Aangifte tegen studenten om racistische plaatjes in appgroepen

Studenten van de Erasmus Universiteit en de Hogeschool van Rotterdam hebben seksistische, racistische, antisemitische beelden en porno gedeeld in besloten appgroepen. Dat meldde de Telegraaf onlangs. De universiteit en de hogeschool gaan daarom aangifte doen, en mogelijk ook eigen maatregelen (zoals schorsing) nemen. In appgroepen werden heftige beelden gedeeld onder het mom van ‘grappig’ en ‘meme’, waarbij het dan zou gaan om besloten groepen maar sommigen telden 200 mensen en lieten iedereen toe. Lang niet iedereen die in die groepen zat, had daar behoefte aan, vandaar dat de universiteit nu stappen onderneemt. Maar hoe besloten is zo’n groep eigenlijk, en is het strafbaar om in een besloten groep dergelijk materiaal te delen?

Het argument dat een whatsappgroep (of Telegramgroep of Signalgroep of whatever) besloten is en dus buiten de wet valt, hoor ik vaker. Dat is echter maar zelden een argument. Bij bijvoorbeeld belediging is het totaal niet relevant of dit plaatsvond in het openbaar dan wel in een besloten groep. Als de beledigde ook in de besloten groep zit, is het gewoon strafbaar. Bij smaad is het ongeveer hetzelfde; daar gaat het erom of de bedoeling was dat de smadelijke bewering in brede kring terecht kón komen (“met het kennelijke doel daar ruchtbaarheid aan te geven”). Dat nu drie mensen het horen, is dus niet relevant.

Er zijn wel delicten waar de openbaarheid uitmaakt. Bij bijvoorbeeld haatzaaien en racisme is het vereist dat het in het openbaar gebeurt. Een groep met maar drie mensen is natuurlijk niet perse openbaar. Sterker nog, het aantal mensen in de groep is dan überhaupt niet het criterium. Waar het om gaat, is hoe makkelijk mensen aan de groep toegevoegd worden. Dát bepaalt of een groep openbaar is. Zeg maar: in mijn huiskamer mag niet iedereen zomaar naar binnen, in een café wel. Daarom is een café openbaar en mijn huiskamer niet. Een café kan strenge huisregels stellen en deurbeleid voeren, daarmee worden ze meer een huiskamer in de context van dit soort berichten.

Het lijkt erop dat deze appgroepen volstrekt niet besloten zijn. De beheerder liet kennelijk makkelijk mensen toe, ook als ze niet eens behoorden tot de groep mensen waar de groep voor opgezet was. Dan ben je natuurlijk heel snel klaar met je discussie: als je dan overigens strafbare zaken gaat verspreiden dan heb je juridisch een probleem.

Sommige mensen waren verbaasd dat de universiteit dan aangifte kon doen, terwijl dit niet op universiteitsterrein is gebeurd. Maar iedereen die weet van een strafbaar feit, mag daar aangifte van doen. Je hoeft geen slachtoffer of zelfs maar belanghebbende te zijn. Alleen is het de vraag wat er gebeurt met je aangifte als je totaal niets met het delict te maken hebt. Bij bijvoorbeeld smaad kan de zaak eigenlijk niet verder wanneer het slachtoffer dat niet wil (klachtdelict) dus dan kan de universiteit aangifte doen wat ze wil maar zal er niets gebeuren. Maar bij haatzaaien is een aangifte van de universiteit zeker niet kansloos.

Het opleggen van eigen sancties is iets lastiger. Natuurlijk kan een universiteit mensen schorsen of zelfs van de opleiding sturen, maar dan moet het wel gaan om dingen die de universiteit zelf als verboden heeft verklaard. In de wet (Wet hoger onderwijs artikel 7.57h) staat bijvoorbeeld dat ernstige overlast op de terreinen reden voor ontzegging kan zijn. En alle examenreglementen vermelden natuurlijk fraude als grond voor schorsing et cetera.

Maar een strafbare uiting in een groep die verder geen binding heeft met de universiteit, dat lijkt me iets lastiger. Ik denk dat dat alleen werkt als je een ‘haakje’ naar een andere student hebt, bijvoorbeeld een groepslid dat er eigenlijk niet in wil zitten maar zich gepusht voelt toch die berichten te blijven ontvangen. Dat zou je kunnen zien als een vorm van overlast veroorzaken tussen studenten onderling.

Arnoud

Fotobureau Getty claimt $868 en zwijgplicht bij sociaal gehandicapte pinguïn

socially-awkward-penguinDe bekende fotosite Getty heeft bij een Duitse blog een claim van 868 dollar gelegd voor het gebruik van de Socially Awkward penguin meme, las ik bij BoingBoing. Ook moest de blog haar mond houden, “anders komen er advocaten bij”. De blog koos ervoor te betalen, maar weigerde akkoord te gaan met de geheimhoudingseis. Ook introduceerde ze een nieuwe sociaal gehandicapte pinguïn, zie hiernaast, die wél gratis onbeperkt gebruikt mag worden.

De meme van deze pinguïn laat een veel voorkomend probleem van internet zien: plaatjes zijn de grondstof waarmee de digitale cultuur gevoed wordt, en vrijwel nooit wordt daar echt rekening gehouden met de auteursrechten van de maker van het origineel. Die is zelden ook echt bekend. Toevallig hier wel: het is een foto van George F. Mobley voor National Geographic, die via Getty te koop is. De pinguïnfoto kost € 765,00 voor gebruik gedurende één jaar op een commerciële digitale uiting.

Getty Images is berucht in de internetcommunity vanwege de torenhoge claims die men legt. Dat komt door hun berekenwijze, met name die “gedurende één jaar” factor. Het gaat dan hard als je een foto zoals gebruikelijk in een online archief wilt laten staan tot in de eeuwigheid. Nee, “per jaar” is absurd als factor voor een website maar praktische absurditeit heeft het nog nooit gewonnen van een licentiecontract. Je hóeft die foto toch niet te gebruiken, heet het dan?

Gebruik je hem toch, ja dan hang je. Want de wet zegt dat wie een auteursrecht schendt, de schade moet vergoeden. En die is gelijk aan de gebruikelijke licentievergoeding (plus 25% voor onkosten en overlast). Als een bedrijf dus een hoge vergoeding vraagt van zijn klanten, dan is ook de schadevergoeding bij inbreukmakers hoog. Dit is standaard bij het onrechtmatigedaadsrecht. Het staat los van de kwalijke praktijk van fotografen om even 200 of 300% opslag te vragen “omdat geen toestemming gevraagd is” en/of “dat in mijn algemene voorwaarden staat”.

Getty heeft echter bij mijn weten nog nooit doorgepakt met een fotoclaim, behalve één keer tegen de TROS, vrij kort nadat deze een uitzending aan Getty wijdde. Hierin werd overigens dat idee van opslag vragen naar de prullenbak verwezen. (Getty vroeg €3.399 en kreeg € 1.416,25.)

Op zich verbaast het dus niet dat Getty bij deze foto een bedrag van $868 vraagt. Dat klopt met wat ze normaal vragen, en je gewone tarief mág je vragen bij een inbreuk. Nou kun je natuurlijk schuimbekkend losgaan over dat het absurd is dat mensen achthonderd dollar betalen voor één jaar gebruik van één foto van een pinguïn “strutting its stuff”, wat het evident ook is, maar goed het is ook absurd om met een auto van drie ton rond te rijden – en bekras je die per ongeluk, dan betaal je de superhoge overspuitkosten omdat dat nu eenmaal de schade is.

Een juridisch tegenargument kan ik niet echt verzinnen. Citaat of parodie gaan hier niet op, de meme is nauwelijks een grap te noemen. En bij een citaat moet echt de naam van de fotograaf genoemd worden. “Fair use” bestaat niet in Duitsland (waar de blog vandaan komt), net zo min als bij ons. En of het in de VS als fair use zou tellen, is nog maar zeer de vraag. Wat is het punt van deze pinguïn gebruiken? Ik kan het moeilijk anders zien dan een versiering, er was een pinguïn nodig die er een tikje sociaal onhandig uitzag, dit was zo’n foto, gimpen die hap.

Wat wel verbaast, is de eis om de schikking geheim te houden. Allereerst zou je verwachten dat zo’n eis vooraf wordt gelegd en niet pas nadat je er al op de prijs uit bent, dat is gewoon elementair onderhandelingstactieken. Daarnaast: waarom in hemelsnaam? Er is geen gigantische korting gegeven of ander precedent geschapen dat niet openbaar mag worden.

Hoe dan ook, dit probleem gaan we nog vaker krijgen. En binnen het juridische systeem is er geen oplossing: dit mag gewoon niet, hoe algemeen aanvaard, leuk of bekend of nuttig of nietcommercieel het ook is om zo’n foto te gebruiken. En dat is een serieus maatschappelijk probleem, dat meer aandacht verdient dan een flauwe dooddoener à la “je moet gewoon niet stelen”. Foto’s zijn grondstof voor de internetcultuur, en vervullen daarmee een belangrijke rol in de moderne communicatie die je niet zomaar aan de kant kunt vegen omdat in het vórige communicatiemedium een ander afrekenmodel erg handig uitpakte.

Arnoud

De privacyverwachting van de Techno Viking

techno-vikingEen Duitse rechtbank gaat bepalen of de internetmeme rond de Techno Viking eigenlijk wel legaal is, las ik bij Daily Dot. De man in de virale video heeft ontdekt dat zijn gezicht wordt geëxploiteerd door diverse partijen, en stelt nu de grootste verantwoordelijke daarachter aansprakelijk.

De video van een inderdaad vikingachtig uitziende deelnemer aan een Berlijns technofestival was even populair, maar zoals bij elke meme zakt dat ook weer snel in. Kunstenaar Matthias Fritsch beet zich erin vast en publiceerde alles dat hij kon vinden over het episch icoon, inclusief remixes, plaatjes, World of Warcraft personages en ga zo maar door. Onder meer wijdde hij een complete kunsttentoonstelling aan het fenomeen. Ook doken op allerlei plekken poppetjes en andere Technoviking-parafernalia op.

Maar kun je eigenlijk wel zomaar iemand tot internetfenomeen bombarderen en daar dan kunstzinnig of commercieel mee aan de slag gaan?

In Nederland is het zo dat wanneer je portret het ‘gezicht’ van een commerciële dienst wordt, je daar bezwaar tegen kunt maken. Het lijkt dan immers alsof jij die dienst goedkeurt of aanbeveelt, en dat is een vorm van privacyschending. Een variant daarop is dat als je een Bekende Nederlander bent, je geld kunt vragen voor dat gebruik – je hebt dan een verzilverbaar portretrecht. Maar er ligt een grens bij foto’s van straatbeeld:

Het belang van de informatievoorziening brengt mee dat berichtgeving zoals hier aan de orde moet kunnen worden voorzien van illustratiemateriaal, zoals foto’s van de werkelijkheid. Het is daarbij onvermijdelijk dat foto’s van toevallige passanten worden gepubliceerd.

Een verschil tussen die zaak (een joggende dame op straat die zichzelf terugzag in de Consumentengids en als stockfoto bij Hollandse Hoogte) en deze zaak is denk ik wel dat daar de geportretteerde soort van toevallig in beeld was. De Techno Viking ís het beeld – hij staat centraal, zoals een onderschrift ergens vermeldde “The Techno Viking does not dance to the music, the music dances to the Techno Viking”. Dus om dan nog van gewoon illustratiemateriaal, van foto’s van toevallige passanten te spreken gaat mij te ver.

Maar daar staat tegenover dat hij er zelf voor kóós om zo in het openbaar te verschijnen en te dansen, in een tijd dat je toch wel mocht verwachten dat er mensen met camera’s en toegang tot Youtube zouden rondlopen. Hoewel, de film is uit 2000 en Youtube uit 2005. Televisie dan? Mocht hij verwachten in het journaal te komen als representant van de parade daar?

Of zit het venijn hem erin dat mensen geld verdienen met poppetjes of advertenties bij remixes? Op internet lijkt dat de grote scheidslijn te zijn: zodra iemand ergens een advertentie bij zet, dan is het meteen een parasitaire boef.

Update (14 oktober) ik lees hier dat de Techno Viking de rechtszaak won. De uploader/meme-starter moet €8.000 schadevergoeding en €7.000 advocaatkosten vergoeden. Helaas kan ik het vonnis (nog?) niet vinden.

Arnoud