Aanvallen patenttrollen op open source verdubbeld, ondanks Alice, huh?

Het aantal patentclaims bij open source projecten door patenttrollen is sinds 2021 met 100% toegenomen, las ik bij ZDNet. (De cijfers komen uit een onderzoek van patentclaimonderuithaler Unified.) Op zich niet raar gezien open source sterk aan populariteit wint en het aantonen van een inbreuk niet heel kostbaar is. Maar wel raar gezien de stand van de jurisprudentie in de VS: geen patent is meer veilig. Wat is hier aan de hand?

Het artikel noemt als belangrijkste reden voor de toename van claims het toegenomen gebruik van OSS bij banken en fintech bedrijven. Dit zijn traditioneel geen partijen die veel met patenten doen, en die sterk risicomijdend zijn en bovendien calculerend: deze claim voelt gevaarlijk, voor een ton gaat ‘ie weg, wat kost een patentrechtszaak? Oké, betalen en verder met wat we aan het doen waren.

Maar Alice dan? Het was inderdaad lang zo dat een patentrechtszaak enorm duur was, omdat er een langlopende discovery en feitelijk/juridische discussie moest worden gevoerd. Maar in 2014 deed de Supreme Court uitspraak over de vraag wanneer een software-uitvinding nu voor octrooi in aanmerking komt (de Alice-uitspraak): eigenlijk nooit. Alleen dat lijkt nu weer anders te liggen:

It also doesn’t help one darn bit as Federal Circuit Court of Appeals Judge Pauline Newman said, “The court’s rulings on patent eligibility have become so diverse and unpredictable as to have a serious effect on the innovation incentive in all fields of technology. The victim is not only this inventor …; the victims are the national interest in an innovative industrial economy and the public interest in the fruits of technological advance.”
Dat heeft dan weer te maken met een uitspraak uit 2019 waarin de criteria uit Alice vertaald werden naar andere vakgebieden, maar op zo’n manier dat de interpretatie weer helemaal open is komen te liggen. Bovendien zijn er (natuurlijk) weer trucs bedacht, zoals per direct een expert laten opdraven die feitelijke uitspraken doet, waardoor er tegenexperts nodig zijn en je niet met een snelle Alice-aanval de zaak onderuit kunt halen. En dat zijn precies het soort vertragingstactieken waardoor patenttrollen weer waarde krijgt.

Het rapport is opgesteld door Unified Patents, een organisatie die zich ten doel stelt patenten van trollen aante vallen precies met de Alice-argumenten. Dat kan, als je bijvoorbeeld bij het USPTO herziening aanvraagt of in het algemeen belang een rechtszaak start zonder dat er concreet discussies over inbreuk zijn. (Dan zijn die experts ook niet nodig.) Het is alleen wel duur. Het laat maar zien hoe vastgelopen het Amerikanse patentsysteem is.

Arnoud

Oh jee, bijna alle softwarepatenten zijn nu écht ongeldig in Amerika

En dan eigenlijk niet alleen alle softwarepatenten, maar eigenlijk álle patenten. Althans, als ik Gene Quinn van IP Watchdog mag geloven, en de afgelopen vijftien jaar deed ik dat altijd. “[N]othing of importance or value [is] patent eligible. In fact, the Federal Circuit actually ruled that a drive shaft is not patent eligible because the operation of the drive shaft fundamentally relies on Hooke’s law.” Dan blijft er inderdaad wel héél erg weinig over. Ik begrijp de reactie op de enorm brede (en kwalitatief slechte) verlenings-spree uit de jaren negentig en nul, maar dit is dan weer het andere uiterste.

Voor wie het nog niet wist: softwarepatenten in Amerika kan al lang niet meer. In 2014 deed de Supreme Court uitspraak over de vraag wanneer een software-uitvinding nu voor octrooi in aanmerking komt. Men trok in deze Alice-uitspraak een lijn door die in 2012 ingezet was met de Mayo-uitspraak: een natuurwet of abstract principe kan niet geoctrooieerd worden, de uitvinding moet significant meer zijn dan enkel dat principe. Enkel de toevoeging van een generieke computerimplementatie is niet genoeg, net zo min als een beperking tot een specifiek toepassingsgebied. De uitspraak benoemt echter niet in detail wat dan wél genoeg is, afgezien van een generieke verwijzing naar “improving the computer itself” en “an improvement in any other technology or technical field.”

Sinds Alice zijn er op softwaregebied nauwelijks nog nieuwe octrooien verleend, en wie een softwareoctrooi probeerde te handhaven kreeg bij de rechter vrijwel altijd een nietigverklaring mee naar huis. Dat was vervelend voor softwareoctrooihouders (en goed nieuws voor IT-ontwikkelaars) maar bij overige technologiegebieden leek het weinig impact te hebben. Maar dat is dus ondertussen wel anders:

A three-judge Federal Circuit panel voted 2-1 to invalidate American Axle’s patent after finding that it covered a simple application of Hooke’s law, a physics principle. … Dissenting judges said the panel’s decision could threaten “most every invention for which a patent has ever been granted,” and that the court’s eligibility rulings had turned the patent system into a “litigation gamble.”
De uitvinding betrof een aandrijfas voor auto’s met een afgestemde bekleding (‘liner’) zodat de as minder geluid maakte. Klinkt als iets waar je in principe octrooi voor moet krijgen, zou ik zeggen als gemachtigde. En natuurlijk: wat heeft dit met software te maken? Nou ja, dat laatste komt dus doordat de Alice uitspraak niet specifiek voor software is maar een algemene regel formuleert die toevallig heel goed uitkwam in de software-wereld. De algemene regel is dus “er moet meer zijn dan de toepassing van een natuurwet of een abstract principe”. En dat is dus breder toepasbaar, zodat er nu veel meer zaken sneuvelen dan oorspronkelijk werd gedacht.

Arnoud

Help, komen Amerikaanse softwarepatenten nu toch weer terug ondanks Alice?

Softwarepatenten in de VS gaan een comeback maken, las ik bij Ars Technica. Het Amerikaanse Patentbureau USPTO heeft nieuwe richtsnoeren gemaakt voor de behandeling van software-uitvindingen, en rekt daarin de regels flink op in het voordeel van aanvragers. Dit op gezag van het notoir patentvriendelijke Court of Appeals for the Federal Circuit, dat een bijzin ontdekte in de Alice-uitspraak waarmee ze rood tot groen verklaart. Is daarmee een einde gekomen aan de slachting onder softwarepatenten van de afgelopen jaren?

In de softwarewereld zijn patenten al een paar decennia berucht. Met een patent of octrooi kun je iedereen verbieden je uitvinding toe te passen, ook als deze hem onafhankelijk heeft ontwikkeld. (Dit in tegenstelling tot copyright, waarbij je om iemands recht heen kunt door het zelf opnieuw te bouwen.) Daarbij geldt de wettelijke eis dat de uitvinding nieuw en innovatief moet zijn, maar zeker in softwareland is iedereen het erover eens dat die lat véél te laag werd gelegd, met name in Amerika.

Met veel gejuich werd dan ook in 2015 de Alice-uitspraak van het Supreme Court ontvangen. Deze stelde grofweg dat een patent op “X maar dan per computer” categorisch niet toegestaan is, je moet echt een innovatieve X hebben. Dat raakte meer dan 90% van alle software-gerelateerde octrooien en aanvragen. De recentste cijfers (augustus 2018) laten een kleine daling zien ten opzichte van 2016 en 2017 (van 80 naar 66 procent), maar heftig blijft het.

Een recente uitspraak van het CAFC (de enahoogste juridische instantie in patentzaken, direct onder het Supreme Court) lijkt de boel nu op te schudden. Deze instantie las in de Alice uitspraak de zin dat wanneer een uitvinding “purport(s) to improve the functioning of the computer itself”, het geen softwarepatent is. Denk aan uitvindingen om meer informatie in hetzelfde geheugen te proppen, de transmissiesnelheid te verhogen of de temperatuur bij het rekenen laag te houden. (In Europa zouden we dat technische innovaties noemen, en die zijn bij ons ook gewoon patenteerbaar.)

Het CAFC concludeert uit deze bijzin, waar verder overigens geen uitwerking of juridische bronnen bij staan en die volgens mij niet heel belangrijk was in de uitspraak zelf, dat:

We thus see no reason to conclude that all claims directed to improvements in computer-related technology, including those directed to software, are abstract and necessarily analyzed at the second step of Alice, nor do we believe that Alice so directs.

Hiermee werd het indirect toch weer mogelijk om de nodige softwarepatenten geaccepteerd te krijgen bij het Hof. En het USPTO heeft nu haar richtsnoeren aangepast op deze uitspraak, wat logisch is omdat als de rechterlijke macht dit toestaat, je als verlenende instantie daar achteraan moet.

De formulering uit de handleiding (de MPEP, voor meelezende octrooigemachtigden) komt op mij over als vrijwel 1-op-1 de Europese regel: “if an additional element reflects an improvement in the functioning of a computer”. De claim moet dus vermelden hoe computerhardware harder of effectiever gaat werken, en dat effect moet dus nieuw en innovatief zijn. Op papier zou je daarmee net zo’n restrictief beleid moeten krijgen als in Europa tegenwoordig, maar gezien de Amerikaanse historie heb ik daar een hard hoofd in.

Arnoud

Softwarepatenten als inbreuk op vrijheid van meningsuiting

patent-fiets.pngEen Amerikaanse rechter van het gerecht dat beroepen in patentzaken behandelt, is van mening dat patenten op software inbreuk maken op de vrijheid van meningsuiting. Dat las ik bij Tweakers vorige week. De opmerking komt uit een concurring opinion in de Intellectual Ventures/Symantec zaak, waarbij voor de zoveelste keer een softwarepatent kansloos sneuvelde onder de Alice-criteria.

Softwarepatenten in de VS zijn berucht, maar sinds de Alice-uitspraak uit 2015 vrijwel kansloos. In die afspraak bepaalde de Supreme Court dat abstracte ideeën alleen nog octrooieerbaar zijn als ze iets toevoegen dat significant meer is dan het idee an sich, en “het idee, maar dan per computer” is dat per definitie niet.

Onder die criteria houdt vrijwel geen softwareoctrooi het, zo blijkt uit onderzoek: meer dan 90% van de softwareoctrooien wordt in hoger beroep ongeldig verklaard. De motivatie is vaak wel wat makkelijk: lees de claims een beetje half, concludeer dat het abstract is en pak gelijk door dat er niets significants meer bovenop zit. Maar goed, ik kan niet ontkennen dat veel van die octrooien ook niet meer zijn dan een abstract idee verpakt in octrooigemachtigdenjargon met een pro forma computer erbij.

Ook in die IV/Symantec zaak is dat niet anders:

But when a claim directed to an abstract idea “contains no restriction on how the result is accomplished . . . [and] [t]he mechanism . . . is not described, although this is stated to be the essential innovation[,]” id. at 1348, then the claim is not patent-eligible.

De opvallende uitspraak uit de titel van deze blog komt uit de concurring opinion van rechter Mayer. Een concurring opinion is iets typisch Angelsaksisch, een rechter die het wel eens is met de uitkomst maar daar via een andere weg had willen komen. Dit is geen jurisprudentie, maar juridisch stoom afblazen zeg maar.

Mayer zag een fundamenteler probleem met softwarepatenten:

I write separately, however, to make two points: (1) patents constricting the essential channels of online communication run afoul of the First Amendment; and (2) claims directed to software implemented on a generic computer are categorically not eligible for patent.

Dat punt 2 komt ook al uit de hoofduitspraak, dus laten we dat eerste punt er even bij pakken. Het ligt al meteen iets genuanceerder dan de kop: niet softwarepatenten an sich zijn in strijd met de vrije meningsuiting, maar softwarepatenten die (online) communicatie volledig aan banden leggen. The asserted claims speak in vague, functional language, giving them the elasticity to reach a significant slice of all email traffic. Daarmee zou de octrooihouder dus iedereen kunnen blokkeren die iets met e-mail doet, en dat gaat véél te ver. De zogenaamde uitvinding daarbij is zo vaag en rekbaar dat alles er wel onder te rekenen is.

Natuurlijk is daar wel wat op af te dingen. Als een patent zo breed is dat het bestaande infrastructuur afdekt, dan is het per definitie ongeldig want bestaande zaken kunnen niet later ineens alsnog gepatenteerd worden. Dat patent is dan niet nieuw en dus ongeldig. Het standaardverweer is dan natuurlijk, het dekt alleen een specifieke innovatie binnen de bestaande infrastructuur, maar dan kan het patent dus niet Jan en alleman blokkeren en al helemaal niet de free speech die in de VS boven alles gaat.

Tegelijk zie ik het meer principiële argument wel. Een patent dat zó breed is dat het in feite alle variaties op een idee dekt, blokkeert in ieder geval een ríchting in de innovatie, in de infrastructuur van morgen. Dat gaat veel verder dan waar patenten voor bedoeld waren. Het octrooi op de benzinemotor blokkeerde Otto Diesel niet in het ontwikkelen van zijn alternatieve verbrandingsmotor, bijvoorbeeld. Dat waren twee concrete fysieke machines met een innovatieve functionaliteit. En dat is het fundamentele probleem denk ik met softwarepatenten: geen beperking tot iets concreets (al dan niet fysieks) waardoor er geen duidelijke grenzen te trekken zijn bij de beschermingsomvang. En dáár is niemand mee gebaat.

Arnoud