Mag mijn werkgever eisen dat ik mijn pasfoto bij mijn Slack-account toon?

AlexandraKoch / Pixabay

Via Reddit:

Mijn werkgever heeft mij verzocht om een foto van mijzelf toe te voegen aan mijn profiel op Slack (een chatprogramma waarbij medewerkers met elkaar kunnen communiceren). Als reden gaf hij dat andere collega’s hierdoor een “gezicht bij de naam hebben”. Ik heb aangegeven dat ik zo min mogelijk persoonlijke informatie op het internet wil hebben, en dit dus liever niet wil. Mijn werkgever gaf aan dat hij controleren of hij mij hiertoe kan verplichten. Mijn vraag is nu als volgt: kan mijn werkgever mij verplichten om foto van mijn profiel toe te voegen aan Slack?
De vraag is natuurlijk vaker langsgekomen, bijvoorbeeld in 2019 toen een werkgever eiste “dat wij allemaal onszelf op internet zetten. Op de bedrijfswebsite “zodat de klant weet wie er langskomt” en ook op social media, om onszelf te promoten. We moeten zelfs meedoen aan discussies op Linkedin.” Dit valt natuurlijk onder de AVG, zodat de werkgever het hetzij als onontkoombaar voor het werk moet aanmerken (met onderbouwing) of een belangenafweging moet maken tussen zijn bedrijfsbelang en de privacy van de werknemer.

Ik denk dat we anno 2021 hier toch nog eens op terug moeten komen, nu op afstand werken zo’n groot deel van het werk is geworden en digitale afstandscommunicatiemiddelen dus veel meer een standaardinstrument dan in 2019. Zoals in een van de comments op Reddit te lezen is: “Communiceren zonder iemand te zien is geen enkel probleem; anders dat anders zou zijn dan hadden alle bedrijven inmiddels beeldtelefoon.” En dat is dus grappig, want alle bedrijven hébben beeldtelefonie; is het niet van Zoom of Teams dan wel van Jira, Bluejeans of een van de vele andere videoconferencingtools.

Het lijkt me dus goed verdedigbaar vandaag de dag dat elkaar op afstand willen zien een reëel belang is, misschien juist omdat we zo veel op afstand werken. Dan is een rondje met je initialen niet genoeg meer – wat het vroeger wel was, omdat je na de chat op Slack elkaar sprak bij het koffieapparaat, zeg maar.

Verder gaat het hier om een profiel dat alleen bij collega’s zichtbaar is. En je kunt de foto zelf kiezen (of je had er al eentje die de werkgever gemaakt heeft), dus ik vind het moeilijk dan een heel zwaarwegend privacybelang te bedenken. Ja, wat de vraagsteller zegt, dat je “zo min mogelijk persoonlijke informatie op het internet wil hebben”. Maar dat speelt hier niet; die foto komt niet in een publiek profiel dat overal vindbaar is.

Arnoud

Mag FaceApp echt zomaar je gezicht voor alles gebruiken?

Met het populaire FaceApp kun je er op foto’s ouder uitzien, maar geef je ook je foto’s en persoonsgegevens weg aan een bedrijf dat deze mag verkopen. Dat meldde Nu.nl onlangs. Er is nogal wat ophef over deze voor mij onbegrijpelijk populaire app, omdat in de kleine lettertjes staat dat men alles mag met je foto en dat zou Russische criminelen faciliteren in het plegen van cybercrime. Aldus Rian van Rijbroek denk ik, want ik begrijp er niets van. Ik zie eerlijk gezegd niets dat fundamenteel anders is dan hoe zeg Facebook of Instagram met je foto’s omgaat. Maar dat zijn geen Russen, zoiets?

FaceApp heeft niets met Facebook te maken: het is een app waar je een portretfoto in stopt en die dan een verouderde versie van je gezicht genereert. Leuk, maar de foto’s gaan naar een server van FaceApp en die staat in Rusland ergens. De app bestaat al een paar jaar maar is nu populair vanwege de zogeheten “FaceApp Challenge”, wat geloof ik neerkomt op dat je laat zien wat de app met je gezicht doet. Ja, ik voel me ontzettend oud bij het typen van deze regels.

Een developer veroorzaakte enige ophef toen hij meldde dat foto’s naar servers in Rusland werden geüpload én dat in de voorwaarden van FaceApp staat dat de foto’s commercieel gebruikt mogen worden door het bedrijf en haar zusters/moeders, plus alle “bedrijven die zich later bij deze groep kunnen aansluiten”. Dat laatste suggereerde volledige vrijheid: iedereen kan immers lid worden van zo’n groep. Alleen: een ‘groep’ is juridisch voor “concern”, en zomaar lid worden van iemands bedrijfsconcern komt echt niet voor. Dat noemen we een fusie of overname, en het is vrij ondenkbaar dat je dat doet om toegang tot foto’s te krijgen.

Daarnaast bleek vervolgens dat de foto’s helemaal niet in Rusland terechtkomen maar gewoon gezellig in de VS, en het bedrijf wist foto’s na 48 uur. Ja, zeggen ze en dat kun je lastig controleren. Maar toch. Het voelt behoorlijk als een storm in een glas water, zeker gezien de weinig unieke werkwijze van deze app. Er zijn tientallen apps waar je foto’s uploadt die dan in de cloud terechtkomen, pardon in de VS.

Maar stel nu eens dat de gegevens echt in Rusland komen en dat de voorwaarden wel letterlijk zeggen “wij mogen alles inclusief verkopen voor alle doeleinden”. Mag dat dan? Auteursrechtelijk (je hebt auteursrecht op je selfies) is dat mogelijk, zo’n brede licentie kun je vormvrij geven zoals dat heet. Dus daar kun je als fotograaf weinig meer tegen doen.

Privacytechnisch ligt dit anders: de AVG is van toepassing op FaceApp omdat het gaat om persoonsgegevens die in Europa verzameld worden. FaceApp heeft dan toestemming nodig, en die kun je niet in de voorwaarden opvragen. FaceApp kan natuurlijk zeggen dat het uploaden en analyseren van de foto noodzakelijk is voor de gevraagde dienst – hoe kun je een portret verouderen als je geen kopie van het portret krijgt – maar dat zou met zich meebrengen dat de foto weg moet direct nadat deze is geanalyseerd en verouderd. Immers daarna is de dienst klaar.

Het enige argument voor FaceApp dat ik kan bedenken is dat het bijtrainen van de AI met geuploade foto’s een aanverwant doel is (en dus doelbinding heeft) met het maken van de veroudering. Het leren van een dienst om in de toekomst andere mensen betere dienstverlening te geven, is denk ik wel te rechtvaardigen als zo’n aanverwant doel. Ik mag ook tevredenheidsenquêtes doen onder mijn klanten zonder aparte toestemming. Daarnaast kun je zeggen dat dit bijtrainen een vorm van statistisch onderzoek is, en dan is er per definitie sprake van doelbinding. Hier is vooralsnog nul jurisprudentie over maar ik zie hem wel.

Arnoud

Je kunt nog gewoon blijven fotograferen na de AVG!

Vele, vele fotografen mailden me de afgelopen weken met de vraag: mag je nog blijven fotograferen (en foto’s publiceren natuurlijk) vanaf 25 mei? Onder de AVG zijn foto’s immers persoonsgegevens, en volgens de strenge regels moet je dan bij het maken van iedere foto toestemming vragen anders volgt automatisch een miljoenenboete. En nou ja, het klopt dat een foto een persoonsgegeven is en dat het maken en gebruiken daarvan dus onder de AVG valt, maar dat wil niet zeggen dat je dus altijd toestemming nodig hebt van de geportretteerde. Zeker niet als je foto onder de uitingsvrijheid valt – en dat is al heel snel het geval.

Een persoonsgegeven is ieder gegeven dat direct of indirect te herleiden is tot een persoon, zo luidt de definitie uit de AVG. Bij een foto is dat evident het geval zodra een persoon herkenbaar is. Dat hoeft niet perse omdat er een naam onder staat, je gezicht (of herkenbare postuur) is al genoeg om het een persoonsgegeven te maken.

Daarmee krijg je als fotograaf te maken met de regels van de AVG, en dat begint dan al vanaf het máken van de foto. Immers, de AVG geldt op iedere “verwerking” van persoonsgegevens en het vervaardigen oftewel maken daarvan is een voorbeeld daarvan. (Uitzondering: de analoge foto, dus met ouderwetse film, wanneer die foto niet bestemd is om in een gecatalogiseerd archief terecht te komen. Dan val je buiten de AVG.) Het publiceren is evenzo een ‘verwerking’ en dus onderworpen aan de regels van de AVG.

Die regels kunnen streng zijn. Zo moet je een register hebben van iedere categorie verwerking die je doet, zoals je klantadministratie, je personeel, het jaarlijks uitje met collega’s, en ga zo maar door. Je moet persoonsgegevens goed beveiligen. En je moet aantoonbaar een grondslag hebben, zoals toestemming, om die verwerking überhaupt te mogen doen.

Gelukkig zijn er een aantal uitzonderingen. Allereerst val je buiten de AVG wanneer je fotografie echt alleen als persoonlijke hobby doet, en de foto’s niet in grote kring publiceert. Dat valt dan onder de uitzondering voor “strikt huishoudelijke verwerkingen”. Die uitzondering is wel beperkt, zodra je je portfolio op internet zet val je er al buiten. Een afgeschermde Instagram- of Facebookgroep kan denk ik nog net, als je selectief bent met wie je toelaat.

De belangrijkste uitzondering is wanneer je handelen valt onder de journalistieke exceptie. Al bij invoering van de AVG werd geroepen dat de persvrijheid of uitingsvrijheid in het gedrang zou komen – als je een journalist kunt ‘pakken’ op bijvoorbeeld inadequate beveiliging van een artikel met rare opmerkingen over jou, is dat veel sneller dan een smaadprocedure – en vandaar dat er speciale uitzonderingen zijn opgenomen voor deze activiteiten. Helemaal in Nederland, waar we in de Uitvoeringswet de nodige artikelen uit de AVG buiten toepassing hebben verklaard voor journalistiek handelen.

Wanneer handel je nu journalistiek? Ik formuleer het met opzet zo, om aan te geven dat het hier gaat om een activiteit en niet een beroepsgroep. Journalist of fotograaf zijn is immers geen beschermd beroep, en niet iedere vorm van foto’s (of teksten) maken valt onder een activiteit uit dat beroep. Je moet dus kijken naar wat je aan het doen bent. Volgens de hoogste Europese rechtbank is iedereen journalist:

bij de bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën , ongeacht het overdrachtsmedium. Deze activiteiten zijn niet voorbehouden aan mediaondernemingen en kunnen een winstoogmerk hebben.

Die tweede zin is belangrijk: ook gewone mensen met een blog of andere plek voor die informatie, meningen of ideeën vallen gewoon onder deze definitie. Je hoeft dus geen journalist te zijn om journalistiek bezig te zijn. Waar het om gaat, is of je iets wilt publiceren (informatie, meningen of ideeën) en daarbij die foto nodig hebt. (Naast journalistiek geldt deze uitzondering ook voor academische, artistieke en literaire uitingsvormen. Hiervoor gelden vergelijkbare definities.)

Deze definitie is volgens mij zo breed dat je haast moeite moet doen er buiten te vallen. Ik kom niet veel verder dan beveiligingsbeelden, pasfoto’s, smoelenboeken en klassenfoto’s als voorbeelden van niet-journalistieke fotografie.

Wanneer je journalistiek bezig bent, dan gelden een hoop artikelen uit de AVG niet voor jou. Dat is in de Uitvoeringswet AVG zo bepaald. Ik ga ze niet allemaal noemen, maar dit zijn de belangrijkste gevolgen:

  • Eenmaal gegeven toestemming van een geportretteerde is niet meer intrekbaar (artikel 7 lid 3 is buiten werking).
  • Als geportretteerde heb je geen recht van inzage, correctie of verwijdering bij de fotograaf (heel hoofdstuk III is buiten werking).
  • Je hoeft datalekken niet te melden bij de toezichthouder of bij geportretteerden (hoofdstuk IV is op dit punt, artikelen 33 en 34, buiten werking).
  • Je hoeft je geen zorgen te maken over opslag van je foto’s in het grote boze Amerika (heel hoofdstuk V is buiten werking).
  • Je mag ook strafrechtelijke en bijzondere persoonsgegevens verwerken (artikelen 9 en 10 zijn buiten werking).
  • Je hoeft geen register van je journalistieke verwerkingen bij te houden (hoofdstuk IV is op dit punt, artikel 30, buiten werking).

Wel heb je nog steeds een grondslag nodig (artikel 6 blijft van kracht). Dat kan zijn toestemming van de betrokkene, maar er zijn er meer. Omdat je bezig bent met het aan het publiek bekend maken van informatie, meningen of ideeën, is in principe automatisch de vrije nieuwsgaring de grondslag (dit is een eigen gerechtvaardigd belang). Bij dat belang geldt altijd een afweging met de privacy van de geportretteerden, maar die afweging komt de facto neer op wat we al decennia kennen als de redelijk-belangtoets in het portretrecht. De AVG is niet strenger dan het portretrecht.

Normaal kun je als betrokkene bezwaar maken tegen zo’n gerechtvaardigdbelangafweging, maar specifiek bij journalistiek geldt dit niet: het recht van bezwaar bestaat niet (heel hoofdstuk III met daarin artikel 21 is buiten werking).

Ook moet je als fotograaf zorgen voor een goede beveiliging van je persoonsgegevens (artikel 32 blijft van kracht), en als je andere mensen met je foto’s laat werken (denk aan een backupdienst of een ingehuurde illustrator die ze mooi bewerkt) dan moet je daarmee een verwerkersovereenkomst sluiten (artikel 28 blijft van kracht).

Alles bij elkaar zie ik dus geen reden tot zorg bij fotografen om aan de AVG te voldoen.

Arnoud

Hoe verhoudt het portretrecht zich tot de AVG?

Een lezer vroeg me:

Ik ben beroepsfotograaf en maak graag spontane foto’s van straatbeeld, waarbij natuurlijk mensen ook herkenbaar in beeld komen. Nu ken ik de regels over het portretrecht, maar hoe zit het met de AVG? Ik kan toch moeilijk toestemming vragen aan mensen die voorbij joggen.

Het portretrecht is een van de oudste rechten op het gebied van privacy, maar lijkt ondertussen een groot deel achterhaald door de algemenere wetgeving over persoonsgegevens. Ik blogde al in 2016 over het verschil tussen die twee; grofweg kom ik niet verder dan dat de ene bij fotografie ingezet wordt en de andere bij meer gestructureerde gegevensbronnen.

De AVG is duidelijk en expliciet: een foto is een persoonsgegeven, en wanneer het ter identificatie wordt gemaakt zelfs een bijzonder (want biometrisch) persoonsgegeven. En dan geldt er een bijzondere regel uit het Europees recht, namelijk dat nationale wetten ongeldig zijn voor zover ze hetzelfde onderwerp bestrijken als een Europese wet.

Vanaf 25 mei wordt het portretrecht dus een heel eind kleiner. Wanneer iemand een privacybelang inzet om publicatie van zijn portret te verhinderen, moet hij dat doen via de AVG en niet meer via het portretrecht. In principe kun je dus alleen nog een financieel of commercieel portretrecht inroepen: je verzilverbare bekendheid kun je verhandelen.

Daarbij gelden dan wel een aantal belangrijke uitzonderingen als die verwerking gebeurt voor journalistieke, artistieke of literaire doeleinden. De AVG is daarop maar beperkt van toepassing. Zo is het in die gevallen onmogelijk om je toestemming in te trekken, dus een zogeheten quitclaim is in principe niet te herroepen. Ook mogen journalisten en artistieke fotografen gewoon bijzondere persoonsgegevens verwerken in hun beeld, zodat je ook op die grond de publicatie niet tegen kunt houden.

Het recht op gegevenswissing, ook wel het vergeetrecht bevat ook een relevante beperking: wanneer een verwerking nodig is voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie, kan geen beroep op dit recht worden gedaan.

Kort en goed betekent dit dat je weliswaar de AVG moet inroepen in plaats van het portretrecht maar dat je uiteindelijk bij hetzelfde uitkomt. Of je publiceert met toestemming (en dan moet je die aantonen en moet die voldoen aan de strikte eisen uit de AVG) of je beroept je op de vrijheid van meningsuiting en dan krijg je vervolgens dezelfde belangenafweging als voorheen onder het portretrecht.

Arnoud

Mag mijn school me verplichten een video van mezelf online te zetten?

Via Reddit:

Voor een vak op school (HBO) moet ik als onderdeel van het lesprogramma een video van mezelf maken en deze in het online programma van school zetten. Echter is deze video dan te zien voor elke leerling die dit vak volgt (meer dan 200) en dus ook te kopiëren. De bedoeling is dat 1 mede-student de video moet bekijken en beoordelen, en de lerares moet zien dat je dit hebt gedaan zodat zij het kan afvinken. Ik ben niet zo gek op het idee om van mezelf een video online te zetten. Kan ik dit weigeren, ivm privacy redenen bijvoorbeeld? Zou ik dan ook het maken van heel de video kunnen weigeren? Ik doe dit namelijk liever niet. Aangezien /r/thenetherlands zo veel van digitale privacy etc houdt zou ik graag weten of iemand hier een antwoord op heeft. Bedankt!

Wat is dat toch met rare praktijken op scholen. En nee, dit kan natuurlijk niet zomaar.

Het is op zich denk ik wel legitiem dat bepaalde vakken een uitwerking eisen in de vorm van video. Denk aan trainen hoe je overkomt voor de camera, het oefenen van dansen of sportbewegingen, of gewoon registratie van hoe je presenteert zodat je concrete visuele feedback kunt krijgen.

Dat je die uitwerking moet delen met medestudenten zie ik ook nog wel. Peer feedback en leren van hoe je medestudenten het doen lijkt me een standaard manier van werken bij hogescholen. Maar op het moment dat het op internet gezet moet, dan kunnen dus ook mensen meekijken die gewoon niets te maken hebben met je studievoortgang en -prestaties.

In de Reddit-draad lees ik dan discussie of dit wel een legitiem argument is, omdat het riekt naar een smoes om onder je huiswerk uit te komen. Dat probleem zie ik dus niet, omdat er geen reden is voor de school om een internetpublicatie te eisen. En dan kom je bij het simpele fundamentele punt dat het hier om persoonsgegevens gaat, en dús niet mag zonder grondslag, zonder goede reden.

Arnoud

Mag je schoolfoto’s in een Dropbox delen met alle ouders?

Een lezer vroeg me:

Wanneer er bij onze basisschool foto’s worden gemaakt van een evenement (zoals Sinterklaas of een schoolreisje) dan delen wij die met de betreffende ouders door de foto’s in een Dropbox aan te bieden. Alleen zij kunnen er dan bij, verder is het niet openbaar. (Voor publicatie op de site vragen we apart toestemming.) Maar nu klaagt een ouder dat dit zo niet mag en dat ook verspreiding in Dropbox alleen met aparte toestemming mag. Klopt dat?

Op grond van het portretrecht mogen portretfoto’s als deze (“portretten in opdracht”) niet worden gepubliceerd zonder toestemming van de geportretteerde. Omdat het hier nu gaat om kinderen, is toestemming van de ouders nodig voor publicatie.

De vraag is dan, is dit een publicatie? Je zou zeggen van niet, want slechts een groep ouders kan erbij en niet de hele wereld. Maar de Auteurswet is streng: zodra je buiten de directe familie- of vriendenkring komt, is al sprake van een ‘openbaarmaking’ oftewel een publicatie van het portret. Deze Dropbox-verspreiding is voor alle ouders van die klas beschikbaar, en het lijkt mij lastig verdedigbaar dat alle ouders van klasgenoten de “familie- of vriendenkring” vormt. En als het de hele school is, dan gaat het natuurlijk helemaal niet meer op.

Je kunt het ook via de privacywet (Wet bescherming persoonsgegevens, straks de Privayverordening) spelen maar dan kom je op hetzelfde uit. Verspreiding van een foto telt als een “verwerking van persoonsgegevens”, en dat mag alleen met toestemming of op grond van een andere grondslag uit die wet. Ik zie alleen geen grondslag die hier op kan gaan. Er is geen overeenkomst die verspreiding onder al die ouders rechtvaardigt, en een eigen gerechtvaardigd belang dat zwaarder weegt dan de privacy van de kinderen al helemaal niet.

Ik vrees dus dat er formeel weinig aan te doen is behalve de verspreiding per foto beperken tot enkel de kinderen die op die foto staan. Dat zou denk ik nog nét te verdedigen zijn als familie- of vriendenkring, of onder de privacywet een gerechtvaardigde verwerking. Je kunt immers moeilijk toestemming vragen voor een foto zonder de foto te laten zien aan de betrokkenen.

Arnoud

Wanneer zijn luchtfoto’s in strijd met de privacy?

drone-camera-vliegenEen lezer vroeg me:

Het weer is de afgelopen dagen weer erg mooi en dat betekent dat er weer diverse vliegtuigen luchtfoto’s aan het maken zijn, zie bijvoorbeeld deze. Nu vraag ik me af in hoeverre dit juridisch geregeld is, en hoe je privacy gewaarborgd is? Voor zover ik weer mogen zowel burgers en overheid gewoon foto’s maken vanaf de openbare weg. Ik neem aan dat de lucht daar ook onder valt? Maar hoe zit het met portretrecht?

De regels over privacy en portretrecht zijn algemeen, en gelden net zo goed voor foto’s genomen vanuit een vliegtuig als voor foto’s genomen vanuit een auto of lopend op de stoep.

Je mag op de openbare weg fotograferen en filmen wat en wie je wilt (tenzij je overlast veroorzaakt door bv. de weg te blokkeren of mensen lastig te vallen of te stalken). Dat geldt ook voor privéterrein als dat vanaf de openbare weg te zien is.

Wanneer mensen herkenbaar in beeld komen, kan hun privacy in het geding komen bij publicatie. Dit is waar het portretrecht over gaat: bij publicatie moet je een afweging maken van de nieuwswaarde/informatiewaarde van de foto versus de privacy van de geportretteerde. Ook via de Wet bescherming persoonsgegevens (een foto is een persoonsgegeven) kom je op die afweging uit.

De eerste vraag bij een luchtfoto is dus: zijn mensen herkenbaar? Afhankelijk van hoogte en resolutie is dat zeker geen gegeven. Als mensen niet redelijkerwijs herkenbaar zijn voor de gemiddelde ontvanger van de foto, dan is de privacywet niet van toepassing.

Zijn mensen wél herkenbaar, dan kom je dus bij die belangenafweging. Ik denk dat je wel een sterke privacyclaim hebt, zeker als je je op privéterrein bevond toen de foto werd gemaakt. Je verwacht immers niet van bovenaf gefotografeerd te worden. Je hebt vaak wel iets van zicht op de straat (of een schutting) waardoor je daar een afweging kunt maken, maar naar de lucht toe niet.

Daar zie ik geen sterke nieuwswaarde tegenover. Natuurlijk, een luchtfoto is interessant en informatief maar de personen op die foto zijn in beginsel volstrekt irrelevant. Dat is niet waar je luchtfoto’s voor maakt. Daarmee wint de privacy dus van de informatievrijheid en moeten mensen worden geblurd.

Arnoud

Volkskrant moet schadevergoeding betalen aan man op foto Schiphol

volkskrant-schiphol-veiligDe Volkskrant moet 1.500 euro schadevergoeding betalen aan Mohammed Rashid, die stond afgebeeld bij een artikel over veiligheid op Schiphol. Dat meldde NRC gisteren. Rashid werd bij een controle gefotografeerd, en de foto verscheen onder tendentieuze kop in de Volkskrant. Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant, ziet het vonnis als het begin van het einde van de persvrijheid. Eh, kom nou.

Remarque denkt kennelijk dat de persvrijheid als grondrecht boven de privacy staat. Dat is dus niet zo: grondrechten zijn in Nederland gelijkwaardig, en bepalen wie er wint bij twee grondrechten (privacy versus persvrijheid) is dus altijd een kwestie van alle factoren bij elkaar optellen en een conclusie trekken.

Remarque:

We hebben Rashid niet bij naam genoemd, wij hebben hem nergens van beschuldigd, we hebben hem op geen enkele manier met terrorisme willen associëren. Maar volgens de rechter moeten we rekening houden met mogelijke associaties bij de lezers. ‘Mogelijke associaties’; ik vind dat glad ijs.

‘Mogelijke associatie’? Ik lees wat anders in het vonnis:

Nu het hier een ernstige kwestie betreft die de gemoederen in negatieve zin bezighoudt, stelt [eiser] zich terecht op het standpunt dat publicatie van zijn foto bij deze tekst inbreuk maakt op zijn persoonlijke levenssfeer, te meer nu het hier gaat om een paginabrede foto, waarop hij duidelijk herkenbaar is en die op de voorpagina van een landelijk dagblad is afgedrukt. Deze inbreuk treft [eiser] als persoon des te ernstiger, omdat hij een – zoals De Volkskrant omschrijft – moslim-achtig uiterlijk heeft en omdat onveiligheid in deze tijd sterk wordt geassocieerd met terrorisme vanuit islamitische hoek.

De rechter zegt dus precies wat vrijwel iedereen al wel op zijn klompen aanvoelde: een persoon met ‘moslimachtig’ uiterlijk op de foto bij een controle met een kop over dreigende onveiligheid bij Schiphol, dat wekt de indruk dat hij iets terroristisch is. Daar is niks speculatiefs aan. Volkomen terecht dus dat de rechter hier de publicatie onrechtmatig verklaart en een schadevergoeding toewijst (€1.500).

Dat de controles op zich nieuws zijn, doet daar niets aan af. Het was eenvoudigweg niet nodig om deze man herkenbaar in beeld te brengen bij dit nieuwsfeit. En dat samen met de evident te verwachten negatieve associatie voor meneer maken dat de publicatie niet door de beugel kon.

Einde van de persvrijheid? Welnee. Gewoon een dertien-in-een-dozijn vonnis over privacy versus publicatie, waarbij alle omstandigheden op een rijtje zijn gezet en de rechter onder de eindstreep komt tot “nee, dit mocht niet”. En volgens mij hoort het ook zo te werken in een rechtsstaat: je publiceert, je neemt je verantwoordelijkheid onder de wet en als je te ver blijkt te zijn gegaan dan fluit de rechter je terug.

Arnoud

Mag de NOS een portret publiceren als dat nieuws is?

video-camera-filmen-fotoDe foto ging de hele wereld over en al snel gingen media op zoek naar de vrouw op de foto, schreef de NOS vorige week. De foto was een van de eerste foto’s van de aanslag in Zaventem, en toonde een daarbij gewond geraakte stewardesse. Nieuws? Zeker. Maar wel nieuws waarbij deze dame in haar ondergoed in gewonde toestand herkenbaar in beeld is. Moet dat nou? Mag dat nou?

In feite zijn dit dezelfde vragen. Het mag (juridisch) omdat het moet (van de nieuwswaarde). Iets formeler gezegd: er is hier sprake van een botsing tussen twee grondrechten, de uitingsvrijheid van de journalist en de privacy van de persoon in beeld. Die twee grondrechten zijn gelijkwaardig, dus je kunt alleen concluderen dat het mag op basis van een afweging van alle argumenten voor en tegen. Het is niet zo dat de privacy altijd wint of juist dat als het nieuws is, je het maar moet slikken als je in beeld bent.

De grote argumenten vóór zijn de urgentie en het belang van het nieuws. Dit gebeurt nú en hier zie je wat er gebeurt. Dergelijke argumenten rechtvaardigen al heel snel het tonen van het beeld. Beeld zegt veel meer dan woorden, zeker bij urgente en belangrijke, schokkende zaken.

Daar staat tegenover dat het hier niet gaat om een bekend persoon, of zelfs maar een specifiek ‘doelwit’ waardoor je zou kunnen zeggen dat de identiteit van deze dame ertoe doet. Het was een ongerichte aanslag immers. En dan voelt het als een kleine moeite om even een blurcirkel over haar gezicht te halen. Dus waarom dat niet even gedaan? (Terzijde: ik vond ooit een fotocollage waarbij in de VS alleen de borsten en in Europa alleen het gezicht van een selfie waren geblurd.)

Maakt het nog uit dat de foto op Facebook stond? Dat denk ik hier niet. Het was immers de fotograaf die deze op Facebook zette, niet de geportretteerde. Als je zelf welbewust een privéfoto geheel publiek zet, en deze foto blijkt nieuwswaarde te hebben, dan is een privacyargument om publicatie tegen te houden nauwelijks nog denkbaar. Maar wat de fotograaf doet met het portret, is volstrekt irrelevant voor het portretrecht van degene op de foto.

Het portretrecht noemde ik inderdaad niet in de analyse. Dat staat wel in de wet (art. 19-22 Auteurswet) maar in feite is dat niet meer dan een uitwerking van de algemene regel over die botsende grondrechten. Bij een portret als deze – wat de wet een “portret anders dan in opdracht” noemt – moet bij publicatie een afweging worden gemaakt van de belangen voor en tegen publicatie. De voornaamste aanvullende waarde van het portretrecht is bij het portret in opdracht (dan geldt een publicatieverbod zonder toestemming) en bij andere belangen dan privacy (bv. het gebruik van een BN’er in reclame).

Alles bij elkaar denk ik dat het tonen van de foto wel door de beugel kon. De actualiteit en ernst rechtvaardigen dat, en het blurren kost net even meer tijd en tast misschien toch de zeggenschap van het beeld aan. Ik snap alleen niet wat de nieuwswaarde is van vervolgens gaan achterhalen wie deze dame is, waar ze werkt en wat ze aan het doen was?

Arnoud

Wat is het verschil tussen portretrecht en de Wet bescherming persoonsgegevens?

camera-foto-filmen-straat-openbare-weg.pngEen lezer vroeg me:

Afgelopen maandag blogde je over de regels over cameratoezicht. Het viel me op dat het daar nergens ging over je portretrecht wanneer je met een camera wordt gefilmd. Maar het gaat toch allebei over hetzelfde, dat je zeggenschap hebt over je portret?

De regels over cameratoezicht die de Autoriteit Persoonsgegevens recent stelde, zijn allemaal geschreven vanuit het perspectief van de Wet bescherming persoonsgegevens, de privacywet. Een foto of filmopname waar je herkenbaar op staat, is een persoonsgegeven omdat deze tot jou te herleiden is. Op grond van de wet mag dat gegeven niet zomaar worden verwerkt, daar moet toestemming of een andere grondslag (zoals een eigen dringende noodzaak) voor zijn.

Het portretrecht is ouder dan de Wbp en staat om historische redenen in de Auteurswet, waar het verder niets mee te maken heeft. Portretrecht gaat ook over zeggenschap over je portret, maar de benadering is iets anders. Allereerst is er het onderscheid tussen portretten in opdracht en anderen portretten. Bij de eerste categorie mag de fotograaf niets met de foto zonder toestemming van de geportretteerde(n). Dat is dus strenger dan de Wbp, die uitzonderingsgronden biedt zoals die eigen dringende noodzaak of de goede uitvoering van een contract.

Bij een portret “anders dan in opdracht” ligt het subtieler. De wet zegt dat publicatie mag, tenzij de geportretteerde een redelijk belang tégen publicatie heeft. Dat belang kan een privacybelang zijn, maar ook een ander belang – het financiële of het commerciële portretrecht. Zo kun je op grond van je portretrecht optreden tegen je gezicht in reclame, zeker als bekende persoonlijkheid met een verzilverbare bekendheid zoals dat heet. Dit vereist een belangenafweging, hoe groot is het belang bij publicatie en hoe weegt dat op tegen de privacy. Die afweging lijkt sterk op de afweging voor de eigen dringende noodzaak onder de Wbp.

En daarmee heb je nog een ander onderscheid te pakken: portretrecht gaat over publicatie van foto’s en filmbeelden, de Wbp over het verwerken van dergelijk beeld en dat is veel breder. Op grond van je portretrecht kun je niets doen tegen een verborgen beveiligingscamera die je filmt, tenzij de beelden zeg maar op Youtube komen. Maar de Wbp stelt hele hoge eisen aan verborgencameratoezicht.

Portretrecht loopt overigens ook nog langer door dan de bescherming van persoonsgegevens: tot tien jaar na het overlijden, in plaats van direct na overlijden. Een cru voorbeeld: het is legaal gegevens van recent overledenen van hun grafzerk over te typen en te publiceren, maar niet om de daaronder hangende portretfoto erbij te reproduceren. (En ja, hier krijg ik ook vaak vragen over.)

In de praktijk zal er vaak overlap zijn. Wie structureel foto’s of films van personen maakt en die op een of andere wijze publiceert, loopt zowel tegen portretrecht als Wbp aan. De juridische analyses verschillen maar het komt uiteindelijk meestal op grofweg hetzelfde neer: welk belang is er voor publicatie en welk belang is daartegen. Bij een publicatie in de pers is traditioneel het portretrecht de aangewezen route, bij cameratoezicht zou de Wbp de logische insteek zijn. Maar volgens mij is dat meer historisch zo gegroeid dan perse juridisch de enige manier.

Arnoud