het zelf. Afzeikhumor kun je het ook noemen, zeker als de initiële grap op zeker moment wel eens klaar is. Maar wat me verbaasde, is dat nog geen bedrijf juridische stappen ondernam tegen deze grapjurken.

“Je komt inderdaad over als een mongool, dus ons inziens heeft de desbetreffende medewerker correct gehandeld.” En dat dan in reactie op je klacht op de Facebookpagina van een bedrijf, van een account dat “Klantenservice” heet en daarmee stiekem toch wel een beetje de indruk wekt de klantenservice van dat bedrijf te zijn. Oh nee wacht, je bent vast dom als je dat denkt want iedereen weet dat de klantenservice van een bedrijf zal reageren met een account met de bedrijfsnaam erin. Of zoiets.

Of is het een stukje satire naar de mensen toe, een maatschappijkrities signaal dat op een misstand wil wijzen?

Mensen laten soms achterlijke reacties achter. Het niveau is zo ontzettend treurig. Ze reageren vanuit hun emoties, smijten met van alles en nog wat en zonder enige vorm van redenering. Dan gaat het kriebelen om te reageren.

De vraag is dan alleen, moet je dat dan doen door die domme mensen keihard af te zeiken of zijn er andere manieren om dat punt te maken?

Maar goed, dit is een juridisch blog en geen humortheoretisch blog. Zijn ze aan te pakken, die Klantenservice-grapjassen?

Men gebruikt een eigen, neutrale stockfoto van een vriendelijke dame met koptelefoon, en in de naam of het bericht wordt nergens expliciet de naam genoemd van het bedrijf ‘namens’ wie men reageert. Je zou dus kunnen zeggen, dit is een willekeurige pipo die een duit in het zakje doet.

Toch vind ik dat men uiteindelijk de indruk wekt namens het bedrijf te spreken, want de reacties benoemen vrijwel altijd ‘wij’ en de term “Klantenservice” in de context van een reactie op een klacht of vraag. Dat voelt voor mij hetzelfde als naast een kassa gaan staan en “Kan ik u helpen” zeggen tegen een winkelende klant. Hoewel je dan strikt gesproken niet zégt daar te werken, wekt dat alles bij elkaar wel de indruk.

Of dat tegen de wet is, is echter een lastiger vraag dan je denkt. Immers, er zijn wel allerlei regels over oneerlijke handelspraktijk en zo, maar dit is geen hándel want welke commerciële activiteit ontplooit men hier? De enige juridische grond is de kapstok van artikel 6:162 BW: dit is maatschappelijk onzorgvuldig dus het zou verboden moeten worden. Maar als je daarmee moet komen, is het wel een zwaktebod.

En ja, dat is natuurlijk de grap en mensen hadden maar slimmer moeten zijn en even dubbelchecken hoe de webcare van het bedrijf heet waar ze op reageren. Dus wellicht biedt dat dan een rechtvaardigingsgrond – de vrijheid van meningsuiting mag ook worden gebruikt om te beledigen en shockeren.

Alleen: hoe zeg je dan, ja jongens het was leuk, ga eens wat anders doen?

Arnoud

Concurrentje pesten middels pornosite

porno.jpgOk, wat was u denkende. Dat was mijn eerste gedachte bij het lezen van dit vonnis over twee concurrerende fietsenzaken waarbij de één een domeinnaam had geregistreerd die vrijwel identiek was aan die van de concurrent. En wel op het moment dat ik las “Deze domeinnaam wordt gelinkt aan een pornografische website.” Echt.

Het vastleggen van de domeinnaam die lijkt op de bedrijfs- of domeinnaam van een concurrent is op zich al dubieus, maar als je dit soort dingen gaat doen moet je niet gek opkijken als je meteen verliest. Je zult een héél goed verhaal moeten hebben waarom je dat doet, en dat was er in dit geval niet:

Ter comparitie heeft de heer [Gedaagde] uitgelegd dat hij de concurrentie van [Eiser] vreest en de domeinnaam geregistreerd heeft om die aan [Eiser] te kunnen verkopen ‘als er rare dingen zouden gebeuren’. De rechtbank vermag niet in te zien wat [Gedaagde] hiermee bedoelt.

En als de rechtbank niet snapt wat je bedoelt, gaat men zelf bedenken wat je zou kunnen bedoelen:

[D]de rechtbank [is] van oordeel dat er geen andere reden geweest kan zijn dan het dwarszitten van haar concurrent. Dit dwarszitten kan gelet op de concurrentiestrijd tussen partijen gericht zijn geweest op misleiding van klanten en potentiële klanten van [Eiser].

Voor de pornosite was wél een verklaring: waarschijnlijk was de site gehackt. Een naburige school had ook last van zulke doorlinks. Op zich legitiem, het kan gebeuren dat je dat soort rommel op je site krijgt. Maar dat kwam hier niet heel geloofwaardig over. De politie had de laptop van de gedaagde directeur onderzocht en geen sporen gevonden van gehackt zijn (of van het aanbrengen van pornolinks), maar wél geconstateerd dat er van alles weg was.

De rechtbank gelooft er dus niets van. Concurrentje pesten, dat is het. En dat mag niet, dus meneer moet stoppen met het gebruik van die domeinnaam. Gek genoeg geen overdracht.

Ook was er schadevergoeding geëist. Maar wat ís die schade? Schade moet je aantonen, je kunt niet zomaar een bedrag uit de lucht grijpen. En ondanks het toch behoorlijk specifieke bedrag van 12.722,50 euro dat men eiste, vond de rechtbank dat niet gebleken was van schade. De doorlink was maar zó kort in de lucht (Tweede Paasdag ook nog eens) en geen enkele klant had aangegeven hierom afgehaakt te hebben.

Arnoud

Spionagemalware Duqu schendt GPL

duqu-gpl.pngSjongejongejonge, wat zullen de Duqu-makers daar wakker van liggen: de beruchte spionagemalware Duqu bevat open source-code die onder de ‘virale’ licentie GPL vallen, las ik bij Webwereld. Duqu blijkt open source blokken te bevatten van derden en die licentie te negeren.

Tsja, wat moet je met zo’n berichtje? Ik noem het maar ‘grappig’, wanthet is ergens wel grappig om te denken dat malwaremakers die economische spionage en mogelijk zelfs hardwarevernielingen gaan veroorzaken een opensourcelicentie zullen respecteren. Gelukkig dus maar dat er “This post is for fun, don’t take it too seriously,” bij staat.

En dan maar doorpakken op een stukje irritatie van mij: je kunt in situaties als deze de GPL niet schenden, want de GPL is niet bindend als je je er niet aan houdt. Je pleegt auteursrechtinbreuk, natuurlijk, maar eisen dat iemand de GPL naleeft is onmogelijk. Tenzij iemand gezégd heeft de GPL te willen naleven en vervolgens dat blijkt niet te doen.

In maart hadden we nog een discussie over GPL bij tablets, waarbij de discussie was of je als koper de GPL kon afdwingen. Dat kan (via een derde-begunstigde discussie) maar wél moet dan eerst vaststaan dat de verkoper zich aan de GPL heeft gebonden.

Het enkele feit dat iemand GPL-licensed code verspreidt, is nog geen bewijs dat hij zich aan de GPL heeft geconformeerd.

Arnoud

Verboden te hyperlinken naar de UEFA

uefa-tc.pngIk heb het onder “Grappig” gerubriceerd maar het is natuurlijk om te huilen: het is verboden te linken naar de website van de UEFA zonder hun voorafgaande schriftelijke toestemming. De gebruiksvoorwaarden van de site zijn daar heel duidelijk in. Duidelijk, maar ook dom: hoe kan ik me akkoord verklaren met voorwaarden waarvan ik het bestaan helemaal niet wist?

Het is volstrekt legaal om te hyperlinken naar eender welke URL op internet, bepaalde de Hoge Raad al in 2003. Er zijn uitzonderingssituaties, maar dan moet je denken aan het dieplinken naar streams of downloads waardoor je overlast (datapieken) veroorzaakt, of aan linkverzamelingen waarvan je weet dat ze structureel en systematisch verwijzen naar illegale uploads. Bovendien, websitedisclaimers zijn niet bindend dus die tekst voegt niets toe.

Pas als je je registreert, en daarmee expliciet akkoord gaat met de voorwaarden, zou men eventueel naleving van deze voorwaarde kunnen afdwingen. Alleen kan ik eigenlijk geen situatie bedenken waarin de UEFA redelijkerwijs zou kunnen willen dat mensen níet naar hen linken én zo’n belang zwaarder zou wegen dan de vrije meningsuiting van die mensen.

Ik kan me echter niet voorstellen dat de betrokken UEFA-jurist ook maar één seconde hierover nagedacht heeft. Ik weet zeker dat dit een kwestie “maak even een disclaimertje” was, waarbij men gewoon wat stoer-juridisch bedoelde teksten bij elkaar plakte. Dat schijnen mensen belangrijk te vinden; niet voor niets draait onze disclaimergenerator elke dag nog steeds overuren terwijl de teksten eigenlijk juridisch nul waarde hebben. Disclaimers juridisch masturberen noemen is vast té grof voor de maandagochtend?

Arnoud

De privacy van de dader in beeld

Deeltje zoveel in de vraag: Mag je camerabeelden gebruiken als bewijs in een strafzaak? Hier is veel over te doen, omdat camerabeelden worden gezien als “bijzondere persoonsgegevens” en daarmee de privacywet in werking treedt. De wet kent dan ook extra waarborgen voordat de politie die gegevens mag gebruiken.

Eén zo’n waarborg is dat de politie niet zomaar mag vragen om camerabeelden. Zij moet de juiste wettelijke grondslag hebben om beelden te mogen vorderen, omdat die wettelijke grondslag ervoor zorgt dat de belangenafweging juist wordt uitgevoerd. Zomaar vragen verstoort die afweging. Zo kan een betrokkene zich verplicht voelen de beelden af te geven omdat een agent het vraagt, zonder te beseffen dat dat eigenlijk niet hoeft.

Maar wat nu als de beelden toch bij de politie terechtgekomen zijn zonder zo’n vordering? Kan de dader dan ongestraft vrijuit? Nou, zo makkelijk gaat dat ook weer niet. Want die regel die ik net uitlegde, is er om de cameraman te beschermen en niet om de dader te beschermen. Zoals de rechter hier de wetgever samenvat:

Degene die de politie informatie verschafte kon immers – voordat daarvoor een vordering vereist was – een probleem krijgen met de persoon wiens gegevens werden verstrekt.

Zijn de beelden al te makkelijk opgevraagd, dan kan de cameraman daar een probleem van maken, bijvoorbeeld een klacht bij de korpschef. Maar de verdachte kan niets met die situatie, want zijn belang hier is irrelevant.

Maar eh die privacywet dan? Die verdachte staat er toch op en daarmee vallen de beelden toch onder de Wet bescherming persoonsgegevens?

Nou nee, zegt de rechter: de verdachte kán niet in zijn privacy zijn aangetast – omdat hij immers ontkende überhaupt in de juwelierszaak te zijn geweest!

Arnoud

Ik heb toestemming van DigiD! Maar wat moet ik daarmee?

digid.pngHelemaal vergeten te melden: ik heb toestemming om het beeldmerk van DigiD te mogen tonen, dus bij deze –>

Eind november blogde ik over het product DigiD Machtigen, waarbij ik algemene voorwaarden aantrof die me nogal verbaasden. Allereerst überhaupt waarom horen er “algemene voorwaarden” bij een overheidsdienst?

En meer specifiek, waarom bepalen die algemene voorwaarden dat het een ieder “op welke wijze dan ook”, dus ook voor vrije nieuwsgaring, verbiedt een merk te gebruiken dat geen merk is?

Mijn gevoel zegt me dat hier een dienstverlener lekker proactief meedacht en een setje algemene voorwaarden bij elkaar copypastte, want ja een online dienst die moet algemene voorwaarden hebben. (Ja, zo komen ze echt ook bij ons binnen: “hebben jullie voorwaarden voor ons, mag heel generiek zijn maar gewoon dat ik gedekt ben”). Maar ja, krijg dat maar eens bewezen.

Wat mij helemaal specifiek van mijn stoel deed vallen, was dit artikel:

10.1 Het merk DigiD Machtigen mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het ministerie van BZK niet worden gebruikt op welke wijze dan ook.

Er ís alleen helemaal geen gedeponeerd merk “DigiD Machtigen”. Bij het Benelux Merkenregister weten ze van niets. Er is wel een merk “DigiD” (0762759) en het logo (0777710) is ook beschermd, maar dat is wat anders dan “het merk DigiD Machtigen”.

Puur omdat het kon, mailde ik de helpdesk met de vraag om toestemming. Dat duurde lang, maar na een keertje herinneren kreeg ik mét excuses een beleefde toestemming:

U heeft verzocht om toestemming voor het gebruik van het beeldmerk DigiD ten behoeve van uw juridische blog over de gebruiksvoorwaarden van DigiD Machtigen. Hierbij verleent Logius u toestemming om het beeldmerk DigiD voor bovengenoemd doeleinde te gebruiken.

Een kniesoor die erop gaat wijzen dat de voorwaarden over het merk “DigiD Machtigen” gingen en ik nu ineens toestemming voor het beeldmerk van DigiD als zodanig heb. Of dat Logius bij mijn weten geen bevoegd vertegenwoordiger is van de merkhouder (de Staat der Nederlanden, Ministerie van BZK, Projectdirectie GBO.Overheid).

Was dit nu nodig? Nee, natuurlijk niet. Er is geen enkele grond waarop een overheidsinstantie – of een overheidsautomatiseerder – een burger kan verbieden naam of logo van een overheidsorgaan te gebruiken bij een meningsuiting over dat orgaan. Geen enkele. Ook het merk niet. En daarom ergerde ik me er zo aan dat de voorwaarden dit zo categorisch verbieden. Ik snap werkelijk niet hoe de betrokken jurist dat kon opschrijven. Je chéckt dat soort dingen toch?

Arnoud

Waarom zit er een Weens Koopverdrag in mijn softwarelicentie?

uncisg.pngIn 2010 blogde ik dat het Weens Koopverdrag regelmatig uitgesloten wordt in allerlei algemene voorwaarden. Het duikt echter nog regelmatig op, ook in softwarelicenties. En daarover vroeg een lezer me waarom dat überhaupt nodig is: software is toch niet iets dat je kunt ‘kopen’?

Nou, daar heeft die lezer dus helemaal gelijk in. Software koop je niet maar neem je in licentie. Het is dan ook vooral een stukje copypastejuristerij, al dan niet om de tekst er wat gewichtiger te laten uitzien. De klant verwacht immers een uitgebreide juridische tekst, en een alinea “U mag deze software binnen uw bedrijf gebruiken maar niet verspreiden naar derden, en wij zij niet aansprakelijk voor fouten” voelt niet als een tekst waar je 950 euro voor betaalt. Dus dan maar wat extra uitsluitingen, herformuleringen van wettelijke rechten en beperkingen en opsommingen van dingen die onder “alles” gerekend moeten worden.

Specifiek over het Weens Koopverdrag vond ik echter nog een interessant artikel bij TechEye (waar ik de titel schaamteloos van gejat heb) dat laat zien dat het soms echter nog net iets meer betekent. Men had een stukje software van Broadcom gevonden, waarvan de licentie de bekende clausule bevatte dat

The parties expressly stipulate that the 1980 United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods shall not apply.

Enig graafwerk van TechEye leidde tot de ontdekking dat er wel iets meer achter zit dan alleen copypastewerk. In Duitsland met name leeft er serieuze discussie of en wanneer dit verdrag relevant is voor software. Daar lijkt de conclusie te zijn dat als je standaardsoftware (geen maatwerk) op fysieke drager verkoopt, er sprake is van een ‘koop’ in de zin van het Koopverdrag. Iets dat ons Arnhems Hof in 2010 ook leek te oordelen, hoewel in een iets andere context. Ook dit paper uit Japan van de Japanse overheid lijkt dit standpunt te onderschrijven.

Ergens wel terecht ook: standaardsoftware wordt verkocht alsof het een fysiek ding is – Borland had al heel lang geleden de opvatting dat hun software was “sold like a book”, oftewel je had één licentie, die mocht je best doorverkopen of weggeven zolang je maar niet ging kopiëren. De nieuwe Consumentenrechtenrichtlijn zal digitale goederen op bepaalde (maar niet alle) punten gelijkstellen met fysieke goederen.

Eigenlijk vind ik het nog jammer dat de Europese Unie niet heeft doorgepakt en gewoon software of digitale goederen algemeen als ‘zaak’ heeft aangemerkt. Dan kun je gewoon alle regels over verkoop van producten ook toepassen op digitale producten. Het Weens Koopverdrag blijft uitsluitbaar in dat geval, dat wel. Maar waarom het maatschappelijk wenselijk is dat software niet kan worden verkocht maar alleen in licentie mag gegeven, heeft nog niemand me kunnen uitleggen.

Arnoud<br/> Afbeelding: Drafting Contracts Under the CISG, Flechtner, Brand en Walter Oxford University Press, USA (December 31, 2007)

Juridische voorspellingen voor 2012 (en terugblik op die voor 2011)

glazen-bol.pngEind 2010 deed ik vijf voorspellingen voor 2011. Eens zien wat daarvan terechtgekomen is:

  1. Meer aandacht voor webwinkels door de Consumentenautoriteit: hm, niet echt. In maart legde men een boete op voor fouten van affiliates, maar dat was het wel. Wél kregen vijf elektronicaconcerns hoge boetes voor misleiding over garantie en conformiteit, iets waar ook veel webwinkels goed in zijn.
  2. Een wetsvoorstel of richtsnoer over netneutraliteit in Nederland. Ja! Het ligt nog bij de Eerste Kamer maar het lijkt er doorheen te gaan komen. Wel met enig oponthoud, omdat ook de cookiewet in dit wetsvoorstel staat en de marketinglobby daar keihard voor is gaan liggen.
  3. Meer rechtszaken over auteursrechtschendingen door bloggers en forummers, waarbij de schadevergoeding voor de rechthebbenden fors zal tegenvallen: min of meer, maar gelukkig meer dan min. Over het mooiste vonnis blogde ik in september; de rechter maakte werkelijk gehakt van alle claimpraktijken. Er zou hoger beroep zijn aangetekend, wat mooi is want het Hof zal ongetwijfeld hetzelfde zeggen. Er waren nog veel meer vonnissen, ik houd een overzichtje bij. De trend is “wel schadevergoeding, geen opslagen”, maar er zijn nog steeds rechters die een opslag wél terecht vinden want anders gaat iedereen maar overnemen zonder toestemming. (En ja, dat is dus fout want dat noemen we boetes.)
  4. Buma/Stemra probeert wederom embedded muziekgebruik aan te pakken. Ja! Wel zonder hyvende meisjes in de pers, wat ik in mijn voorspelling wel noemde. Maar goe,d die zitten ook op Facebook allemaal. B/S verloor een kort geding tegen embeddend radiostation NederlandFM, hoewel meer om de formele reden dat men te traag opereerde en dus geen ‘spoedeisend belang’ had.
  5. De gecrowdsourcete voorspelling: Google krijgt een boete, gebaseerd op het feit dat de meeste reacties daarover gingen. Er kwam een last onder dwangsom van ons eigen Cbp, maar geen boete van de Europese Commissie wegens machtsmisbruik. Wél werd op de valreep aangekondigd dat de EC een onderzoek start wegens machtsmisbruik van de advertentiemogul.

Nou, toch niet slecht: twee keer raak en drie keer soort-van.

Mijn voorspellingen voor 2012:

  1. XS4All en Ziggo hoeven The Pirate Bay niet te blokkeren, en Brein gaat in hoger beroep.
  2. Een forum wordt aangeklaagd wegens privacyschending voor het noemen van de naam van een persoon, zonder dat sprake is van smaad of laster.
  3. Niemand gaat procederen over de vraag of de Wet Van Dam ook geldt voor bestaande contracten, en eind 2012 krijgen dan ook we precies dezelfde discussie over eind 2011 aangegane contracten die in 2012 voor het eerst verlengd worden.
  4. Een webwinkel krijgt een boete van de Consumentenautoriteit voor schending van de Wet koop op afstand. (Kom op jongens!)
  5. En natuurlijk crowdsource ik ook deze keer mijn vijfde!

Arnoud