12 Amerikaanse wetten over bloggen

Op de Amerikaanse site Aviva vond ik een nieuw artikel met 12 belangrijke Amerikaanse wetten ‘die elke blogger moet kennen’. Amerikaans recht is natuurlijk heel wat anders dan Nederlands recht, maar als je de tekst als een verzameling adviezen en vuistregels leest, kom je ook in Nederland een heel eind. Zeker waar het gaat om achtergelaten commentaar en auteursrecht. De stukken over belasting en het oprichten van je eigen bedrijf mag je overslaan.

Meer politiek georienteerd is de EFF’s Legal Guide for Bloggers. In Nederland is er mijn gids Legaal bloggen en het Belgische artikel U Blogt Toch Ook? van Edwin Jacobs en Wim Schreurs.

Arnoud

“Stalking via mobiel niet minder ernstig dan fysieke stalking”

Niet echt internetrecht, maar er wel vlak langs. In een recent vonnis over belaging (“stalking”) las ik de volgende opmerking:

De rechtbank merkt hierbij nog op dat zij niet gevoelig is voor het argument van de raadsman dat belaging via de mobiele telefoon als minder ernstig dient te worden aangemerkt dan belaging middels bijvoorbeeld het voortdurend voor het huis van de belaagde langsrijden.

Het lijkt mij dat dat voor belaging via Internet net zo goed op moet gaan. Belaging is strafbaar (art. 285b Strafrecht) als stelselmatig opzettelijk inbreuk maken op eens anders persoonlijke levenssfeer om die ander ergens toe te dwingen. Zo’n inbreuk kan net zo goed per e-mail als per telefoon plaatsvinden.

Arnoud

Jurofoon over vrijheid van meningsuiting op internet

In een nieuw artikel gaat Jurofoon in op de vrijheid van meningsuiting op Internet bij het geven van feedback en commentaar op websites. Het gaat dan dus met name om smaad, belediging en laster.

Natuurlijk komt daarbij ook de aansprakelijkheid van forumbeheerders aan de orde.

Interessant fenomeen daarbij is de hobby van sommige sites om dingen over te nemen wanneer de beheerder van het origineel veroordeeld wordt om deze weg te halen. Jurofoon schrijft terecht:

Als een rechter oordeelt dat bepaalde uitlatingen op internet verwijderd moeten worden, dan betekent dat nog niet dat andere websites die inmiddels de teksten hebben overgenomen, ook aan het rechterlijk oordeel gebonden zijn. Degene over wie de negatieve uitlatingen gaat, kan wel proberen tegen elk van de websites een procedure aan te spannen. Maar het is nog maar de vraag of de andere websites ook gedwongen kunnen worden tot verwijdering.
En bij Google hoef je het al helemaal niet te proberen.

Arnoud

Diederik Stols: PR, gezond verstand en auteursrecht

In zijn nieuwe column bespreekt Diederik Stols de PR-aspecten van bestrijding van auteursrechtinbreuk:

Het auteursrecht spoelt weg door het elektronische vergiet dat internet heet, voorspelde Egbert Dommering in 1994 met een vooruitziende blik.

Dat die voorspelling is uitgekomen behoeft geen nadere toelichting. Anno 2007 heeft iedere scholier van 14 zijn eigen computer op zolder, zijn eigen weblog, en staan sites als YouTube voor het overgrote deel vol met inbreukmakend want ongeautoriseerd materiaal, gepost door honderdduizenden bezoekers. Het lukraak uitwisselen van bestanden met andere internetters is iets gewoons geworden.

Lees verder: PR, gezond verstand en auteursrecht.

De column roept bij mij weer de vraag op waarom we ook alweer auteursrecht hebben.

Arnoud

Google niet aansprakelijk voor zoekresultaten

Afgelopen donderdag besliste de rechtbank Amsterdam dat Google niet onrechtmatig handelt als er bij zoekresultaten ongewenste links verschijnen. De kern van het vonnis:

De zorgplicht van Google reikt niet zover dat zij aansprakelijk is voor de bereikbaarheid van die informatie van die ander, indien zij niet weet of redelijkerwijs behoort te weten dat die informatie apert onrechtmatig is. In dit geval was het voor Google redelijkerwijs onmogelijk om tot de conclusie te komen dat de informatie niet correct was.

In dit geval ging het om links naar sekssites die verschenen wanneer mensen naar een tv-presentatrice zochten, zo meldt het Juridisch Dagblad. De sekssites hadden de naam van deze presentatrice in hun webpagina verstopt, zodat Google zou denken dat hun sites relevant waren wanneer mensen op haar naam zochten. En dat doet Google dan ook natuurlijk. Zij vond het uiteraard erg vervelend dat zij “ten onrechte in verbinding wordt gebracht met sekssites en dat ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat zij op de betreffende sites naakt staat vermeld, als playboy dient en fungeert als sexcamgirl.”

Een klacht bij Google leverde op:

Het spijt ons dat deze onverwachte resultaten werden weergegeven op Google. Uw e-mailbericht is doorgestuurd naar het betreffende team. We waarderen uw hulp bij het handhaven van de kwaliteit van onze zoekresultaten.
Later heeft Google wel de links op haar zwarte lijst gezet. Probleem was wel dat dit tijdelijk is, bij de volgende indexatie-slag kunnen de sites zo weer terug zijn. Vandaar dus een kort geding om Google permanent te verbieden deze sites te laten zien bij zoekopdrachten voor haar naam.

Op zich is het zo dat een provider aansprakelijk gesteld kan worden voor de inhoud van sites waar ze naar verwijzen, als de inhoud van de site waarnaar ze verwijzen, onrechtmatig is. Dit volgt uit de Indymedia/Deutsche Bahn uitspraak, waarin o.a. werd geoordeeld:

Aangezien Indymedia weet dat enkele op haar website geplaatste hyperlinks leiden tot [onrechtmatige publicaties], handelt zij … onrechtmatig jegens Deutsche Bahn door geen maatregelen te treffen om verspreiding van de onrechtmatige informatie te staken. Daaraan doet niet af dat Indymedia, als persmedium, de gewraakte informatie niet tot haar eigen informatie maakt. De vraag welke vorm van hyperlinken wordt gebruikt is in dit verband niet van belang. Doorslaggevend is dat Indymedia het technisch mogelijk maakt en laat de informatie te bereiken.
Google is volgens de wet net zo goed een provider van informatiediensten als een website-beheerder. Een verschil is wel dat dat Google met een volledig geautomatiseerd proces het Web doorzoekt en in haar index plaatst. In een eerdere zaak, over een MP3-zoekmachine, vond de rechter dan ook dat bij zoekmachines een andere regel moest gelden:
De handelwijze [van de zoekmachine] is niet zonder meer onrechtmatig jegens al diegenen aan wie het auteursrecht dan wel de naburige rechten op de mp3-muziekbestanden toekomt, ook al is zij bekend met het feit dat degenen die de bestanden openbaar maken inbreuk plegen op de auteursrechten dan wel naburige rechten van derden. Onderzocht moet derhalve worden of die handelwijze in de bijzondere omstandigheden van dit geval desalniettemin als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd.
Pas als er iets bijzonders is, kan een zoekmachine dus aansprakelijk zijn (bij die MP3-zoekmachine was dat zo).

Deze regel werd bevestigd in het Google-vonnis:

Het ‘crawlen’, indexeren en ‘ranken’ heeft een technisch, automatisch en passief karakter en Google kan in beginsel dan ook niet verantwoordelijkheid worden geacht voor de uitkomst van een zoekopdracht en de inhoud van de zoekresultaten.
Er waren geen bijzondere omstandigheden te vinden. Het was voor Google redelijkerwijs onmogelijk om tot de conclusie te komen dat de informatie niet correct was, zo oordeelde de rechter. Pas als het “onmiskenbaar onrechtmatige” informatie is, zou dat misschien anders zijn. Normaal kan Google niet weten of een pagina een trefwoord terecht vermeldt. Zelfs niet als de persoon wiens naam gebruikt wordt, daarover klaagt bij Google. En dan kan Google niet aansprakelijk gehouden worden voor zoekresultaten.

Arnoud

Vrijspraak in hoger beroep denial-of-service aanval

In hoger beroep is onlangs een man vrijgesproken van de aanklacht dat hij denial-of-service of verstikkingsaanvallen zou hebben uitgevoerd, zo meldt Solv. In november 2005 kreeg de man een geldboete opgelegd wegens het opzettelijk vernielen of onbruikbaar maken van een geautomatiseerd werk.

Planet legt uit:

De verdachte computerprogrammeur was door de grote hoeveelheid spam die hij ontving zodanig geïrriteerd dat hij de websites van de twee afzenders bombardeerde met mails, bestellingen en faxberichten. Dit maakte de bedrijven onbereikbaar via web en fax.

Het orderverwerkingssysteem raakte overbelast en werkte niet meer. De internetserviceprovider heeft ook nog eens het bedrijf afgesloten vanwege de grote hoeveelheden verkeer.

Tegenwoordig zou een aanval als deze letterlijk onder artikel 138b Wetboek van Strafrecht vallen als verstikkingsaanval, maar omdat het gebeurd was voor 1 september vorig jaar, en het artikel pas toen werd ingevoerd, mag hij daaronder niet vervolgd worden.

Onder de oude wet werd hij veroordeeld wegens het verstoren van de werking van het netwerk van de provider in kwestie. Dit is strafbaar onder artikel 161sexies Wetboek van Strafrecht. Maar bij deze aanval werden alleen de computers van de provider gestoord, en niet het Internet of een ander openbaar telecommunicatienetwerk. En het artikel eiste nu eenmaal dat je een openbaar netwerk stoort en niet alleen maar een lokaal netwerk dat daar aan hangt.

Een andere insteek is dat door de verstikkingsaanval de IP-adressen, E-mailadressen en/of internetwebsite van het slachtoffer niet meer bereikbaar waren. Het is namelijk ook strafbaar om gegegvens te vernielen of ontoegankelijk te maken. Vroeger heette dat “het onbruikbaar maken en ontoegankelijk maken van gegevens”. Als je nu deze IP-adressen, E-mailadressen en /of website als gegevens ziet, dan zou je kunnen zeggen dat deze onbruikbaar en ontoegankelijk gemaakt worden door een verstikkingsaanval.

Maar, zo oordeelt het Hof in haar arrest, dat is alleen het geval als die gegevens zelf zijn gewist, gemanipuleerd of veranderd. En dat is hier natuurlijk niet zo. De IP- en e-mailadressen zijn niet aangeraakt, dus daar is niets aan vernield. Ze waren alleen ontoegankelijk van buitenaf.

Niet elk onbruikbaar of ontoegankelijk maken daarvan [valt] onder de werking van artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht. Dit is slechts het geval indien die gegevens zelf zijn gewist, gemanipuleerd of veranderd.

Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is daarvan niet gebleken. Integendeel, van aantasting van de IP-adressen, E-mailadressen en/of website van aangever was geen sprake; zij zijn onbruikbaar en ontoegankelijk geworden door de veelheid van berichten die er door toedoen van verdachte naar werden verzonden.

De verdachte werd dan ook vrijgesproken.

Arnoud

Zoekt de OPTA werkgelegenheid?

De OPTA, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, wil “passende technische en organisatorische maatregelen” invoeren voor internetaanbieders, zo schreef ik vrijdag.

Deze maatregelen gaan bijvoorbeeld over het filteren of blokkeren van netwerkverkeer dat niet hoort voor te komen, of het helpen bij installeren van firewalls of virusscanners.

Simon Hania, technisch directeur van XS4All op het Opinieweblog vindt dit nergens voor nodig.

Ten eerste zitten de meeste problemen niet bij Nederlandse providers, omdat die zich over het algemeen al goed beveiligen. De meeste problemen zitten bij slecht beheerde servers in het buitenland.

Maar de belangrijkste reden:

Maar waarom ik vooral tegen deze regelzucht ben, is omdat de maatregelen zodanig standaard zijn, dat ze allang door elke welopererende ISP in Nederland genomen zijn. En met de huidige consolidatiegolf in de markt zijn er alleen nog maar weloperende ISPs. We gaan dus nu een reguleringcircus optuigen voor iets dat er al is. Da’s nodeloos ambtenaren aan het werk zetten.

Arnoud

OPTA wil zorgplicht internetaanbieders aanscherpen

Providers moeten “passende technische en organisatorische maatregelen” treffen voor de bescherming van persoonsgegevens en privacy van gebruikers, en de beveiliging van hun netwerken. De OPTA, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, ziet toe op naleving van deze zorgplicht.

Wat zijn nu “passende” maatregelen? Dat wilde de OPTA ook graag weten, en ze hebben dan ook een onderzoek laten uitvoeren door het bedrijf Stratix over de bestaande en toekomstige dreigingen voor consumenten op Internet. Meer over het onderzoek bij ISPam.nl.

Op basis van dit onderzoek heeft de OPTA een “voorlopig standpunt” ingenomen. En nu is het de vraag aan iedereen die interesse heeft wat ze hier van vinden.

Uit het onderzoek komen de volgende dreigingen naar voren:

Er werden -gelukkig- ook een hoop oplossingen voorgesteld, die de OPTA indeelt in drie categorieen: basismaatregelen (die zijn duidelijk passend), best practices (daar moet over gepraat worden) en te hoog gegrepen maatregelen (die zijn, ehm, te hoog gegrepen en dus niet passend).

Bij de basismaatregelen moet je denken aan het filteren of blokkeren van netwerkverkeer dat niet hoort voor te komen, zoals data verstuurd vanaf een lokaal netwerk dat afkomstig lijkt te zijn uit een heel ander netwerk. Dat kan normaal niet voorkomen, dus dat moet wel een hackpoging zijn.

Ook het aanbieden van virusscanners en het geven van voorlichting over dreigingen en tegenmaatregelen, zoals hoe je een firewall of virusscanner moet installeren, horen tot de basismaatregelen.

Spam filteren ligt iets lastiger, want niet alle klanten willen dat hun provider dat voor ze doet. Daarom krijgt dit de status van best practice en niet van basismaatregelen. Hetzelfde geldt voor het blokkeren van poorten waarlangs Trojaanse paarden een PC kunnen infecteren. Dat kan immers soms legitiem netwerkgebruik storen.

Maar waarom het benaderen van een klant wiens PC als zombie wordt ingezet geen basismaatregel is, begrijp ik niet.

Er waren nog veel meer suggesties gedaan, bijvoorbeeld ter beveiliging van DNS, maar daar was kennelijk nogal wat onenigheid over, want die worden weggezet onder het kopje “te hoog gegrepen”.

Wie na het lezen van het rapport suggesties heeft, kan ze vóór 16 mei mailen naar de OPTA (e-mail adres in het rapport).

Tip via Planet – Opta wil zorgplicht internetaanbieders aanscherpen.

Arnoud

Is een download een openbare vertoning?

Het auteursrecht verleent de auteur van een werk een aantal rechten. Naast het recht om kopieën te maken (of te verbieden), heeft hij ook wat te zeggen openbare voordrachten, uitvoeringen en voorstellingen. Een scriptschrijver kan op die manier geld verdienen aan elke opvoering van zijn toneelstuk. Muzikanten krijgen zo geld wanneer hun muziek op de radio wordt gespeeld.

Een actuele vraag is nu of het via Internet versturen van muziek telt als een openbare vertoning. Je zou zeggen dat een download alleen het versturen van een kopie is. Maar de Amerikaanse Stemra heeft onlangs een rechtszaak aangespannen tegen AOL, RealNetworks en Yahoo waarin zij stellen dat Internet-downloads zowel vallen onder het maken van een kopie als het openbaar vertonen. En dan moet je twee keer royalties betalen. Eén keer voor de kopie en één keer voor de vertoning.

De Amerikaanse advocaat Steve Gordon heeft hierover een artikel geschreven in The Register: Are songwriters double-dipping?.

Zoals hij terecht opmerkt:

No one disputes that when a song is broadcast via radio and “plays” on that radio “device”, then that is a performance. But when you download a song, generally you do not hear the music until it downloads, and you make a decision to play it back. If this was considered to be a “performance” then the distribution of CDs at stores which people buy and later play back on their stereos or computers would also be a performance. But not even ASCAP is demanding public performance royalties for sales of CDs!
Mogelijk gaat het argument wel op voor live streams. Dat is vrijwel hetzelfde als naar de radio luisteren tenslotte. De achterliggende techniek is wel anders, maar daar gaat het niet om. Het enige relevante is of de muziek openbaar afgespeeld wordt, dat wil zeggen dat iedereen kan luisteren die afstemt op de zender. En dat lijkt me voor internetradio net zo hard van toepassing als voor ouderwetse radio.

Maar, zo argumenteert Gordon:

A major distinction between standard radio and TV broadcast on the one hand, and downloading on the other, is that publishers and songwriters already collect a DPD royalty of 9.1 cents from downloading services, whereas they do not collect any mechanical royalties for transmission of music to radio or music performed on TV. Thus ASCAP’s demand for an additional royalty for downloading seems like a classic “double dip.”
Geld verdienen aan afspelen op internetradio mag dus wel, maar twee keer geld vangen voor dezelfde handeling niet. We zullen zien wat de rechtbank er van vindt.

Arnoud

Twijfels aan betrouwbaarheid vergelijkingssites

Zo meldt Planet zojuist:

Vergelijkingssites vormen een belangrijke bron van informatie voor de online-consument. Toch twijfelt eenderde van hen aan de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid.

Dat lijkt met name te komen doordat mensen vooral negatieve recenties nalaten, waardoor de besprekingen nogal eenzijdig kunnen zijn. Zo’n negatieve reactie is overigens niet zonder risico’s voor zowel de plaatser als de site waar deze op staat. Beheerders zullen zulke reacties zo veel mogelijk moeten screenen op juistheid. De mogelijkheid van een weerwoord door het aangesproken bedrijf is ook belangrijk.

Arnoud