Het Openbaar Ministerie heeft een gevangenisstraf van vijf jaar geëist tegen een 56-jarige Huizenaar die wordt verdacht van het leveren van versleutelde PGP Safe-telefoons. Dat meldde Security.nl onlangs. Ik kreeg er veel mails over: bij de GAMMA koop je toch ook breekijzers, zaklampen en handige rugzakken, hoezo zijn die dan niet aansprakelijk als inbrekers daar inslaan en de buurt leeghalen? Wat is het verschil tussen een cryptofoon en een breekijzer, juridisch gezegd?
Er staat al een belangrijke hint in het artikel: de verdachte wist dat zijn producten en diensten vooral door criminelen bij strafbare feiten werden gebruikt, aldus het Openbaar Ministerie. En dat maakt het wel anders dan een bouwmarkt die wellicht een strafbaar feit kan vermoeden als iemand loog, een plastic badkuip en grote vuilniszakken komt kopen. Die kán daaruit wel vermoeden dat hier een misdrijf gepland wordt, maar echt zekerheid heb je niet.
Als je het echt wéét, dan wordt het een ander verhaal. We komen dan bij medeplichtigheid terecht namelijk (art. 48 Sr), in de vorm van opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf. Als de bouwmarktklant dus vraagt, hoe maak ik het beste een lijk weg, en de winkel wijst op de hierboven genoemde producten, dan is de winkel strafrechtelijk een medeplichtige wanneer dat misdrijf ook werkelijk wordt gepleegd.
Weinig criminelen zullen in zo’n situatie echter letterlijk zeggen “ik wil een lijk wegmaken kunt u helpen”, precies om deze reden. En bij de bouwmarkt is “ik ben een huis aan het opknappen, de badafvoer is volkómen verstopt” natuurlijk een reële reden om loog en een badkuip te kopen.
Voor cryptofoons valt eenzelfde redenering ook op te zetten, er zijn genoeg redenen om zo’n ding te hebben. Industriële spionage, persoonlijke veiligheid, het leuk vinden om zoiets te hebben, bezorgd zijn over tracking door Google of Apple, noem ze maar op. Enkel verkopen van zo’n product maakt dus zeer zeker niet dat je medeplichtig bent, zelfs niet als de koper als naam een bekende crimineel opgeeft.
In januari blogde ik over een VPN-dienst die door Justitie werd aangepakt wegens medeplichtigheid. Het ging om een vpn aanbieder die nadrukkelijk zichzelf profileert als handige dienst voor criminelen, bijvoorbeeld door te adverteren op hackfora en andere plekken waarvan bekend is dat crimineeltjes (‘scriptkiddies’ en dergelijke) er actief zijn. Ook zouden reclameberichten nadrukkelijk wijzen op het niet gevonden kunnen worden door opsporingsdiensten.
Eenzelfde argumentatie zou hier moeten opgaan. De vraag is natuurlijk waaruit dat “daadwerkelijk weten” gaat blijken, dat zullen we als bewijs naar voren zien komen in de rechtszaak. Ik ben benieuwd, hebben jullie ideeën?
Arnoud