Moet je klantgegevens per se in Nederland opslaan?

disc-data-weg-bewaren-kruis.jpgEen lezer vroeg me:

Wij hebben als bedrijf behoorlijk veel data en overwegen dit nu in de cloud op te slaan. Maar mag dat wettelijk gezien of moeten we per se dit zelf in Nederland beheren?

Er is geen algemene wet of regel die bepaalt dat een Nederlands bedrijf bedrijfsgegevens in Nederland moet opslaan, of zelfs maar in Europa. Je bent daar als bedrijf dus vrij in.

De enige hierbij relevante wet die ik kan bedenken, is de Wet bescherming persoonsgegevens. Wanneer die bedrijfsgegevens iets zeggen over personen (bijvoorbeeld klantdata of personeelsadministratie) dan moeten die worden behandeld volgens deze wet.

De Wbp bepaalt grofweg dat je persoonsgegevens alleen mag opslaan binnen de Europese Unie (art. 76 Wbp) behalve in enkele specifieke gevallen. Zo mag het met aparte toestemming van de betrokken personen of wanneer het nodig is voor afwikkeling van een contract met die persoon. Bemiddel je bij aankoop bij een Amerikaans bedrijf, dan mag je dat bedrijf de klantgegevens geven want anders kan die koop niet worden afgehandeld.

Verder neem je een risico als je gegevens in een ver buitenland opslaat. Wat als het bedrijf ermee ophoudt, of iets simpeler gewoon weigert je toegang tot de bedrijfsgegevens te geven? Je kunt dan moeilijker naar de rechter dan in Nederland. En dat is een risico want stel de Belastingdienst wil inzage in je administratie en die staat net in de Braziliaanse cloud die even down is (huh, een wolk die beneden is?), wat dan?

Technische oplossingen zijn hier misschien beter dan juridische trouwens: ook de hardste SLA en de beste relaties met je leverancier beschermen je niet tegen faillissementen of andere calaimiteiten. Een extra backup ergens anders is dus altijd aan te bevelen.

Arnoud

Nederland mag internetgokken verbieden en doet dat ook

Het monopolie dat de Lotto heeft op online-kansspelen in Nederland is volgens de Hoge Raad niet in strijd met de wet, las ik bij Webwereld. De Lotto heeft in Nederland als enige op grond van de Wet op de kansspelen een vergunning voor het organiseren kansspelen, zoals lotto’s, sportprijsvragen en instantloterijen. Dat botst met het vrij verkeer van diensten, maar dat blijkt legaal volgens de Hoge Raad – én volgens de Europese rechter. Maar raar blijft het.

Het vrij verkeer van diensten mag worden beperkt door een land in specifieke situaties. Eentje daarvan is het beschermen van de volksgezondheid, en in dit geval is dat gokverslaving natuurlijk. Ook kan het bestrijden van de misdaad een reden zijn, denk aan witwassen van zwart geld met gokken. Het is dan ook legitiem om een nationale wet te hebben die “is gericht op de beteugeling van gokverslaving en het tegengaan van fraude”, zoals het Europese Hof van Justitie dat formuleert.

Alleen, die wet moet dan wel vergezeld gaan van beleid dat “daadwerkelijk bijdraagt” aan het gestelde doel. Je moet dus wel echt bezig zijn met het beteugelen van gokverslaving en gokfraude. Oftewel, gáát het Nederlands kansspelbeleid daadwerkelijk wel gokken tegen? Als je het tryout-pakket van Holland Casino (plaatje) hiernaast bekijkt, dan vraag je je af of we juist niet worden verlokt om te gaan gokken bij het staatscasino.

In dat verband citeerde ik destijds de uitspraak van de Europese rechter:

Indien mocht blijken dat het Koninkrijk der Nederlanden een beleid van sterke expansie van de kansspelen voert door de consument op buitensporige wijze te stimuleren en aan te moedigen om hieraan deel te nemen met als hoofddoel gelden in te zamelen, en dat om die reden de financiering van sociale activiteiten uit een deel van de opbrengsten van de toegestane kansspelen niet een bijkomend gunstig voordeel vormt, maar de daadwerkelijke rechtvaardiging voor het door deze lidstaat gehanteerde restrictieve beleid, moet worden geconcludeerd dat een dergelijk beleid de activiteiten met betrekking tot weddenschappen niet op samenhangende en stelselmatige wijze beperkt en dus niet geschikt is ter bereiking van de doelstelling, gokverslaving bij de consument te beteugelen.

Oftewel, als ons beleid er vooral om gaat om mensen aan te zetten tot gokken en niet primair om gokken te beteugelen, dan kan dat beleid niet door de teugel, eh, beugel.

Onze Hoge Raad kijkt nu naar de stukken uit de eerdere zaken, en ziet dat daarin is aangedragen dat de Nederlandse regering bedacht heeft dat een beperkt legaal aanbod beter is dan volledige repressie, omdat het aanbod dan ondergronds gaat en je dus geen zicht meer hebt op gokverslaafden. En -de aanleiding voor deze zaak- als er nieuwe gokkanalen bijkomen, zoals internet, dan mag dat legale aanbod daar ook naar worden uitgebreid.

Maar daar komt bij dat er wel nadrukkelijk beleid wordt gevoerd op beperking van het gokaanbod:

Op p. 12 van deze brief benadrukt de minister dat het kabinetsbeleid erop is gericht de vraag naar kansspelen niet te stimuleren, en wijst hij in dat verband onder meer erop dat de uitbreiding van het aantal goede doelenloterijen en de privatisering van Holland Casino van de baan zijn, en dat ook niet meer de intentie bestaat om de ruimte voor kansspelaanbod in de bestaande vergunningen te verruimen.

Ook heeft de minister aan Holland Casino gevraagd om samen met de andere vergunninghouders een gedrags- en reclamecode tot stand te brengen. Die moet ervoor zorgen dat er geen al te grote wervingskracht van die reclame uitgaat.

En om die redenen concludeert de Hoge Raad dat ons kansspelbeleid inderdaad als hoofddoel heeft het tegengaan van internetgokken, en niet op het binnenhalen van kansspelbelasting of vergunningstaksen. Daarmee past het beleid binnen de kaders die het Europese Hof heeft gesteld, en onze wet mag dus blijven bestaan en worden gehandhaafd.

Directe consequentie is dat het verbod voor Ladbrokes op het online en telefonisch aanbieden van kansspelen aan Nederlanders van kracht blijft. Indirect kan het ook betekenen dat Justitie kan gaan optreden tegen buitenlandse goksites die zich expliciet richten op Nederland, bijvoorbeeld met Nederlandstalige advertenties en/of het accepteren van betalingen via iDeal. En dan voorzie ik zomaar weer discussies over door internetproviders te introduceren pokersitefilters. Immers als ze The Pirate Bay kunnen blokkeren dan toch ook illegale poker- en kansspelsites?

Arnoud

Een half miljoen winnen in een goksitebanner, mag dat?

heeft-50000-euro-gewonnen-kansspel.pngEen lezer wees me op een banner die hij in beeld kreeg tijdens het internetten. Ene ‘Noorsia’ zou 50.000 euro gewonnen hebben met een online kansspel. Dat was niet de eerste keer: de lezer schatte al minstens tien van zulke banners gezien te hebben, zodat aanbieder Hopa.com al meer dan een half miljoen prijzengeld zou hebben uitgekeerd, hetgeen nogal sterk lijkt. Mag dat zomaar?

In Nederland is het nog steeds verboden om kansspelen te organiseren (of eraan mee te doen) als daar geldprijzen mee gewonnen kunnen worden. Je moet een vergunning hebben, en internetcasino’s krijgen die categorisch niet. Meedoen aan dit soort spelen is dus juridisch riskant. Ons strenge kansspelbeleid staat wel op losse schroeven sinds enkele uitspraken van het Hof van Justitie.

Er zijn plannen om ons kansspelbeleid te liberaliseren. Kort gezegd moet er een Kansspelautoriteit (Ksa) gaan komen, die vergunningen gaat afgeven voor online kansspelen. Dat gaat met name over poker: uit onderzoek zou blijken dat het overgrote deel van het illegale kansspelaanbod via internet bestaat uit poker. Waarbij zij opgemerkt dat poker in 2010 door de rechter geen kansspel werd geacht (het hoger beroep loopt nog).

Ondertussen zijn sites als deze dus hoogst problematisch. Naast dat ze dus de Wet op de kansspelen overtreden als ze Nederlanders gelegenheid geven om te gokken voor geld, zijn deze reclames ook nogal misleidend te noemen. En dan kan Hopa.com in haar voorwaarden wel zeggen dat ze

niet in staat zijn de om de legaliteit in elke jurisdictie te controleren en het uw verantwoordelijkheid is om zeker te maken dat het wettelijk is toegestaan om de NGI diensten te gebruiken voordat u inlogt bij onze website(s) volgens de wet van de jurisdictie waar u zich bevind.
maar dat helpt natuurlijk weinig. Hopa is zelfstandig aan te spreken onder de Wok, want niet alleen het gokken is strafbaar maar ook het aanbieden van een gokspel dat zich richt op Nederland en waar je geld kunt winnen. Als je actief een Nederlandstalige site gaat bouwen met een “.nl” subdomein met iDeal-betalingen, dan richt je je gewoon op Nederland.

Omdat het bedrijf op Malta zit en vanuit daar “de Firma exploiteerd” (sic), is er praktisch gezien weinig te doen. (Tenzij Teeven het ook hier op z’n heupen krijgt en voor blokkades en filters gaat pleiten.) Je kunt de misleidende reclame via de Reclame Code Commissie of de rechter laten verbieden, maar praktisch heb je bar weinig aan dat vonnis.

Arnoud

Duits kansspelbeleid verboden, Nederland straks ook?

holland-casino-tryout-pakket-aanzetten-tot-gokverslaving.pngHet Europees Hof van Justitie heeft het Duitse kansspelbeleid min of meer ongeldig verklaard omdat dit beleid in de praktijk niet consequent werd uitgevoerd, hoorde ik gisteren van een lezer (dank!). De Duitse regering claimde gokverslaving te bestrijden maar maakte wel intensief reclame voor de staatsloterijen, en liet toe dat casino’s mensen actief uitnodigen om te komen spelen. Goh, waar doet dat nu aan denken?

Het is vaste rechtspraak van het Europese Hof dat een land het vrij verkeer van goederen en diensten mag beperken als het gaat om gokken en kansspelen. Zo werd in juni nog bevestigd dat Nederland bedrijven mag verbieden kansspelen via het internet aan te bieden. De rechtvaardiging hiervoor wordt gevonden in het algemeen belang om (gok-)verslaving en criminaliteit tegen te gaan.

In deze uitspraken (zaken C-316/07 en verder) bevestigt het Hof dat nog een keer. Regels opleggen mag, een staatsmonopolie op gokken ook, maar er moet een “dwingende noodzaak” zijn om dat te doen en de uitvoering daarvan moet

daadwerkelijk [beantwoorden] aan het verlangen de gelegenheden tot spelen te verminderen en de activiteiten op dit gebied op samenhangende en stelselmatige wijze te beperken.

En op die grond had de Europese Commissie al in 2008 gewaarschuwd dat Nederland haar kansspelbeleid zou moeten aanpassen.

Uit het persbericht van het Hof begrijp ik dat daar in Duitsland allesbehalve sprake van was. Er werd intensief reclame gemaakt voor loterijen (net als bij ons), er werden mensen actief verlokt om naar het casino te komen (net als bij ons) en er werd “daarbij de klemtoon [gelegd] op de behoefte aan financiering van sociale, culturele of sportieve activiteiten waarvoor de behaalde winsten bestemd zijn” (net als bij ons). Dat vindt het Hof genoeg om te oordelen dat hier geen sprake is van daadwerkelijk bestrijden van gokverslaving.

In die zaak van juni werd nog geoordeeld dat het Nederlands kansspelbeleid net zo goed een Europeesrechtelijk probleem zou hebben als de rechter oordeelt dat Nederland

een beleid van sterke expansie van de kansspelen voert door de consument op buitensporige wijze te stimuleren en aan te moedigen om hieraan deel te nemen met als hoofddoel gelden in te zamelen, en dat om die reden de financiering van sociale activiteiten uit een deel van de opbrengsten van de toegestane kansspelen niet een bijkomend gunstig voordeel vormt, maar de daadwerkelijke rechtvaardiging voor het door deze lidstaat gehanteerde restrictieve beleid

Dit Duitse arrest bevestigt dit nog eens. Het woord is nu aan de Hoge Raad, want die moeten nu op basis van bovengenoemde arresten een nationaal oordeel vellen. Ik ben benieuwd waar ze mee komt. Het zal in ieder geval bijzonder lastig worden om te betogen dat het Nederlands kansspelbeleid keurig binnen de regels blijft.

Arnoud

Nederland mag internetgokken verbieden

Nederland mag bedrijven verbieden kansspelen via het internet aan te bieden, las ik in De Pers van donderdag. In twee arresten (C 258/08 en C 203/08) maakt het Europese Hof van Justitie duidelijk dat het vergunningsbeleid van de Nederlandse staat (“alleen de Staatsloterij want dat is goed tegen gokverslaving”) door de Europese beugel kan.

Nederland heeft een erg restrictief kansspelbeleid: alleen met vergunning mag je kansspelen aanbieden, en die vergunning krijgt alleen de Staatsloterij. Met één aanbieder zou de behoefte gedekt kunnen worden, en kan er goede controle op witwassen, fraude en gokverslaving worden gehouden. Maar daarmee wordt wel het vrij verkeer van diensten gehinderd: concurrenten van Staatsloterij kunnen niet legaal opereren, en daarmee botsen onze kansspelregels met het Europese Verdrag.

Het Hof oordeelt in de Ladbrokes-zaak dat er geen sprake is van een inbreuk op dat vrij verkeer. Het is legitiem om een nationale wet te hebben die “is gericht op de beteugeling van gokverslaving en het tegengaan van fraude”. Het is dan ook toegestaan om één gokbedrijf toe te laten op de markt en geen anderen. Hiermee volgt het Hof haar arrest uit 2009 waarin voor Portugal ongeveer hetzelfde werd geoordeeld maar dan voor het staatsbedrijf. In Nederland hebben we echter geen staatsbedrijf, maar een privaat bedrijf dat onder vergunning opereert. Ook dat wordt nu acceptabel geacht. (In de Sporting Exchange wordt verder bepaald dat de wijze van toekennen van de vergunningen niet in strijd is met Europees recht.)

Wel moet de nationale rechter altijd controleren of het beleid “daadwerkelijk bijdraagt” aan het gestelde doel. En dat kan nog wel eens een leuke worden: als je zegt dat deze regel nodig is om gokverslaving tegen te gaan, kun je het dan wel maken om zo veel reclame te maken voor de Staatsloterij, Holland Casino, De Lotto en al die andere gokproducten? Oftewel, gáát het Nederlands kansspelbeleid daadwerkelijk wel gokken tegen?

Het Hof laat zich daar niet over uit, maar geeft wel een algemene overweging:

Indien mocht blijken dat het Koninkrijk der Nederlanden een beleid van sterke expansie van de kansspelen voert door de consument op buitensporige wijze te stimuleren en aan te moedigen om hieraan deel te nemen met als hoofddoel gelden in te zamelen, en dat om die reden de financiering van sociale activiteiten uit een deel van de opbrengsten van de toegestane kansspelen niet een bijkomend gunstig voordeel vormt, maar de daadwerkelijke rechtvaardiging voor het door deze lidstaat gehanteerde restrictieve beleid, moet worden geconcludeerd dat een dergelijk beleid de activiteiten met betrekking tot weddenschappen niet op samenhangende en stelselmatige wijze beperkt en dus niet geschikt is ter bereiking van de doelstelling, gokverslaving bij de consument te beteugelen.

Het ligt dus voor de hand dat onze Hoge Raad (die om dit arrest had gevraagd) nu gaat oordelen aan de hand van deze overweging. Dat kan nog interessant worden, want dit zal waarschijnlijk een diepgravend feitenonderzoek vergen. In 2008 oordeelde de Europese Commissie overigens nog dat ons beleid zeer zeker niet aan deze eis zou voldoen.

Wordt vervolgd, gok ik.

Arnoud