ING mag tarief voor wekelijkse papieren afschriften verhogen naar vier euro

ING mag het tarief voor wekelijkse papieren afschriften verhogen naar vier euro per maand, las ik bij Security.nl. Financiële klachteninstituut Kifid deed deze bindende uitspraak in een zaak tegen de ING-bank, die vorig jaar de kosten voor het gebruik van wekelijkse papieren afschriften verhoogde van 2,50 naar 4 euro per maand. De verhoging is volgens de bank zeer zeker geen ontmoedigingsbeleid.

De klagende consument houdt haar financiën zorgvuldig bij, maar doet dat al sinds jaar en dag op papier. Zij wil daarbij wekelijks een overzicht ontvangen, en zij heeft de middelen niet om van internetbankieren gebruik te maken. Voor papieren afschriften rekenen alle banken kosten (soms maakt men uitzonderingen), en dat is op zich te billijken gezien het een duurder kanaal is. Alleen is dan wel gek dat als je een maandelijks overzicht op papier vraagt, je dat gratis krijgt.

De consument noemt het een ontmoedigingsbeleid, door het steeds duurder maken van de papieren route zal iedereen vanzelf naar digitaal gaan (of overstappen van bank). Dat zou natuurlijk wel zeer onbillijk zijn.

Het Kifid gaat er zeer juridisch-zakelijk in; men opent met dat de algemene voorwaarden de bevoegdheid geven tot tariefswijziging. Men leest dit als een blanco cheque, slechts wanneer het naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (art. 6:248 BW) kan een tariefswijziging tegengehouden worden. Dus “alleen maar” heel onredelijk is niet genoeg, het moet echt schandalig onredelijk zijn.

De bank ontkent dat sprake is van ontmoedigingsbeleid, en wijst erop dat je gratis maandelijkse afschriften kunt krijgen, zodat een tarief voor wekelijkse afschriften niet onredelijk zou zijn. En het Kifid gaat daarin mee:

De commissie heeft begrip voor de situatie van de consument, maar is tegelijkertijd van oordeel dat hetgeen de consument naar voren gebracht heeft en de overige omstandigheden van het geval (de hoogte van de tarieven en de redenen voor verhoging vanuit de bank) er niet toe leiden dat de kostenverhoging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Die redenen komen volgens mij niet verder dan dit:
[De bank] vindt het van belang dat klanten op een nietdigitale manier kunnen blijven bankieren, maar omdat die vorm van bankieren weinig gebruikt wordt, wordt dat duur in verhouding tot digitaal bankieren. Daarbij geldt dat de kosten niet alleen gemaakt worden voor het papier zelf, maar ook voor daarvoor benodigde faciliteiten als personeel, gebouwen en met name de verzendkosten.
Kennelijk werken er dus fulltimers bij ING die papieren afschriften verzorgen vanuit aparte daartoe gehuurde gebouwen, en kan ING geen bulktarief onderhandelen met PostNL. (Het is te flauw om op te merken dat de directeur van ING 1,7 miljoen per jaar verdient en het bedrijf aandeelhouders 1,5 miljard aan winst kon uitkeren in 2022).

Arnoud

 

 

Ziggo stopt prijsverhogingsrecht in voorwaarden om opzegging te voorkomen, wacht wat?

Ziggo verhoogt per 1 juli de prijzen van de meeste internetabonnementen, meldde Tweakers onlangs. De algemene voorwaarden zijn ook aangepast: er staat nu een wijzigingsbeding in. “Door de prijswijziging in de voorwaarden op te nemen, zijn klanten met een lopend contract niet meer contractvrij na een prijsverhoging”, zo legt men behulpzaam uit. Maar eh, zo werkt dat niet met consumentenrecht.

De provider zegt dat de prijswijziging nodig is vanwege hogere kosten, zoals duurder wordende netwerkapparatuur en een ‘enorme prijsstijging op het energieverbruik van het netwerk’. Dat kan, en ik geloof het ook onmiddellijk. Het gebeurt natuurlijk vaker dat kostenverhogingen worden doorbelast aan consumenten, maar daar steekt de wet bij telecomdiensten een stokje voor.

Artikel 7.2 Telecommunicatiewet bepaalt dat je bij iedere contractswijziging vier weken van tevoren moet worden geïnformeerd én dat je het recht hebt om dan op te zeggen. Dat is dwingend recht, dus geen algemene voorwaarde (of zelfs een expliciet onderhandeld of kernbeding) die daar verandering in kan brengen. Ook mogen er geen kosten, zoals afkoopsom of boete, worden gerekend voor opzeggen.

Dat is waar die zin over “contractsvrij” over gaat: dergelijke contracten worden vaak gesloten voor één of twee jaar en worden daarna stilzwijgend onbepaalde tijd. Wie dus in die eerste termijn zit, zit daar dan ook echt aan vast, maar kan ineens tóch opzeggen als de provider de voorwaarden (de prijs is een voorwaarde, in juridische taal) aanpast.

Het ingewikkelde is dat het wel moet gaan om een negatieve wijziging in de contractuele relatie. Een prijsverlaging is dus geen reden om op te mogen zeggen, net zo min als een inflatiecorrectie. En laat precies dat nu zijn waar de gewijzigde voorwaarden van Ziggo over gaan. Ziggo mag dus eenzijdig de prijzen aanpassen aan inflatie, en dat geeft dan geen recht om tussentijds weg te gaan.

Specifiek bij deze verhoging geldt wel een recht van tussentijds opzeggen. Ziggo geeft namelijk aan dat de verhoging is vanwege hogere inkoopskosten. Dat is géén inflatiecorrectie maar een zelfgekozen verhoging om die kosten door te berekenen. En dat mag, maar is nadelig voor de consument en daarmee een grond om op te zeggen.

Arnoud

Mag ik opzeggen bij een prijsverhoging?

sale-afgeprijsd-uitverkoop.pngMet enige regelmaat krijg ik de vraag: mijn abonnementsprijs is verhoogd, mag ik nu opzeggen? Dat kan zijn bij abonnementen op kranten en tijdschriften, bij betaalde internetdiensten of bij iedere andere vorm van dienstverlening waarbij er periodiek wordt betaald.

Het antwoord is eigenlijk simpel: Nee. Er is géén wettelijke regel dat je mag opzeggen als de wederpartij een prijs wil aanpassen. Juridisch is het andersom: de prijs mag niet worden aangepast! Afspraak is afspraak, heet dat juridisch. (Er is een soort-van uitzondering bij BTW-verhogingen.)

Maar natuurlijk gaan we het nu complexer maken, want het is immers juridisch en op alles zijn uitzonderingen (ja, ook op deze zin zelf). De truc die je namelijk gebruikt als dienstverlener is dat je in je algemene voorwaarden opneemt dat je de prijs wél mag verhogen. En omdat die voorwaarden dan deel van de afspraak zijn, is dus afgesproken dat het mag en dan mag het.

In zakelijke contracten is zo’n afspraak zonder meer legaal; bij consumenten ligt dit wat moeilijker. Een consument kan immers niet onderhandelen, dus een afspraak “ik mag op elk moment elke prijs aanpakken” zou een leverancier er gewoon doorheen kunnen drukken. Om de consument tegen zulke onredelijke situaties te beschermen, is er de regel dat algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend mogen zijn. Er is een grijze en zwarte lijst gemaakt met voorwaarden die meestal (grijs) en altijd (zwart) onredelijk bezwarend zijn.

Gek genoeg is er geen vermelding op die lijsten over prijsverhogingen bij een langlopend abonnement. Er is alleen het verbod op een beding

dat de gebruiker de bevoegdheid geeft de door hem bedongen prijs binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst te verhogen, tenzij de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden;

Dit gaat over een prijsverhoging binnen drie maanden na contractsluiting, wat natuurlijk lang niet hetzelfde is als jaarlijks. Specifiek bij het kopen van producten is er een strenger artikel (7:35 BW):

Indien de verkoper bij een consumentenkoop krachtens een bij die overeenkomst gemaakt beding de koopprijs na het sluiten van de koop verhoogt, is de koper bevoegd de koop door een schriftelijke verklaring te ontbinden, tenzij bedongen is dat de aflevering langer dan drie maanden na de koop zal plaatsvinden.

Ik denk dat dit ook nog wel opgaat bij een abonnement waarbij je wekelijks of maandelijks een product geleverd krijgt (zoals de Donald Duck). Maar een abonnement op bv. een betaalde internetsite (zoals een krantenpaywall) is echt geen consumentenkoop, dus ook hiermee kom je er niet.

Bij consumentencontracten voor telecom (internet, mobiele telefonie) is er wél een regel dat je mag opzeggen als men de prijs aanpast (art. 7.2 Telecomwet). Je hebt daarvoor een maand vanaf de melding van de prijsaanpassing.

Er is altijd nog de algemene norm van “niet onredelijk bezwarend zijn”: als jij als consument kunt uitleggen waarom het onredelijk is dat de dienstverlener op elk moment z’n prijzen arbitrair mag verhogen, dan kun je het prijsverhogingsbeding toch laten schrappen. En die uitleg ligt nogal voor de hand bij zo’n volstrekt arbitrair en op-elkmoment beding (meer dan “kóm nou toch” is volgens mij niet nodig).

Vandaar dat veel dienstverleners zichzelf toch íets inperken: slechts eens per jaar verhogen, niet met meer dan een inflatiecorrectie of met maximaal X procent – en eigenlijk altijd met “de consument mag opzeggen als hij het er niet mee eens is”. Maar strikt gesproken móet dat dus niet – als je de discussie aandurft met je klant waarom je prijsverhoging gewoon redelijk is.

Arnoud